Page 105 of 416

Commando’sHet spraakherkenningssysteem begrijpt twee
typen commando’s. De algemene comman-
do’s zijn altijd beschikbaar. Plaatselijke com-
mando’s zijn beschikbaar als de ondersteunde
radiomodus actief is.
Het volume veranderen
1. Start een dialoog door op de spraakherken-
ningstoets
te drukken.
2. Spreek een commando in (bijvoorbeeld
help).
3. Gebruik de draaiknop ON/OFF VOLUME om
het volume in te stellen op een comfortabel
niveau terwijl het spraakherkenningssysteem
spreekt. Let op: het volume voor spraakherken-
ning wordt anders ingesteld dan voor het au-
diosysteem.
Hoofdmenu
Start een dialoog door op de spraakherken-
ningstoets
te drukken. Als u naar het
hoofdmenu wilt gaan, zegt u hoofdmenu.In deze modus kunt u de volgende comman-
do’s inspreken:
•
Radio, als u wilt overschakelen naar de
radiomodus
• Disc, als u wilt overschakelen naar de
disc-modus
• Memo, als u wilt overschakelen naar de
memorecorder-modus
• Setup (instellingen), als u wilt overschake-
len naar het instellingenmenu van het sys-
teem
AM-radio (of Langegolf- of Middengolf-
radio, indien aanwezig)
Als u wilt overschakelen naar AM-ontvangst,
zegt u AMofradio AM. In deze modus kunt
u de volgende commando’s inspreken:
• Frequency # (frequentie), als u de frequen-
tie wilt wijzigen
• Next station (volgende zender), als u de
volgende zender wilt kiezen
• Previous station (vorige zender), als u de
vorige zender wilt kiezen •
Menu radio (radiomenu), als u naar het
radiomenu wilt overschakelen
• Main menu (hoofdmenu), als u naar het
hoofdmenu wilt overschakelen
Radio FM
Als u wilt overschakelen naar FM-ontvangst,
zegt u FMofradio FM. In deze modus kunt
u de volgende commando’s inspreken:
• Frequency # (frequentie), als u de frequen-
tie wilt wijzigen
• Next station (volgende zender), als u de
volgende zender wilt kiezen
• Previous station (vorige zender), als u de
vorige zender wilt kiezen
• Menu
radio(radiomenu), als u naar het
radiomenu wilt overschakelen
• Main menu (hoofdmenu), als u naar het
hoofdmenu wilt overschakelen
101
Page 106 of 416
![JEEP GRAND CHEROKEE 2012 Instructieboek (in Dutch) Disc
Als u wilt overschakelen naar de disc-modus,
zegt udisc. In deze modus kunt u de vol-
gende commando’s inspreken:
• Track [#] (nummer), als u een ander num-
mer wilt kiezen
• Next trac JEEP GRAND CHEROKEE 2012 Instructieboek (in Dutch) Disc
Als u wilt overschakelen naar de disc-modus,
zegt udisc. In deze modus kunt u de vol-
gende commando’s inspreken:
• Track [#] (nummer), als u een ander num-
mer wilt kiezen
• Next trac](/manual-img/16/32338/w960_32338-105.png)
Disc
Als u wilt overschakelen naar de disc-modus,
zegt udisc. In deze modus kunt u de vol-
gende commando’s inspreken:
• Track [#] (nummer), als u een ander num-
mer wilt kiezen
• Next track (volgende nummer), als u het
volgende nummer wilt afspelen
• Previous track (vorige nummer), als u het
vorige nummer wilt afspelen
• Main menu (hoofdmenu), als u naar het
hoofdmenu wilt overschakelen
Memo
Als u wilt overschakelen naar de voicerecorder-
modus, zegt u memo. In deze modus kunt u
de volgende commando’s inspreken:
• New memo (nieuwe memo opnemen) —
Tijdens het opnemen kunt u op de spraak-
herkenningstoets
drukken om de op-
name te stoppen. Ga verder door een van de
volgende opdrachten in te spreken:
Save (opslaan), als u de memo wilt
opslaan
Continue (voortzetten), als u de opname
wilt voortzetten
Delete (wissen), als u de opname wilt
wissen
• Play Memos (memo’s afspelen) — Tijdens
het afspelen kunt u op de spraakherken-
ningstoets
drukken om het afspelen
van memo’s te stoppen. Ga verder door een
van de volgende opdrachten in te spreken:
Repeat (herhalen), als u een memo wilt
herhalen
Next (volgende), als u de volgende
memo wilt afspelen
Previous (vorige), als u de vorige memo
wilt afspelen
Delete (wissen), als u een memo wilt
wissen
• Delete all (alles wissen), als u alle memo’s
wilt wissen Instelling systeem
Als u wilt overschakelen naar het instellingen-
menu van het systeem, kunt u het volgende
inspreken:
•
“Overschakelen naar instellingenmenu van
systeem”
• “Hoofdmenu systeeminstellingen”
• “Overschakelen naar instellingenmenu van
systeem”
• “Overschakelen naar instellingen”
• “Instellingen hoofdmenu” of
• “Overschakelen naar instellingen”
In deze modus kunt u de volgende comman-
do’s inspreken:
• Language English (taal Engels)
• Language French (taal Frans)
• Language Spanish (taal Spaans)
• Language Dutch (taal Nederlands)
• “Language Deutsch” (taal Duits)
• Language Italian (taal Italiaans)
• Tutorial (handleiding)
• Voice Training (stemtraining)
102
Page 107 of 416

OPMERKING:
Denk eraan dat u eerst op de spraakherken-
ningstoets
moet drukken en op de
pieptoon moet wachten voordat u kunt in-
breken door opdrachten in te spreken.
StemtrainingAls het herkennen van uw gesproken opdrachten
of telefoonnummers door de Uconnect™ Phone
op problemen stuit, kunt u de functie Stemtrai-
ning van de Uconnect™ Phone gebruiken.
1. Druk op de spraakherkenningstoetsen zegSystem setup (systeeminstellingen).
Nadat het instellingenmenu van het systeem is
geopend, zegt u Voice Training(stemtrai-
ning). Hiermee kunt u het systeem laten wen-
nen aan uw stem, zodat het herkennen beter
zal verlopen.
2.
Herhaal de woorden en zinnen als de
Uconnect™ Phone daarom vraagt. Voor de beste
resultaten dient de Spraaktrainingsessie te wor-
den verricht als het voertuig geparkeerd staat
met de motor aan, alle ramen dicht en met de
aanjager uit. Deze procedure kan herhaald wor-
den met een nieuwe gebruiker. Het systeem past
zich alleen aan aan de laatst getrainde stem.
STOELENDe stoelen vormen een belangrijk onderdeel
van het veiligheidssysteem voor inzittenden
(ORS) van deze auto.
WAARSCHUWING!
• Het is gevaarlijk om tijdens het rijden per-
sonen te vervoeren in de bagageruimte,
zowel binnen als buiten de auto. Bij een
aanrijding lopen personen in de bagage-
ruimte een groter risico om ernstig of zelfs
dodelijk gewond te raken.
• Vervoer geen personen in een ruimte van
de auto die niet is voorzien van stoelen en
autogordels. Bij een aanrijding lopen per-
sonen in de bagageruimte een groter risico
om ernstig of zelfs dodelijk gewond te
raken.
• Zorg dat iedereen in uw auto een stoel
heeft en de autogordel op de juiste wijze
heeft omgedaan.
Elektrische stoelverstelling — indien
aanwezig
Sommige modellen zijn uitgevoerd met een
elektrisch verstelbare bestuurders- en passa-
giersstoel met acht verstelmogelijkheden. De
schakelaars voor elektrische stoelverstelling
zitten aan portierzijde van de stoel. Er zijn twee
schakelaars beschikbaar voor het verstellen
van de zitting en de rugleuning.
Schakelaars stoelverstelling
1 — Schakelaar voor de rugleuning
2 — Schakelaar voor de zitting
103
Page 108 of 416

De stoel naar voren of naar achteren
verstellen
De stoel kan zowel naar voren als naar achte-
ren worden versteld. Druk de stoelschakelaar
naar voren of naar achteren om de stoel te
verstellen in de richting van de schakelaar. Laat
de schakelaar los wanneer u de gewenste
positie hebt bereikt.
De stoel omhoog of omlaag verstellen
De stoelhoogte kan omhoog of omlaag worden
versteld. Trek de achterzijde van de stoelscha-
kelaar omhoog of druk deze omlaag om de
stoel te verstellen in de richting van de scha-
kelaar. Laat de schakelaar los wanneer u de
gewenste positie hebt bereikt.
De stoel omhoog of omlaag kantelen
De hoek van de zitting kan omhoog of omlaag
worden versteld. Trek de voorzijde van de
stoelschakelaar omhoog of druk deze omlaag
om het voorste gedeelte van de zitting te
verstellen in de richting van de schakelaar. Laat
de schakelaar los wanneer u de gewenste
positie hebt bereikt.De rugleuning verstellen
De hoek van de rugleuning kan naar voren of
naar achteren worden versteld. Druk de rugleu-
ningschakelaar naar voren of naar achteren om
de stoel te verstellen in de richting van de
schakelaar. Laat de schakelaar los wanneer u
de gewenste positie hebt bereikt.
WAARSCHUWING!
•
Het verstellen van een stoel tijdens het
rijden kan gevaarlijk zijn. Het verstellen van
een stoel tijdens het rijden kan ertoe leiden
dat u de macht over het stuur verliest en
een botsing met ernstig of dodelijk letsel
veroorzaakt.
• Het verstellen van de stoelen moet plaats-
vinden voordat de veiligheidsgordels zijn
vastgegespt en terwijl de auto is gepar-
keerd. Een slecht afgestelde veiligheids-
gordel kan ernstig of dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Rij nooit met de rugleuning zo schuin inge-
steld dat de schoudergordel niet meer te-
gen uw borstkas rust. Tijdens een botsing
bestaat het gevaar dat u onder de veilig-
heidsgordel door schuift, waardoor ernstig
of dodelijk letsel kan ontstaan.
LET OP!Plaats geen voorwerpen onder een elektrisch
verstelbare stoel en zorg dat deze altijd vrij kan
bewegen. Anders kan de stoelbediening wor-
den beschadigd. De stoel kan niet vrij bewegen
als deze wordt gehinderd door obstakels.
104
Page 109 of 416

Elektrisch verstelbare
passagiersstoel
Sommige modellen zijn uitgevoerd met een
elektrisch verstelbare passagiersstoel met zes
verstelmogelijkheden. De schakelaar voor de
stoelverstelling bevindt zich aan de buitenzijde
van de stoel. Deze schakelaar wordt gebruikt
om de verplaatsing van de zitting en de rug-
leuning te regelen.
De stoel naar voren of naar achteren
verstellen
De stoel kan zowel naar voren als naar achte-
ren worden versteld. Druk de stoelschakelaar
naar voren of naar achteren om de stoel te
verstellen in de richting van de schakelaar. Laat
de schakelaar los wanneer u de gewenste
positie hebt bereikt.
De stoel omhoog of omlaag verstellen
De stoelhoogte kan omhoog of omlaag worden
versteld. Trek de stoelschakelaar omhoog of
druk deze omlaag om de stoel te verstellen in
de richting van de schakelaar. Laat de schake-
laar los wanneer u de gewenste positie hebt
bereikt.De stoel omhoog of omlaag kantelen
De hoek van de zitting kan omhoog of omlaag
worden versteld. Trek de voorzijde van de
stoelschakelaar omhoog of druk deze omlaag
om het voorste gedeelte van de zitting te
verstellen in de richting van de schakelaar. Laat
de schakelaar los wanneer u de gewenste
positie hebt bereikt.
WAARSCHUWING!
•
Het verstellen van een stoel tijdens het
rijden kan gevaarlijk zijn. Het verstellen van
een stoel tijdens het rijden kan ertoe leiden
dat u de macht over het stuur verliest en
een botsing met ernstig of dodelijk letsel
veroorzaakt.
• Het verstellen van de stoelen moet plaats-
vinden voordat de veiligheidsgordels zijn
vastgegespt en terwijl de auto is gepar-
keerd. Een slecht afgestelde veiligheids-
gordel kan ernstig of dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Rij nooit met de rugleuning zo schuin inge-
steld dat de schoudergordel niet meer te-
gen uw borstkas rust. Tijdens een botsing
bestaat het gevaar dat u onder de veilig-
heidsgordel door schuift, waardoor ernstig
of dodelijk letsel kan ontstaan.
LET OP!Plaats geen voorwerpen onder een elektrisch
verstelbare stoel en zorg dat deze altijd vrij kan
bewegen. Anders kan de stoelbediening wor-
den beschadigd. De stoel kan niet vrij bewegen
als deze wordt gehinderd door obstakels.
105
Page 110 of 416

Elektrische lendensteun — indien
aanwezig
Voertuigen met elektrisch verstelbare
bestuurders- of passagiersstoelen zijn ook uit-
gerust met een elektrische lendensteun. De
schakelaar voor de elektrische lendensteun
bevindt zich aan de buitenzijde van de elek-
trisch verstelbare stoel. Druk de schakelaar
naar voren voor meer lendensteun. Druk de
schakelaar naar achteren voor minder lenden-
steun. Druk de schakelaar omhoog of omlaag
om de positie van de lendensteun te verhogen
of te verlagen.
Neerklapbare voorstoel
passagierszijde — indien aanwezig
Als u de rugleuning wilt neerklappen om een
vlakke laadvloer te creëren, trekt u de hendel
van de rugleuning omhoog en drukt u de
rugleuning naar voren. Als u de zitpositie wilt
herstellen, brengt u de rugleuning omhoog en
vergrendelt u deze in de juiste stand.
Stoelverwarming — Indien aanwezigBij sommige modellen zijn de voor- en achter-
stoelen uitgerust met verwarmingselementen in
zowel de zttingen als de rugleuningen.
WAARSCHUWING!
•Personen die geen pijn op de huid kunnen
voelen als gevolg van ouderdom, chroni-
sche ziekte, diabetes, rugletsel, medicatie,
alcoholgebruik, uitputting of een andere
lichamelijke conditie, moeten voorzichtig
zijn bij het gebruik van de stoelverwarming.
Deze kan zelfs bij lage temperaturen
brandwonden veroorzaken, met name als
de verwarming langdurig wordt gebruikt.
• Plaats geen voorwerpen op de stoel die
warmte-isolerend werken, zoals een deken
of kussen. Hierdoor kan de stoelverwar-
ming oververhit raken. Gaan zitten op een
zitting die oververhit is kan leiden tot ern-
stige brandwonden als gevolg van de ver-
hoogde oppervlaktetemperatuur van de zit-
ting.
Schakelaar voor de elektrische lendensteun
Stoel aan passagierszijde neerklappen
106
Page 111 of 416

Uitvoeringen met op afstand bediend
startsysteem
Bij modellen met een op afstand bediend start-
systeem kunt u programmeren dat de verwar-
ming van de bestuurdersstoel wordt ingescha-
keld tijdens het starten op afstand. Raadpleeg
“Op afstand bediend startsysteem — indien
aanwezig” in “Wat u moet weten voordat u de
auto start” voor meer informatie.
Verwarmde voorstoelen
Met de twee schakelaars voor de stoelverwar-
ming kunnen de bestuurder en passagier de
stoelen afzonderlijk bedienen. De schakelaars
voor de beide stoelverwarmingen bevinden
zich midden onder op het instrumentenpaneel
(onder de schakelaars voor de klimaatrege-
ling).
U kunt kiezen uit de verwarmingsinstellingen
HIGH (hoog), LOW (laag) en OFF (uit). Oranje
indicatielampjes in beide schakelaars geven
de ingestelde verwarmingsgraad weer. Er gaan
twee indicatielampjes branden voor de stand
HIGH, één voor LOW en geen voor OFF.Voor stand HIGH drukt u de scha-
kelaar eenmaal in. Voor stand
LOW drukt u de schakelaar twee-
maal in. Als u de verwarmingsele-
menten wilt uitschakelen, drukt u
de schakelaar driemaal in.
OPMERKING:
Zodra u een stand hebt geselecteerd, voelt u
na twee tot vijf minuten dat de stoel warm
wordt.
Als u de stand HIGH hebt geselecteerd, geeft
de verwarming gedurende de eerste vier minu-
ten extra veel warmte af. Daarna wordt de
normale hoeveelheid warmte voor de stand
HIGH afgegeven. Als het hoge niveau is gese-
lecteerd, schakelt het systeem automatisch na
maximaal 55 minuten continue werking terug
naar laag niveau. Op dat moment wordt één
lampje gedoofd om de wijziging aan te geven.
Er brandt dan nog één lampje. Het lage niveau
wordt automatisch na 45 uitgeschakeld (OFF). Stoelverwarming achterin
Bij sommige modellen zijn de twee buitenste
zitplaatsen uitgerust met verwarmde zittingen.
Met de twee schakelaars voor de stoelverwar-
ming kunnen de achterpassagiers de stoelen
afzonderlijk bedienen. De schakelaars voor de
beide stoelverwarmingen bevinden zich aan
de achterzijde van de middenconsole.
Schakelaars verwarmde achterstoelen
107
Page 112 of 416

U kunt kiezen uit de verwarmingsinstellingen
HIGH (hoog), LOW (laag) en OFF (uit). Oranje
indicatielampjes in beide schakelaars geven
de ingestelde verwarmingsgraad weer. Er gaan
twee indicatielampjes branden voor de stand
HIGH, één voor LOW en geen voor OFF.Voor stand HIGH drukt u de scha-
kelaar eenmaal in. Voor stand
LOW drukt u de schakelaar twee-
maal in. Als u de verwarmingsele-
menten wilt uitschakelen, drukt u
de schakelaar driemaal in.
OPMERKING:
Zodra u een stand hebt geselecteerd, voelt u
na twee tot vijf minuten dat de stoel warm
wordt.
Als u de stand HIGH hebt geselecteerd, geeft
de verwarming gedurende de eerste vier minu-
ten extra veel warmte af. Daarna wordt de
normale hoeveelheid warmte voor de stand
HIGH afgegeven. Als het hoge niveau is gese-
lecteerd, schakelt het systeem automatisch na
maximaal 55 minuten continue werking terug
naar laag niveau. Op dat moment wordt één
lampje gedoofd om de wijziging aan te geven. Er brandt dan nog één lampje. Het lage niveau
wordt automatisch na 45 uitgeschakeld (OFF).
Stoelventilatie — indien aanwezigBij sommige modellen zijn zowel de bestuur-
dersstoel als de passagiersstoel uitgerust met
stoelventilatie. In de zitting en rugleuning zijn
kleine ventilatoren ingebouwd, die aangezogen
lucht uit het interieur door kleine perforaties in
de stoelbekleding blazen om de bestuurder en
passagier verkoeling te brengen bij hoge om-
gevingstemperaturen.
Met de twee schakelaars voor de stoelventilatie
kunnen de bestuurder en passagier de stoelen
afzonderlijk bedienen. De schakelaars voor de
stoelventilatie bevinden zich in de rij schake-
laars in het midden van het instrumentenpa-
neel, direct onder de schakelaars voor de
klimaatregeling.
De schakelaars voor de
stoelventilatie worden
gebruikt om de snel-
heid van de ventilatoren
in de stoel te regelen.
Druk eenmaal op de
schakelaar om de stand
HIGH te kiezen, of druk
tweemaal op de scha-
kelaar om de stand
LOW te kiezen. Als u de stoelventilatie wilt
uitschakelen, drukt u de schakelaar driemaal
in. Als de stand HIGH is geselecteerd, gaan
beide indicatielampjes op de schakelaar bran-
den. Als de stand LOW is geselecteerd, gaat
één indicatielampje op de schakelaar branden.
OPMERKING:
De stoelventilatie werkt uitsluitend wanneer
de motor draait.
Voertuigen met op afstand bediend
startsysteem
Bij modellen met een op afstand bediend start-
systeem kunt u programmeren dat de ventilatie
van de bestuurdersstoel wordt ingeschakeld
tijdens het starten op afstand. Raadpleeg “Op
108