Page 169 of 416

Verwijderbaar afdekpaneel
bagageruimte — Indien aanwezig
OPMERKING:
Het dekzeil is bedoeld om bagage aan het
zicht te onttrekken, niet om deze vast te
zetten. Het dekzeil voorkomt niet dat bagage
verschuift en beschermt de inzittenden niet
tegen losliggende voorwerpen.
Om de bagageruimte af te dekken:
1. Trek aan de middengreep aan het afdekpa-
neel. Trek het paneel over de bagageruimte
heen.
2. Steek de pennen aan de uiteinden van het
paneel in de sleuven op de bekleding van de
achterstijlen.
3. De achterklep kan worden geopend terwijl
het afdekpaneel is aangebracht.
WAARSCHUWING!
In het geval van een aanrijding kan een los
afdekpaneel in de auto letsel veroorzaken.
Het kan bij een noodstop wegschieten en
iemand in de auto raken. Berg het dekzeil niet
op in de bagageruimte of in het interieur.
Verwijder het afdekpaneel uit de auto als dit
wordt losgemaakt van de bevestiging. Berg
het afdekpaneel niet weg in de auto.
Ophanghaak
Onderste opbergbakken
Afdekpaneel bagageruimte achter
165
Page 170 of 416

Sjorhaken voor bagageDe sjorhaken op de bodemplaat van de baga-
geruimte worden gebruikt om bagage veilig
vast te zetten voordat de auto gaat rijden.WAARSCHUWING!
•Ter bescherming tegen persoonlijk letsel
horen passagiers niet plaats te nemen in
de bagageruimte. De bagageruimte ach-
terin is alleen bedoeld voor vervoer van
bagage en niet van passagiers, deze horen
in stoelen te zitten en autogordels te ge-
bruiken.
• De sjorhaken zijn geen veilige verankerin-
gen voor de ankerband van een kinderzitje.
Bij een noodstop of een ongeval kan een
haak worden losgetrokken en kan het kin-
derzitje losraken. Het kind zou ernstig letsel
kunnen oplopen. Gebruik alleen de anker-
punten die speciaal bedoeld zijn voor de
ankerbanden voor kinderzitjes.
Het gewicht en de positie van lading en inzit-
tenden is van invloed op de locatie van het
zwaartepunt van de auto en het weggedrag.
Volg onderstaande richtlijnen bij de belading
van uw auto, om letsel door onbestuurbaar-
heid te voorkomen:
(Vervolgd)WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Vervoer geen lading die zwaarder is dan
het maximumlaadgewicht zoals vermeld op
de sticker aan het linkerportier of aan de
linkermiddenstijl.
• Verdeel bagage altijd gelijkmatig over de
bodem van de bagageruimte. Plaats
zwaardere objecten zo laag en zo ver naar
voren als mogelijk is.
• Plaats zoveel mogelijk bagage vóór de
achteras. Door te veel of verkeerd ge-
plaatst gewicht boven of achter de achteras
kan de achterkant van de auto uitbreken.
• Stapel bagage of lading niet hoger op dan
tot aan de bovenrand van de achterbank-
rugleuning. Dit kan het zicht naar achteren
belemmeren en bij een noodstop of onge-
val kunnen voorwerpen gevaarlijke projec-
tielen worden.
Sjorhaken voor bagage
166
Page 171 of 416

FUNCTIES ACHTERRUIT
Schakelaar Ruitenwissers/Sproeiers
Achterruit
De achterruitenwisser/-sproeier wordt bediend
door middel van een draaiknop op de bedie-
ningshendel.. Deze bedieningshendel zit aan
de linkerzijde van de stuurkolom.Draai het middengedeelte van de hen-
del een klik omhoog voor de interval-
functie en twee klikken voor de continu-
functie van de achterruitwisser. Door het middengedeelte nog verder
omhoog te draaien wordt de ruiten-
sproeierpomp geactiveerd. Deze blijft
draaien zolang de schakelaar wordt
vastgehouden. Wordt de schakelaar weer los-
gelaten, dan vervolgt de achterruitwisser de
continufunctie. Wanneer de draaischakelaar in
de OFF-stand staat, wordt de achterruitsproei-
erpomp geactiveerd door de schakelaar naar
beneden te draaien. De pomp blijft draaien
zolang de schakelaar wordt vastgehouden.
Wanneer de schakelaar losgelaten wordt,
springt deze terug naar de OFF-stand en de
wissers bewegen nog enkele slagen heen en
weer om dan terug te keren in de parkeerstand.
OPMERKING:
Ter bescherming van de pomp zal deze stop-
pen wanneer de schakelaar langer dan
20 seconden wordt vastgehouden. Wanneer
de schakelaar weer wordt losgelaten hervat
de pomp zijn normale functie.
Als de achterruitwisser werkt wanneer het con-
tact op OFF wordt gezet, keert de wisser auto-
matisch terug naar de parkeerstand. Wanneer het klapraam van de achterklep is
geopend, wordt de werking van de wis-/
wasinstallatie op de achterruit onderbroken en
de wisser stopt in de parkeerstand. Wanneer
het klapraam weer wordt gesloten, zal de func-
tie van de wis-/wasinstallatie na vijf seconden
weer worden hervat.
Achterruitverwarming
De knop van de achterruitverwarming
bevindt zich op het bedieningspaneel
van de klimaatregeling. Druk op deze
knop om de achterruitverwarming en de zij-
spiegelverwarming (indien aanwezig) in te
schakelen. Een controlelampje in de knop gaat
branden om aan te geven dat de achterruitver-
warming aan staat. De achterruitverwarming
wordt na ongeveer 10 minuten automatisch
uitgeschakeld. Als u nog vijf minuten langer
achterruitverwarming wenst, drukt u de knop
nogmaals in.
OPMERKING:
Gebruik de achterruitverwarming uitsluitend
terwijl de motor draait, om ontladen van de
accu te voorkomen.
Regeling achterruitwisser/-sproeier
167
Page 172 of 416

LET OP!
Als er geen acht wordt geslagen op deze
waarschuwingen, kan er schade optreden
aan de verwarmingselementen.
•Wees voorzichtig bij het schoonmaken van
de binnenkant van de achterruit. Geen
schurende schoonmaakmiddelen op de
binnenkant van het raam gebruiken. Ge-
bruik een zachte doek en een zacht zeep-
sopje en wrijf evenwijdig aan de verwar-
mingselementen. U kunt stickers
verwijderen met warm water.
• Geen schrapers, scherpe voorwerpen of
schurende schoonmaakmiddelen op de
binnenkant van het raam gebruiken.
• Leg geen voorwerpen tegen het raam.
DAKIMPERIAAL — INDIEN
AANWEZIG
De dwarsdragers en de dakrails zijn speciaal
ontworpen om het gewicht op auto’s te dragen
die zijn uitgerust met een daktransportsysteem.
De belading mag niet meer dan 68 kg bedra- gen en moet gelijkmatig worden verdeeld over
de verstelbare dwarsdragers.
OPMERKING:
Indien er geen dwarsdragers aanwezig zijn,
kan uw erkende dealer MOPAR-
dwarsdragers bestellen en installeren die
specifiek zijn bedoeld voor dit daktransport-
systeem.
Verdeel het laadgewicht gelijkmatig over de
dwarsdragers. Bij gebruik van een daktrans-
portsysteem kan het totale laadgewicht van de
auto niet worden verhoogd. Let erop dat het
totale gewicht van bagage en inzittenden in de
auto zelf, plus het gewicht op de dakdrager, het
nominale totale laadgewicht van de auto niet
overschrijdt.
Om de dwarsdragers te verplaatsen, moet u de
bevestigingen aan de bovenrand van elke
dwarsdrager ongeveer 8 slagen losdraaien,
met behulp van de antidiefstalsleutel welke
geleverd wordt met de MOPAR dwarsdragers.
Beweeg dan de dwarsdrager naar de ge-
wenste positie. Let er hierbij op dat de dwars-
drager parallel blijft aan het frame van het
daktransportsysteem. Wanneer de dwarsdra- ger in de gewenste positie is, draait u de
bevestiging weer aan met de antidiefstalsleutel
om zo de dwarsdrager vast te zetten.
OPMERKING:
•
Om geluidsoverlast te voorkomen wan-
neer de dwarsdragers niet gebruikt wor-
den, kunt u de voorste en achterste
dwarsdragers op ongeveer 61 cm afstand
van elkaar bevestigen. Optimale geluids-
reductie bereikt u dan door de voorste
dwarsdrager met stappen van 2,5 cm naar
voren of naar achteren af te stellen.
• Als de achterste dwarsdrager (of een an-
der metalen voorwerp) wordt geplaatst
boven de antenne van de satellietradio
(indien aanwezig), kan dit storingen ver-
oorzaken in de satellietradio-ontvangst.
Om verzekerd te blijven van een optimale
ontvangst van de satellietradio, dient u
plaatsing van de achterste dwarsdrager
boven de satellietantenne te voorkomen.
• De handgrepen aan de achterzijde van de
wagen (indien aanwezig) mogen niet wor-
den gebruikt voor slepen.
168
Page 173 of 416

LET OP!
•Om schade aan het dak van de auto te
voorkomen, mag u nooit bagage op uw
daktransportsysteem vervoeren zonder dat
de dwarsdragers zijn aangebracht. De ba-
gage moet op de dwarsdragers worden
gezet en hieraan worden bevestigd, niet
rechtstreeks op het dak zelf. Als u toch
bagage op het dak moet vervoeren, ge-
bruik dan een deken tussen de bagage en
het autodak.
• Om schade aan de auto en het daktrans-
portsysteem te voorkomen mag de maxi-
male dakbelasting van 68 kg niet worden
overschreden. Verdeel zware lading altijd
zo gelijkmatig mogelijk en bind alles stevig
vast.
• Lange objecten die voorbij de voorruit ste-
ken, zoals houten panelen of surfplanken,
moet u zowel aan de voorzijde als aan de
achterzijde van de auto vastmaken.
(Vervolgd)LET OP!(Vervolgd)
• Rijd met gereduceerde snelheid en neem
bochten voorzichtig als u een grote of
zware lading op het dak hebt bevestigd.
Windstoten, die door passerend vrachtver-
keer of op natuurlijke wijze worden veroor-
zaakt, kunnen plotselinge opwaartse
krachten uitoefenen op de lading. Dit geldt
vooral bij grote en platte objecten. Hierdoor
kan schade aan de lading of aan de auto
worden toegebracht.WAARSCHUWING!
Bind de lading stevig vast voordat u met uw
auto gaat rijden. Onzorgvuldig vastgebonden
lading kan van de auto afvliegen, vooral bij
hoge snelheden, waardoor letsel en materiële
schade kan ontstaan. Volg de opmerkingen
voor daktransportsysteem op wanneer u la-
ding op het dak vervoert.
169
Page 174 of 416
Page 175 of 416
4
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN
KENNEN
•INSTRUMENTENPANEEL ..................... 175
• INSTRUMENTENPANEEL ..................... 176
• BESCHRIJVING INSTRUMENTENGROEP ............ 177
• ELEKTRONISCH VOERTUIGINFORMATIECENTRUM
(EVIC) ................................. 183
• Beeldschermweergaven Elektronisch
Voertuiginformatiesysteem (EVIC) .............. 184
• Witte verklikkerlampjes EVIC ................. 188
• Oranje verklikkerlampjes EVIC ................ 190
• Rode verklikkerlampjes EVIC ................. 191
• Indicatiesysteem voor olie verversen ............ 192
• Brandstofverbruik ........................ 193
• Adaptieve Cruise Control ................... 194
• Voertuigsnelheid ........................ 195
• Ritinformatie ........................... 195
• Eenheden ............................. 195
171
Page 176 of 416

•Voertuiginformatie (Informatiefuncties voor de klant) . . . 195
• Bandenspanning PSI of KPA ................. 196
• Display sleutelloze voertuigtoegang — Indien
aanwezig ............................. 196
• Display kompas / temperatuur ................ 197
• Door de klant te programmeren functies
(Systeeminstellingen) ..................... 199
• GELUIDSSYSTEMEN ........................ 204
• iPod/USB/MP3 REGELING — INDIEN AANWEZIG ...... 204
• De iPod of het externe USB-apparaat aansluiten ..... 205
• Gebruik van deze functie ................... 205
• De iPod of het externe USB-apparaat bedienen met de
radioknoppen .......................... 205
• De Play-modus ......................... 206
• De List-modus (Browse-modus) ............... 207
• Bluetooth Streaming Audio (BTSA) ............. 208
• UCONNECT™ MULTIMEDIA VIDEO ENTERTAINMENT
SYSTEM (VES)™ — INDIEN AANWEZIG ............. 208
• Systeemoverzicht ........................ 209
• Video Entertainment System (VES)™ ............ 209
• Werking afstandsbediening .................. 209
• Opbergen van afstandsbediening .............. 218
• De afstandsbediening vergrendelen ............. 218
172