Als de koelvloeistof (antivries) moet worden
bijgevuld, doet u dit via de vulopening van het
expansiereservoir. Vul nooit te veel vloeistof bij.
Voorzorgsmaatregelen
OPMERKING:
Wanneer u na enkele kilometers rijden de
auto stilzet, kunt u waterdamp zien opstij-
gen vanuit de voorzijde van het motorcom-
partiment. Dit is meestal het gevolg van een
hoge luchtvochtigheid, of van regen of
sneeuw die op de radiator is achtergebleven
en verdampt wanneer de thermostaatklep
opengaat, zodat er hete koelvloeistof (anti-
vries) in de radiator kan stromen.
Wanneer bij een inspectie van de motorruimte
blijkt dat de radiator en de slangen geen de-
fecten vertonen, kunt u gerust met de auto
gaan rijden. De damp zal snel verdwijnen.
•Vul niet te veel vloeistof bij in het expansie-
reservoir.
• Controleer het koelvloeistofgehalte (anti-
vriesgehalte) in de radiator en in het expan-
siereservoir. Als de koelvloeistof (antivries)
moet worden bijgevuld, moet ook de inhoud van het expansiereservoir worden be-
schermd tegen bevriezing.
• Als u regelmatig koelvloeistof (antivries)
moet bijvullen of het vloeistofpeil in het ex-
pansiereservoir niet daalt wanneer de motor
afkoelt, moet het koelsysteem door middel
van een druktest op lekkage worden gecon-
troleerd.
• Ter bescherming van de aluminium onderde-
len van uw motor tegen corrosie moet u erop
letten dat de motorkoelvloeistof (antivries)
altijd minimaal 50% HOAT-koelvloeistof (an-
tivries) en gedistilleerd water bevat.
• Controleer of de slangen tussen radiator en
expansiereservoir niet geknikt of verstopt
zijn.
• Houd de voorzijde van de radiator schoon.
Als uw auto is uitgerust met airconditioning,
reinigt u de voorzijde van de condensor.
• Vervang nooit de thermostaat voor een
zomer- of wintertype. Wanneer vervanging
noodzakelijk is, mag UITSLUITEND het ge-
specificeerde type thermostaat worden in-
gebouwd. Andere modellen kunnen een on- voldoende koelende werking, een hoger
brandstofverbruik en hogere uitlaatgaswaar-
den veroorzaken.
RemsysteemOm altijd optimale remprestaties te waarbor-
gen, moeten alle onderdelen van het remsys-
teem regelmatig worden gecontroleerd. Raad-
pleeg
Onderhoudsschema voor de juiste
onderhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Rijden met ‘slippend rempedaal’ is gevaarlijk
en kan ongevallen veroorzaken. Rijden met
de voet op het rempedaal veroorzaakt abnor-
maal hoge remtemperaturen, verhoogt de slij-
tage van de remblokken en kan leiden tot het
uitvallen van het remsysteem. Dan heeft u in
noodgevallen niet het volledige remvermogen
tot uw beschikking.
346
STALLEN VAN DE AUTOAls u meer dan 21 dagen geen gebruik maakt
van uw auto, zult u misschien voorzorgsmaat-
regelen willen nemen ter bescherming van de
accu. U kunt:
•Verwijder zekering #J13 in de volledig geïn-
tegreerde voedingsmodule (TIPM) met de
aanduiding Ignition-Off Draw (IOD#1).
• of de minkabel van de accu loskoppelen.
• Wanneer u de auto stalt, of minstens twee
weken lang niet meer gebruikt (bijv. bij va-
kantie), laat het aircosysteem dan bij statio-
nair toerental vijf minuten lang draaien in de
buitenlucht bij een hoge aanjagersnelheid.
Zo krijgt het systeem voldoende smering en
is de kans op schade aan de aircocompres-
sor miniem wanneer u het systeem weer
start.VERVANGINGSLAMPEN
Binnenverlichting Gloeilamptype
Verlichting handschoenenkastje ......194
Verlichting handgreep ......L002825W5W
Leeslampjes in plafondconsole ....VT4976
Verlichting bagageruimte .........214–2
Verlichting zonneklepspiegel ......V26377
Instapverlichting onderkant dashboard . . 906
Instrumentenpaneel
(algemene verlichting) ...........103
Verklikkerlampje/waarschuwingsknipperlicht ..74
BuitenverlichtingGloeilamptype
Koplampen (dimlicht/grootlicht) –
gasontlading (HID) .............D1S
(onderhoud bij erkende dealer)
Dagrijlicht (DRL) vóór ....3157K (P27/7WK)
Voorste richtingaanwijzer . . 7440NA (WY21W)
Mislampen vóór ............ PSX24W
Zijmarkeerlicht voor ............W5W
Richtingaanwijzers achter . 7440NA (WY21W)
Hulpverlichting achterklep ........W3W
Back-upverlichting achterklep . . 921 (W16W)
Verlichting kentekenplaat achter .....W5W
Rem-/achterlichten .......3157 (P27/7W)
Mistlichten achter ........7440 (W21W)
WAARSCHUWING!
Wanneer de koplampschakelaar wordt inge-
schakeld, treedt er kortstondig hoogspanning
op aan de fittingen van de HID-koplampen.
Als het onderhoud niet correct wordt uitge-
voerd, kan deze hoogspanning een ernstige
elektrische schok of zelfs elektrocutie veroor-
zaken. Neem contact op met een erkende
dealer.
OPMERKING:
De nummers verwijzen naar in de handel
verkrijgbare gloeilamptypen die u bij uw
erkende dealer kunt aanschaffen.
Ga naar uw dealer als een gloeilamp moet
worden vervangen of raadpleeg de van toe-
passing zijnde onderhoudshandleiding.
GLOEILAMPEN VERVANGEN
HID-koplampen (High Intensity
Discharge) - indien aanwezig
De koplampen zijn een soort hoogspan-
ningsontladingsbuis. Zelfs wanneer de kop-
lampschakelaar is uitgeschakeld en de sleutel
358