Page 353 of 416

Aftappen
Verwijder eerst de vulplug en verwijder dan de
aftapplug. De aanbevolen torsie voor het vast-
schroeven van de afvoer en plug is 20 tot
34 N·m.
LET OP!
Zet pluggen bij het aanbrengen niet te strak
vast. U kunt deze zo beschadigen en lekkage
veroorzaken.
Keuze van smeermiddel
Gebruik alleen de door de fabrikant aanbevo-
len vloeistof. Zie Vloeistoffen, Smeermiddelen
en Originele Onderdelen inOnderhoud van
uw voertuig voor meer informatie.
Automatische versnellingsbak
Keuze van smeermiddel
Het is belangrijk het juiste smeermiddel voor de
versnellingsbak te kiezen, om een optimale
werking te verzekeren. Gebruik alleen de door
de fabrikant aanbevolen transmissievloeistof.
ZieVloeistoffen, Smeermiddelen en Originele
Onderdelen inOnderhoud van uw voertuig
voor meer informatie. Het is belangrijk dat de versnellingsbakvloeistof het vereiste peil heeft
en dat u de aanbevolen vloeistof gebruikt.
LET OP!
Wanneer u een andere versnellingsbakvloei-
stof gebruikt dan aanbevolen door de fabri-
kant, kan daardoor de schakelwerking van de
versnellingsbak achteruitgaan en/of grijpt de
koppelomvormer schokkend aan. Als u een
transmissievloeistof gebruikt die niet wordt
aanbevolen door de fabrikant, zullen de vloei-
stof en het filter vaker moeten worden vervan-
gen. Zie
Vloeistoffen, Smeermiddelen en Ori-
ginele Onderdelen inOnderhoud van uw
voertuig voor meer informatie.
Speciale additieven
Automatische transmissievloeistof (ATF) is een
hoogwaardig product waarvan de prestaties
door additieven nadelig kunnen worden beïn-
vloed. Daarom adviseren we u geen additieven
aan de transmissievloeistof toe te voegen. De
enige uitzondering op deze regel vormt het
toevoegen van speciale kleurstof om lekkage
op te sporen. Gebruik ook geen vloeibare af- dichtmiddelen omdat die juist schade aan af-
dichtingen kunnen toebrengen.LET OP!
Spoel uw versnellingsbak niet met chemica-
liën, omdat die de versnellingsbak kunnen
beschadigen. Dergelijke schade wordt niet
gedekt door de beperkte garantie van een
nieuw voertuig.
Controle vloeistofpeil – 3.6L- en
3.0L-dieselmotor
Het is niet nodig om het vloeistofpeil regelmatig
te controleren. Om die reden is het systeem
niet voorzien van een peilstok. Uw erkende
dealer kan het vloeistofpeil van de transmissie
controleren met een speciale peilstok.
Als u vloeistoflekkage of schakelproblemen
constateert, laat dan het peil van de transmis-
sievloeistof controleren door uw erkende dea-
ler. Wanneer met een te laag vloeistofniveau
wordt gereden, kan dat de levensduur van de
transmissie sterk bekorten.
349
Page 354 of 416

LET OP!
•Wanneer u een andere versnellingsbak-
vloeistof gebruikt dan aanbevolen door de
fabrikant, kan daardoor de schakelwerking
van de versnellingsbak achteruitgaan en/of
grijpt de koppelomvormer schokkend aan.
Als u een transmissievloeistof gebruikt die
niet wordt aanbevolen door de fabrikant,
zullen de vloeistof en het filter vaker moe-
ten worden vervangen. Zie Vloeistoffen,
Smeermiddelen en Originele Onderdelen
in Onderhoud van uw voertuig voor meer
informatie.
• De vloeistof is in de fabriek op het juiste peil
gebracht en vereist onder normale
gebruiksomstandigheden geen aandacht.
Als echter een vloeistoflek in de versnel-
lingsbak optreedt, moet u onmiddellijk con-
tact opnemen met een erkende dealer. De
versnellingsbak kan zo schade oplopen.
Uw erkende dealer beschikt over de juiste
hulpmiddelen om het vloeistofpeil nauw-
keurig bij te vullen. Controle vloeistofpeil – dieselmotor van
5,7L
Controleer het vloeistofpeil in de versnellings-
bak terwijl de motor op de normale bedrijfstem-
peratuur is. Die temperatuur wordt bereikt na
minstens 25 km rijden. Bij de normale bedrijfs-
temperatuur is de vloeistof te warm om met de
vingers in aanraking te blijven.
Om het vloeistofpeil op de juiste manier te
controleren, moet u de volgende procedure
volgen:
1. Laat de motor stationair draaien op de nor-
male bedrijfstemperatuur.
2. De auto moet op een vlakke ondergrond
staan.
3. Trek de handrem helemaal aan en trap het
rempedaal in.
4. Zet de keuzehendel kort in elke versnelling
en eindig met de keuzehendel in PARK.
5. Verwijder de peilstok, wrijf de peilstok
schoon en steek deze opnieuw helemaal in.
6. Verwijder de peilstok weer en let op het aan
beide zijden aangegeven vloeistofpeil. Het vloeistofpeil moet bij normale bedrijfstempera-
turen tussen de markeringsgaatjes bij
HOT
(bovenaan) op de peilstok staan. Het vloeistof-
peil wordt alleen betrouwbaar gemeten als er
een gelijkmatige olielaag aanwezig is aan
beide zijden van de peilstok. Als het niveau te
laag is, vult u zoals vereist bij via de peilstok-
buis. Vul nooit te veel vloeistof bij. Wacht na
bijvullen van vloeistof via de peilstokbuis min-
stens twee (2) minuten, zodat de olie volkomen
in de versnellingsbak is gestroomd voordat u
het peil opnieuw afleest.
OPMERKING:
Als het peil alleen kan worden gecontroleerd
beneden de bedrijfstemperatuur, dient het
vloeistofpeil tussen de twee COLD-gaatjes
onder aan de peilstok te staan als de vloei-
stoftemperatuur ca. 21 °C bedraagt (kamer-
temperatuur). Als het vloeistofpeil bij kamer-
temperatuur correct is vastgesteld, moet dit
tussen de markeringsgaatjes bij HOT(bo-
venaan) staan zodra de versnellingsbak een
temperatuur heeft van 82 °C. Het beste kan
het peil echter worden gemeten bij de nor-
male bedrijfstemperatuur.
350
Page 355 of 416

LET OP!
Vergeet echter niet dat als de temperatuur
van de vloeistof minder dan 10° C bedraagt
deze niet op de peilstok afgelezen kan wor-
den. Vul pas vloeistof bij als de temperatuur
hoog genoeg is om het peil precies te kunnen
aflezen.
7. Controleer op lekkage. Zet de handrem los.
Controleer of de peilstok weer correct is terug-
geplaatst, om te voorkomen dat vuil en water in
de versnellingsbak terechtkomen na controle
van het vloeistofpeil of na bijvullen. Het is
normaal als de peilstokdop iets terugveert uit
de afdichtpositie, wel moet de afdichting in de
peilstokbuis zitten en afsluiten.
Verzorging van de auto en
bescherming tegen roest
Carrosserie en lak beschermen tegen roest
De aandacht die aan de carrosserie moet wor-
den besteed is sterk afhankelijk van de weer-
sinvloeden en het gebruik van de auto. Strooi-
zout in de winter en chemische producten die
in andere seizoenen op bomen en in wegber- men gespoten worden hebben een sterk cor-
rosieve invloed op de carrosserie.
De onderstaande onderhoudsadviezen helpen
om de carrosserie van uw auto gedurende
lange tijd in optimale conditie te houden.
Oorzaken van corrosie
Corrosie ontstaat door blootstelling van het
metaal aan weersinvloeden, doordat de lak en
beschermende coatings op uw auto werden
beschadigd of loslieten.
De meest voorkomende oorzaken zijn:
•
strooizout, vuil en achterblijven van vocht.
• steenslag.
• insectenresten, teer en boomvocht.
• zilte lucht in kuststreken.
• zure regen en industriële vervuiling.
Wassen
• Was uw auto regelmatig. Was uw auto altijd
in de schaduw met MOPAR Car Wash of
een niet-agressief autoreinigingsproduct en
spoel de panelen volledig af met schoon
water. •
Gebruik MOPAR Super Kleen Bug and Tar
Remover of een gelijkwaardig alternatief om
insecten, teer en andere neerslag van uw
auto te verwijderen.
• Gebruik een hoogwaardige was zoals MO-
PA R Cleaner Wax om aanslag en vuil te
verwijderen en de laklaag te beschermen.
Zorg dat u geen krassen maakt op de lak.
• Gebruik geen bijtende producten en polijst-
middelen die de glans of de dikte van het
lakwerk kunnen aantasten.
LET OP!
• Gebruik nooit schurende reinigingsmidde-
len zoals staalwol of schuurpoeder, deze
veroorzaken krassen op het metaal en de
lak.
• Gebruik van elektrische wasinstallaties met
een vermogen van meer dan 1200 psi
(8274 kPa) kunnen de lak en de plakplaat-
jes beschadigen of respectievelijk verwijde-
ren.
351
Page 356 of 416

Speciale verzorging
•Spuit de onderzijde van de auto regelmatig
schoon (minstens één keer per maand) wan-
neer u op bepekelde of stoffige wegen rijdt.
• Het is belangrijk dat de waterafvoeropenin-
gen aan de onderzijde van de portieren, de
schermen en de achterklep schoon en open
zijn.
• Als u steenslag of krassen in de lak ontdekt,
werk dergelijke plekjes dan meteen bij. Voor
de kosten van dergelijke reparaties is de
eigenaar van de auto verantwoordelijk.
• Wanneer de auto door een ongeval schade
heeft opgelopen aan de lak en de bescher-
mende coating, moet u deze zo spoedig
mogelijk laten repareren. Voor de kosten van
dergelijke reparaties is de eigenaar van de
auto verantwoordelijk.
• Wanneer u speciale ladingen zoals chemi-
caliën, kunstmest, zout enz. vervoert, moet u
goed opletten dat alles goed verpakt en
afgesloten is. •
Wanneer u vaak op grindwegen rijdt, advi-
seren wij om bij uw dealer spatlappen te
laten monteren.
• Gebruik Mopar Touch Up Paint of een ge-
lijkwaardig product om krassen of beschadi-
gingen zo snel mogelijk bij te werken. Uw
erkende dealer heeft de lakstift die past bij
uw lakkleur.
Verzorging van velgen en wieldoppen
Alle wielen en wieldoppen moeten regelmatig
worden gereinigd met een milde zeep en water
om corrosie tegen te gaan. Dit geldt vooral
wanneer een coating van aluminium of chroom
is aangebracht. Gebruik MOPAR Wheel Clea-
ner wanneer de velgen erg vuil zijn, of neem
een niet-bijtend, niet-zuur reinigingsmiddel.
Gebruik geen schuursponsjes, staalwol, bor-
stel of een poetsmiddel voor metaal. Alleen
MOPAR reinigingsmiddelen of gelijkwaardige
middelen worden aanbevolen. Gebruik geen
ovenreiniger. Maak geen gebruik van automa-
tische wasstraten waarin zure reinigingspro-
ducten of harde borstels worden gebruikt.
Deze beschadigen de beschermende coating
van de velgen. Reinigingsprocedure voor vlekwerende
stof – indien aanwezig
Vlekwerende stoelen kunnen op de volgende
wijze worden gereinigd:
•
Verwijder de vlek zo goed mogelijk door te
deppen met een schone, droge doek.
• Dep de vlek vervolgens met een schone,
vochtige doek.
• Voor hardnekkige vlekken brengt u Mopar
Total Clean of een milde zeepoplossing aan
op een schone, vochtige doek. Verwijder
zeepresten met een andere vochtige doek.
• Verwijder vetvlekken met behulp van MO-
PA R Multi-Purpose Cleaner, of een gelijk-
waardig middel, en een schone, vochtige
doek. Verwijder zeepresten met een andere
vochtige doek.
• Gebruik geen bijtende oplosmiddelen of
enige andere vorm van bescherming op
vlekwerende producten.
Verzorging van het interieur
Gebruik MOPAR Total Clean of een gelijkwaar-
dig middel voor het schoonmaken van de be-
kleding en de vloermatten.
352
Page 357 of 416

De interieurbekleding moet eerst worden gerei-
nigd met een vochtige doek, vervolgens met
een vochtige doek met MOPARTotal Clean of
een gelijkwaardig middel, en ten slotte, alleen
als dit echt nodig is, met een vochtige doek met
MOPAR Spot & Stain Remover of een gelijk-
waardig alternatief. Gebruik geen bijtende rei-
nigingsproducten of Armor All. Gebruik MO-
PA R Total Clean of een gelijkwaardig
alternatief voor het schoonmaken van vinylbe-
kleding.
Verzorging en reiniging van lederen
stoelbekleding
Voor het reinigen van lederen bekleding wordt
MOPAR Total Clean of een soortgelijk product
aanbevolen.
De kwaliteit van lederen bekleding blijft het
best behouden door te reinigen met een zachte
doek die iets vochtig is. Stofdeeltjes of vuil
kunnen een schurend effect hebben en de
lederen bekleding beschadigen; verwijder
daarom direct met een vochtige doek. Hard-
nekkige aanslag kan gemakkelijk worden ver-
wijderd met een zachte doek en Mopar Total
Clean. Voorkom dat lederen bekleding wordt
doordrenkt met welke vloeistof dan ook. Reinig uw lederen bekleding nooit met polish, olie,
reinigingsvloeistoffen, oplosmiddelen, afwas-
middelen of schoonmaakmiddelen op ammoni-
akbasis. Het gebruik van speciale onderhoud-
smiddelen voor leder is niet vereist om de
originele kwaliteit te behouden.
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit vluchtige oplosmiddelen om te
reinigen. Dergelijke stoffen zijn vaak ontvlam-
baar en kunnen bij gebruik in afgesloten ruim-
ten ademhalingsproblemen veroorzaken.
Koplampen reinigen
Uw auto is uitgerust met kunststof koplamplen-
zen die lichter en minder gevoelig voor steen-
slag zijn dan glazen koplamplenzen.
Kunststof is minder krasbestendig dan glas, ga
daarom anders te werk bij het reinigen van de
koplamplens.
Om krassen tot een minimum te beperken en
de lichtopbrengst maximaal te houden, mogen
de koplamplenzen niet met een droge doek
worden schoongemaakt. Verwijder vuil met een
sopje van zachte zeep en spoel goed na. Gebruik nooit schurende reinigingsmiddelen,
oplosmiddelen, staalwol of andere bijtende
stoffen om de lenzen te reinigen.
Ruitoppervlakken
Alle glazen oppervlakken moeten regelmatig
worden schoongemaakt met MOPAR
Glass
Cleaner of een huishoudelijk schoonmaakmid-
del voor glas. Gebruik nooit een reiniger met
schuurmiddelen. Wees voorzichtig terwijl u de
binnenzijde van de achterruit schoonmaakt.
Let op de draden van de achterruitverwarming.
Gebruik geen schrapers of andere scherpe
voorwerpen die de verwarmingselementen
kunnen beschadigen.
Wanneer u de spiegels schoonmaakt, moet u
het reinigingsmiddel op de gebruikte doek aan-
brengen. Spuit de reinigingsvloeistof niet recht-
streeks op de spiegel.
Reinigen van kunststoflenzen in
instrumentenpaneel
De lenzen voor de meetinstrumenten in deze
auto zijn vervaardigd uit glasheldere kunststof.
Wees bij het reinigen hiervan extra voorzichtig
om geen krassen te veroorzaken.
353
Page 358 of 416

1. Reinig met een zachte bevochtigde doek.
Eventueel kan een sopje van zachte zeep
worden gebruikt, maar gebruik in geen geval
reinigingsalcohol of bijtende of schurende rei-
nigingsmiddelen. Verwijder de zeep met een
schone, vochtige doek.
2. Drogen met een zachte doek.
Verzorging van autogordels
Bleek of verf de gordels nooit en reinig ze niet
met chemische oplosmiddelen of bijtende rei-
nigers. De gordelband kan hierdoor worden
aangetast. Ook zonnestraling tast de stof aan.
Voor het schoonmaken van de gordels kunt u
MOPARTotal Clean gebruiken, of een niet-
bijtend reinigingsmiddel of lauw water. Verwij-
der de gordels hiertoe niet uit de auto. Drogen
met een zachte doek.
Laat de gordels vervangen wanneer ze gaan
rafelen, slijtplekken vertonen of wanneer de
gespsluitingen niet goed functioneren.ZEKERINGEN
Volledig geïntegreerde
voedingsmodule
De volledig geïntegreerde voedingsmodule
(TIPM) bevindt zich in de motorruimte. Dit cen-
trum bevat patroonzekeringen en minizekerin-
gen. In de binnenzijde van het deksel is moge-
lijk een beschrijving van elke zekering en elk
onderdeel geperst, of het houdernummer van
elke zekering welke overeenkomt met het vol-
gende schema.
Loca- tie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
J01 40 A groen Luchtvering
J02 30 A roze Elektrische mo-
dule achterklep
J03 30 A roze Met aanhanger
J04 25 amp Blanco Knooppunt be-
stuurdersportier
J05 25 amp Blanco Knooppunt pas-
sagiersportier
J06 40 A groen Pomp
antiblokkeerrem/
stabiliteitssys-
teem
J07 30 A roze Ventiel
antiblokkeerrem/
stabiliteitssys-
teem
J08 40 A groen Elektrisch be-
dienbare stoel
J09 30 A roze Handrem
Volledig geïntegreerde voedingsmodule
354
Page 359 of 416

Loca-tie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
J10 30 A roze Relaiscontact
koplampsproeier
J11 30 A roze Regelmodule
aandrijflijn
J12 30 A roze Achterruitverwar-
ming
J13 60 A geel Continuspanning
contactschake-
laar
J14 20 A blauw Aanhanger-
verlichting/
parkeerverlich-
ting
J15 40 A groen Ventilator/blazer
voorzijde
J17 40 A groen Relais startmotorLoca-
tie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
J18 20 A blauw Regelmodule
aandrijflijn/
Powertrain Con-
trol Module/
transmissiebereik
regelmodule
aandrijflijn
J19 60 A geel Ventilatormotor
radiateur hoog/
ventilatormotor
radiateur laag
J20 30 A roze Ruitenwisser
voorruit
J21 20 A blauw Regelaar wasin-
stallatie voor/
achter
J22 25 amp Blanco Module schuif-
dak
M1 15 A
blauw RemlichtenLoca-
tie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
M2 20
amp- Geel Elektronisch
beperkteslip-
differentieel/
pneumatische
ophanging
M3 20
amp- Geel Achterklep/
hoofdsteun
M5 25 amp
Blanco 115 VAC omvor-
mer
M6 20
amp- Geel Aansteker
M7 20
amp- Geel Aansluitcontact
#2 (schakelbaar)
M8 20
amp- Geel Stoelverwarming
voor & stuurwiel-
verwarming
M9 20
amp- Geel Stoelverwarming
achterin
355
Page 360 of 416

Loca-tie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
M10 15 A
blauw Video/universele
garagedeurope-
ner
M11 10
amp
Rood Verwarming,
ventilatie & air-
conditioning (Kli-
maatregeling)
M12 30 amp
Groen Radio/versterker
M13 20
amp- Geel Instrumentenpa-
neel
M14 20
amp- Geel Achteruitrijca-
mera – indien
aanwezigLoca-
tie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
M15 20
amp- Geel Module(s)
stoelverstelling/
adaptieve
cruisecontrol/
audiotelematica/
relais
dagrijlichten/
module pneuma-
tische
ophanging/
instrumentgroep
M16 10
amp
Rood Regelaar voor
vasthouden inzit-
tende
M18 15 A
blauw Remlicht
M19 25 amp
Blanco Automatisch uit-
schakelen 1 en 2
M20 15 A
blauw Instrumentenpa-
neelLoca-
tie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
M21 20
amp- Geel Automatisch uit-
schakelen 3
M22 10
amp
Rood Claxons (laag/
hoog) – rechts
M23 10
amp
Rood Claxons (laag/
hoog) – links
M24 25 amp
Blanco Ruitenwisser
achterruit
M25 20
amp- Geel Output motor
brandstofpomp/
opvoerpomp die-
sel (uitsluitend
export)
M26 10
amp
Rood Schakelpaneel
bestuurderspor-
tier
356