•PARKSENSE PARKEERHULP — INDIEN AANWEZIG .... 146
• ParkSense-sensors ...................... 147
• Waarschuwingsdisplay van ParkSense .......... 147
• Display van ParkSense .................... 148
• ParkSense in- en uitschakelen ............... 149
• Onderhoud van de ParkSense parkeerhulp ........ 150
• ParkSense systeem reinigen ................. 150
• Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de parkeerhulp . . 150
• ACHTERUITRIJCAMERA PARKVIEW — INDIEN
AANWEZIG .............................. 152
• ParkView in- of uitschakelen — met navigatie-/
multimedia-radio ........................ 153
• ParkView aan- of uitzetten — zonder navigatie-/
multimedia-radio ........................ 153
• DAKCONSOLE ............................ 154
• Lees-/instaplampjes ...................... 154
• Opbergvakje zonnebril ..................... 154
• ELEKTRISCH SCHUIFDAK — INDIEN AANWEZIG ....... 155
• Schuifdak openen — snel ................... 155
• Schuifdak openen — Handmatig ............... 155
• Schuifdak sluiten — snel ................... 155
• Schuifdak sluiten — handmatig ................ 156
70
neer u op de toets drukt, hoort u het woord
Uconnecten vervolgens een pieptoon. De
pieptoon is het teken dat u een opdracht moet
geven.
Toets voor gesproken opdrachten De plaats van de toets kan afhan-
kelijk van de radio verschillen. De
afzonderlijke toetsen worden be-
schreven in het hoofdstuk Bedie-
ning.
De Uconnect™ Phone kan worden gebruikt in
combinatie met mobiele telefoons met
Bluetooth Handsfree Profiel. Het is mogelijk
dat sommige telefoons niet alle functies van de
Uconnect™ Phone ondersteunen. Raadpleeg
de leverancier van uw mobiele telefoon of de
telefoonfabrikant voor nadere bijzonderheden.
De Uconnect™ Phone is volledig geïntegreerd
in het audiosysteem van de auto. De geluids-
sterkte van de Uconnect™ Phone kan worden
ingesteld met de volumeregelaar van de radio
of, indien aanwezig, via de radiotoetsen op het
stuurwiel. Het display van de radio wordt gebruikt voor
visuele meldingen van de Uconnect™ Phone,
zoals
CELL (GSM) of Beller-ID bij bepaalde
radio’s.
Compatibele telefoons* Voor het gebruik van de Uconnect™ Phone
is een mobiele telefoon met Bluetooth
Handsfree Profiel versie 1.0 of hoger vereist.
Raadpleeg de Uconnect™-website voor een
overzicht van de compatibele telefoons.
• www.chrysler.com/uconnect
• www.dodge.com/uconnect
• www.jeep.com/uconnect
Navigeer door de volgende menu’s om de lijst
met compatibele telefoons op te vragen:
• Selecteer het bouwjaar van uw voertuig
• Selecteer het voertuigtype
• Selecteer onder de tab Beginnen compati-
bele telefoons.
BedieningU kunt gesproken opdrachten gebruiken om de
Uconnect™ Phone te bedienen en door de menu’s van de Uconnect™ Phone te navige-
ren. Na het merendeel van de prompts van de
Uconnect™ Phone zijn gesproken opdrachten
nodig. U wordt aangespoord om een speci-
fieke opdracht uit te spreken en vervolgens
wordt u door de beschikbare opties geleid.
•
Voordat u een gesproken opdracht geeft,
moet u wachten op de pieptoon, die volgt op
de prompt Gereedof op een andere
prompt.
• Voor bepaalde bewerkingen kunnen samen-
gestelde opdrachten worden gebruikt. U
kunt bijvoorbeeld in plaats van Instellenen
daarna Telefoonkoppeling ook de vol-
gende samengestelde opdracht geven: In-
stellen telefoonkoppeling.
• In de beschrijvingen van de functies in dit
hoofdstuk wordt alleen de samengestelde
vorm van de gesproken opdracht vermeld. U
kunt de opdrachten ook in delen splitsen en
elk onderdeel van de opdracht afzonderlijk
zeggen, indien dat wordt gevraagd. U kunt
bijvoorbeeld de samengestelde opdracht
“Telefoonboek nieuwe invoer” geven, maar u
kunt deze opdracht ook opsplitsen in de
82
gebruikt als er meerdere mobiele telefoons
in het voertuig aanwezig zijn. Als er bijvoor-
beeld twee telefoons, één met prioriteit 3 en
één met prioriteit 5, in de auto aanwezig zijn,
gebruikt de Uconnect™ Phone de mobiele
telefoon met prioriteit 3 om te bellen. U kunt
op elk gewenst ogenblik een mobiele tele-
foon met een lagere prioriteit gebruiken
(raadpleegGeavanceerde telefoonverbin-
dingen).
Kiezen door het nummer te zeggen
• Druk op de
toets om te beginnen.
• Na de prompt Gereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt u Kiezen.
• Het systeem geeft u een prompt om het
gewenste nummer in te spreken.
• U kunt bijvoorbeeld zeggen: 012 34 56 78.
• De Uconnect™ Phone zal het telefoonnum-
mer bevestigen en vervolgens het nummer
kiezen. Het nummer verschijnt bij bepaalde
radio’s in het venster.
Bellen door een naam te zeggen
• Druk op de
toets om te beginnen. •
Na de prompt Gereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt u Bellen.
• U krijgt een prompt om de naam van de
gewenste persoon in te spreken.
• Na de prompt Gereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt u de naam van de
persoon die u wilt bellen. U kunt bijvoorbeeld
Jan Jansen zeggen, waarbij Jan Jansen
een eerder opgeslagen naam is in het
UConnect™ Phonebook of in het gedown-
loade telefoonboek. Raadpleeg Namen toe-
voegen aan uw UConnect™ Phonebook om
te leren hoe u een naam opslaat in het
telefoonboek.
• De Uconnect™ Phone bevestigt de naam en
kiest vervolgens het bijbehorende telefoon-
nummer, dat bij sommige radio’s mogelijk
ook op het display wordt weergegeven.
Namen toevoegen aan uw Uconnect™
Phonebook
OPMERKING:
Het is niet raadzaam namen aan het
Uconnect™ Phonebook toe te voegen terwijl
de auto rijdt. •
Druk op de
toets om te beginnen.
• Na de prompt Gereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt u Telefoonboek
nieuwe invoer.
• Na de prompt zegt u de naam van de nieuwe
invoer. Het is raadzaam lange, niet-afgekorte
namen te gebruiken, omdat hierdoor de
spraakherkenning wordt vergemakkelijkt.
Zeg bijvoorbeeld Robert SmitofRobert in
plaats van Rob.
• Na de prompt voert u de aanduiding van het
nummer in (bijvoorbeeld Thuis,Werk,
GSM ofOverig). Op die manier kunt u
meerdere nummers voor elke persoon in het
telefoonboek opslaan, indien gewenst.
• Na de prompt spreekt u het telefoonnummer
in dat u aan het telefoonboek wilt toevoegen
.
Nadat u een naam of nummer aan het telefoon-
boek heeft toegevoegd, heeft u de mogelijk-
heid om hier nog meer telefoonnummers aan
toe te voegen of naar het hoofdmenu terug te
keren.
84
dellijk wilt geven. Als bijvoorbeeld de prompt
Wilt u een telefoon koppelen, annule,klinkt,
kunt u de toets
indrukken en zeggen
Een telefoon koppelen om die optie te selec-
teren zonder dat u naar de rest van de prompt
hoeft te luisteren.
Bevestigingsprompts aan-/uitzetten
Als u de bevestigingsprompts uitschakelt, be-
vestigt het systeem uw keuzen niet meer (de
Uconnect™ Phone zal bijvoorbeeld het tele-
foonnummer niet herhalen voordat u een op-
roep activeert).
• Druk op de
toets om te beginnen.
• Na de prompt Gereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt u:
“Aanzetten bevestigingsprompts instel- len”
“Uitzetten bevestigingsprompts instellen”
Indicatielampjes status telefoon en netwerk
De Uconnect™ Phone meldt de status van uw
telefoon en netwerk wanneer u probeert een
oproep tot stand te brengen via Uconnect™,
indien uw mobiele telefoon, de radio en/of een
display van hoge kwaliteit, zoals het instrumen- tenpaneel, deze functie ondersteunen. De sta-
tus wordt aangeduid voor de signaalsterkte van
het netwerk, de status van de telefoonaccu,
etc.
Kiezen via de toetsen van de mobiele
telefoon
U kunt via uw mobiele telefoon een nummer
kiezen en tegelijkertijd de Uconnect™ Phone
gebruiken (wanneer u de toetsen van de mo-
biele telefoon gebruikt, moet u echter behoed-
zaam te werk gaan en zorgen dat u de veilig-
heid niet in gevaar brengt). Als u een nummer
kiest via de gekoppelde Bluetooth
mobiele
telefoon, wordt het geluid hoorbaar via het
audiosysteem van uw auto. De Uconnect™
Phone werkt op dezelfde wijze als wanneer u
het nummer kiest via een gesproken opdracht.
OPMERKING:
Sommige merken mobiele telefoons verzen-
den de kiestoon niet naar de Uconnect™
Phone om te worden afgespeeld via het
audiosysteem. In dat geval zult u de kies-
toon dus niet horen. In dit geval heeft de
gebruiker ook als het nummer goed ge-
draaid is, wellicht het gevoel dat het gesprek niet tot stand is gebracht ook al wordt er op
dat moment gebeld. Zodra het gesprek
wordt beantwoord, hoort u de audio.
Mute/Un-Mute (geluid af/geluid aan)
Wanneer u het geluid van de Uconnect™
Phone uitschakelt, kunt u nog steeds horen wat
uw gesprekspartner zegt, maar deze kan u niet
horen. Geluid van de Uconnect™ Phone uit-
schakelen:
•
Druk op de knop
.
• Na de pieptoon zegt u Geluid af.
Geluid van de Uconnect™ Phone weer inscha-
kelen:
• Druk op de knop
.
• Na de pieptoon zegt u Geluid aan.
Geavanceerde telefoonverbindingen
Telefoongesprek doorschakelen van en
naar een mobiele telefoon
Met de Uconnect™ Phone kunt u actieve ge-
sprekken doorschakelen van uw mobiele tele-
foon naar de Uconnect™ Phone, zonder het
gesprek te beëindigen. Als u een actief ge-
sprek wilt doorschakelen van de aan
91
•het voorliggende voertuig vertraagt tot een
snelheid beneden 24 km/u en het systeem
zichzelf uitschakelt.
• u de volgafstand wijzigt.
• het systeem uitschakelt. (zie de informatie
over het activeren van de ACC).
De maximale remvertraging van de ACC is
beperkt, maar indien nodig kunt u altijd zelf
bijremmen.
OPMERKING:
De remlichten gaan aan als het ACC-
systeem de remmen in werking stelt.
Een naderingswaarschuwing attendeert u erop
dat de ACC voorspelt dat de maximale remver-
traging onvoldoende is om de ingestelde af-
stand te handhaven. In een dergelijke situatie
verschijnt de waarschuwing BRAKEknippe-
rend op het EVIC-scherm en klinkt er een
geluidssignaal, terwijl de ACC de maximale
remvertraging uitoefent. U dient dan onmiddel-
lijk de remmen te bedienen om een veilige
afstand tot uw voorligger te handhaven.
Menu van de Adaptieve Cruise
Control (ACC)
Het EVIC-scherm toont de huidige instellingen
van het ACC-systeem. De EVIC-display be-
vindt zich in het bovenste deel van het instru-
mentenpaneel tussen de snelheidsmeter en de
toerenteller. De getoonde informatie is afhanke-
lijk van de ACC systeemstatus. Menu-toets
Druk herhaaldelijk op de toets
MENU (op het stuurwiel), totdat
een van de volgende meldingen
verschijnt op het EVIC-scherm:
Adaptive Cruise Control Off (Adaptieve
Cruise Control uit) Als de ACC is uitgeschakeld, verschijntop het scherm de melding Adaptive
Cruise Control Off”.
Adaptive Cruise Control Ready (Adaptieve
Cruise Control gereed) Als de ACC is ingeschakeld, maar derijsnelheid niet is ingesteld, verschijnt op
het scherm de melding Adaptive Cruise
Control Ready.
Brake Alert (remwaarschuwing)
137