Page 273 of 759

Drive-selectie*
▼Drive-selectie
Drive-selectie is een systeem dat de
drive-stand van de auto overschakelt.
Wanneer de sportstand is
geselecteerd, geeft de auto bij de
bediening van het gaspedaal een
krachtigere respons. Dit zorgt voor een
extra snelle acceleratie, wat nodig kan
zijn voor het veilig uitvoeren van
manoeuvres zoals het wisselen van
rijbaan, het oprijden van snelwegen of
het inhalen van andere voertuigen.
OPGELET
Gebruik de sportstand niet bij het
rijden op gladde wegen zoals natte of
met sneeuw bedekte wegen. Dit kan
slippen van de banden veroorzaken.
OPMERKING
xWanneer de sportstand wordt
geselecteerd, wordt er met hogere
motortoerentallen gereden wat kan
leiden tot een hoger
brandstofverbruik. Mazda raadt aan
dat u bij normaal rijden de
sportstand uitschakelt.
xOnder de volgende omstandigheden
kan de drive-stand niet worden
overgeschakeld:
xABS/TCS/DSC is in bedrijf xKruissnelheidsregelaar* is actief. xHet Mazda Radar Cruise Control
(MRCC) systeem* is in werking. xHet systeem Mazda Radar Cruise
Control met Stop & Go-functie
(MRCC met Stop & Go-functie)
* is
in werking.
xCruising & Traffic Support (CTS)* is
actief.
xHet stuurwiel wordt abrupt
gedraaid.
▼Drive-selectieschakelaar
Druk voor het selecteren van de
sportstand de drive-selectieschakelaar
naar voren (SPORT).
Trek voor het annuleren van de
sportstand de drive-selectieschakelaar
naar achteren (OFF).
OPMERKING
xDe drive-selectie wordt in de
volgende gevallen geannuleerd.
xHet contact is op OFF gezet. xKruissnelheidsregelaar is ingesteld. xMazda Radar Cruise Control met
Stop & Go-functie (MRCC met
Stop & Go-functie) is ingesteld.
xCruising & Traffic Support (CTS) is
ingesteld.
xAfhankelijk van de
rijomstandigheden is het mogelijk
dat wanneer de sportstand is
geselecteerd de auto terugschakelt of
een weinig accelereert.
▼Keuzemodusindicatielampje
Wanneer de sportstand wordt
geselecteerd, gaat het
Tijdens het rijden
Drive-selectie
*Bepaalde modellen.4-103
Page 274 of 759
keuzemodusindicatielampje in de
instrumentengroep branden.
1. Keuzemodusindicatielampje
OPMERKING
Als de drive-selectie niet
overgeschakeld kan worden naar de
sportstand, gaat het
keuzemodusindicatielampje knipperen
om de bestuurder te attenderen.
Tijdens het rijden
Drive-selectie
4-104
Page 275 of 759

i-ACTIV AWD werking
▼i-ACTIV AWD werking
Het AWD systeem zorgt voor
uitstekende rijeigenschappen op
wegen die met sneeuw of ijs overdekt
zijn, bij het rijden door zand en
modder, alsmede bij het rijden op
steile hellingen of op overige gladde
ondergrond.
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden
worden aangeduid door een
waarschuwing.
Zie AWD waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje op pagina
7-66.
WAARSCHUWING
Laat nooit een wiel doorspinnen dat
niet met de grond in aanraking is:
Het laten doorspinnen van een wiel
dat niet met de grond in aanraking is
doordat de auto vast is komen te zitten
of in een greppel is geraakt, is
gevaarlijk. Het aandrijfaggregaat kan
ernstig beschadigd worden, hetgeen
tot een ongeluk kan leiden of zelfs
oververhitting, olielekkage en brand
kan veroorzaken.
▼Rijden met AWD systeem
Deze auto is niet bestemd voor
off-road rijden of voor het rijden van
rally's. Probeer niet over oneffen of
met stenen overdekt terrein te rijden of
riviertjes te doorwaden.
Alhoewel deze auto uitgerust is met
AWD, dient het accelereren, de
besturing en het gebruik van de
remmen op dezelfde wijze plaats te
vinden als bij een auto die niet over
AWD beschikt en dient de nadruk
steeds op veilig rijden gericht te zijn.
▼Banden en sneeuwkettingen
De toestand van de banden is van
grote invloed op de prestaties van de
auto. Bovendien dient u ter
voorkoming van beschadiging van het
aandrijfmechanisme op de volgende
punten te letten:
Banden
xBij het vernieuwen van banden
dienen altijd alle voor- en
achterbanden tegelijkertijd
vernieuwd te worden.
xAlle banden dienen van dezelfde
maat, constructie en fabricage te zijn
en dienen hetzelfde
profielpatroon
te hebben. Besteed speciale
aandacht bij het monteren van
winterbanden of andere soorten
winterbanden.
xGebruik geen banden waarvan het
profiel versleten is tezamen met
normale banden.
xInspecteer de luchtdruk van de
banden bij de voorgeschreven
intervallen en stel deze af op de
voorgeschreven bandenspanning.
OPMERKING
Controleer voor de correcte
bandenspanning het
bandenspanningslabel dat aan het
frame van het bestuurdersportier
bevestigd is.
xZorg ervoor dat alle wielen van de
auto zijn uitgerust met originele
banden van de voorgeschreven
maat. Bij AWD is het systeem
gekalibreerd met als uitgangspunt
dat alle 4 wielen dezelfde
afmetingen hebben.
Sneeuwkettingen
xBreng sneeuwkettingen aan op de
voorbanden.
Tijdens het rijden
i-ACTIV AWD
4-105
Page 276 of 759