Page 81 of 759

WAARSCHUWING
Laat de sleutel niet in de
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag zitten:
Onbedoeld uitschakelen van de
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag is gevaarlijk. Bij
een ongeluk zal de voorpassagier niet
goed beveiligd zijn. Dit kan ernstig
letsel met mogelijk dodelijke afloop
veroorzaken. Gebruik om onbedoeld
uitschakelen te voorkomen voor het
bedienen van de
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag altijd de
hulpsleutel die bewaard wordt in de
zenderbehuizing die op dat moment
gebruikt wordt. Plaats na het
deactiveren van de airbag de
hulpsleutel terug in de
zenderbehuizing. Op deze manier blijft
de sleutel niet in de
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag zitten.
OPMERKING
Plaats na het bedienen van
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag de hulpsleutel
terug in de zenderbehuizing.
UIT
De voor-airbag , zij-airbag en
veiligheidsgordelvoorspanners van de
voorpassagierszitting zijn buiten
werking.
Overschakelen naar de OFF positie
1. Steek de sleutel in de
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag en draai de
sleutel rechtsom totdat de sleutel
naar OFF wijst.
2. Verwijder de sleutel.
3. Kijk of het airbag-uitgeschakeld
indicatielampje blijft branden
wanneer het contact op ON staat.
De voor- en zij-airbags van de
voorpassagierszitting en ook het
voorspannersysteem van de
veiligheidsgordels blijven uitgeschakeld
totdat de deactiveringsschakelaar van
de voorpassagiersairbag naar de stand
ON gedraaid wordt.
AAN
De voor-airbag, zij-airbag en
veiligheidsgordelvoorspanners van de
voorpassagierszitting zijn in werking.
Activeer het systeem enkel wanneer op
de voorpassagierszitting geen
kinderzitje is geplaatst.
Overschakelen naar de ON positie
1. Steek de sleutel in de
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag en draai de
sleutel linksom totdat de sleutel
naar ON wijst.
2. Verwijder de sleutel.
3. Kijk of het airbag-uitgeschakeld
indicatielampje blijft branden
wanneer het contact op ON staat.
Het airbag-uitgeschakeld
indicatielampje gaat na een korte
periode van tijd uit.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-61
Page 82 of 759
Onderdelen van het aanvullend beveiligingssysteem
▼Onderdelen van het aanvullend beveiligingssysteem
1. Veiligheidsgordelvoorspanners voor/achter* (pagina 2-28)
2. Zij- en gordijngasgeneratoren en airbags
3. Zij-impactsensors
4. Gasgeneratoren en airbags van bestuurder/voorpassagier
5. Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje voor systeem van airbag/
veiligheidsgordelvoorspanner (pagina 7-64)
6. Gasgenerator en knie-airbag van bestuurder
7. Voorpassagiersairbag-uitgeschakeld indicatielampje
* (pagina 2-59)
8. Voorste airbagsensors
9. Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag
*(pagina 2-59)
10.Rolsensor*, impactsensoren en diagnosemodule (SAS eenheid)
11.Bestuurdersstoelpositiesensor* (pagina 2-63)
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-62*Bepaalde modellen.
Page 83 of 759

Werking van de
SRS-airbags
▼Werking van de
SRS-airbags
Uw Mazda is uitgerust met de
volgende typen
SRS-airbags.
SRS-airbags zijn ontworpen om te
werken in combinatie met de
veiligheidsgordels om letsel tijdens een
ongeval te helpen verminderen.
De
SRS-airbags zijn ontworpen om als
aanvulling op de
veiligheidsgordelfuncties de passagiers
extra bescherming te bieden. Draag de
veiligheidsgordels op de juiste wijze.
▼Voorspanners van
veiligheidsgordels
De voorspanners functioneren
verschillend afhankelijk van met welke
typen airbags de auto is uitgerust. Zie
voor meer bijzonderheden over de
werking van de
veiligheidsgordelvoorspanners,
“Criteria voor SRS airbag activering”
(pagina 2-66).
Voor
De veiligheidsgordelvoorspanners van
de voorzittingen zijn ontworpen om in
werking te treden bij gematigde of
ernstige frontale of bijna frontale
botsingen.
Bovendien worden de voorspanners
geactiveerd wanneer een zijdelingse
botsing wordt gedetecteerd of als de
auto over de kop slaat (met rolsensor).
Portierzijde achter
*
De veiligheidsgordelvoorspanners van
de buitenste zitplaatsen van de
achterzitting zijn ontworpen om in
werking te treden bij gematigde of
ernstige frontale of bijna frontale
botsingen.
▼Bestuurdersairbag
De bestuurdersairbag is in het
stuurwiel ingebouwd.
Wanneer de impactsensoren van een
airbag een frontale botsing met meer
dan gematigde kracht registreren,
wordt de bestuurdersairbag snel
opgeblazen om letsel aan
hoofdzakelijk het hoofd of de borst
van de bestuurder te helpen
verminderen dat veroorzaakt wordt
door een directe slag tegen het
stuurwiel.
Zie voor nadere bijzonderheden over
airbag activering , “Criteria voor SRS
airbag activering” (pagina 2-66).
(Met deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag)
Bij de tweetraps bestuurdersairbag
wordt het opblazen van de airbag op
twee krachtniveaus geregeld,
afhankelijk van de positie van de
bestuurdersstoel. De
bestuurdersstoelpositiesensor bevindt
zich onder de bestuurdersstoel. De
sensor bepaalt of de bestuurdersstoel
zich voor of achter een bepaalde
referentiepositie bevindt en stuurt de
stoelpositie naar de diagnosemodule
(SAS eenheid). De SAS eenheid
bestuurt de activering van de
bestuurdersairbag, afhankelijk van de
afstand van de bestuurdersstoel tot het
stuurwiel.
Tijdens een gematigde botsing wordt
de bestuurdersairbag met minder
kracht opgeblazen, terwijl tijdens meer
ernstige botsingen en wanneer de
bestuurdersstoel achter de
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
*Bepaalde modellen.2-63
Page 84 of 759

referentiepositie staat de airbag met
meer kracht wordt opgeblazen.
▼Voorpassagiersairbag
De voorpassagiersairbag is ingebouwd
in het instrumentenpaneel aan de
voorpassagierszijde.
Het opblaasmechanisme voor de
voorpassagiersairbag is hetzelfde als bij
de bestuurdersairbag.
Zie voor nadere bijzonderheden over
airbag activering , “Criteria voor SRS
airbag activering” (pagina 2-66).
▼Knie-airbag van bestuurder
De knie-airbag bevindt zich onder het
instrumentenpaneel.
Wanneer de impactsensoren van de
airbag een frontale botsing met meer
dan gematigde kracht registreren,
wordt de knie-airbag direct
opgeblazen om letsel aan de benen
van de bestuurder te verminderen.
Zie voor nadere bijzonderheden over
airbag activering , “Criteria voor SRS
airbag activering” (pagina 2-66).
▼Zij-airbags
De zij-airbags zijn ingebouwd in de
buitenste zijden van de rugleuningen
van de voorzittingen.
Wanneer de impactsensoren van een
airbag een zijdelingse botsing met
meer dan gematigde kracht registreren,
blaast het systeem enkel de zij-airbag
op aan de zijde waar de auto geraakt
is. De zij-airbag wordt snel opgeblazen
om letsel aan de borst van de
bestuurder of de voorpassagier te
helpen verminderen dat veroorzaakt
wordt door een directe slag tegen
interieuronderdelen zoals een portier
of raam.
Zie voor nadere bijzonderheden over
airbag activering , “Criteria voor SRS
airbag activering” (pagina 2-66).
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-64
Page 85 of 759

▼Gordijn-airbags
De gordijn-airbags zijn ingebouwd in
de voorruit- en achterruitstijlen en de
dakrand langs beide zijden.
Wanneer de impactsensoren van een
airbag een zijdelingse botsing met
meer dan gematigde kracht registreren,
wordt de gordijn-airbag snel
opgeblazen om letsel aan
hoofdzakelijk het hoofd van de
bestuurder en van de passagiers voor
en achter gezeten aan de portierzijde
te helpen verminderen dat veroorzaakt
wordt door een directe slag tegen
interieuronderdelen zoals een portier
of ruit.
Zie voor nadere bijzonderheden over
airbag activering, “Criteria voor SRS
airbag activering” (pagina 2-66).
Bij een zijdelingse botsing:
Een botsing met meer dan gematigde
kracht aan één zijde van de auto heeft
tot gevolg dat de gordijn-airbag enkel
aan die zijde van de auto wordt
opgeblazen.
Enkel één zij- en gordijn-airbag zal
geactiveerd worden aan de zijde waar
de auto de kracht van de botsing
ontvangt.
(Met rolsensor)
Als auto over de kop slaat:
Als de auto over de kop slaat, worden
beide gordijn-airbags geactiveerd.
Beide gordijn-airbags worden
geactiveerd als de auto over de kop
slaat.
▼Waarschuwingslampje/zoemer
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden
worden aangeduid door een
waarschuwing.
Zie Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje voor systeem
van airbag/
veiligheidsgordelvoorspanner op
pagina 7-64.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-65
Page 86 of 759
Criteria voor SRS airbag activering
▼Criteria voor SRS airbag activering
Deze tabel geeft de betreffende SRS uitrusting aan die afhankelijk van het type
botsing geactiveerd wordt.
(De illustraties tonen representatieve voorbeelden van botsingen.)
SRS uitrus-
tingTypen botsing
Een ernstige frontale/bijna
frontale botsingEen ernstige zij-
delingse botsingAuto slaat (bijna)
over de kop
*2Een botsing aan
de achterzijde
Veiligheids-
gordelvoor-
spanner
van voorzit-
tingX
*1X*1X*1
Bij een botsing
aan de achterzijde
wordt geen airbag
en veiligheidsgor-
delvoorspanner
geactiveerd.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-66
Page 87 of 759

SRS uitrus-
tingTypen botsing
Een ernstige frontale/bijna
frontale botsingEen ernstige zij-
delingse botsingAuto slaat (bijna)
over de kop
*2Een botsing aan
de achterzijde
Veiligheids-
gordelvoor-
spanner
van achter-
zitting
*
XX
X
Bestuur-
dersairbagXŠŠ
Voorpassa-
giersairbagX
*1ŠŠ
Knie-airbag
XŠŠ
Zij-airbagŠX
*1 (enkel zijde
van botsing)Š
Gordijn-air-
bagŠX (enkel zijde van
botsing)X (beide zijden)
X: De SRS airbaguitrusting wordt bij een botsing geactiveerd.
Š: de SRS airbaguitrusting wordt bij een botsing niet geactiveerd.
*1(Met deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag)
De voor- en zij-airbags van de voorpassagierszitting en de veiligheidsgordelvoorspanner worden
geactiveerd afhankelijk van de status van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag.
*2(Met rolsensor)
Als de auto over de kop slaat, worden de veiligheidsgordelvoorspanners en de gordijn-airbags
geactiveerd.
OPMERKING
Bij een frontale zijdelingse botsing, is het mogelijk dat alle uitgeruste airbags en
voorspanners geactiveerd worden, afhankelijk van de richting, hoek en snelheid van
impact.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
*Bepaalde modellen.2-67
Page 88 of 759
Beperkingen van de SRS
airbag
▼Beperkingen van de SRS airbag
Bij ernstige botsingen zoals die
hierboven beschreven onder “Criteria
voor SRS airbag activering” zal de
betreffende SRS airbaguitrusting
geactiveerd worden. Echter bij
bepaalde botsingen bestaat de kans
dat de uitrusting niet geactiveerd
wordt, afhankelijk van het type botsing
en de ernst ervan.
Beperkingen ten aanzien van de
detectie van frontale/bijna frontale
botsingen:
In de volgende illustraties worden
voorbeelden gegeven van frontale/
bijna frontale botsingen die mogelijk
niet als ernstig genoeg bespeurd
worden om de SRS airbaguitrusting te
activeren.
Botsingen tegen bomen of palen
Frontale zijdelingse botsing
Kopstaartbotsingen of rijden onder de
laadklep van een vrachtauto
Beperkingen ten aanzien van de
detectie van zijdelingse botsingen:
In de volgende illustraties worden
voorbeelden gegeven van zijdelingse
botsingen die mogelijk niet als ernstig
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-68