Page 129 of 759

Open de ramen of stel de verwarming
of de airconditioning af op aanvoer
van verse buitenlucht wanneer u de
motor stationair laat draaien:
Uitlaatgas is gevaarlijk. Wanneer de
auto met gesloten ramen stilstaat en u
de motor gedurende langere tijd zelfs
in een open ruimte laat draaien,
bestaat de kans dat uitlaatgas, dat
giftige koolmonoxide bevat, het
interieur binnendringt. Dit kan
bewusteloosheid en verstikking
veroorzaken.
Verwijder de sneeuw van de
onderzijde en rondom uw auto,
vooral rondom de uitlaat, alvorens de
motor te starten:
Het laten draaien van de motor
wanneer de auto in diepe sneeuw
geparkeerd staat is gevaarlijk. De
uitlaatpijp kan door de sneeuw
geblokkeerd raken, waardoor het
uitlaatgas het interieur kan
binnendringen. Aangezien uitlaatgas
giftig koolmonoxide bevat, kunnen de
inzittenden van de auto bewusteloos
of zelfs verstikt raken.Afsluitklep van
brandstoftankdop en
brandstoftankdop
▼Afsluitklep van brandstoftankdop
en brandstoftankdop
WAARSCHUWING
Bij het verwijderen van de
brandstoftankdop, de dop een klein
stukje losdraaien, wachten tot het
sissende geluid ophoudt en
vervolgens de dop verwijderen:
Brandstofnevel is gevaarlijk. Brandstof
die op de huid of in de ogen
terechtkomt kan brandwonden
veroorzaken en bij inslikken ziekte tot
gevolg hebben. Brandstofnevel
ontstaat wanneer er zich druk in de
brandstoftank verzamelt en de
brandstoftankdop te snel verwijderd
wordt.
Alvorens te tanken, de motor
stopzetten en vonken en open vuur
steeds uit de buurt van de vulhals
houden:
Brandstofdampen zijn gevaarlijk. Deze
kunnen door vonken of open vuur tot
ontbranding komen en ernstige
brandwonden en letsel veroorzaken.
Verder kan het gebruik van de
verkeerde brandstoftankdop of het niet
gebruiken van een brandstoftankdop
brandstoflekkage tot gevolg hebben,
hetgeen bij een ongeluk ernstige
brandwonden mogelijk met dodelijke
afloop kan veroorzaken.
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
3-39
Page 130 of 759

Niet verder bijtanken nadat het
mondstuk van de
brandstofpompslang automatisch is
gestopt:
Doorgaan met tanken nadat het
mondstuk van de brandstofpompslang
automatisch is gestopt is gevaarlijk,
aangezien het overmatig vullen van de
brandstoftank overstroming van
brandstof of lekkage kan veroorzaken.
Overstroming van brandstof en lekkage
kan het voertuig beschadigen en als de
brandstof ontvlamt kan dit brand en
ontploffing veroorzaken met ernstig of
dodelijk letsel als gevolg.
OPGELET
¾Gebruik altijd uitsluitend een
originele Mazda tankdop of een
gelijkwaardige voor uw auto
geschikte brandstoftankdop,
verkrijgbaar bij deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur). Een verkeerde
tankdop kan een ernstige storing in
het brandstofsysteem of het
uitlaatgasreinigingssysteem
veroorzaken.
¾Vergrendel het bestuurdersportier bij
gebruik van een automatische
autowasinstallatie of een hogedruk
autowasinstallatie. Anders kan de
afsluitklep van de brandstoftankdop
onverwacht openen en beschadigd
raken.
▼Ta n k e n
Sluit alle portieren, ruiten en de
achterklep en schakel het contact uit
voordat u gaat tanken.
1. Ontgrendel het bestuurdersportier
met een van de onderstaande
methoden.
xZender (pagina 3-18) xAanraaksensor (pagina 3-15)
xPortiervergrendelschakelaar
(pagina 3-18)
xAutomatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie (pagina 3-21)
OPMERKING
xWanneer het bestuurdersportier
wordt vergrendeld/ontgrendeld,
wordt tegelijkertijd ook de
afsluitklep vergrendeld/
ontgrendeld.
xU kunt de tijd die nodig is om de
afsluitklep te vergrendelen nadat
het bestuurdersportier is
vergrendeld, wijzigen.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
xAls u echter de tijd die nodig is
om de afsluitklep te vergrendelen
wijzigt, is het vergrendelen van de
afsluitklep met de volgende
functies niet van toepassing.
xAutomatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie (pagina
3-21)
xAutomatische
hervergrendelfunctie (pagina
3-5) en (pagina 3-15)
2. Druk op de aangegeven locatie en
open de afsluitklep.
3. Draai voor het verwijderen van de
brandstoftankdop deze linksom.
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
3-40
Page 131 of 759
4. Bevestig de verwijderde dop aan de
binnenzijde van de afsluitklep van
de brandstoftankdop.
1. Afsluitklep van
brandstoftankdop
2. Brandstoftankdop
5. Plaats het mondstuk van de
brandstofpompslang zo ver
mogelijk in de tank en begin met
tanken. Trek het mondstuk van de
brandstofpompslang uit de tank
wanneer het tanken automatisch
stopt.
6. Draai voor het sluiten van de
brandstoftankdop deze rechtsom
totdat u een klik hoort.
7. Sluit de afsluitklep van de
brandstoftankdop door deze in te
drukken totdat u een klikgeluid
hoort.
8. Let er op bij het verlaten van de
auto alle portieren te vergrendelen.
OPMERKING
Vergrendel de portieren na het
sluiten van de afsluitklep van
brandstoftankdop.
Als de afsluitklep van
brandstoftankdop wordt gesloten
na het vergrendelen van de
portieren, kan de afsluitklep van
brandstoftankdop niet worden
vergrendeld.
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
3-41
Page 132 of 759

Spiegels
▼Spiegels
Stel alvorens te gaan rijden de binnen-
en buitenspiegels af.
▼Buitenspiegels
WAARSCHUWING
Kijk daarom steeds over uw schouder
achterom alvorens van rijstrook te
veranderen:
Objecten die in deze bolle spiegel
worden waargenomen lijken dichterbij
dan zij in werkelijkheid zijn. Het is
gevaarlijk wanneer u bij het veranderen
van rijstrook geen rekening houdt met
de werkelijke afstand van het voertuig
dat in de spiegel wordt waargenomen.
Dit kan een ernstig ongeluk tot gevolg
hebben.
OPMERKING
(Groothoekspiegel bestuurderszijde*)
xHet oppervlak van de
groothoekspiegel is voorzien van
2 krommingen, gescheiden door een
scheidslijn die het lensoppervlak
verdeeld in een buiten- en een
binnengebied. Het binnenste gebied
is een standaard convexe spiegel,
terwijl het buitenste gebied een
breder zicht geeft binnen hetzelfde
bereik. Deze combinatie geeft bij het
wisselen van rijstrook een betere
garantie.
1. Scheidslijn
xDe waargenomen afstand van
objecten in het buitenste en
binnenste gebied van de
groothoekspiegel is verschillend.
Objecten die in het buitenste gebied
verschijnen zijn in werkelijkheid
verder weg dan dat zij in het
binnenste gebied lijken te zijn.
Afstellen van elektrisch bedienbare
spiegels
Het contact dient op ACC of ON te
staan.
Stel als volgt af:
1. Druk op de selectieschakelaar om
de buitenspiegel af te stellen op het
inschakelen van het
indicatielampje.
Alvorens te gaan rijden
Spiegels
3-42*Bepaalde modellen.
Page 133 of 759

2. Druk op de afstellingsschakelaar
om de hoek van de buitenspiegel af
te stellen.
1. Indicatielampje
2. Selectieschakelaar
3. Afstellingsschakelaar
Druk na het afstellen van de hoek van
de buitenspiegel op de
selectieschakelaar om de buitenspiegel
af te stellen op het uitschakelen van
het indicatielampje.
OPMERKING
(Met de functie Rijpositiegeheugen)
De rijstand van de buitenspiegels kan
worden geprogrammeerd in
combinatie met de functie voor het
rijpositiegeheugen.
Zie Rijpositiegeheugen op pagina
2-10.
Elektrische spiegels met functie voor
kanteling naar omlaag gerichte stand*
De buitenspiegels kantelen naar een
omlaag gerichte stand om zo het zicht
op het onderste gedeelte aan elke kant
van de auto mogelijk te maken.
1. Zet het contact op ON.
2. Druk op de selectieschakelaar van
de buitenspiegel die naar omlaag
gerichte stand moet worden
gekanteld om het indicatielampje
op de selectieschakelaar in te
schakelen.
3. Zet de versnellingshendel/
keuzehendel in stand R om de
buitenspiegel aan de kant van de
auto waar op de selectieschakelaar
is gedrukt naar omlaag gerichte
stand te kantelen.
OPMERKING
Wanneer aan een van de volgende
voorwaarden wordt voldaan, keren de
buitenspiegels terug naar de normale
stand.
xHet contact in een andere stand dan
ON wordt gezet.
xDe versnellingshendel/keuzehendel
wordt verplaatst naar een andere
stand dan stand R.
xDe selectieschakelaar wordt
opnieuw ingedrukt.
Inklapbare buitenspiegel
WAARSCHUWING
Alvorens te gaan rijden, de
buitenspiegels steeds in de normale
rijstand terugzetten:
Rijden met de buitenspiegels ingeklapt
is gevaarlijk. Uw achteruitzicht is dan
beperkt, hetgeen ongelukken kan
veroorzaken.
Alvorens te gaan rijden
Spiegels
*Bepaalde modellen.3-43
Page 134 of 759

Handmatig bediende inklapbare
buitenspiegel
Klap de buitenspiegel voorzichtig naar
achteren, zodat deze plat tegen de
wagen komt te staan.
Elektrisch bediende inklapbare
buitenspiegel
WAARSCHUWING
De elektrisch bediende inklapbare
buitenspiegel niet aanraken wanneer
deze in beweging is:
Aanraken van een elektrisch bediende
inklapbare buitenspiegel wanneer deze
in beweging is, is gevaarlijk. Uw hand
kan klemraken en gewond raken of de
spiegel kan worden beschadigd.
Gebruik de schakelaar om de spiegel
in de rijstand te zetten:
Het met de hand in de rijstand zetten
van de elektrisch bediende inklapbare
buitenspiegel is gevaarlijk. De spiegel
zal niet in positie vergrendelen en zal
het verkrijgen van een goed
achteruitzicht verhinderen.
Bedien de elektrisch bediende
inklapbare buitenspiegel uitsluitend
wanneer de auto veilig geparkeerd is:
Bediening van de elektrisch bediende
inklapbare buitenspiegel tijdens het
rijden is gevaarlijk. Windkracht die
tegen de spiegel drukt zal de spiegel
doen terugklappen en u zult de spiegel
dan niet meer in de rijstand kunnen
terugzetten, waardoor het verkrijgen
van een goed achteruitzicht verhinderd
wordt.
Het contact dient op ACC of ON te
staan.
Druk voor het inklappen van de
spiegels op de schakelaar van de
inklapbare buitenspiegel.
Druk nogmaals op de schakelaar om
de spiegels terug te zetten in de
rijstand.
Automatische inklapfunctie
Wanneer het contact uit wordt gezet,
klappen de buitenspiegels automatisch
in en uit wanneer de portieren
vergrendeld en ontgrendeld worden.
Ook wanneer het contact op ON
wordt gezet of de motor wordt gestart,
worden de buitenspiegels automatisch
uitgeklapt.
OPMERKING
xBij koude weersomstandigheden is
het mogelijk dat de buitenspiegels
niet automatisch in- en uitgeklapt
worden.
Alvorens te gaan rijden
Spiegels
3-44
Page 135 of 759

Als de buitenspiegels niet
automatisch in- en uitgeklapt
worden, alle ijs en sneeuw
verwijderen en vervolgens de
schakelaar van de inklapbare
buitenspiegel indrukken om de
buitenspiegels in- of uit te klappen.
xDe functie van de automatische
inklapfunctie kan in- of
uitgeschakeld worden.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
xIn de volgende gevallen klappen de
buitenspiegels niet automatisch uit.
Druk voor het uitklappen van de
buitenspiegels op de schakelaar van
de inklapbare buitenspiegel.
xDrukken op de schakelaar van
inklapbare buitenspiegel om de
buitenspiegels uit te klappen.
*1
xLoskoppelen van de accupolen
nadat de buitenspiegels
automatisch naar binnen zijn
geklapt.
*1 Wanneer de automatische inklapfunctie na
het inklappen van de buitenspiegels wordt
gewijzigd van uit naar aan, klappen de
buitenspiegels automatisch uit.
Gebruik van de buitenspiegels bij
stopgezette motor
De buitenspiegels kunnen gebruikt
worden gedurende ongeveer 40
seconden nadat het contact vanuit ON
op uit is gezet.
Zelfdimmende buitenspiegel aan
bestuurderszijde*
De beweging van de zelfdimmende
buitenspiegel is gekoppeld aan de
zelfdimmende binnenspiegel om
automatisch verblinding door
achteropkomende voertuigen te
verminderen.
Zie Binnenspiegel op pagina 3-45.
OPMERKING
De buitenspiegel aan de
voorpassagierszijde is niet
zelfdimmend.
▼Binnenspiegel
WAARSCHUWING
Stapel nooit lading of voorwerpen
hoger op dan de rugleuningen:
Lading die hoger wordt opgestapeld
dan de rugleuningen is gevaarlijk. Dit
kan uw uitzicht in de binnenspiegel
belemmeren, waardoor het gevaar
bestaat dat u bij het veranderen van
rijbaan een voertuig raakt dat zich
naast u bevindt.
Afstellen van de binnenspiegel
Stel alvorens te gaan rijden de
binnenspiegel af op het midden van
het achteruitzicht door de achterruit.
OPMERKING
Voer bij de handbediende dag/nacht
spiegel de afstelling uit met de dag/
nacht hendel in de dagstand.
Alvorens te gaan rijden
Spiegels
*Bepaalde modellen.3-45
Page 136 of 759
Verminderen van verblinding door
koplampen
Handbediende dag/nacht spiegel
Duw bij het rijden overdag de dag/
nacht hendel naar voren. Trek de
hendel naar achteren om verblinding
door de koplampen van
achteropkomende voertuigen te
verminderen.
1. Dag/nacht hendel
2. Nacht
3. Dag
Automatische dimspiegel
De automatische dimspiegel
vermindert automatisch verblinding
door de koplampen van
achteropkomende voertuigen wanneer
het contact op ON staat.
OPMERKING
xGebruik geen glasreiniger en hang
geen voorwerpen op of rondom de
lichtsensor. Anders wordt de
gevoeligheid van de lichtsensor
verminderd en kan deze niet
normaal functioneren.
1. Lichtsensor
xDe automatische dimfunctie wordt
geannuleerd wanneer het contact op
ON staat en de versnellingshendel/
keuzehendel in de stand R staat.
Alvorens te gaan rijden
Spiegels
3-46