Page 233 of 759

Contactstand ACC of OFF AAN
Schakelaarstand OFF
OFF
Achterlichten
Positielampen
Kentekenplaatlam-
penUit Aan Uit Uit Aan Aan
*1 Wanneer de lichtschakelaar van de OFF, stand naar een andere stand wordt gezet terwijl de
auto tot stilstand is gebracht, gaat de dagverlichting uit. Wanneer wordt begonnen met rijden, gaat
de dagverlichting weer aan.
*2 Wanneer de lichtschakelaar in de OFF stand wordt gezet en vervolgens weer in de stand, gaat
de dagverlichting direct na het starten van de motor weer uit. De dagverlichting gaat aan wanneer u
begint te rijden.
Met automatische verlichtingsregeling
Contactstand ACC of OFF AAN
Schakelaarstand
OFF
*1AUTOOFF*1AUTO
Koplampen Uit Uit Uit Uit
Automatisch
*2*4Automa-
tisch*3*4
Aan
Dagverlichting
*Uit Uit Uit Uit Uit
Achterlichten
Positielampen
Kentekenplaatlam-
penUit Uit Aan Uit Aan
*1 De lichtschakelaar gaat automatisch terug naar de AUTO stand.*2 Overdag gaat de dagverlichting automatisch branden. In het donker gaan de koplampen,
positielampen, achterlichten en kentekenplaatlampen automatisch branden.
*3 Overdag gaan de dagverlichting , positielampen, achterlichten en kentekenplaatlampen automatisch
branden. In het donker gaan de koplampen, positielampen, achterlichten en kentekenplaatlampen
automatisch branden.
*4 Wanneer de lichtschakelaar in de OFF stand wordt gezet terwijl de auto tot stilstand is gebracht, gaan
alle lampen die branden uit. Wanneer de lichtschakelaar van een andere stand dan
in de
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
*Bepaalde modellen.4-63
Page 234 of 759

stand wordt gezet terwijl de auto tot stilstand is gebracht, gaat de dagverlichting uit of gaan de
koplampen uit. Wanneer wordt begonnen met rijden, gaat de verlichting die is uitgeschakeld weer
aan.
OPMERKING
De dagverlichting kan buiten werking gesteld worden via de gebruikersinstellingen
(pagina 4-66).
Automatische verlichtingsregeling
*
Wanneer de koplampschakelaar in een andere stand dan staat en het contact
op ON gezet wordt, tast de lichtsensor de helderheid of donkerte van de omgeving
af en schakelt deze automatisch de koplampen en andere buitenverlichting in of uit.
OPGELET
¾De lichtsensor niet afdekken door een sticker of een label op de voorruit te
plakken. Anders zal de lichtsensor niet correct functioneren.
¾De lichtsensor functioneert ook als een regensensor voor de automatische
ruitenwisserregeling. Houd handen en ruitenkrabbers uit de buurt van de voorruit
wanneer de ruitenwisserhendel in de AUTO stand staat en het contact aan wordt
gezet is, aangezien vingers beklemd kunnen raken of de ruitenwissers en
ruitenwisserbladen beschadigd kunnen worden wanneer de ruitenwissers
automatisch in werking gesteld worden. Als u de voorruit gaat reinigen, er op
letten dat de ruitenwissers volledig zijn uitgeschakeld wanneer het bijzonder
verleidelijk is om de motor te laten draaien. Dit is vooral belangrijk bij het
verwijderen van ijs en sneeuw.
OPMERKING
xDe koplampen en overige buitenverlichting gaan mogelijk niet onmiddellijk uit in
het geval de omgeving ineens helder verlicht wordt, aangezien de lichtsensor
bepaalt dat het avond is als de omgeving gedurende enkele minuten continu
donker is, zoals bijvoorbeeld in lange tunnels, bij
files in tunnels of in
parkeergarages.
xDe gevoeligheid van de automatische verlichtingsregeling kan gewijzigd worden.
Zie de sectie Instellingen in het Mazda Connect instructieboekje.
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
4-64*Bepaalde modellen.
Page 235 of 759

▼Koplampen grootlicht-dimlicht
De koplampen schakelen over tussen
grootlicht en dimlicht door de hendel
naar voren of naar achteren te
verplaatsen.
1. Grootlicht
2. Dimlicht
Wanneer het grootlicht van de
koplampen is ingeschakeld, gaat het
grootlichtindicatielampje van de
koplampen branden.
▼Koplamplichtsignaal
Er kan met de koplampen een
knipperlichtsignaal worden gegeven
wanneer het contact aan is gezet.
Voor het geven van een lichtsignaal
met de koplampen, de hendel volledig
naar u toe trekken (de
koplampschakelaar hoeft niet
ingeschakeld te zijn).
1. UIT
2. Koplamplichtsignaal
Het grootlichtindicatielampje in de
instrumentengroep gaat tegelijkertijd
branden. Wanneer u de hendel loslaat,
zal deze naar de normale stand
terugkeren.
▼Thuiskomstverlichting
Bij bediening van de hendel schakelt
de thuiskomstverlichting de
koplampen (dimlicht) in.
Inschakelen van de verlichting
Wanneer aan de hendel wordt
getrokken terwijl het contact op ACC
of OFF staat, wordt het dimlicht van de
koplampen ingeschakeld.
Nadat alle portieren zijn gesloten en er
een bepaalde tijd is verstreken gaan de
koplampen uit.
OPMERKING
xDe tijd totdat de koplampen doven
nadat alle portieren gesloten zijn kan
gewijzigd worden.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
xAls gedurende 3 minuten na het
trekken aan de hendel geen verdere
bediening plaatsvindt, zullen de
koplampen doven.
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
4-65
Page 236 of 759