Tabel voor geschiktheid van kinderzitjes voor diverse
zittingposities
▼Tabel voor geschiktheid van kinderzitjes voor diverse zittingposities
(Europa en landen die voldoen aan de UN-R 16-bepaling)
De informatie aangegeven in de tabel geeft de geschiktheid aan van uw kinderzitje
voor de diverse zittingposities. Voor de geschiktheid van installatie van kinderzitjes
van overige fabrikanten wordt u verzocht de instructies van de fabrikant behorend
bij het betreffende kinderzitje nauwkeurig te raadplegen.
Neem bij het installeren van een kinderzitje de volgende punten in acht:
xVerwijder alvorens een kinderzitje te installeren altijd de hoofdsteun. Echter bij het
installeren van een verstevigingszitje, altijd de hoofdsteun van de auto aanbrengen
op de zitting waarop het verstevigingszitje wordt geïnstalleerd. Gebruik bovendien
altijd een spanriem en maak deze stevig vast. Zie Hoofdsteun op pagina 2-17.
xWanneer een kinderzitje op de voorpassagierszitting wordt geïnstalleerd, de
zittingverstelling zo ver mogelijk naar achteren afstellen. Zet het zitkussen
(hoogte-afstelbaar zitkussen) in de hoogste stand zodat het kinderzitje stevig met
de veiligheidsgordel kan worden vastgemaakt.
Zie “Afstellen van de voorpassagierszitting” op pagina 2-13.
xWanneer het moeilijk is om een kinderzitje op de voorpassagierszitting te
installeren, of veiligheidsgordel niet aan het kinderzitje kan worden vastgemaakt,
voer dan de volgende handelingen uit om de zitting met het kinderzitje zo te
verstellen dat de veiligheidsgordel er volledig aan kan worden vastgemaakt.
xVerplaats de zitting naar voren of naar achteren. xVerplaats de rugleuning naar voren of naar achteren. xVerplaats de zitting omhoog of omlaag. (Auto’s met functie voor
hoogteafstelling)
xBij het installeren van een kinderzitje op de achterzitting, de positie van de
voorzitting zodanig afstellen dat de voorzitting niet in aanraking komt met het
kinderzitje.
Zie “Afstellen van de bestuurdersstoel” op pagina 2-5.
Zie “Afstellen van de voorpassagierszitting” op pagina 2-13.
xEen kinderzitje dat is voorzien van een steunpoot, kan niet op de middelste
zittingpositie van de achterzitting geplaatst worden.
xWanneer het kinderzitje dat u gaat installeren uitgerust is met een spanriem, de
hoofdsteun verwijderen.
Zie Hoofdsteun op pagina 2-17.
xMet een i-Size kinderzitje wordt een kinderzitje bedoeld dat voldoet aan de
UN-R
129-bepaling voor de i-Size categorie.
Volg bij het installeren van een kinderzitje op de achterzitting de instructies van de
fabrikant van het kinderzitje en Gebruik van ISOFIX-ankers op pagina 2-49.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
2-42
▼Gebruik van Isofix-ankers
WAARSCHUWING
Volg de instructies van de fabrikant
voor het gebruik van het kinderzitje:
Een kinderzitje dat niet is bevestigd, is
gevaarlijk. Bij plotseling stoppen of een
aanrijding zou het kinderzitje van zijn
plaats kunnen schuiven en ernstig
letsel, mogelijk met dodelijke afloop,
aan het kind of andere inzittenden
kunnen toebrengen. Zorg ervoor dat
het kinderzitje dat u gebruikt goed op
zijn plaats bevestigd wordt volgens de
instructies van de fabrikant.
Zorg er voor dat het kinderzitje op de
juiste wijze bevestigd wordt:
Een kinderzitje dat niet op zijn plaats is
bevestigd, is gevaarlijk. Bij plotseling
stoppen of een aanrijding zou het
kinderzitje door het interieur
geslingerd kunnen worden en iemand
kunnen raken, hetgeen ernstig letsel
tot gevolg kan hebben. Wanneer u het
kinderzitje niet gebruikt, dit uit de auto
verwijderen, in de bagageruimte
opbergen of tenminste ervoor zorgen
dat het stevig aan de ISOFIX-ankers is
vastgemaakt.
Let erop dat er zich geen
veiligheidsgordels of andere
voorwerpen in de nabijheid bevinden
van het kinderzitje dat met
Isofix-ankers is vastgemaakt:
Het is gevaarlijk wanneer de instructies
van de fabrikant van het kinderzitje bij
het installeren van een kinderzitje niet
worden opgevolgd. Als het kinderzitje
door de veiligheidsgordels of een
ander voorwerp wordt gehinderd en
daardoor niet stevig aan de
Isofix-ankers bevestigd kan worden en
het kinderzitje verkeerd wordt
geïnstalleerd, zou het kinderzitje bij
plotseling afremmen of een botsing
van zijn plaats kunnen schuiven en
ernstig letsel mogelijk met dodelijke
afloop aan het kind of andere
inzittenden kunnen toebrengen. Let
erop bij het installeren van een
kinderzitje dat er zich geen
veiligheidsgordels of andere
voorwerpen in de nabijheid van de
Isofix-ankers bevinden. Volg steeds de
instructies van de fabrikant van het
kinderzitje.
1. Stel eerst de voorzitting af om
ruimte te maken tussen het
kinderzitje en de voorzitting.
Zie “Afstellen van de
bestuurdersstoel” op pagina 2-5.
Zie “Afstellen van de
voorpassagierszitting” op pagina
2-13.
2. Let er op dat de rugleuning stevig
vergrendeld is door de rugleuning
naar achteren te duwen totdat deze
volledig vergrendeld is.
3. Verwijder de afdekking van de
Isofix-ankers van het kinderzitje om
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
2-49