Page 361 of 660

3614-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)■
Systeemstoring
●Het controlelampje Downhill Assist Control gaat niet branden als het contact
AAN wordt gezet.
● Het controlelampje Downhill Assist Control gaat niet branden wanneer de
schakelaar DAC wordt ingedrukt.
● Het controlelampje Traction Control gaat branden.
Laat in bovenstaande gevallen de auto controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■ Bij gebruik van Downhill Assist Control
● Vertrouw niet uitsluitend op de Downhill Assist Control. Met deze functie
worden de fysieke grenzen van de auto niet verlegd. Controleer altijd zorg-
vuldig de conditie van de weg en rijd veilig.
● Auto's met handgeschakelde transmissie: Rijd in een lage versnelling.
Door in een hoge versnelling te rijden als de Downhill Assist Control wordt
gebruikt, kan de motor afslaan, hetgeen kan leiden tot een verlies van
remkracht en het blokkeren van de wielen, resulterend in een ongeval.
● Auto's met handgeschakelde transmissie: Maak op een steile helling effici-
ent gebruik van de motorremwerking. Als op een steile helling wordt gere-
den met de selectiehendel in stand N of het koppelingspedaal ingetrapt,
worden de remmen zwaarder belast en wordt het regelen van de rijsnel-
heid wellicht onmogelijk, hetgeen resulteert in een ongeval.
■ Mogelijk werkt het systeem niet op de onderstaande ondergronden. Dit
kan leiden tot een ongeval me t ernstig letsel tot gevolg
● Gladde ondergronden, zoals een natte of met modder bedekte weg
● Een gladde weg
● Onverharde wegen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 361 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 362 of 660

3624-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
DPF (roetfilter)
◆Regeneratie
De regeneratie wordt indien nodig uitgevoerd, afhankelijk van de
rijomstandigheden.
◆Eigenschappen van het systeem
Het roetfiltersysteem heeft de volgende eigenschappen:
● Het stationair toerental neemt tijdens regeneratie toe
● De geur van de uitlaatgassen w ijkt af van die van een conventio-
nele dieselmotor
● Tijdens het regenereren komt er mogelijk witte rook uit de uitlaat-
pijp. Dit duidt echter niet op een storing.
Auto's zonder schakelaar roetfiltersysteem
● Als de waarschuwingsmelding DPF FULL SEE OWNER’S
MANUAL/“DPF full See owner’s manual” (DPF vol, zie handleiding)
voor het roetfiltersysteem op het display verschijnt, blijf dan rijden
met een constante snelheid. ( Blz. 565)
● Laat, als de waarschuwingsmelding DPF FULL VISIT YOUR DEA-
LER/“DPF full Visit your dealer” (DPF vol, ga naar uw dealer) voor
het roetfiltersysteem op het display verschijnt en het motorcontrole-
lampje gaat branden, de auto controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
: Indien aanwezig
Als er zich een vooraf bepaalde hoeveelheid afzetting in het filter
bevindt, wordt het filter automatisch geregenereerd.
Waarschuwing storing in roetfiltersysteem
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 362 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 363 of 660

3634-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
Auto's met schakelaar roetfiltersysteem
● Als de waarschuwingsmelding DPF FULL MANUAL REGENERA-
TION REQUIRED SEE OWNER’S MANUAL/“DPF full Manual
regeneration required See owner’ s manual” (DPF vol, handmatige
regeneratie noodzakelijk, zie handleiding) voor het roetfiltersys-
teem op het display verschijnt, volg dan onderstaande procedure
om het roetfilter te regenereren.
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
Zet de selectiehendel in stand P (automatische transmissie) of de
neutraalstand (handgeschakelde transmissie) en zorg ervoor dat
de auto goed op de parkeerrem staat.
Zet de motor niet uit.
Verzeker u ervan dat zich geen licht ontvlambaar materiaal bevindt in de
buurt van de uitlaatpijp. ( Blz. 364)
Controleer of de motor op bedrijfstemperatuur is. Als de motor koud is,
breng hem dan op bedrijfstemperatuur door het gaspedaal in te trappen.
*1
Druk op de schakelaar van het
roetfiltersysteem.
De in de afbeelding getoonde
waarschuwingsmelding voor het
roetfiltersysteem verschijnt op het
display en het stationair toerental
gaat omhoog.
De regeneratie duurt ongeveer 30 - 40 minuten.*2
Als de waarschuwingsmelding van het roetfiltersysteem verdwijnt,
gaat het stationair toerental weer terug naar normaal.
De schakelaar van het roetfiltersysteem werkt mogelijk niet als de
auto zich meer dan 4.000 m boven zeeniveau bevindt.
*1: Afhankelijk van de situatie is het mogelijk nodig om het gaspedaal in te trappen tot het motortoerental is verhoogd tot 3.000 omw/min. Als de
koelvloeistoftemperatuur of de uitl aatgastemperatuur laag is, kost het
regenereren mogelijk veel tijd, of is regeneratie niet mogelijk.
*2: De benodigde tijd voor regeneratie verschilt afhankelijk van de buiten-
temperatuur. Tevens kan de uitlaatgastemperatuur laag zijn als het
motortoerental 10 minuten na het indrukken van de schakelaar van het
roetfiltersysteem nog steeds ongeveer 2.000 omw/min is. Trap in dat
geval het gaspedaal in om de motor enige tijd met ongeveer 3.000 omw/
min te laten draaien.
1
2
3
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 363 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 364 of 660

3644-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
●Laat, als de waarschuwingsmelding DPF FULL VISIT YOUR DEA-
LER/“DPF full Visit your dealer” (DPF vol, ga naar uw dealer) voor
het roetfiltersysteem op het display verschijnt en het motorcontrole-
lampje gaat branden, de auto controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
■Regeneratie met de schakelaar roetfiltersysteem (indien aanwezig)
●Als na het indrukken van de schakelaar van het roetfiltersysteem het gaspe-
daal of het koppelingspedaal (handgeschakelde transmissie) wordt inge-
trapt, wordt de regeneratie onderbroken. Hervat de regeneratie zo snel
mogelijk als deze is afgebroken.
● Laat, als de regeneratie is voltooid, de motor een aantal keer met veel toe-
ren draaien om het uitlaatsysteem te reinigen.
■ Waarschuwing roetfiltersysteem
Onder de volgende rijomstandigheden verschijnt de waarschuwingsmelding
van het roetfiltersysteem mogelijk eerder dan normaal.
*
●Als er alleen met lage snelheid wordt gereden (bijvoorbeeld 20 km/h of lager).
●Als de motor herhaaldelijk aan en uit wordt gezet (als de motor steeds niet
langer dan 10 minuten achter elkaar draait).
*: Verschilt afhankelijk van het weer, de rijomstandigheden, enz.
WAARSCHUWING
■Tijdens regeneratie
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kunt u ernstig letsel oplopen, zoals brandwonden door de hete uit-
laatpijp of uitlaatgassen, of kan er brand ontstaan.
● Breng de auto niet tot stilstand op een
plaats waar brandbare materialen,
zoals droog gras, in de buurt van de uit-
laatpijp komen.
● Verzeker u ervan dat niemand zich in
de buurt van de uitlaatpijp bevindt.
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 364 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 365 of 660

3654-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
WAARSCHUWING
●Auto's met schakelaar roetfiltersysteem: Voer de regeneratie niet uit als de
auto zich in een afgesloten ruimte bevindt, zoals een garage.
● Raak de uitlaatpijp niet aan en blijf uit de buurt van de uitlaatgassen tij-
dens de regeneratie.
■ Als het motorcontrolelampje gaat branden
Het motorcontrolelampje gaat branden als u door blijft rijden wanneer een
waarschuwingsmelding voor het roetfiltersysteem op het display verschijnt.
In dat geval kan de auto beschadigd raken of kan een ongeval ontstaan.
Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
■Storingen in het roetfiltersysteem voorkomen
● Rijd niet lang achtereen wanneer de waarschuwingsmelding DPF FULL
VISIT YOUR DEALER/“DPF full Visit your dealer” (DPF vol, ga naar uw
dealer) voor het roetfiltersysteem op het display verschijnt
● Gebruik geen andere brandstof dan het voorgeschreven type brandstof
● Gebruik geen andere motorolie dan het aanbevolen type motorolie
● Breng geen wijzigingen aan de uitlaatpijp aan
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 365 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 366 of 660

3664-6. Rijtips
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
Rijden in de winter
●Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn voor winterse omstandighe-
den. • Motorolie
• Koelvloeistof
• Ruitensproeiervloeistof
● Laat de toestand van de accu controleren door een monteur.
● Laat vier winterbanden onder uw auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de achterwielen aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben en van hetzelfde merk
zijn en controleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn voor de bandenmaat
van uw auto.
Voer, afhankelijk van de omstandigheden, de volgende handelingen
uit:
● Probeer een vastgevroren ruit niet met kracht te openen en zet de
ruitenwissers niet aan als deze va stgevroren zijn. Giet warm water
over het bevroren gedeelte om het ijs te laten smelten. Veeg het
water direct weg om te voorkomen dat het bevriest.
● Verwijder de eventueel aanwezige sneeuw van de luchtinlaten voor
de voorruit om zeker te kunnen z ijn van een juiste werking van de
aanjager van het airconditioningsysteem.
● Controleer of er sprake is van ijs- of sneeuwophopingen op de ver-
lichting aan de buitenzijde, op het dak, op het chassis, rond de ban-
den of op de remmen, en verwijder deze indien dat het geval is.
● Verwijder sneeuw en modder van de onderzijde van uw schoenen
voordat u in de auto stapt.
Tref voor het aanbreken van de winter de noodzakelijke voorbe-
reidingen en voer de benodigde c ontroles uit. Pas uw rijgedrag
altijd aan de actuele weersomstandigheden aan.
Voorbereiding voor de winter
Voordat u met de auto gaat rijden
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 366 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 367 of 660

3674-6. Rijtips
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
Verhoog de snelheid geleidelijk, houd een veilige afstand tussen u en
uw voorligger en pas de snelheid aan aan de conditie van de weg.
Parkeer de auto en zet de selectiehendel in stand P (automatische
transmissie) of in de eerste versnelling of achteruit (handgeschakelde
transmissie), maar activeer de parkeerrem niet. De parkeerrem kan
vastvriezen en bij het deactiveren ni et vrij komen. Blokkeer de wielen
indien nodig, om wegglijden of kruipen te voorkomen.
Gebruik de juiste maat sneeuwkettingen.
De maat van de sneeuwkettingen is afgestemd op de bandenmaat.
De wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen
verschilt per land en per soort weg. Stel u op de hoogte van lokale
voorschriften alvorens sneeuwkettingen te monteren.
■ Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het monteren en verwij-
deren van sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen op een veilige locatie.
● Monteer de sneeuwkettingen op de achterwielen. Gebruik geen sneeuwket-
tingen om de voorwielen.
● Plaats de sneeuwkettingen zo strak mogelijk om de achterwielen. Zet de
sneeuwkettingen na 0,5 - 1,0 km opnieuw vast.
● Monteer de sneeuwkettingen volgens de meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Tijdens het rijden
De auto parkeren ('s winters of in koude gebieden)
Kiezen van sneeuwkettingen
Wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 367 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 368 of 660

3684-6. Rijtips
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Als u dat niet doet kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
● Gebruik winterbanden met de voorgeschreven maat.
● Zorg ervoor dat de bandenspanning aan de specificatie voldoet.
● Rijd niet harder dan de toegestane snelheid of harder dan de snelheidsli-
miet die geldt voor de gebruikte winterbanden.
● Monteer winterbanden op alle wielen.
■ Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig letsel het gevolg zijn.
● Rijd niet harder dan de maximaal toegestane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50 km/h, afhankelijk van welke snel-
heid de laagste is.
● Vermijd het rijden over slechte wegdekken en over gaten.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
● Minder uw snelheid alvorens een bocht aan te snijden zodanig, dat u
zeker weet dat de auto bestuurbaar blijft.
● Gebruik het LDA-systeem (Lane Departure Alert) niet.
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 368 Monday, March 7, 2016 2:16 PM