Page 337 of 660

3374-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
Alleen 4WD-uitvoeringen: Draai
de bedieningsschakelaar voor
voorwielaandrijving in stand L4
en probeer de auto in beweging
te brengen alvorens de achter-
differentieelsper te gebruiken.
( Blz. 329, 332)
Wanneer dit niet het gewenste
effect heeft, schakel dan ook de
achterdifferentieelsper in.
Verminder de rijsnelheid tot
minder dan 8 km/h.
Zorg ervoor dat de wielen niet spin-
nen.
Druk op de schakelaar van de
achterdifferentieelsper.
Het controlelampje van de achter-
differentieelsper knippert terwijl het
achterdifferentieel wordt gesperd.
Als de schakelaar van de achterdif-
ferentieelsper wordt ingedrukt zon-
der dat stap en zijn
opgevolgd, knippert het controle-
lampje van de achterdifferentieel-
sper driemaal, klinkt er driemaal een
zoemer en kan het achterdifferenti-
eel niet worden gesperd. Voer stap
en nogmaals uit.
De achterdifferentieelsper gebruiken
1
8 km/h
2
(Knippert)
3
12
12
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 337 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 338 of 660
3384-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
Trap het gaspedaal geleidelijk
in.
Controleer of het controle-
lampje van de achterdifferenti-
eelsper gaat branden.
Het controlelampje van de achter-
differentieelsper gaat branden
wanneer het sperren van het ach-
terdifferentieel is voltooid.
Als het controlelampje van de ach-
terdifferentieelsper blijft knipperen
nadat de schakelaar van de ach-
terdifferentieelsper is ingedrukt,
voer dan een van de onderstaande
handelingen uit terwijl u het stuur-
wiel naar links en rechts draait.• Accelereren
• Decelereren
Schakel de achterdiffer entieelsper zo snel mogelijk na het loskomen
van de auto uit. Druk nogmaals op de schakelaar om de achterdiffe-
rentieelsper uit te schakelen.
4
(Gaat branden)
5
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 338 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 339 of 660

3394-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
■Sperren van het achterdifferentieel
De volgende systemen werken niet als het achterdifferentieel is gesperd.
Het is normaal dat het waarschuwingslampje ABS, het controlelampje VSC
OFF (indien aanwezig) en het controlelampje TRC OFF (indien aanwezig) nu
branden of dat TRC TURNED OFF/“TRC turned off” (TRC uitgeschakeld) nu
wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay (indien aanwezig).
•ABS
• Brake Assist (indien aanwezig)
• VSC (indien aanwezig)
• TRC/A-TRC (indien aanwezig)
• Trailer Sway Control (indien aanwezig)
• Hill Start Assist Control (indien aanwezig)
• Downhill Assist Control (indien aanwezig)
■ Eenvoudig uitschakelen
Draai het stuurwiel lichtjes naar één kant na het loskomen van de auto, terwijl
de auto rijdt.
■ Automatische uitschakeling van de achterdifferentieelsper
De achterdifferentieelsper wordt in een van de volgende situaties ook uitge-
schakeld:
● De bedieningsschakelaar voor de voorwielaandrijving wordt in stand H2 of
H4 (4WD-uitvoeringen) gezet.
● Het contact wordt in stand ACC of UIT gezet.
■ Na uitschakeling van de achterdifferentieelsper
Controleer of het controlelampje dooft.
WAARSCHUWING
■Voorkom ongevallen
Het niet in acht nemen van de onderstaande voorzorgsmaatregelen kan lei-
den tot een ongeval.
● Gebruik het achterdifferentieelsper alleen wanneer er wielspin optreedt in
bijvoorbeeld een greppel of op een gladde of ruige ondergrond. Het bestu-
ren van de auto zal zwaarder gaan en bochten zullen voorzichtiger moe-
ten worden genomen.
● Schakel de achterdifferentieelsper niet in zolang de wielen nog spinnen.
Anders kan de auto, als het sperdifferentieel wordt ingeschakeld, in een
onverwachte richting gaan bewegen, wat een ongeval kan veroorzaken.
Dit kan ook schade veroorzaken aan onderdelen van de achterdifferenti-
eelsper.
● Rijd niet sneller dan 8 km/h als de differentieelsper is ingeschakeld.
● Blijf niet doorrijden met een ingesc hakelde achterdifferentieelsper.
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 339 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 340 of 660

3404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
Stop & Start-systeem (Smart Stop)
■Uitzetten van de motor
Auto's met automatische
transmissie
Trap terwijl u in de stand D of S
rijdt het rempedaal in en breng
de auto tot stilstand.
Het controlelampje van het Stop
& Start-systeem gaat branden.
Auto's met handgescha-
kelde transmissie
Breng de auto tot stilstand. Houd het koppelingspedaal volledig
ingetrapt, zet de selectiehendel in stand N en laat het koppe-
lingspedaal los.
Het controlelampje van het Stop & Start-systeem gaat branden.
■
Opnieuw starten van de motor
Auto's met automatische transmissie
Laat het rempedaal los.
Het controlelampje van het Stop & Start-systeem dooft.
Auto's met handgeschakelde transmissie
Controleer of de selectiehendel in stand N staat en trap het koppe-
lingspedaal in.
Het controlelampje van het Stop & Start-systeem dooft.
: Indien aanwezig
Het Stop & Start-systeem schakelt de motor uit en start deze weer
overeenkomstig de bediening va n het rempedaal (automatische
transmissie) of het koppelingspedaal (handgeschakelde transmis-
sie) om de auto tot stilstand te brengen en weer te starten.
Werking Stop & Start-systeem
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 340 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 341 of 660

3414-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
Druk op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem om het
Stop & Start-systeem uit te scha-
kelen.
Het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem gaat bran-
den.
Druk nogmaals op de toets om het
Stop & Start-systeem weer in te
schakelen.
■
Automatisch opnieuw inschakelen van het Stop & Start-sys-
teem
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch
weer worden ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat
het contact UIT is gezet.
■Als op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem wordt
gedrukt terwijl de auto stilstaat
● Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem, kunt u de
motor weer starten door op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem te drukken.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld), zal de motor
niet worden uitgezet.
● Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld en op de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem wordt gedrukt, wordt het
systeem weer ingeschakeld, maar zal de motor blijven draaien.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is ingeschakeld), zal de motor
worden uitgezet.
Uitschakelen van het Stop & Start-systeem
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 341 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 342 of 660

3424-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
Als de motor wordt uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem wan-
neer de auto op een helling rijdt, worden de remmen nog enige tijd
bekrachtigd om te voorkomen dat de auto achteruitrolt voordat de
motor weer wordt gestart en er aandrijfkracht wordt gegenereerd. Als
er aandrijfkracht wordt gegenereerd, wordt de vastgehouden rem-
kracht automatisch uitgeschakeld.
●Dit systeem werkt zowel op vlakke oppervlakken als op steile hellin-
gen.
● De remmen kunnen geluid maken, maar dit duidt niet op een sto-
ring.
● De reactie van het re mpedaal kan veranderen en er kunnen trillin-
gen aanwezig zijn, maar dit duidt niet op een storing.
■ Werkingsvoorwaarden
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
• Auto's met automatische transmissie: Het rempedaal wordt stevig inge-
trapt
• Auto's met handgeschakelde transmissie: Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De buitentemperatuur is -5 C of hoger
• Auto's met automatische transmissie: De selectiehendel staat in stand D of S, of in stand P na het rijden in stand D of S.
• Auto's met handgeschakelde transmissie: De selectiehendel staat in stand N.
• Auto's met automatische airconditioning: is uit.
• De motorkap is gesloten. ( Blz. 344)
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
● Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk niet uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op een storing van het
Stop & Start-systeem.
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omgevingstemperatuur
hoog of laag is.
• De accu is niet voldoende opgeladen of wordt opgeladen.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• De auto staat stil op een steile helling.
Hill Start Assist Control
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 342 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 343 of 660

3434-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)• Als het stuurwiel wordt bediend
• Door verkeersdrukte of andere omstandigheden komt de auto veelvuldig
tot stilstand, waardoor de hoeveelheid tijd dat de motor is uitgezet door
het Stop & Start-systeem extreem oploopt.
• Op grote hoogte.
• De temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloeistof is te laag of te hoog.
• De temperatuur van de accuvloeistof is extreem hoog of laag.
• De accupolen zijn losgenomen en weer aangesloten.
• Enige tijd na het vervangen van de accu.
• Wanneer de bedieningsschakelaar voor voorwielaandrijving in stand L4 staat of het achterdifferentieel is gesperd.
● Onder de volgende omstandigheden wordt de motor automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem.
• De airconditioning wordt ingeschakeld.
• Auto's met automatische airconditioning: wordt aangezet.
• Als het stuurwiel wordt bediend.
• Auto's met automatische transmissie: De selectiehendel staat in een
andere stand dan D, S of P.
• Auto's met handgeschakelde transmissie: De selectiehendel staat in een andere stand dan N.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• Het gaspedaal wordt ingetrapt.
• De uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem wordt ingedrukt.
• De auto begint te rollen op een helling.
Rijd eenmaal met de auto om ervoor te zorgen dat de motor weer door het
Stop & Start-systeem wordt uitgeschakeld.
Auto's met automatische transmissie: De motor is mogelijk automatisch uit-
geschakeld door het Stop & Start-systeem zonder dat met de auto gereden
is als de tijd voor uitschakeling bij stilstand is ingesteld op “Long” (lang).
( Blz. 345)
● Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk automatisch
herstart wanneer deze is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem.
• Het rempedaal wordt pompend of diep ingetrapt.
• De airconditioning wordt gebruikt.
• De laadtoestand van de accu is onvoldoende.
Rijd eenmaal met de auto om ervoor te zorgen dat de motor weer door het
Stop & Start-systeem wordt uitgeschakeld.
Auto's met automatische transmissie: De motor is mogelijk automatisch uit-
geschakeld door het Stop & Start-systeem zonder dat met de auto gereden
is als de tijd voor uitschakeling bij stilstand is ingesteld op “Long” (lang).
( Blz. 345)
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 343 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 344 of 660

3444-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)■
Motorkap
●Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem en de motorkap
wordt geopend, wordt de motor mogelijk niet gestart door het Stop & Start-
systeem of de automatische startfunctie van de motor. Zet in dat geval de
selectiehendel in stand P (auto's met automatische transmissie) of N (auto's
met handgeschakelde transmissie) en start de motor weer met de start-
knop. ( Blz. 232, 236)
●
Ook als de motorkap wordt gesloten nadat de motor is gestart terwijl de motor-
kap was geopend, werkt het Stop & Start-systeem ni et. Sluit de motorkap, zet
het contact UIT, wacht ten minste 30 seconden en start vervolgens de motor.
■ Bediening van het stuurwiel
Als de motor wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem, kan de besturing
van de auto zwaarder worden.
■ Gebruik van het Stop & Start-systeem
●Gebruik het Stop & Start-systeem wanneer de auto tijdelijk wordt stilgezet,
bijvoorbeeld bij verkeerslichten of kruispunten. Zet de motor volledig uit
wanneer de auto voor langere tijd wordt stilgezet.
● Wanneer het systeem niet kan werken, wordt geannuleerd of een storing
heeft, worden waarschuwingsmeldingen en een waarschuwingszoemer toe-
gepast om de bestuurder te informeren. ( Blz. 346)
● Ook als wordt geprobeerd de motor te starten terwijl deze is uitgeschakeld,
wordt de motor niet automatisch weer gestart. Start de motor door de selec-
tiehendel in stand P (auto's met automatische transmissie) of N (auto's met
handgeschakelde transmissie) te zetten en een normale motorstartproce-
dure uit te voeren.
● Wanneer de motor wordt herstart nadat deze is uitgeschakeld door het Stop
& Start-systeem, is de accessoireaansluiting mogelijk tijdelijk niet bruikbaar.
Dit duidt echter niet op een storing.
● Het plaatsen en verwijderen van elektrische onderdelen en draadloze appa-
raten is mogelijk van invloed op het St op & Start-systeem. Neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als de voorruit is beslagen terwijl de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem
Auto's met handmatig bediende airconditioning:
Herstart de motor door op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem te
drukken en de draaiknop voor de keuze van de uitstroomopening in de stand
te zetten. ( Blz. 445)
Auto's met automatische airconditioning:
Schakel de voorruitverwarming in. (De motor wordt gestart door de automati-
sche startfunctie van de motor.) ( Blz. 452)
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem om het systeem uit te schakelen.
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 344 Monday, March 7, 2016 2:16 PM