Page 17 of 297

13
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Storing Alfa Romeo-CODE/
Storing diefstalalarm (geel)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het lampje (of het symbool op het display) gaat bran-
den (op enkele uitvoeringen verschijnt ook een melding op het dis-
play) bij een storing in het Alfa Romeo CODE-systeem of het dief-
stalalarm (voor bepaalde uitvoeringen/markten): wendt u in dat
geval zo snel mogelijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Inbraakpoging
Als het lampje gaat knipperen of als bij bepaalde uitvoeringen het
symbool op het display gaat branden (er verschijnt ook een mel-
ding), dan is er een inbraakpoging gesignaleerd. Wendt u zo snel
mogelijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Y
Voorgloei-installatie
(dieseluitvoeringen) (geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Het lampje dooft als de voorgloeibou-
gies de vooraf ingestelde temperatuur hebben bereikt. U kunt de
motor starten zodra het lampje gedoofd is.
BELANGRIJK Bij een gematigde of hoge buitentemperatuur kan het
lampje zeer kort branden.
Storing voorgloei-installatie
(dieseluitvoeringen)
Het lampje gaat knipperen (op enkele uitvoeringen verschijnt ook
een melding op het display) als er een storing is in de voorgloei-in-
stallatie. Wendt u zo snel mogelijk tot het Alfa Romeo Servicenet-
werk om de storing te laten verhelpen.
m
Water in dieselfilter
(dieseluitvoeringen) (geel)
Het lampje gaat tijdens het rijden continu branden (er
verschijnt ook een melding op het display) als er water
in het brandstoffilter aanwezig is.c
Water in het brandstofsysteem kan het inspuitsys-
teem ernstig beschadigen en de motor kan onre-
gelmatig gaan draaien. Als het lampje
cop het in-
strumentenpaneel gaat branden (en er verschijnt ook een
melding op het display), wendt u dan zo snel mogelijk tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk om het systeem te laten af-
tappen. Als het lampje direct na het tanken gaat branden,
bestaat de mogelijkheid dat er tijdens het tanken water in
de brandstoftank is gekomen: zet in dit geval de motor
direct uit en wendt u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Page 18 of 297

14
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Brandstofreser ve – Beperkte
actieradius (geel)
Het lampje gaat branden als er nog 8 tot 10 liter brand-
stof aanwezig is. Als de actieradius kleiner is dan circa
50 km (of gelijke waarde in mijl), verschijnt op enkele uitvoerin-
gen een waarschuwing op het display.K
Als het lampje knippert tijdens het rijden, wendt
u dan tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Cruise-control (groen)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u de sleutel in stand MAR draait, gaat het lampje
branden, maar het moet na enkele seconden doven als de
cruise-control niet geactiveerd is. Als u de knop van de cruise-con-
trol in stand ON draait, gaat het lampje branden (zie de paragraaf
„Cruise-control” in dit hoofdstuk). Op het display verschijnt de bij-
behorende melding.Ü
Reiniging van roetfilter (DPF) bezig
(alleen dieseluitvoeringen met DPF)
(geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lamp-
je branden. Na enkele seconden moet het lampje doven. Het lamp-
je gaat continu branden om de bestuurder er op te wijzen dat het
DPF-systeem het regeneratieproces moet uitvoeren om de verza-
diging met verontreinigende stoffen (partikels) te verhelpen.
Het lampje gaat niet bij iedere regeneratie van het roetfilter bran-
den, maar alleen als de rijomstandigheden vereisen dat de be-
stuurder er op attent wordt gemaakt. Om het lampje te laten do-
ven moet de auto doorrijden, totdat het regeneratieproces is
voltooid.
Dit duurt gemiddeld 15 minuten. De optimale omstandigheden om
het proces te voltooien, worden bereikt wanneer de auto 60 km/h
rijdt bij een toerental boven 2000 toeren/min.
Het branden van het lampje duidt niet op een defect aan de auto.
Het is dus niet nodig om de auto naar de garage te brengen. Als
het lampje gaat branden, verschijnt op het display een bijbehorende
melding (voor bepaalde uitvoeringen/markten).
h
Page 19 of 297

15
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Snelheidslimiet overschreden (rood)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het lampje (voor bepaalde uitvoeringen/markten) gaat
branden als harder dan 120 km/h wordt gereden.
Als de auto de in het Setup-menu ingestelde snelheidslimiet over-
schrijdt (bijv. 120 km/h), dan verschijnen op enkele uitvoeringen
een melding en een symbool op het display en klinkt er een akoes-
tisch signaal.
X
De rijsnelheid moet altijd worden aangepast aan
de verkeerssituatie en de weersomstandigheden
en u dient zich altijd aan de geldende verkeers-
wetgeving te houden. U kunt de motor ook uitzetten met
een brandend DPF-lampje; het herhaaldelijk onderbreken
van het regeneratieproces kan echter een vroegtijdige
verslechtering van de motoroliekwaliteit veroorzaken. Het
is daarom aan te raden altijd te wachten tot het lampje
gedoofd is voordat u de motor uitzet en de hierboven
beschreven aanwijzingen op te volgen. Het is niet aan te
raden het regeneratieproces van het DPF te voltooien bij
een stilstaande auto.Storingsmelding (geel)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het lampje gaat bij de volgende omstandigheden branden.
In deze gevallen moet u zich zo snel mogelijk tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk wenden om de storing te laten verhelpen.
Storing buitenverlichting
Zie hetgeen beschreven is voor lampje 6.
Storing remlichten
Zie hetgeen beschreven is voor „Storing remlichten”.
Brandstofnoodschakeling
Het lampje gaat branden als de brandstofnoodschakeling is inge-
schakeld. Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
Storing Start&Stop
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het lampje gaat branden als er een storing is in het Start&Stop-
systeem.
Storing regensensor
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het lampje gaat branden als er een storing is in de regensensor.
è
Page 20 of 297

16
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Storing parkeersensoren
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Zie hetgeen beschreven is voor lampje
t.
Storing schemersensor
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het lampje gaat branden als er een storing is in de schemersensor.
Storing adaptieve verlichting AFS
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het lampje gaat branden als er een storing is in de adaptieve ver-
lichting AFS (zie de paragraaf „Adaptieve verlichting AFS” in dit
hoofdstuk). Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
Storing anti-letselfunctie
Het lampje gaat branden als er een storing is in de anti-letsel-
functie van de ruitbediening. Op het display verschijnt de bijbe-
horende melding.
Storing motoroliedruksensor
Het lampje gaat branden bij een storing in de motoroliedruksen-
sor. Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
Mistachterlichten (geel)
Het lampje gaat branden als de mistachterlichten wor-
den ingeschakeld. Bij ingeschakelde verlichting gaat
bovendien het lampje op de knop
4branden.
4
Mistlampen voor (groen)
Het lampje gaat branden als de mistlampen voor wor-
den ingeschakeld. Bij ingeschakelde verlichting gaat
bovendien het lampje op de knop
5branden.
5
Buitenverlichting (groen)
Het lampje gaat branden als de buitenverlichting wordt
ingeschakeld.
Follow me home (groen)
Het lampje gaat branden (er verschijnt ook een melding op het dis-
play) als dit systeem wordt gebruikt (zie de paragraaf „Follow me
home” in dit hoofdstuk.
3
Page 21 of 297

17
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Dimlicht (groen)
Het lampje gaat branden als het dimlicht wordt inge-
schakeld.2U
Grootlicht (blauw)
Het lampje gaat branden als het grootlicht wordt in-
geschakeld.1
Richtingaanwijzer links (groen)
Het lampje gaat branden als de richtingaanwijzerhen-
del omlaag wordt gezet en als de drukknop voor de
waarschuwingsknipperlichten wordt ingedrukt.
Richtingaanwijzer rechts (groen)
Het lampje gaat branden als de richtingaanwijzerhen-
del omhoog wordt gezet en als de drukknop voor de
waarschuwingsknipperlichten wordt ingedrukt.
R
E
In-/uitschakeling Start&Stop-systeem
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Storing Start&Stop-systeem
Inschakeling Start&Stop-systeem
De inschakeling van het Start&Stop-systeem wordt aangegeven
door een melding op het display.
In dit geval dooft het lampje op de knop
Tdie zich op het scha-
kelaarpaneel (zie de paragraaf „Start&Stop-systeem” in dit hoofd-
stuk) op het dashboard bevindt.
Uitschakeling Start&Stop-systeem
❍Uitvoeringen met multifunctioneel display: de uitschakeling van
het Start&Stop-systeem wordt aangegeven door een melding
op het display.
❍Uitvoeringen met instelbaar multifunctioneel display: de uit-
schakeling van het Start&Stop-systeem wordt aangegeven door
de weergave van symbool
T+ een melding op het display.
Bij uitgeschakeld systeem brandt het lampje
Top de knop.
Storing Start&Stop-systeem
Bij een storing in het Start&Stop-systeem gaat het symbool U(uit-
voeringen multifunctioneel display)
j(uitvoeringen instelbaar mul-
tifunctioneel display) op het display knipperen. Voor bepaalde uit-
voeringen/markten, indien aanwezig, wordt er ook een bericht
weergegeven. Wendt u in dat geval tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
Page 22 of 297

18
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Kans op gladheid
Op uitvoeringen met een „Instelbaar multifunctioneel
display” verschijnt een melding en een symbool op het
display als de buitentemperatuur gelijk is aan of lager is dan
3°C.
Op uitvoeringen met een „Multifunctioneel display” verschijnt al-
leen de bijbehorende melding.
BELANGRIJK Bij een storing in de buitentemperatuursensor ver-
schijnen op het display streepjes in plaats van de temperatuur.√
Brandstofnoodschakeling
Op enkele uitvoeringen verschijnen een melding en
een symbool op het display als de brandstofnoodscha-
keling is ingeschakeld. Zie voor inschakeling van de brandstof-
noodschakeling de paragraaf „Brandstofnoodschakeling” in dit
hoofdstuk.s
Storing buitenverlichting
Op enkele uitvoeringen verschijnen een melding en
een symbool op het display als er een storing aanwe-
zig is in een van de volgende systemen:
– dagverlichting (DRL)
– buitenverlichting
– richtingaanwijzers
– mistachterlichten
– kentekenplaatverlichting.
De storing kan betreffen: doorbranden van een of meer lampen,
doorbranden van de bijbehorende zekering of een onderbreking
in de elektrische verbinding.W
Geopende achterklep
Op enkele uitvoeringen verschijnt een melding en een
symbool op het display als de achterklep open is.R
Geopende motorkap
Op enkele uitvoeringen verschijnt een melding en een
symbool op het display als de motorkap open is.S
Page 23 of 297

19
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Storing schemersensor
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Op enkele uitvoeringen verschijnen een melding en een
symbool op het display als er een storing is in de schemersensor.1
Storing parkeersensoren
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Op enkele uitvoeringen verschijnen een melding en een
symbool op het display als er een storing is in de parkeersensoren.
Storing regensensor
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Op enkele uitvoeringen verschijnen een melding en een
symbool op het display als er een storing is in de regensensor.u
t
Storing remlichten
Op enkele uitvoeringen verschijnen een melding en
een symbool op het display als er een storing is ge-
constateerd in de remlichten. De storing kan veroorzaakt zijn door
het doorbranden van de lamp, het doorbranden van de bijbeho-
rende zekering of door een onderbreking in de elektrische ver-
binding.TWeergave keuze rijstijl („Alfa DNA”-systeem)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Op de uitvoeringen met een „Instelbaar multifunctioneel display”
verschijnen een melding en een symbool die betrekking hebben
op de gekozen rijfunctie „DYNAMIC”, „NORMAL” of „ALL WEA-
THER”. Als een van de rijfuncties niet beschikbaar is, verschijnt
op het display een waarschuwing.
Op uitvoeringen met „Multifunctioneel Display” verschijnt een let-
ter (d of a) en een bijbehorende melding die betrekking hebben
op de ingeschakelde rijfunctie.
Page 24 of 297

20
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DISPLAY
De auto kan zijn uitgerust met een multifunctioneel display of
een instelbaar multifunctioneel display dat tijdens de rit nuttige
informatie levert aan de bestuurder op basis van de instelling voor
de gewenste gegevens.
Bij uitgenomen contactsleutel wordt bij het openen/sluiten van een
portier, het display ingeschakeld en wordt enkele seconden het
klokje en het totaal aantal afgelegde kilometers (of mijlen) weer-
gegeven.
BEGINSCHERM MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY fig. 6
Op het display verschijnen de volgende gegevens:
A. Datum
B. Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller).
C. Rijfunctie die geselecteerd is met „Alfa DNA” (Dynamisch voer-
tuigregelsysteem) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
– d = Dynamic
– n = Normal
– a = All Weather
D. Tijd (wordt altijd weergegeven, ook bij uitgenomen contact-
sleutel en gesloten portieren)
E. Weergave Start&Stop-functie (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
F. Buitentemperatuur
G. Gear Shift Indicator (schakeladvies) (voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten)
H.
Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is ingeschakeld).
fig. 6A0K1222G