Page 57 of 297

53
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
HOOFDSTEUNEN
VOOR
Deze zijn in hoogte verstelbaar en vergrendelen automatisch in de
gewenste stand:
❍omhoog verplaatsen: trek de hoofdsteun omhoog totdat hij
hoorbaar vergrendelt
❍omlaag verplaatsen: druk op de knop A-fig. 26 en duw de
hoofdsteun omlaag.
fig. 26A0K0064m
De hoofdsteunen moeten zo worden ingesteld dat
ze het hoofd ondersteunen en niet de nek. Alleen
in deze positie bieden ze bescherming.
Hoofdsteunen verwijderen:
❍zet de hoofdsteunen in de hoogste stand;
❍druk de knoppen A en B-fig. 26 in en trek de hoofdsteunen
omhoog uit de rugleuning.
„Anti-Whiplash”-functie
De hoofdsteunen zijn uitgerust met het „Anti-Whiplash”-systeem.
Dit systeem vermindert de afstand tussen het hoofd en de hoofd-
steun bij een aanrijding van achteren, waardoor klachten die ont-
staan door de zogenaamde „zweepslag” beperkt worden.
Door met het lichaam of de hand op de rugleuning te drukken, kan
de verplaatsing van de hoofdsteun worden gecontroleerd: dit is nor-
maal en duidt niet op een storing in het systeem.
Page 58 of 297

54
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ACHTER
Voor de zitplaatsen achter zijn twee in hoogte verstelbare hoofd-
steunen voorzien (zie voor de afstelling de vorige paragraaf).
Op enkele uitvoeringen is er ook een hoofdsteun voor de middel-
ste zitplaats.
Hoofdsteunen verwijderen:
❍zet de hoofdsteunen in de hoogste stand;
❍druk de knoppen A en B-fig. 27 in en trek de hoofdsteunen
omhoog uit de rugleuning.
STUURWIEL
Het stuurwiel kan zowel in lengterichting als in hoogte worden
versteld.
Ontgrendel de hendel A-fig. 28 door hem naar voren te duwen
(stand 1) en stel het stuur af. Vergrendel de hendel A door hem
naar het stuur te trekken (stand 2).
fig. 27A0K0065mfig. 28A0K0077m
Het stuur mag alleen worden versteld als de auto
stilstaat en de motor is uitgezet.
Het is streng verboden om demontage-/monta-
gewerkzaamheden uit te voeren, waarvoor wijzi-
gingen in de stuurinrichting of de stuurkolom ver-
eist zijn (bijv. bij montage van een diefstalbeveiliging).
Hierdoor kunnen de prestaties van het systeem, de ga-
rantie en de veiligheid in gevaar worden gebracht en vol-
doet de auto niet meer aan de typegoedkeuring.
Page 59 of 297
55
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
fig. 29A0K0079m
SPIEGELS
BINNENSPIEGEL
Met het hendeltje A-fig. 29 kan de spiegel in twee standen wor-
den gezet: normaal of anti-verblindingsstand.
Elektronisch dimbare binnenspiegel
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Enkele uitvoeringen zijn voorzien van een elektronisch dimbare
binnenspiegel fig. 30. Als u de achteruit inschakelt, wordt de spie-
gel altijd ingesteld op daggebruik.
fig. 30A0K0119m
Page 60 of 297

56
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Spiegel elektrisch inklappen
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op knop C-fig. 31 om de spiegels in te klappen. Druk opnieuw
op de knop om de spiegels in de rijstand te plaatsen.
Spiegel handmatig inklappen fig. 32
Indien nodig kunnen de spiegels van stand 1 in stand 2 wor-
den geklapt.
BELANGRIJK Tijdens het rijden moeten de spiegels altijd in stand
1 staan.
Spiegelverstelling
De verstelling en het inklappen van de spiegels is alleen mogelijk
met de contactsleutel in stand MAR.
Kies met de keuzeschakelaar A-fig. 31 de gewenste spiegel:
❍keuzeschakelaar in stand 1: keuze linker spiegel;
❍keuzeschakelaar in stand 2: keuze rechter spiegel.
Druk de knop B in een van de vier door de pijlen aangegeven rich-
tingen om de spiegel af te stellen.
BELANGRIJK Draai na het verstellen de keuzeschakelaar A in stand
0 om te voorkomen dat de spiegel per ongeluk versteld wordt.
fig. 31A0K0066mfig. 32A0K0052m
BUITENSPIEGELS
De spiegel aan bestuurderszijde is bol, waardoor
de afstandswaarneming enigszins wordt beïnvloed.
Page 61 of 297
57
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KLIMAATREGELING
LUCHTROOSTERS AAN DE ZIJKANT fig. 33
A – Verstel- en regelbare luchtroosters aan de zijkant:
❍bedien schuif B om de luchtroosters in de gewenste stand
te zetten;
❍draai wieltje C naar links om de luchtopbrengst te regelen.
D – Vast luchtrooster aan de zijkant.
fig. 33A0K0103m
LUCHTROOSTERS IN HET MIDDEN
Bedien schuif A-fig. 34 om de luchtroosters in de gewenste stand
te zetten. Draai de wieltjes B omlaag om de luchtopbrengst te
regelen.
fig. 34A0K0104m
Page 62 of 297
58
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
LUCHTROOSTERS BOVEN fig. 35
A – Regelbare luchtroosters boven. Sla rechtsaf wielen B aan te
passen van de luchtstroom.
C – Vast luchtrooster boven.
fig. 36A0K0106mfig. 35A0K0105m
LUCHTROOSTER ACHTER fig. 36
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Bedien schuif A om de luchtroosters in de gewenste stand te zetten.
Draai wieltje B naar rechts om de luchtopbrengst te regelen:
●= Geheel dicht
= Geheel geopend
Page 63 of 297
59
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
LUCHTROOSTERS fig. 37
1. Vast luchtrooster boven – 2. Vaste luchtroosters boven – 3. Vaste luchtroosters aan de zijkant – 4. Verstelbare luchtroosters aan de zij-
kant – 5. Verstelbare luchtroosters in het midden – 6. Luchtroosters onder voor zitplaatsen achter – 7. Verstelbaar luchtrooster voor zit-
plaatsen achter (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
A0K0107mfig. 37
KLIMAATREGELING
Page 64 of 297
60
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 38
A draaiknop voor regeling luchttemperatuur:
❍blauwe vlak = koude lucht
❍rode vlak = warme lucht
B drukknop voor in-/uitschakelen aircocompressor;
C draaiknop voor inschakelen/regelen aanjager:
❍0 = aanjager uitgeschakeld
❍1-2-3-4-5-6 = aanjagersnelheidD drukknop voor in-/uitschakelen achterruitverwarming;
E draaiknop voor de luchtverdeling:
❍keuzemogelijkheid voor de diverse instellingen
❍snelle ontwaseming van de voorruit en de zijruiten
F drukknop voor in-/uitschakelen luchtrecirculatie
fig. 38A0K0055m