Page 417 of 530

WAARSCHUWING!(Vervolg)
Voorkomen van brand en explosie van
de 12V-accu
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om te
voorkomen dat het licht ontvlambare
gas dat uit de 12V-accu kan komen, per
ongeluk tot ontbranding komt:
• Zorg ervoor dat de startkabel
aangesloten wordt op de juiste
accupool en niet per ongeluk in
aanraking komt met een ander
onderdeel dan de bedoelde accupool.
• Zorg ervoor dat de op de “+”-pool
aangesloten startkabel niet in
contact komt met andere onderdelen
of metalen oppervlakken, zoals
metalen steunen en ongelakt metaal.
• Laat de “+” en “-” klemmen van de
startkabels niet in contact komen
met elkaar.
• Rook niet en gebruik geen lucifers,
aanstekers en open vuur in de buurt
van de 12V-accu.
Voorzorgsmaatregelen 12V-accu
De 12V-accu bevat giftige en
corrosieve elektrolyt en de onderdelen
van de accu bevatten lood en
loodhoudende samenstellingen. Neem
bij het omgaan met de 12V-accu de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
• Draag bij het werken met de
12V-accu altijd een veiligheidsbril en
zorg ervoor dat de accuvloeistof niet
in contact komt met de huid, kleding
of de carrosserie van de auto.
• Leun niet over de 12V-accu heen.
• Was accuvloeistof, die op de huid of
in de ogen terecht is gekomen, direct
weg met water en raadpleeg een arts.
Bedek de plaats waar de
accuvloeistof op terechtgekomen is
met een natte spons of doek totdat
er medische hulp kan worden
verkregen.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Was altijd uw handen nadat u de
accudrager, de accupolen en andere
accu-gerelateerde onderdelen hebt
aangeraakt.
• Houd kinderen uit de buurt van de
12V-accu.
Na het laden van de 12V-accu
Laat de 12V-accu zo snel mogelijk
controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Als de 12V-accu verouderd
raakt en nog wordt gebruikt, kan een
onwelriekend gas worden uitgestoten.
Dit kan schadelijk zijn voor de
gezondheid van de passagiers.
Vervangen van de 12V-accu
• Wanneer de vuldop en indicator zich
in de buurt van de klembeugel
bevinden, kan er accuvloeistof
(accuzuur) lekken.
• Neem voor meer informatie over het
vervangen van de 12V-accu contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Bevestig, na vervanging, de
uitlaatslang en de plug van de
uitlaatopening stevig in de
uitlaatopening van de vervangende
12V-accu. Wanneer deze niet goed
worden geplaatst, kunnen gassen
(waterstof ) in het interieur van de
auto terechtkomen en kan het gas
ontbranden en ontploffen.
OPMERKING
Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de
startkabels voor dat deze niet verstrikt
raken in de koelventilator.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
415
8
Bij problemen
Page 418 of 530

OPMERKING(Vervolg)
Bij aansluiten van startkabels
Gebruik altijd startkabels waarmee u bij
de aangegeven aansluitingen en
aansluitpunten kunt. Anders kan de
werking van elektronische apparaten
negatief beïnvloed worden of kunnen
deze beschadigd raken.
OPMERKING(Vervolg)
Voorkomen van beschadiging van de
auto
De speciale hulpstartaansluiting moet
worden gebruikt als de 12V-accu in een
noodgeval vanuit een andere auto wordt
geladen. Deze kan niet worden gebruikt
als hulpstart voor een andere auto.
8.2.11 Als uw auto oververhit raakt
Het volgende kan erop duiden dat de auto oververhit raakt.
• Het waarschuwingslampje voor een hoge koelvloeistoftemperatuur (→blz. 384) gaat
branden of knipperen of het brandstofcelsysteem levert merkbaar minder vermogen.
(De auto accelereert bijvoorbeeld niet als het gaspedaal wordt ingetrapt.)
• Het waarschuwingslampje oververhitting brandstofcelsysteem (→blz. 385) gaat
branden
• Er komt stoom onder de motorkap uit.
Namen van de onderdelen van het koelsysteem
ALabel
BKoelvloeistofreservoir
brandstofcelpakket
CKoelvloeistofreservoir inverter
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
416
Page 419 of 530

OPMERKING
Koelvloeistof brandstofcelpakket
Voor het brandstofcelpakket wordt een
unieke koelvloeistof gebruikt. Er kan
schade ontstaan wanneer er water of
een ander soort koelvloeistof wordt
gebruikt. Gebruik dus nooit andere
soorten vloeistof. Neem, als het
koelvloeistofniveau van het
brandstofcelpakket laag is, direct
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Correctieprocedures
Als het waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur gaat branden of
knipperen
1. Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand, schakel de airconditioning
uit en schakel vervolgens het
brandstofcelsysteem uit.
2. Als er stoom te zien is: Open, nadat de
stoom is verdwenen, voorzichtig de
motorkap.
Als er geen stoom te zien is: Open
voorzichtig de motorkap.
3. Controleer nadat het
brandstofcelsysteem voldoende is
afgekoeld de slangen en het
radiateurblok (radiateur) op sporen
van lekkage.
AElektrische koelventilator
BRadiateur koelsysteem
brandstofcelpakket
Neem bij lekkage van een grote
hoeveelheid koelvloeistof
onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
4. Het koelvloeistofniveau van het
brandstofcelpakket is correct als het
zich tussen de streepjes MAX en MIN
bevindt.
AKoelvloeistofreservoir
brandstofcelpakket
BBovenste streepje (MAX)
COnderste streepje (MIN)
Als het koelvloeistofniveau van het
brandstofcelpakket laag is: Neem
direct contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
417
8
Bij problemen
Page 420 of 530

Als het koelvloeistofniveau van het
brandstofcelpakket niet lage is: Laat de
auto nakijken door de dichtstbijzijnde
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Vul zelfs wanneer het
koelvloeistofniveau in het
brandstofcelpakket laag is geen
koelvloeistof bij.
Als het waarschuwingslampje
oververhitting brandstofcelsysteem gaat
branden
1. Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand, schakel de airconditioning
uit en schakel vervolgens het
brandstofcelsysteem uit.
2. Als er stoom te zien is of als er
koelvloeistof lekt: Open, nadat de
stoom is verdwenen, voorzichtig de
motorkap.
Als er geen stoom te zien is of als er
geen koelvloeistof lekt: Open
voorzichtig de motorkap.
3. Controleer nadat het
brandstofcelsysteem is afgekoeld de
slangen en het radiateurblok
(radiateur) op sporen van lekkage.
AElektrische koelventilator
BRadiateur koelsysteem inverter
Neem bij lekkage van een grote
hoeveelheid koelvloeistof
onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
4. Het inverterkoelvloeistofniveau is
correct als het zich tussen de
streepjes MAX en MIN bevindt.
AKoelvloeistofreservoir inverter
BBovenste streepje (MAX)
COnderste streepje (MIN)
5. Vul indien nodig inverterkoelvloeistof
bij.
In noodgevallen mag ook water
gebruikt worden als u geen
inverterkoelvloeistof bij de hand hebt.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
418
Page 421 of 530

6. Schakel het brandstofcelsysteem en
de airconditioning in en controleer of
de koelventilator van de radiateur
draait en of er geen koelvloeistof lekt
uit de radiateur of de slangen.
De koelventilator gaat draaien als de
airconditioning wordt ingeschakeld
direct na een koude start. Controleer
of de ventilator draait door ernaar te
luisteren en te voelen of er
luchtstroom is. Schakel als u hier niet
zeker van bent de airconditioning nog
een aantal keer in en uit.
(De ventilator werkt mogelijk niet bij
temperaturen beneden het
vriespunt.)
7. Als de koelventilator niet draait: Zet
het brandstofcelsysteem onmiddellijk
uit en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als de koelventilator draait: Laat de
auto nakijken door de dichtstbijzijnde
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!
Bij controles in de motorruimte van
uw auto
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan ernstig
letsel, zoals brandwonden, tot gevolg
hebben.
•
Als er stoom onder de motorkap
vandaan komt, open de motorkap dan
niet voordat de stoom is verdwenen. De
ruimte van de brandstofcelmodule kan
zeer heet zijn.
• Zelfs als het brandstofcelsysteem is
uitgeschakeld, kan de koelventilator
plotseling beginnen te bewegen.
Houd uw handen en kleding,
gereedschap en andere voorwerpen
uit de buurt van de draaiende
ventilator. Als uw vingers,
kledingstukken of gereedschappen
ertussen komen, kan ernstig letsel
het gevolg zijn.
• Draai de dop van het
koelvloeistofreservoir of de
radiateurdop niet los als het
brandstofcelsysteem en de radiateur
heet zijn. Er kan hete stoom of
koelvloeistof uit spuiten.
OPMERKING
Bij het bijvullen van
inverterkoelvloeistof
Vul langzaam koelvloeistof bij nadat het
brandstofcelsysteem voldoende is
afgekoeld. Het te snel bijvullen van
inverterkoelvloeistof bij een heet
brandstofcelsysteem kan schade aan het
brandstofcelsysteem veroorzaken.
Voorkomen van beschadigingen aan
het koelsysteem
Houd u aan de volgende
voorzorgsmaatregelen:
• Zorg dat de koelvloeistof niet
verontreinigd raakt (bijvoorbeeld met
zand of stof ).
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
419
8
Bij problemen
Page 422 of 530

OPMERKING(Vervolg)
• Vul geen koelvloeistofadditief toe aan
de inverterkoelvloeistof.
• Neem voor het verversen van de
koelvloeistof van het
brandstofcelpakket contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Gebruik geen water of een ander soort
koelvloeistof om de koelvloeistof in
het brandstofcelpakket bij te vullen.
Gebruik ook geen
koelvloeistofadditieven.
8.2.12 Als de auto vast komt te
zitten
Voer de volgende procedures uit als de
banden doorslippen of als de auto vastzit
in modder, sneeuw, enz.:
Herstelprocedure
1. Activeer de parkeerrem en schakel het
brandstofcelsysteem uit.
2. Verwijder modder, sneeuw of zand
rond de achterwielen.
3. Leg een stuk hout, stenen of ander
materiaal onder de achterwielen om
de wielen grip te geven.
4. Start het brandstofcelsysteem
opnieuw.
5. Zet de selectiehendel in stand D of R
en deactiveer de parkeerrem. Trap
vervolgens voorzichtig het gaspedaal
in.
Wanneer u de auto moeilijk los kunt
krijgen
Druk op de schakelaar
om de TRC uit
te schakelen.Auto's met linkse besturing
A“Traction Control Turned OFF”
(Traction Control uitgeschakeld)
Auto's met rechtse besturing
A“Traction Control Turned OFF”
(Traction Control uitgeschakeld)
WAARSCHUWING!
Bij het vrij proberen te krijgen van
een auto die vastzit
Als u de auto in beweging wilt krijgen
door te “schommelen”, controleer dan
eerst of er in de omgeving van de auto
geen andere auto's, objecten of
personen aanwezig zijn die geraakt
zouden kunnen worden als de auto
plotseling in beweging komt. De auto
kan ook een plotselinge beweging
maken als de wielen weer grip krijgen.
Neem de grootst mogelijke
voorzichtigheid in acht.
Bedienen van de transmissie
Zet de transmissie niet in een andere
stand als het gaspedaal is ingetrapt. Als
u dat wel doet, kan de auto onverwacht
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
420
Page 423 of 530
WAARSCHUWING!(Vervolg)
snel accelereren. Dit kan leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
OPMERKING
Beschadiging van de transmissie en
andere componenten voorkomen
• Voorkom dat de achterwielen gaan
doorslippen en dat het gaspedaal
verder wordt ingetrapt dan
noodzakelijk is.
• Als de auto na deze pogingen nog
steeds vastzit, moet deze door een
ander voertuig worden losgetrokken.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
421
8
Bij problemen
Page 424 of 530
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
422