Page 65 of 530

Door alarmsysteem bediende
portiervergrendeling
In de volgende gevallen worden,
afhankelijk van de situatie, de portieren
automatisch vergrendeld om potentiële
indringers buiten de auto te houden:
• Wanneer een in de auto
achtergebleven persoon het portier
ontgrendelt en het alarm wordt
geactiveerd.
• Terwijl het alarm is geactiveerd,
ontgrendelt een in de auto
achtergebleven persoon het portier.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(→Blz. 428)
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet.
Na veranderen of verwijderen kan de
juiste werking van het systeem niet
worden gegarandeerd.
Signalering inbraaksensor en
hellingsensor (indien aanwezig)
Signalering inbraaksensor en
hellingsensor
• De inbraaksensor signaleert
indringers of een beweging in de auto.• De hellingsensor signaleert een
verandering van de hoek van de auto
ten opzichte van het wegdek, die
bijvoorbeeld ontstaat als de auto
weggesleept wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te
voorkomen, maar een optimale
beveiliging tegen elke vorm van inbraak
kan niet worden gegarandeerd.
De inbraaksensor en hellingsensor
instellen
Als het alarm wordt ingeschakeld, worden
de inbraaksensor en de hellingsensor
automatisch ingesteld. (→Blz. 62)
De inbraaksensor en de hellingsensor
uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende
voorwerpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor en
de hellingsensor uitschakelt voordat u
het alarm instelt, omdat deze sensoren
reageren op bewegingen binnen in de
auto.
1. Zet het contact UIT.
2. Druk op de uitschakeltoets van de
inbraaksensor en hellingsensor.
Druk opnieuw op de toets om de
inbraaksensor en de hellingsensor
weer in te schakelen.
Telkens wanneer de inbraaksensor en
de hellingsensor worden
uitgeschakeld/ingeschakeld, wordt er
een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
1 .4 Antidiefstalsysteem
63
1
Veiligheid en beveiliging
Page 66 of 530

Uitschakelen en automatisch weer
inschakelen van de inbraaksensor en
hellingsensor
• Het alarm wordt ingeschakeld zelfs
wanneer de inbraaksensor en de
hellingsensor zijn uitgeschakeld.
• Nadat de inbraaksensor en de
hellingsensor uitgeschakeld zijn,
worden deze opnieuw ingeschakeld
door op de startknop te drukken of de
portieren te ontgrendelen met de
instapfunctie of de
afstandsbediening.
• De inbraaksensor en de hellingsensor
zullen automatisch weer worden
ingeschakeld wanneer het
alarmsysteem gedeactiveerd wordt.
Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende
gevallen mogelijk het alarm:
• Er bevinden zich nog personen of
huisdieren in de auto.
• Er is een portierruit geopend.
In dit geval registreert de sensor
mogelijk het volgende:
– Wind of beweging van voorwerpen,
zoals bladeren en insecten, in de
auto
– Ultrasoongolven van apparaten,
zoals de inbraaksensoren van
andere auto's
– Het bewegen van mensen buiten de
auto• Kleine insecten, zoals motvlinders of
vliegen, in de auto.
• Er bevinden zich onstabiele
voorwerpen, zoals loshangende
accessoires of kleding aan
kledinghaakjes, in de auto.
• De auto is geparkeerd op een plek
waar extreme trillingen of geluiden
optreden, zoals in een parkeergarage.
• Er wordt ijs of sneeuw van de auto
verwijderd, waardoor de auto
herhaaldelijk wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen.
1 .4 Antidiefstalsysteem
64
Page 67 of 530

• De auto staat in een wasstraat of een
hogedruk-wasinstallatie.
• De auto is blootgesteld aan schokken
die het gevolg zijn van hagel, onweer
of andere van buitenaf komende
herhaalde schokken of trillingen.
Informatie over de hellingsensor
De sensor activeert in de volgende
gevallen mogelijk het alarm:
• De auto wordt vervoerd per boot,
aanhangwagen, trein, enz.
• De auto staat geparkeerd in een
parkeergarage.
• De auto bevindt zich in een wasstraat
waarin de auto verplaatst wordt.
• Een van de banden verliest zijn
spanning.
• De auto wordt opgekrikt.
• Er doet zich een aardbeving of
wegverzakking voor.
• Er wordt bagage op het imperiaal
geladen of er vanaf gehaald.
OPMERKING
Om de inbraaksensor goed te laten
functioneren
• Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking
van de sensoren in negatieve zin
beïnvloed kan worden.
• Spuit geen luchtverfrisser of andere
producten rechtstreeks in de
openingen van de sensoren.
• Als u andere accessoires installeert
dan originele Toyota-onderdelen of
wanneer u voorwerpen achterlaat
tussen de bestuurdersstoel en de
stoel van de voorpassagier, werkt de
inbraaksensor mogelijk minder goed.
• De werking van de inbraaksensor
wordt mogelijk gestopt wanneer de
elektronische sleutel zich in de buurt
van de auto bevindt.
1 .4 Antidiefstalsysteem
65
1
Veiligheid en beveiliging
Page 68 of 530
1.4.4 Antidiefstallabels*
*Indien aanwezig
Deze labels moeten de kans op diefstal
van de auto beperken door het
vergemakkelijken van de opsporing van
onderdelen van gestolen auto's. Ze
mogen wettelijk niet worden verwijderd.
1 .4 Antidiefstalsysteem
66
Page 69 of 530
2.1 Brandstofcel-elektrische auto......68
2.1.1 Eigenschappen brandstofcel-
elektrische auto...........68
2.1.2 Voorzorgsmaatregelen brandstofcel-
elektrische auto's..........71
2.1.3 Tips voor rijden met een
brandstofcel-elektrische auto....80
Brandstofcelsysteem2
67
Page 70 of 530

2.1 Brandstofcel-elektrische auto
2.1.1 Eigenschappen brandstofcel-elektrische auto
Brandstofcel-elektrische auto's maken op efficiënte wijze gebruik van elektriciteit die
wordt opgewekt door een chemische reactie tussen waterstof en zuurstof in een
brandstofcelpakket en van elektriciteit die wordt opgewekt in een tractiebatterij om de
elektromotor (tractiemotor) aan te drijven.
De brandstof is H2 (gecomprimeerd waterstofgas), waardoor de uitstoot alleen uit water
en waterdamp bestaat. Omdat ze geen stoffen als CO
2(kooldioxide) en NOx
(stikstofoxiden) uitstoten, zijn brandstofcel-elektrische auto's milieuvriendelijke auto's.
Onderdelen brandstofcel-elektrische auto
ABrandstofcelpakket
BBrandstofcelconverter en extra
inverter
CWaterstoftanks
DTractiebatterij
EElektromotor (tractiemotor)
FUitlaatpijp
Geluiden die uniek zijn voor een brandstofcel-elektrische auto
Als gevolg van het ontwerp van uw brandstofcel-elektrische auto zijn er diverse relais,
kleppen en pompen die onder normale rijomstandigheden geluiden produceren. Dit is een
normale eigenschap van de auto en duidt niet op een storing.
Daarnaast kunnen deze geluiden variëren, afhankelijk van de gebruiksomgeving of
-condities.
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de werkelijkheid.
2.1 Brandstofcel-elektrische auto
68
Page 71 of 530

Hoorbare geluiden Herkomst van de geluiden
Klappen, klikken en tikkenWerking van relais en van kleppen van waterstoftank
(De geluiden zijn mogelijk hoorbaar bij het starten of uitscha-
kelen van het brandstofcelsysteem.)
KloppenDe parkeerblokkering wordt geactiveerd
(De geluiden zijn mogelijk hoorbaar als schakelaar stand P
wordt ingedrukt of het brandstofcelsysteem wordt uitgescha-
keld.)
Sissen, piepenEr stroomt gas door de injector en kleppen
(De geluiden zijn mogelijk hoorbaar bij het tanken van brand-
stof.)
■Hoogtonig geluid
■Klopgeluid
■SisgeluidWerking van de pompen
(Met name als het brandstofcelsysteem wordt gestart, als
wordt geaccelereerd vanuit stilstand, of als de toets H
2O
wordt ingedrukt, zijn de geluiden mogelijk hoorbaar. Het ge-
luid is mogelijk harder in de Br-modus of wanneer de auto
decelereert terwijl het Dynamic Radar Cruise Control-
systeem geactiveerd is.)
■Zoemgeluid
■Hoogtonig geluidWerking van de elektromotor
(Met name tijdens accelereren of decelereren zijn de geluiden
mogelijk hoorbaar.)
Blaas- en afvoergeluidEr wordt water of lucht afgevoerd
Kan ook periodiek gebeuren als de auto geparkeerd is bij lage
buitentemperaturen, om bevriezing te voorkomen.
(De geluiden zijn mogelijk hoorbaar als de auto stilstaat, als
het brandstofcelsysteem is uitgeschakeld of tijdens
parkeren.)
Onderhoud, reparatie, recycling en
afvoer
Neem voor onderhoud, reparatie,
recycling en afvoer contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Voer de auto of onderdelen
ervan niet zelf af.
Rijden met de auto
Dankzij de elektromotor (tractiemotor)
kan er soepel en krachtig worden
weggereden en geaccelereerd. Deze auto
rijdt ongeveer hetzelfde als auto's met
een benzinemotor zonder dat er speciale
handelingen van de bestuurder nodig
zijn. (→Blz. 144) Omdat er geen
motorgeluiden zijn en de auto stil is,
kunnen er werkingsgeluiden die uniek
zijn voor onderdelen van een
brandstofcel-elektrische auto hoorbaar
zijn. (→Blz. 68)Regeneratief remmen
In de volgende situaties wekt de auto
elektriciteit op uit decelereren van de
auto tijdens het rijden.
• Het gaspedaal wordt losgelaten terwijl
er wordt gereden met de transmissie
in stand D.
• Het rempedaal wordt ingetrapt terwijl
er wordt gereden met de transmissie
in stand D.
Laden van de tractiebatterij
Omdat door het brandstofcelpakket
elektriciteit wordt opgewekt en de
tractiebatterij wordt opgeladen door
regeneratief remmen, hoeft de batterij
niet te worden opgeladen door een
externe bron. Als de auto echter
gedurende lange tijd wordt geparkeerd,
raakt de tractiebatterij langzaam
ontladen. Daarom moet u ervoor zorgen
2.1 Brandstofcel-elektrische auto
69
2
Brandstofcelsysteem
Page 72 of 530

dat er elke paar maanden gedurende
minimaal 30 minuten of 16 km met de
auto gereden wordt.
Als de tractiebatterij volledig ontladen
raakt en u het brandstofcelsysteem niet
meer kunt starten, neem dan contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Opladen van de 12V-accu
→Blz. 413
Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een brandstofcel-elektrische
auto
Omdat er geen motorgeluiden en
trillingen zijn, kan gemakkelijk worden
gedacht dat de brandstofcel-elektrische
auto uit staat, terwijl hij nog steeds aan
staat, zoals aangegeven door het
branden van het controlelampje READY.
Zet uit veiligheidsoverwegingen altijd de
transmissie in stand P en activeer de
parkeerrem wanneer u de auto parkeert.
Brandstofcelsysteem
Het systeem gedraagt zich mogelijk
anders bij lage buitentemperaturen
omdat het een speciaal koude-
startproces uitvoert om de
startprestaties te verbeteren.
(→Blz. 151)
De werkingsgeluiden (→blz. 68), het
afvoerproces (→blz. 154), enz. zijn
anders dan normaal. Dit duidt echter niet
op een storing.
Brandstof tanken
Gecomprimeerd waterstofgas kan
worden getankt bij waterstofstations.
Raadpleeg voor meer informatie over
waterstof als brandstof en tanken het
hoofdstuk “Openen van de tankdopklep”
in deze handleiding. (→Blz. 179)Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem
Brandstofcel-elektrische auto's maken in
tegenstelling tot auto's met een
benzinemotor geen motorgeluid. Er
wordt daarom een geluid, dat aangepast
wordt aan de rijsnelheid, afgespeeld om
mensen in de buurt te waarschuwen dat
de auto nadert. Het geluid stopt als de
rijsnelheid hoger wordt dan ongeveer
25 km/h.
De waarschuwing horen
In de volgende gevallen is het
akoestische
voertuigwaarschuwingssysteem mogelijk
moeilijk te horen voor mensen in de
buurt.
• In gebieden met harde
omgevingsgeluiden
• In de wind of regen
Ook is het akoestische
voertuigwaarschuwingssysteem achter
de auto mogelijk moeilijker te horen dan
vóór de auto omdat het systeem aan de
voorzijde van de auto is geïnstalleerd.
2.1 Brandstofcel-elektrische auto
70