Page 409 of 530

deskundige als het probleem niet
verholpen kan worden of als de
reparatieprocedure niet bekend is.
Starten van het brandstofcelsysteem in
een noodgeval
Wanneer het brandstofcelsysteem niet
start, maar de startknop normaal werkt,
kan het systeem aan de hand van de
volgende stappen voorlopig worden
gestart: Gebruik deze startprocedure
alleen in noodgevallen.
1. Trek aan de parkeerremschakelaar om
te controleren of de parkeerrem is
geactiveerd. (→Blz. 160)
Het waarschuwingslampje van de
parkeerrem gaat branden.
2. Zet het contact in stand ACC.
3. Houd de startknop gedurende
15 seconden ingedrukt terwijl het
rempedaal stevig wordt ingetrapt.
Ook als het brandstofcelsysteem met behulp
van deze stappen kan worden gestart, kan er
een storing in het systeem aanwezig zijn.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/ reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
8.2.7 Als u uw sleutels verliest
Een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
kan een nieuwe originele mechanische
sleutel maken met behulp van de andere
originele mechanische sleutel en het
sleutelnummer op uw plaatje met
sleutelnummer.
Bewaar het plaatje met het sleutelnummer
op een veilige plaats buiten de auto,
bijvoorbeeld in uw portemonnee.
OPMERKING
Wanneer u een elektronische sleutel
verliest
Als de elektronische sleutel zoek blijft,
wordt het risico aanzienlijk groter dat de
auto wordt gestolen. Ga onmiddellijk met
alle overgebleven elektronische sleutels die
bij uw auto zijn geleverd naar een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
8.2.8 Als de tankdopklep niet kan
worden geopend
Als de ontgrendelschakelaar van de
tankdopklep niet kan worden bediend,
kunt u de tankdopklep met behulp van de
onderstaande procedure openen.
Openen van de tankdopklep
1.
Verwijder het deksel in de bagageruimte.
2. Nadat u het deksel hebt verwijderd,
trekt u aan de hendel om de
tankdopklep te ontgrendelen en kan
hij net als anders worden geopend.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
407
8
Bij problemen
Page 410 of 530

8.2.9 Als de elektronische sleutel
niet goed werkt
Als de communicatie tussen de
elektronische sleutel en de auto is
verbroken (→blz. 118) of de
elektronische sleutel niet kan worden
gebruikt omdat de batterij leeg is, werken
het Smart entry-systeem met startknop
en de afstandsbediening niet. In
dergelijke gevallen kunnen de portieren
en de achterklep worden geopend en kan
het brandstofcelsysteem worden gestart
volgens onderstaande procedure.
Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
• Controleer of het Smart
entry-systeem met startknop niet is
uitgeschakeld via de persoonlijke
voorkeursinstellingen. Is de functie
uitgeschakeld, schakel hem dan in.
• Controleer of de
energiebespaarmodus is
ingeschakeld. Is de functie
ingeschakeld, schakel hem dan uit.
(→Blz. 118)
OPMERKING
In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle
elektronische sleutels die bij uw auto zijn
geleverd, naar een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.Vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren, ontgrendelen van de
achterklep
Vergrendelen en ontgrendelen van het
portier
Gebruik de mechanische sleutel
(→blz. 108) om de volgende handelingen
uit te voeren:
1. Vergrendelen van alle portieren
2. Ontgrendelen van alle portieren
Vergrendelen van het portier
1. Druk bij geopend portier de
vergrendelknop aan de binnenzijde
van het portier in.
Voorportieren
1. Sluit het portier met de portiergreep
uitgetrokken.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
408
Page 411 of 530

Achterportieren
1. Sluit het portier.
Achterklep
Draai de mechanische sleutel rechtsom
om de achterklep te ontgrendelen.
(→Blz. 62)
Aan de sleutel gekoppelde functies
1. Sluiten van de ruiten (draaien en
vasthouden)
2. Openen van de ruiten (draaien en
vasthouden)
Deze instellingen moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING!
Bij het gebruik van de mechanische
sleutel en het bedienen van de
elektrisch bedienbare ruiten
Bedien de elektrisch bedienbare ruit
nadat u hebt gecontroleerd of er geen
risico is dat een passagier met een
WAARSCHUWING!(Vervolg)
lichaamsdeel bekneld raakt tussen de
ruit. Laat tevens de mechanische
sleutel niet bedienen door kinderen.
Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel
van een kind of een andere passagier
klem komt te zitten door het bedienen
van de elektrisch bedienbare ruit.
Starten van het brandstofcelsysteem
1. Trap het rempedaal stevig in terwijl de
selectiehendel in stand P staat.
2. Houd de zijde van de elektronische
sleutel met het Toyota-logo tegen de
startknop.
Wanneer de elektronische sleutel
wordt gesignaleerd, klinkt er een
zoemer en wordt het contact AAN
gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem
met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voorkeursinstellingen,
wordt het contact in stand ACC gezet.
3. Trap het rempedaal stevig in en
controleer of
op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven.
4. Druk op de startknop.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als het
brandstofcelsysteem nog steeds niet kan
worden gestart.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
409
8
Bij problemen
Page 412 of 530

Uitschakelen van het
brandstofcelsysteem
Activeer de parkeerrem, zet de
selectiehendel in stand P en druk op de
startknop zoals u normaal doet bij het
uitschakelen van het
brandstofcelsysteem.
Batterij elektronische sleutel
Omdat deze procedure een
noodmaatregel is, wordt geadviseerd de
batterij van de elektronische sleutel zo
snel mogelijk te laten vervangen als deze
ontladen is. (→Blz. 366)
Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet
ingeschakeld als de mechanische sleutel
wordt gebruikt om de portieren te
vergrendelen. Het alarm kan worden
geactiveerd als een portier met de
mechanische sleutel wordt ontgrendeld
terwijl het alarmsysteem is ingeschakeld.
(→Blz. 61)
Wijzigen van de standen van het
contact
Laat het rempedaal los en druk tijdens
stap3hierboven op de startknop. Het
brandstofcelsysteem wordt niet
ingeschakeld en de standen van het
contact wijzigen iedere keer dat de knop
wordt ingedrukt. (→Blz. 155)
8.2.10 Als de 12V-accu is
ontladen
Als de 12V-accu ontladen is, kan het
brandstofcelsysteem met behulp van de
onderstaande procedures worden
gestart. U kunt contact ook opnemen met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.Opnieuw starten van het
brandstofcelsysteem
Als u de beschikking hebt over een set
startkabels en een tweede voertuig met
een 12V-accu, kunt u uw auto starten met
behulp van de onderstaande
hulpstartprocedure.
1. Controleer of u de elektronische
sleutel bij u hebt.
Auto's met een alarm: Als u de
startkabels (of booster) aansluit, kan
het alarm afgaan of kunnen de
portieren worden vergrendeld,
afhankelijk van de situatie. (→Blz. 63)
2. Open de motorkap. Verwijder het
deksel van de zekeringenkast.
(→Blz. 340)
Druk de borglippen in en til de klep
eraf.
Auto's met linkse besturing
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
410
Page 413 of 530
Auto's met rechtse besturing
3. Open het deksel van de speciale
hulpstartaansluiting.
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
4. Sluit de positieve startkabelklem aan
op
Avan uw auto en sluit de klem
aan de andere zijde van de positieve
startkabel aan op
Bvan de tweede
auto. Sluit vervolgens de negatieve
kabelklem aan op
Cvan de tweede
auto en sluit de klem aan de andere
zijde van de negatieve startkabel aan
op
D.Controleer eerst de omgeving
alvorens verbinding te maken met een
ongelakt metalen punt
D. Maak ook
geen verbindingen waar onderdelen
in de buurt voor hinder kunnen
zorgen.
Gebruik startkabels waarmee u bij de
aangegeven aansluitingen en
aansluitpunten kunt.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
411
8
Bij problemen
Page 414 of 530
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
ASpeciale hulpstartaansluiting (uw
auto)
BPluspool (+) accu (tweede auto)
CMinpool (-) accu (tweede auto)
DMetalen punt aangegeven in de
afbeelding.
5. Start de motor van de tweede auto.
Verhoog het motortoerental iets en
laat de motor gedurende ongeveer
5 minuten met het verhoogde
toerental draaien om de 12V-accu van
uw auto op te laden.
6. Open en sluit een van de portieren
terwijl het contact UIT staat.7. Laat de motor van de tweede auto
met een iets verhoogd toerental
draaien en start het
brandstofcelsysteem van uw auto
door het contact AAN te zetten.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
412
Page 415 of 530

8. Controleer of het controlelampje
READY gaat branden. Neem als het
controlelampje niet gaat branden
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
9. Wanneer het brandstofcelsysteem is
gestart, verwijder dan de
hulpstartkabels in exact de
omgekeerde volgorde van aansluiten.
10. Sluit het deksel van de speciale
hulpstartaansluiting en van de
zekeringenkast.
Laat, nadat het brandstofcelsysteem is
gestart, de auto zo snel mogelijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Starten van het brandstofcelsysteem
wanneer de 12V-accu ontladen is
Het brandstofcelsysteem kan niet worden
gestart door de auto aan te duwen.
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
• Zet de koplampen en het
audiosysteem uit als het
brandstofcelsysteem is uitgeschakeld.
• Schakel niet-noodzakelijke
elektrische verbruikers uit als er
gedurende langere tijd met lage
snelheden gereden wordt,
bijvoorbeeld in een file.
Als de 12V-accu verwijderd of
ontladen is
• De in de ECU opgeslagen informatie
wordt gewist. Laat wanneer de
12V-accu volledig is ontladen de auto
nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.• Sommige systemen moeten mogelijk
worden geïnitialiseerd. (→Blz. 440)
• Als de 12V-accu ontladen raakt, is het
wellicht niet mogelijk om de
transmissie in een andere stand te
zetten.
In dat geval kan de auto alleen worden
gesleept met beide achterwielen van
de grond, aangezien de achterwielen
geblokkeerd worden.
Bij het losnemen van de
12V-accuklemmen
Wanneer de 12V-accuklemmen worden
losgenomen, wordt de in de ECU
opgeslagen informatie gewist. Neem
voordat u de 12V-accuklemmen
losneemt zo snel mogelijk contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Opladen van de 12V-accu
De 12V-accu zal geleidelijk aan
ontladen, zelfs wanneer de auto niet in
gebruik is. Dit wordt veroorzaakt door
natuurlijke ontlading en het effect van
bepaalde elektrische apparatuur. Als de
auto langere tijd niet gebruikt wordt,
kan de 12V-accu ontladen raken en kan
het brandstofcelsysteem mogelijk niet
meer worden gestart. (De 12V-accu
laadt automatisch op wanneer het
brandstofcelsysteem in werking is.)
Bij het opladen of vervangen van de
12V-accu
• Wanneer de 12V-accu is ontladen, is
het in sommige gevallen niet mogelijk
om de portieren te ontgrendelen met
het Smart entry-systeem met
startknop. Gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te
vergrendelen of te ontgrendelen.
• Mogelijk start het
brandstofcelsysteem niet bij de eerste
poging nadat de 12V-accu weer is
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
413
8
Bij problemen
Page 416 of 530

opgeladen, maar start het wel normaal
na de tweede poging. Dit duidt niet op
een storing.
• De stand van het contact wordt door
de auto geregistreerd. Wanneer de
12V-accu weer wordt aangesloten,
keert het systeem terug naar de stand
die was geselecteerd voordat de
12V-accu ontladen was. Zorg dat het
contact UIT staat voordat de
12V-accu wordt losgenomen. Wees
extra voorzichtig bij het aansluiten
van de 12V-accu wanneer u niet zeker
weet in welke stand het contact stond
voordat de 12V-accu werd opgeladen.
• Als de 12V-accu weer is aangesloten:
start het brandstofcelsysteem, trap
het rempedaal in en controleer of de
selectiehendel in alle schakelstanden
kan worden gezet.
• Als de accu is verwijderd of de
aansluitingen zijn losgenomen zonder
dat de functie voor afvoer van water
bij koud weer niet is bediend, kan de
auto mogelijk niet worden gestart
doordat het brandstofcelsysteem is
bevroren. Bedien, om dit te
voorkomen, de functie voor afvoer van
water alvorens de accu te verwijderen
of de aansluitingen los te nemen.
(→Blz. 166)
Vervangen van de 12V-accu
• Gebruik een 12V-accu van het type
met centrale ontgassing (Europese
wetgeving).
• Gebruik een 12V-accu van hetzelfde
formaat als van de 12V-accu die wordt
vervangen en met een gelijkwaardige
capaciteit van 20 uur (20HR) of meer.
– Als het formaat verschilt, kan de
12V-accu niet goed worden
bevestigd.
– Als de capaciteit laag is, zelfs als de
auto korte tijd niet gebruikt is, kan
de 12V-accu ontladen raken en kan
het brandstofcelsysteem mogelijk
niet meer worden gestart.• Gebruik een 12V-accu met een
handgreep. Als u een 12V-accu zonder
handgreep gebruikt, zal het
verwijderen moeilijker gaan.
• Bevestig, na vervanging, de volgende
onderdelen stevig aan de
uitlaatopening van de 12V-accu.
– Gebruik de uitlaatslang die vóór
vervanging aan de 12V-accu was
bevestigd en controleer of deze
goed in de opening van de auto is
bevestigd.
– Gebruik de plug van de
uitlaatopening die bij de
vervangende 12V-accu hoort of die
van de vervangen 12V-accu.
(Afhankelijk van de te vervangen
12V-accu is de uitlaatopening
mogelijk afgesloten.)
APlug uitlaatopening
BUitlaatopening
CUitlaatslang
Neem voor meer informatie contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!
Bij het losnemen van de
12V-accuklemmen
Verwijder altijd eerst de minkabel (-).
Als de pluspool (+) wordt verwijderd en
daarbij contact maakt met metaal in de
omgeving, kan er een vonk ontstaan die
tot brand, een elektrische schok en
dodelijk of ernstig letsel kan leiden.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
414