Page 361 of 530

WAARSCHUWING!
Bij het plaatsen van het wiel
Het niet opvolgen van deze
voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden
dat de wielmoeren losraken, waardoor
het wiel van de auto af kan lopen, wat
kan leiden tot dodelijk of ernstig letsel.
• Breng nooit olie of vet aan op de
wielbouten of -moeren. Door het
gebruik van olie of vet worden de
wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of
de velg beschadigd kunnen raken.
Bovendien kunnen door gebruik van
olie of vet de wielbouten of
wielmoeren loslopen, waardoor het
wiel los kan raken en een ernstig
ongeval kan ontstaan. Verwijder olie
of vet van de wielbouten of
wielmoeren.
• Laat zo spoedig mogelijk na het
vervangen van een wiel de moeren
met een aanhaalmoment van
140 Nm(14,3 kgm,.103 ftlbf )
vastzetten.
• Plaats een beschadigde wieldop niet
opnieuw, omdat deze tijdens het
rijden los kan raken.
• Gebruik bij het aanbrengen van een
wiel uitsluitend wielmoeren die
speciaal zijn ontworpen voor het
desbetreffende wiel.
• Bij gescheurde of vervormde bouten,
schroefdraad van moeren of
boutgaten van het wiel, dient de auto
te worden gecontroleerd door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Repareren of vervangen van banden,
velgen, bandenspanningssensoren,
-zenders en ventieldopjes
→Blz. 352
7.3.8 Bandenspanning
Zorg ervoor dat de banden de juiste
spanning hebben. De bandenspanning
moet ten minste eenmaal per maand
gecontroleerd worden. Toyota beveelt u
echter aan de bandenspanning eens per
twee weken te controleren.
Gevolgen van een onjuiste
bandenspanning
Het rijden met een onjuiste
bandenspanning kan de volgende
gevolgen hebben:
• Hoger brandstofverbruik
• Verminderd rijcomfort en een slechte
handling
• Kortere levensduur van de banden als
gevolg van slijtage
• Een onveilige auto
• Beschadiging van de aandrijflijn
Als een band vaak moet worden
opgepompt, laat deze dan controleren
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Instructies voor het controleren van de
bandenspanning
Let bij het controleren van de
bandenspanning op het volgende:
• Controleer de bandenspanning alleen
als de banden koud zijn. Als uw auto
ten minste 3 uur heeft stilgestaan of
niet meer dan 1,5 km heeft gereden,
kunt u de bandenspanning voor koude
banden correct aflezen.
• Gebruik altijd een
bandenspanningsmeter. Het is
moeilijk te bepalen of een band de
juiste bandenspanning heeft op basis
van alleen het uiterlijk.
• Het is normaal dat de spanning van
een band na een rit is opgelopen
aangezien warmte wordt gegenereerd
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
359
7
Onderhoud en verzorging
Page 362 of 530

in de band. Laat na het rijden geen
lucht uit de banden lopen om de
spanning te verlagen.
• Verdeel de passagiers en het gewicht
van de bagage gelijkmatig over de
auto.
WAARSCHUWING!
Een goede bandenspanning zorgt
voor een langere levensduur van de
banden
Houd de bandenspanning op de juiste
waarde. Als de banden niet de juiste
spanning hebben, kunnen
onderstaande zaken zich voordoen. Dit
kan leiden tot een ongeval waarbij
dodelijk of ernstig letsel kan ontstaan.
• Overmatige slijtage
• Ongelijkmatige slijtage
• Slecht rijgedrag
• Mogelijke klapband door
oververhitting
• Luchtlekkage tussen de band en velg
• Wielvervorming en/of beschadiging
van de band
• Groter risico op beschadiging van de
band tijdens het rijden (als gevolg
van voorwerpen op het wegdek,
verbindingsstukken of scherpe
randen in het wegdek, enz.)
OPMERKING
Controleren en op de juiste spanning
brengen van de banden
Plaats na controle altijd de
ventieldopjes. Zonder de ventieldopjes
kan er vuil en vocht in het inwendige van
de ventielen doordringen. Hierdoor kan
de afdichting in gevaar komen, wat kan
leiden tot een lagere bandenspanning.
7.3.9 Velgen
Als een velg verbuigingen of scheuren
vertoont of erg gecorrodeerd is, moet
deze vervangen worden. Anders kan de
band van de velg raken of kan de auto
moeilijk beheersbaar worden.Keuze van velg
Let er bij het vervangen van velgen op dat
deze hetzelfde draagvermogen, dezelfde
diameter, velgbreedte en ET-waarde
*
hebben.
Vervangende velgen zijn verkrijgbaar bij
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*“Offset” is de gebruikelijke term.
Toyota adviseert u het volgende niet te
gebruiken:
• Velgen van verschillende maten of
types
• Gebruikte velgen
• Verbogen velgen die hersteld zijn
Vervangen van velgen
De velgen van uw auto zijn uitgerust met
bandenspanningssensoren en -zenders
voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem,
dat in een vroegtijdig stadium
waarschuwt als de bandenspanning te
laag wordt. Bij het vervangen van velgen
moeten er bandenspanningssensoren en
-zenders worden geplaatst. (→Blz. 351)
WAARSCHUWING!
Vervangen van velgen
• Gebruik alleen de in deze handleiding
aanbevolen maat velgen en banden.
Een andere maat kan resulteren in
een slechtere controle over de auto.
• Gebruik nooit een binnenband bij
een poreuze velg die ontworpen is
voor een tubeless band. Als u dat wel
doet, kan dat leiden tot een ongeval
waarbij dodelijk of ernstig letsel kan
ontstaan.
Plaatsen van wielmoeren
Breng nooit olie of vet aan op de
wielbouten of -moeren. Door het
gebruik van olie of vet worden de
wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
360
Page 363 of 530

WAARSCHUWING!(Vervolg)
velg beschadigd kunnen raken.
Daarnaast kunnen de wielmoeren
loslopen en de wielen losraken, wat kan
leiden tot een ongeval met dodelijk of
ernstig letsel als gevolg. Verwijder olie
of vet van de wielbouten of
wielmoeren.
Gebruik van beschadigde velgen niet
toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde
velgen. Als u dat wel doet, kan er
tijdens het rijden lucht uit de band
ontsnappen, waardoor een ongeval zou
kunnen ontstaan.
OPMERKING
Vervangen van
bandenspanningssensoren en
-zenders
• Omdat het repareren of vervangen
van een band invloed kan hebben op
de bandenspanningssensoren en
-zenders, adviseren we u deze
werkzaamheden uit te laten voeren
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Ga ook voor de
aanschaf van
bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Gebruik voor uw auto alleen originele
Toyota-velgen. Bij niet-originele
velgen kan niet worden gegarandeerd
dat de bandenspanningssensoren en
-zenders goed werken.
Belangrijke aanwijzingen voor
lichtmetalen velgen
• Gebruik uitsluitend de wielmoeren van
Toyota en de juiste wielmoersleutel
voor uw lichtmetalen velgen.• Controleer de wielmoeren na de
eerste 1.600 km telkens als een band
is verwisseld, een band is gerepareerd
of is vervangen.
• Pas op dat lichtmetalen velgen niet
beschadigd raken als u
sneeuwkettingen gebruikt.
• Bij het balanceren moet gebruik
worden gemaakt van Toyota- of
gelijkwaardige balanceergewichtjes,
die geplaatst dienen te worden met
een kunststof of rubber hamer.
7.3.10 Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig
worden vervangen om de optimale
werking van de airconditioning te
behouden.
Verwijderen van het interieurfilter
Auto's met linkse besturing:
1. Zet het contact UIT.
2. Open het dashboardkastje.
3. Verwijder het paneel.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
361
7
Onderhoud en verzorging
Page 364 of 530
4. Ontgrendel de afdekkap van het filter
(
A), haal de afdekkap van het filter
uit de klauwen (
B) en verwijder de
afdekkap van het filter.
5. Verwijder de filterhouder.
6. Verwijder het interieurfilter uit de
filterhouder en vervang het.
Plaats het filter en de filterhouder met
de aanduiding
UP naar boven
gericht.
Auto's met rechtse besturing:
1. Zet het contact UIT.
2. Open het dashboardkastje en schuif
de demper los.3. Duw het dashboardkastje aan de
zijkanten vanaf de buitenzijde naar
binnen om de klauwen vrij te maken.
4. Trek het dashboardkastje naar buiten
en maak de onderste klauwen vrij.
5. Ontgrendel de afdekkap van het filter
(
A), haal de afdekkap van het filter
uit de klauwen (
B) en verwijder de
afdekkap van het filter.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
362
Page 365 of 530

6. Verwijder de filterhouder.
7. Verwijder het interieurfilter uit de
filterhouder en vervang het.
Plaats het filter en de filterhouder met
de aanduiding
UP naar boven
gericht.
Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter
volgens het onderhoudsschema. In
gebieden met veel stof of met veel
verkeer moet vervanging vaker
plaatsvinden. (Zie het onderhoudsboekje
of het garantieboekje voor het
onderhoudsschema.)Als er te weinig lucht uit de
ventilatieroosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer
het filter en vervang het indien nodig.
Interieurfilter met
luchtreinigingsfunctie
Als er geurstoffen in uw auto zijn
geplaatst, kan de luchtreinigingsfunctie
in korte tijd aanzienlijk achteruit gaan. Als
er constant een airconditioninglucht te
ruiken is, moet het interieurfilter worden
vervangen.
OPMERKING
Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter
aanwezig is. Als de airconditioning
zonder filter gebruikt wordt, kan het
systeem beschadigd raken.
Voorkomen van schade aan de
afdekkap van het filter
Oefen bij het bewegen van de afdekkap
van het filter in de richting van de pijl om
de bevestiging los te nemen, geen
overmatige kracht uit op de klauwen.
Anders kunnen de klauwen beschadigd
raken.
7.3.11 Schoonmaken van de
ventilatieopeningen van de
tractiebatterij
Controleer, om een hoger
brandstofverbruik te voorkomen, de
ventilatieopeningen van de
tractiebatterij periodiek op
verontreinigingen. Als “Maintenance
Required for Traction Battery Cooling
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
363
7
Onderhoud en verzorging
Page 366 of 530

Parts See Owner’s Manual” (Onderhoud
vereist voor koelonderdelen
tractiebatterij, zie handleiding) wordt
weergegeven op het multi-
informatiedisplay, moeten de
ventilatieopeningen worden gereinigd
volgens onderstaande procedure:
Wanneer is periodiek onderhoud aan de
ventilatieopeningen nodig?
Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden van de auto,
zoals veelvuldig gebruik of bij het rijden in
druk verkeer of in stoffige gebieden,
moeten de ventilatieopeningen mogelijk
vaker worden schoongemaakt. Zie voor
details het onderhoudsboekje of het
garantieboekje.
Schoonmaken van de
ventilatieopeningen
Onjuist omgaan met de kapjes en filters
van de ventilatieopeningen kan schade
eraan tot gevolg hebben. Indien u twijfels
hebt over het schoonmaken van het filter,
neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Als “Maintenance Required for
Traction Battery Cooling Parts See
Owner’s Manual” (Onderhoud vereist
voor koelonderdelen tractiebatterij,
zie handleiding) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay
Reinig de ventilatieopeningen
onmiddellijk. Als er met de auto wordt
doorgereden terwijl de
waarschuwingsmelding weergegeven
wordt, kan er een storing ontstaan in de
tractiebatterij of kan het
uitgangsvermogen worden beperkt.
Schoonmaakprocedure
1. Zet het contact UIT.
2. Verwijder het rooster.3. Verwijder het filter van het rooster
van de ventilatieopening.
Als stof zich heeft opgehoopt in het
rooster van de ventilatieopening,
verwijder het stof dan met een
stofzuiger of iets dergelijks.
4. Verwijder het stof en zand uit het
filter.
Zuig met een stofzuiger of iets
dergelijks het stof en zand uit het
filter op door met het mondstuk
lichtjes langs de vouwen te gaan.
5. Houd het filter tegen het licht en
controleer of het niet verstopt is.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
364
Page 367 of 530

Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als het stof of
zand niet volledig kan worden
verwijderd.
6. Plaats het filter in het rooster.
7. Plaats het rooster.
Als “Maintenance Required for Traction
Battery Cooling Parts See Owner’s
Manual” (Onderhoud vereist voor
koelonderdelen tractiebatterij, zie
handleiding) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay8. Start het brandstofcelsysteem en
controleer of de
waarschuwingsmelding niet langer
wordt weergegeven.
(Het is wellicht nodig om ongeveer
20 minuten met de auto te rijden
voordat de waarschuwingsmelding
wordt weergegeven en vervolgens
verdwijnt.)
Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige wanneer de
waarschuwingsmelding niet na enige
tijd verdwijnt.
Als het stof of zand in het filter niet kan
worden verwijderd
Het verdient aanbeveling om een
stofzuiger met kunststof borstels te
gebruiken.
WAARSCHUWING!
Bij het schoonmaken van de
ventilatieopeningen
• Maak de ventilatieopeningen niet
schoon met water of andere
vloeistoffen. Als er water op de
tractiebatterij of andere
componenten terechtkomt, kan dit
leiden tot een storing of brand.
• Zet het contact UIT om het
brandstofcelsysteem uit te
schakelen alvorens de
ventilatieopeningen schoon te
maken.
• Steek geen hand of been in de
ventilatieopening. Als een hand of
been vast komt te zitten in een
koelventilator of in aanraking komt
met een onderdeel dat onder
hoogspanning staat, kan dat een
elektrische schok veroorzaken, wat
dodelijk of ernstig letsel tot gevolg
kan hebben.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
365
7
Onderhoud en verzorging
Page 368 of 530

WAARSCHUWING!(Vervolg)
Bij het verwijderen van de
afdekkapjes van de
ventilatieopeningen
Raak de servicestekker die zich in de
buurt van de ventilatieopeningen
bevindt niet aan. (→Blz. 71)
OPMERKING
Bij het schoonmaken van de
ventilatieopeningen
Gebruik geen perslucht, enz. Stof wordt
er mogelijk uit geblazen, waardoor een
storing kan ontstaan in de tractiebatterij
of het uitgangsvermogen kan worden
beperkt.
Voorkomen van beschadigingen aan de
auto
Houd u aan de volgende
voorzorgsmaatregelen:
• Zorg ervoor dat er geen water of vuil
in de ventilatieopening terechtkomt.
• Plaats het filter en de afdekkap na het
reinigen in hun oorspronkelijke
positie.
• Plaats alleen het voor deze auto
bestemde filter in de
ventilatieopening en gebruik de auto
niet terwijl het filter verwijderd is.
Voorkomen van schade aan het filter
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Laat een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige een beschadigd filter
vervangen door een nieuw filter.
OPMERKING(Vervolg)
• Gebruik geen perslucht, enz.
• Druk een stofzuiger of iets dergelijks
niet hard tegen het filter.
• Gebruik geen harde borstel zoals een
metalen borstel.
• Breek de vouwen van het filter niet.
7.3.12 Batterij elektronische
sleutel
Vervang de batterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
Mogelijk raakt de sleutel beschadigd als
de onderstaande procedure niet goed
wordt uitgevoerd. Het verdient daarom
aanbeveling om de sleutelbatterij te laten
vervangen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Als de batterij van de elektronische
sleutel ontladen is
De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen:
• Het Smart entry-systeem met
startknop en de afstandsbediening
zullen niet goed werken.
• Het bereik van de afstandsbediening
zal kleiner worden.
Zaken die u dient klaar te leggen
• Sleufkopschroevendraaier
• Kleine sleufkopschroevendraaier
• Lithiumbatterij CR2032
Gebruik een CR2032 lithiumbatterij
• Batterijen zijn verkrijgbaar bij een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige, plaatselijke
elektrozaken of fotospeciaalzaken.
• Vervang de batterij alleen door het
door de fabrikant aanbevolen type.
• Gooi batterijen niet weg, maar lever ze
in als KCA.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
366