Page 65 of 586

Informatie over de hellingsensor
De sensor activeert in de volgende
gevallen mogelijk het alarm:
• De auto wordt vervoerd per boot,
aanhangwagen, trein, enz.
• De auto staat geparkeerd in een
parkeergarage.
• De auto bevindt zich in een wasstraat
waarin de auto verplaatst wordt.
• Een van de banden verliest zijn
spanning.
• De auto wordt opgekrikt.
• Er doet zich een aardbeving of
wegverzakking voor.
• Er wordt bagage op het imperiaal
geladen of er vanaf gehaald.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat de inbraaksensor
goed werkt
• Spuit geen luchtverfrisser of andere
producten rechtstreeks in de
openingen van de sensoren.
• Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking
van de sensoren in negatieve zin
beïnvloed kan worden.
OPMERKING(Vervolg)
• Als u andere accessoires installeert
dan originele Toyota-onderdelen of
wanneer u voorwerpen achterlaat
tussen de bestuurdersstoel en de
stoel van de voorpassagier, werkt de
inbraaksensor mogelijk minder goed.
• De werking van de inbraaksensor
wordt mogelijk gestopt wanneer de
elektronische sleutel zich in de buurt
van de auto bevindt.
1 .4 Antidiefstalsysteem
63
1
Veiligheid en beveiliging
Page 66 of 586
1 .4 Antidiefstalsysteem
64
Page 67 of 586
2.1 EV-systeem................66
2.1.1 Kenmerken EV-systeem.......66
2.1.2 Voorzorgsmaatregelen EV-systeem .69
2.1.3 Tips voor rijden met een
batterij-elektrische auto......74
2.1.4 Actieradius.............75
2.2 Laden...................76
2.2.1 Laaduitrusting...........76
2.2.2 Vergrendelen en ontgrendelen van de
AC-laadstekker...........79
2.2.3 Laadmethoden...........81
2.2.4 Laadtips..............83
2.2.5 Wat u moet weten voor het laden . .84
2.2.6 Procedure voor AC-laden......87
2.2.7 Procedure voor DC-laden......93
2.2.8 Gebruik van de laadschemafunctie .98
2.2.9 Gebruik van de “Mijn
ruimte-modus”..........108
2.2.10 Solarlaadsysteem
*........111
2.2.11 Wanneer de normale procedure voor
laden niet kan worden
uitgevoerd............114
EV-systeem2
65
Page 68 of 586
2.1 EV-systeem
2.1.1 Kenmerken EV-systeem
Batterij-elektrische auto's zijn wezenlijk anders dan conventionele auto's.
Ze maken gebruik van elektriciteit die wordt opgewekt in een tractiebatterij om de
elektromotor aan te drijven. Omdat batterij-elektrische auto's rijden op elektriciteit,
stoten ze geen stoffen als CO2 (kooldioxide) en NOx (stikstofoxiden) uit. Batterij-
elektrische auto's zijn milieuvriendelijke auto's.
Systeemonderdelen
AESU: Electricity Supply Unit
(stroomvoorzieningseenheid,
ingebouwd in de DC/DC-converter)
BElektromotor (tractiemotor)/inverter
(voor/achter*)
CTractiebatterij
Levert elektriciteit aan de
elektromotor.
DLaadaansluiting
E12V-accu
FTractiebatterijlader
Levert elektriciteit aan diverse
voertuigsystemen, zoals de airbags,
koplampen en ruitenwissers.
*Alleen AWD-uitvoeringen
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de werkelijkheid.*: Alleen AWD-uitvoeringen
2.1 EV-systeem
66
Page 69 of 586

Tijdens het remmen (regeneratief
remmen)
De elektromotor (tractiemotor) laadt de
tractiebatterij op.
Door actief gebruik te maken van het
regeneratieve remmen kan de actieradius
worden vergroot doordat elektriciteit
wordt opgeslagen in de tractiebatterij.
Laden
De batterij-elektrische auto rijdt op
elektriciteit die afkomstig is van een
externe voedingsbron en wordt
opgeslagen in de tractiebatterij. Voor het
laden kunnen niet alleen openbare
laadstations, maar ook contactdozen
thuis worden gebruikt. Bij conventionele
auto's moet brandstof getankt worden,
maar hier moeten andere procedures
gevolgd worden. Lees daarom het
volgende aandachtig door.
• Laaduitrusting (→blz. 76)
• Wat u moet weten voor het laden
(→blz. 84)
• Procedure voor het laden van uw auto
(→blz. 87, blz. 93)
• Wanneer de normale procedure voor
laden niet kan worden uitgevoerd
(→blz. 114)
Regeneratief remmen
In de volgende situaties wordt kinetische
energie omgezet in elektrische energie
en wordt er een afremmingskracht
gegenereerd terwijl tegelijkertijd de
tractiebatterij wordt opgeladen.
• Het gaspedaal wordt losgelaten terwijl
er wordt gereden met de transmissie
in stand D.
• Het rempedaal wordt ingetrapt terwijl
er wordt gereden met de transmissie
in stand D.
Opladen van de 12V-accu
De 12V-accu wordt geladen via de
tractiebatterij als het EV-systeem in
werking is of terwijl de tractiebatterij
wordt geladen.Als de auto langere tijd niet is gebruikt,
is de 12V-accu mogelijk ontladen
geraakt door zelfontlading. Volg de
juiste procedures als dit gebeurt.
(→Blz. 469)
Als de auto gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt
• Laad de tractiebatterij eens per
maand als de auto gedurende langere
tijd niet wordt gebruikt. Hierdoor is de
tractiebatterij beschermd tegen
extreme spanningsafname door
zelfontlading.
• Als de auto gedurende langere tijd
niet wordt gebruikt, wordt de
12V-accu opgeladen door de
tractiebatterij om de kans te
verkleinen dat de 12V-accu ontladen
raakt. In dat geval kan de
koelventilator gaan draaien; dit duidt
echter niet op een storing.
• Laat de klep van de laadaansluiting
niet openstaan en laat de laadkabel
niet aangesloten op de auto, om te
voorkomen dat de 12V-accu ontladen
raakt.
Laden van de tractiebatterij
Zorg ervoor dat het laadniveau altijd
voldoende is voor uw rijbehoeften.
Als de tractiebatterij volledig ontladen
is, kan er niet met de auto gereden
worden. Laad de batterij zo snel mogelijk
als deze ontladen raakt.
Als de tractiebatterij ontladen raakt
• Als de tractiebatterij ontladen raakt,
gaat het waarschuwingslampje
tractiebatterij ontladen branden of
knipperen en wordt er een melding
weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 444)
• Als de tractiebatterij volledig ontladen
is, kan het EV-systeem niet worden
gestart en kan niet met de auto
gereden worden. Laad de
tractiebatterij zo snel mogelijk als
deze ontladen raakt.
2.1 EV-systeem
67
2
EV-systeem
Page 70 of 586

Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een batterij-elektrische auto
Omdat er geen motorgeluiden en
trillingen zijn, kan gemakkelijk worden
gedacht dat de batterij-elektrische auto
uit staat, terwijl hij nog steeds aan staat,
zoals aangegeven door het branden van
het controlelampje READY. Zet uit
veiligheidsoverwegingen altijd de
transmissie in stand P en activeer de
parkeerrem wanneer u de auto parkeert.
Voor en na het starten van het
EV-systeem kunnen de volgende
geluiden en trillingen hoorbaar en
voelbaar zijn. Deze geluiden en/of
trillingen duiden echter niet op een
storing:
• Als het bestuurdersportier wordt
geopend, kan aan de voorzijde van de
auto een geluid hoorbaar zijn dat
afkomstig is van het remsysteem.
• Er kunnen elektromotorgeluiden
hoorbaar zijn uit het
elektromotorcompartiment of de
bagageruimte.
• Bij het inschakelen of uitschakelen
van het EV-systeem kunnen
relaisgeluiden hoorbaar zijn uit het
elektromotorcompartiment.
• In de volgende situaties zijn er
werkingsgeluiden van het relais te
horen, zoals een klik of een vaag
gerammel, die afkomstig zijn van de
tractiebatterij.
– Wanneer het EV-systeem wordt in-
of uitgeschakeld
– Als het laden wordt gestart of is
voltooid
– Als voor de eerste keer met de auto
wordt gereden nadat de
tractiebatterij is opgeladen via
DC-laden
• Als het rempedaal wordt ingetrapt of
het gaspedaal wordt losgelaten,
kunnen er geluiden hoorbaar zijn die
worden veroorzaakt door het
regeneratief remmen.• Werkingsgeluiden van de
koelventilator afkomstig van de
radiateur.
• Werkingsgeluid van het
airconditioningsysteem
(aircocompressor, aanjagermotor).
Onderhoud, reparatie, recycling en
afvoer
Neem voor onderhoud, reparatie,
recycling en afvoer contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Voer de auto niet zelf af.
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem
Er wordt een geluid, dat aangepast wordt
aan de rijsnelheid, afgespeeld om mensen
in de buurt te waarschuwen dat de auto
nadert. Dit geluid is mogelijk binnenin de
auto hoorbaar. Het geluid stopt als de
rijsnelheid hoger wordt dan ongeveer
25 km/h.
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem
In de volgende gevallen is het
akoestische
voertuigwaarschuwingssysteem mogelijk
moeilijk te horen voor mensen in de
buurt.
• In gebieden met harde
omgevingsgeluiden
• In de wind of regen
Ook is het akoestische
voertuigwaarschuwingssysteem
achter de auto mogelijk moeilijker te
horen dan vóór de auto omdat het
systeem aan de voorzijde van de auto
is geïnstalleerd.
2.1 EV-systeem
68
Page 71 of 586
2.1.2 Voorzorgsmaatregelen EV-systeem
Wees voorzichtig met de in een batterij-elektrische auto aanwezige
hoogspanningsonderdelen (nominale spanning 355,2 V), zoals de tractiebatterij,
stroomvoorzieningseenheid, oranje hoogspanningskabels en elektromotor, en
onderdelen die zeer heet worden, zoals de radiateur. De hoogspanningsonderdelen zijn
voorzien van waarschuwingslabels. Lees deze als er werkzaamheden aan deze onderdelen
moeten worden uitgevoerd.
Systeemonderdelen
AWaarschuwingslabel
BHoogspanningskabels (oranje)
CESU: Electricity Supply Unit
(stroomvoorzieningseenheid,
ingebouwd in de DC/DC-converter)
DServicestekker
EAC-laadcontact
FDC-laadcontact
GTractiebatterij
HElektromotor (tractiemotor)/inverter
(voor/achter*)
IAircocompressor
JTractiebatterijlader
*Alleen AWD-uitvoeringen
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de werkelijkheid.
2.1 EV-systeem
69
2
EV-systeem
Page 72 of 586

Elektromagnetische golven
• De hoogspanningsonderdelen en
-kabels van batterij-elektrische auto's
zijn voorzien van een afscherming
voor elektromagnetische golven en
zenden daardoor ongeveer net zo veel
elektromagnetische golven uit als
conventionele auto's met een
benzinemotor of elektronische
huishoudapparatuur.
• Uw auto kan storingen veroorzaken in
niet-originele audio-onderdelen.
Tractiebatterij (lithium-ionbatterij)
De levensduur van de tractiebatterij is
niet onbeperkt.
De capaciteit van de tractiebatterij (de
mogelijkheid om energie op te slaan)
neemt op den duur door het gebruik af,
net als bij gewone oplaadbare batterijen.
De mate waarin de capaciteit afneemt,
hangt grotendeels af van de omgeving
(buitentemperatuur, enz.) en de
gebruiksomstandigheden, zoals hoe er
met de auto wordt gereden en hoe de
tractiebatterij wordt geladen.
Dit is een natuurlijk kenmerk van
lithium-ionbatterijen en duidt niet op
een defect. Hoewel de actieradius
afneemt als de capaciteit van de
tractiebatterij afneemt, nemen de
prestaties van de auto nagenoeg niet af.
Om te voorkomen dat de capaciteit
afneemt, moet u de richtlijnen volgen op
blz. 0, “Afname capaciteit van de
tractiebatterij”.
Starten van het EV-systeem in een
extreem koude omgeving
Als de tractiebatterij extreem koud is
(temperatuur lager dan ongeveer -30°C)
als gevolg van de temperatuur buiten de
auto, kan het EV-systeem mogelijk niet
gestart worden. Probeer in dat geval het
EV-systeem nogmaals te starten nadat
de temperatuur van de tractiebatterij is
opgelopen doordat bijvoorbeeld de
buitentemperatuur is gestegen.Declaration of conformity
De uitstoot van waterstof van dit model
voldoet aan reglement ECE100 (voor de
veiligheid van elektrisch aangedreven
auto's met batterijen).
WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot hoogspanning
De auto heeft zowel
hoogspanningssystemen (wissel- en
gelijkspanning) als een 12V-systeem.
Hoogspanningssystemen (wissel- en
gelijkspanning) zijn zeer gevaarlijk en
kunnen ernstige brandwonden,
elektrische schokken en dodelijk of
ernstig letsel veroorzaken.
• Verwijder of vervang nooit
hoogspanningsonderdelen,
hoogspanningskabels (oranje) en de
stekkers ervan, raak deze onderdelen
niet aan en haal ze niet uit elkaar.
• Het EV-systeem wordt na het starten
heet, aangezien het systeem
gebruikmaakt van hoogspanning.
Wees alert op zowel hoogspanning
als hoge temperaturen en volg altijd
de aanwijzingen op de
waarschuwingslabels op.
• Probeer nooit de klep onder de vloer
waarachter zich de servicestekker
bevindt te openen. De
servicestekker, waar hoogspanning
op staat, wordt alleen gebruikt bij
onderhoud aan de auto.
2.1 EV-systeem
70