Page 577 of 586
INFORMATIE LAADSTATION
AVeiligheidshaak (→blz. 398)
BKlep laadaansluiting (→blz. 76)
CSchakelaar elektrisch bedienbare
achterklep*(→blz. 151)
DOntgrendelingshendel motorkap
(→blz. 398)
EBandenspanning (→blz. 482)
*Indien aanwezig
Externe voedingsbron Blz. 81
Benodigde tijd voor opladen Blz. 83
Type tractiebatterij Blz. 479
Bandenspanning koud Blz. 482
INFORMATIE LAADSTATION
575
Index
Page 578 of 586

Antidiefstalsysteem
Alarm*..................59
Bedienen van het systeem......58
Inbraaksensor (indien aanwezig) en
hellingsensor (indien aanwezig) . . .61
Inschakelen/uitschakelen/uitzetten
van het alarmsysteem.........60
Inschakelen/uitschakelen van de
supervergrendeling..........59
Startblokkering.............58
Supervergrendeling*.........59
Bedienen van verlichting en
ruitenwissers
AHB (Automatic High Beam)* . . .219
AHS
(Adaptive High Beam-systeem)* .215
Bedienen van de
ruitenwisserhendel..........222
Dimlicht tijdelijk inschakelen . . .218 ,
221
Draaiknop koplampverstelling* . .215
Extended Headlight Lighting-
systeem................215
Gebruik van het Adaptive High
Beam-systeem............216
Gebruik van het Automatic High
Beam-systeem............219
Handmatig in- en uitschakelen van
het grootlicht..........218 , 221
Inschakelen van de koplampen . . .213
Inschakelen van de mistlampen . .222
Inschakelen van het grootlicht . . .215
Lichtschakelaar............213
Regelingen systeem.........216
Ruitenwissers en -sproeiers. . . .222
Schakelaar mistlampen.......222
Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten.........436
Als de auto onder water staat of het
water op de weg stijgt........437
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht . .436
Bedieningsinstructies........436
De auto tot stilstand brengen . . .436EV-systeem
Actieradius...............75
Airconditioning.............74
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem . .68
Bagage..................75
Bediening transmissie.........74
Bij het remmen.............74
Controle van bandenspanning....74
Files....................74
Kenmerken EV-systeem........66
Laden...................67
Manieren waarop wordt aangegeven
dat het laden is voltooid........75
Rijden op autowegen of snelwegen .74
Systeemonderdelen.......66,69
Tips voor het vergroten van de
actieradius................75
Tips voor rijden met een
batterij-elektrische auto.......74
Uitschakelsysteem voor
noodgevallen..............73
Voorzorgsmaatregelen EV-
systeem.................69
Waarschuwingsmelding.......73
Weergegeven waarde.........75
Favoriete instellingen
Ergonomisch geheugen*......179
“My settings” (mijn instellingen). .182
Opgeslagen functies.........183
Opslaan/oproepen van een
rijpositie................180
Registreren/oproepen/uitschakelen
van een rijpositie in een elektronische
sleutel (geheugenoproepfunctie) .181
Types authenticatie-apparaten . .183
Vergemakkelijken van in- en
uitstappen bestuurder
(Power Easy Access-systeem) . . .179
Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming
Activeren van de op afstand
bedienbare airconditioning.....365
Afzonderlijk instellen van de
temperatuur voor de bestuurder en
voor de voorpassagier
(SYNC-modus)............362
Automatische airconditioning . . .359
Bedieningspaneel airconditioning.359
Trefwoordenlijst
576
Page 579 of 586

Bediening van elk systeem.....358
Gebruik van de automatische
modus .................362
Geconcentreerde
luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus) ..........363
Inschakelen van de regeling
ALLAUTO(ECO) ...........358
Op afstand bedienbare
airconditioning ............365
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen .........362
Regeling ALL AUTO (ECO) ......358
Stoelventilatoren (voorstoelen) . .368
Stoelverwarming ...........368
Stuurwielverwarming ........367
Stuurwielverwarming*/
stoelverwarming*/
stoelventilatoren* ..........367
Voor het verlaten van de auto . . .365
Voorruitontwaseming
(indien aanwezig) ...........364
Gebruik van de interieurverlichting Bedienen van de
interieurverlichting .........370
Bedienen van de leeslampjes . . . .371
Overzicht interieurverlichting . . .369
Plaats van de interieurverlichting .369
Gebruik van de ondersteunende
systemen Advanced Park-functie
fileparkeren ..............323
Advanced Park-functie haaks
inparkeren (vooruit/achteruit) . . .318
Advanced Park-functies .......308
Advanced Park-functie wegrijden
uit fileparkeervak ...........326
Afstandsbedieningsfunctie .....332
Basisfuncties .......234 , 248, 257
Begeleidingsschermen
Advanced Park ............317
Bestuurderscamera* .........234
Bewegend voertuig achter de
auto*..................302
Bij gebruik van de Grip Control . . .344
Bijwerken van de software .....226
Blokkeerfase ..............270
BSM (Blind Spot Monitor)* .....270Controleren van de Toyota Safety
Sense-versie van uw auto
......225
Cruise control .............263
Detectiegebieden van de
Safe Exit Assist ............277
Display werking van ondersteuning
stuurwielbediening ..........248
Doel van Advanced Park .......307
Door Toyota Safety Sense gebruikte
sensoren ................228
Dynamic Radar Cruise Control . . .256
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist ...........262
Fase voor afremmen en tot
stilstand brengen ...........270
Functie inhaalbeveiliging ......262
Functie van de
afstandsbedieningsfunctie .....308
F
unctie voor verlaging van de
bochtensnelheid ...........261
Functie wegrijden uit haaks
parkeervak (vooruit/achteruit)
Advanced Park ............321
Geheugenfunctie Advanced Park .328
In- en uitschakelen van
Advanced Park ............316
In- en uitschakelen van het
Safe Exit Assist-systeem ......276
Inhoud van het gedeelte van de
handleiding over Toyota Safety
Sense ..................225
Inschakelen/uitschakelen van de
Parking Support Brake ........298
Inschakelen/uitschakelen van de
RCD-functie ..............294
Inschakelen/uitschakelen van de
RCTA ..................288
Instellen van de maximale
rijsnelheid ...............266
Instellen van de rijsnelheid . .258 , 264
In-/uitschakelen van de
Blind Spot Monitor ..........272
In-/uitschakelen van het systeem .247
LDA (Lane Departure Alert) . . . .248
LTA-functies ..............244
LTA (Lane Tracing Assist) ......244
Multimedia-display ......294 , 304
Naderingswaarschuwing ......261
Noodstopsysteem ..........268
Objecten die door de Safe Exit Assist
kunnen worden gesignaleerd . . . .277
Trefwoordenlijst
577
Trefwoordenlijst
Page 580 of 586

Onderbreken/hervatten van
de cruise control.....259 , 265, 267
Ondersteunende systemen .228 , 346
Ondersteuning voor
rijstrookwisseling...........262
Overzicht systeem..........299
Overzicht van de ondersteunende
systemen................346
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .235
PKSB (Parking Support Brake)* . .296
PKSB-systeem (Parking Support
Brake)..................296
RCD (Rear Camera Detection)* . . .293
RCTA ..................289
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)*.................288
RSA (Road Sign Assist).......252
Samenvatting van het systeem . .269
Schermen en bediening.......252
SEA (Safe Exit Assist)*........275
Selecteren van de rijmodus.....342
Signaleerbare objecten.......236
Snelheidsbegrenzer*........265
Snelheidsbegrenzer met
Road Sign Assist...........267
SNOW-modus*............341
Software-update...........225
Soorten camera's en sensoren
Advanced Park............314
Soorten ondersteunde
verkeersborden............254
Soorten sensoren.......301 , 302
Stilstaande objecten rond de auto
(auto's met Advanced Park).....306
Stilstaande objecten voor en
achter de auto*............300
Systeemfuncties...........236
Systeemonderdelen . .258 , 264, 266,
271, 275, 279, 288, 342
Toyota Parking Assist-sensor* . . .279
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........280
Toyota Safety Sense.........227
Toyota Teammate Advanced
Park*..................307
Uitschakelen/onderbreken
Advanced Park............337
Voetgangers achter de auto*. . . .303
Voorbeelden van de werking van het
systeem................304Voorbeelden van het in werking
treden van de functie . .300 , 302, 306
Waarschuwingsfase 1........269
Waarschuwingsfase 2........270
Waarschuwingsfunctie.......253
Waarschuwingsfunctie obstakel
(auto's met Advanced Park).....286
Wanneer de op dat moment
ingestelde snelheid hoger is dan de
herkende snelheidslimiet......263
Wanneer de op dat moment
ingestelde snelheid lager is dan de
herkende snelheidslimiet......263
Wanneer een voetganger wordt
gesignaleerd..............294
Weergavefunctie...........253
Weergaven en zoemers voor
vermogensbegrenzingsregeling
EV-systeem en remregeling. . . .298
Weergave sensorsignalering,
afstand tot object...........284
Weergegeven meldingen
Advanced Park............340
Werking Blind Spot Monitor. . . .272
Werking systeem...........341
Werking van de Downhill Assist
Control als de X-MODE is
geselecteerd..............343
Wijzigen van de ingestelde
snelheid..........259 , 264, 267
Wijzigen van de instellingen van
Advanced Park............339
Wijzigen van de instellingen van de
bestuurderscamera.........235
Wijzigen van de instellingen van de
Dynamic Radar Cruise Control . . .263
Wijzigen van de instellingen van de
Remote Park-app...........340
Wijzigen van de instelling van het
Pre-Crash Safety-systeem.....244
Wijzigen van de RSA-instellingen .256
Wijzigen van de tussenafstand . . .260
Wijzigen van LDA-instellingen . . .251
X-MODE*................342
Trefwoordenlijst
578
Page 581 of 586

Gebruik van de opbergmogelijkhedenAfdekplaat ...............375
Bagageafdekking
(indien aanwezig) ...........376
Bagagehaken .............374
Bekerhouders .............373
Consolevak ..............372
Extra opbergvak
(auto's zonder draadloze lader) . .374
Fleshouders ..............373
Opbergruimte onder de
afdekplaat ...............376
Open opbergvak ...........374
Overzicht van
opbergmogelijkheden ........371
Pasjeshouders .............374
Plaats van de
opbergmogelijkheden ........371
Voorzieningen in de
bagageruimte .............374
Gebruik van de overige voorzieningen in
het interieur Accessoireaansluiting ........380
Armsteun ...............388
Bedienen van het elektrisch
bedienbare zonnescherm ......378
Draadloze lader (indien
aanwezig) ...............381
Elektrisch bedienbaar
zonnescherm* .............378
Handgrepen ..............388
Kledinghaakjes ............388
Make-upspiegels ...........379
Overige voorzieningen in het
interieur ................379
USB-laadaansluitingen type C . . .380
Zonnekleppen .............379
INFORMATIE LAADSTATION ......575
Informatie over sleutels Afstandsbediening ..........141
Gebruik van de mechanische
sleutel .................142
Sleutels .................140
Soorten sleutels ...........140 Initialisatie
Overzicht van te initialiseren
onderdelen ..............494
Te initialiseren onderdelen .....494
Instrumentenpaneel Aan audiosysteem gekoppelde
weergave................135
Afstellen van de klok .........132
Controlelampjes ...........128
Dimmer dashboardverlichting
r
egelen .................132
Meters en tellers ...........130
Multi-informatiedisplay .......133
Soort rij-informatie .........134
Suggestiefunctie ...........137
Waarschuwingslampjes .......126
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes ............126
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes die op het
instrumentenpaneel worden
weergegeven .............126
Weergave en menu-iconen .....133
Weergave informatie
ondersteunend systeem .......135
Weergave instellingen ........136
Weergave instrumentenpaneel . .130
Weergave kilometerteller en
dagteller ................132
Weergave voertuiginformatie . . .135
Wijzigen van de weergave van het
instrumentenpaneel .....132 , 134
Laden Als de laadschemafunctie niet
normaal werkt .............118
Als er een melding met betrekking tot
het laden wordt weergegeven . . .120
Bekijken van informatie met
betrekking tot het laden .......83
Controleer voorafgaand aan het
laden het volgende ........85,93
Gebruik van de laadschemafunctie .98
Gebruik van de “Mijn ruimte-
modus” .................108
Inschakelen van de “My Room Mode”
(mijn ruimte-modus) .........108
Instellingen uitvoeren op het
multi-informatiedisplay .......100
Trefwoordenlijst
579
Trefwoordenlijst
Page 582 of 586

Instellingen uitvoeren op het scherm
van het multimediasysteem. . . .103
Instellingen van de
laadschemafunctie...........98
Laadgekoppelde functies.......81
Laadindicator..............79
Laadmethoden.............81
Laadtips.................83
Laaduitrusting.............76
Laaduitrusting en benamingen . . .76
Na het laden............92,97
Openen/sluiten van de klep van de
laadaansluiting.............77
Procedure voor AC-laden.......87
Procedure voor DC-laden.......93
Registreren van het laadschema. . .99
Solarlaadsysteem*..........111
Systematisch laden..........83
Tijdens het laden.........87,93
Vergrendelen en ontgrendelen van de
AC-laadstekker.............79
Voorzorgsmaatregelen bij laden . . .87
Wanneer de normale procedure voor
laden niet kan worden uitgevoerd .114
Wanneer de procedure voor DC-laden
niet normaal kan worden
uitgevoerd...............116
Wat u moet weten voor het laden . .84
Weergave van informatie over
energiebalans als “Mijn
ruimte-modus” is ingeschakeld . .108
Weergeven van informatie met
betrekking tot het
solarlaadsysteem...........112
Werking solarlaadsysteem.....111
Noodoproep
Controlelampjes............51
eCall*...................50
Noodoproepdiensten.........51
Overzicht systeem van
toegevoegde diensten........54
Systeemonderdelen..........51
Uitvoeren van de regelgeving....55
Onderhoud
Onderhoud en reparatie.......395
Periodiek onderhoud.........396
Zelf uit te voeren onderhoud. . . .396Onderhoud en verzorging
Beschermen van het interieur . . .393
Reinigen en beschermen van het
exterieur van uw auto........390
Reinigen en beschermen van het
interieur van uw auto........393
Reinigingsinstructies........390
Schoonmaken van de metaalaccenten
met satijnglans............394
Schoonmaken van kunstleder . . .395
Schoonmaken van lederen
bekleding...............394
Stoffen delen schoonmaken. . . .395
Openen, sluiten en vergrendelen van de
portieren
Aanpassing van de geopende positie
van de achterklep (auto's met
elektrisch bedienbare achterklep) .161
Achterklep...............147
Automatische vergrendel- en
ontgrendelsystemen van de
portieren................146
Het systeem van de elektrisch
bedienbare achterklep uitschakelen
(auto's met elektrisch bedienbare
achterklep)..............161
Kindersloten achterportieren . . .146
Openen en sluiten van de achterklep
(auto's met elektrisch bedienbare
achterklep)..............150
Openen en sluiten van de achterklep
(auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep)..............149
Portieren................142
Smart entry-systeem met
startknop...............162
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de achterklep . .149
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren . . .146
Van buitenaf ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren . . .142
Van buitenaf vergrendelen en
ontgrendelen van de achterklep . .149
Trefwoordenlijst
580
Page 583 of 586

Openen, sluiten van de ruitenElektrisch bedienbare ruiten . . . .176
Openen en sluiten van de elektrisch
bedienbare ruiten ..........176
Voorkomen van onbedoelde
bediening (blokkeerschakelaar
ruitbediening) .............179
Over deze handleiding ...........7
Overzicht ...................9
Persoonlijke voorkeursinstellingen Functies van de auto aanpassen aan
de persoonlijke voorkeur ......482
Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke
voorkeursinstellingen .....482 , 483
Rijprocedures Bedieningsinstructies .....207 , 208
Brake Hold-systeem .........211
Doel en functie van de
schakelstanden ............202
Inschakelen van het systeem . . . .211
Parkeerrem ..............208
Regeneratieboostschakelaar . . . .206
Richtingaanwijzerschakelaar . . . .207
Schakelstand N geselecteerd houden
zonder dat de functie voor het
automatisch selecteren van stand P
wordt geactiveerd ..........205
Selecteren van de Eco-modus . . .207
Selecteren van de rijmodus .....206
Starten van het EV-systeem . . . .198
Startknop ...............198
Transmissie ..............202
Uitzetten van het EV-systeem . . .200
Weergave schakelstand en wijzigen
van de schakelstand .........203
Wijzigen van de standen van het
contact .................201
Rijtips Bij het parkeren ............352
Kenmerken terreinauto's ......353
Kiezen van sneeuwkettingen . . . .353
Rijden in de winter ..........351
Terreinrijden ..............354
Tijdens het rijden ...........352
Voorbereiding voor de winter . . .351 Voordat u met de auto gaat rijden .352
Voorzorgsmaatregelen bij
terreinauto's
..............353
Wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen . . .353
Specificaties Afmetingen en gewichten .....478
Banden en velgen ...........482
eAxle achter (AWD-uitvoeringen) .481
eAxlevoor...............480
Elektrisch systeem ..........480
Elektromotor achter (tractiemotor)
(AWD-uitvoeringen) .........479
Elektromotor voor (tractiemotor) .479
Identificatie van de auto .......478
Koelsysteem ..............479
Onderhoudsgegev
ens........478
Remmen ................481
Stuurinrichting ............482
Tractiebatterij .............479
Verwarming ..............480
Stappen die genomen moeten worden in
noodgevallen Het EV-systeem kan niet worden
gestart, ook al is de startprocedure
correct uitgevoerd.
(→Starten van het EV-systeem . .466
Acties behorende bij de
waarschuwingslampjes of
-zoemers ................442
Als de 12V-accu is ontladen . . . .469
Als de auto vast komt te zitten . . .475
Als de elektronische sleutel niet goed
werkt ..................468
Als de kleppen van de
laadaansluitingen niet kunnen
worden geopend ...........467
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of een waarschuwingszoemer
klinkt ..................442
Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven .........449
Als het EV-systeem niet kan
worden gestart ............466
Als u denkt dat er iets mis is . . . .441
Als u uw sleutels verliest .......467
Als uw auto een lekke band heeft .455
Als uw auto moet worden
gesleept ................437
Trefwoordenlijst
581
Trefwoordenlijst
Page 584 of 586

Als uw auto oververhit raakt. . . .473
Correctieprocedures.........473
De interieurverlichting en de
koplampen gaan niet branden of de
claxon maakt geen geluid.......466
De interieurverlichting en de
koplampen gaan zwakker branden of
de claxon maakt geen of weinig
geluid..................466
Herstarten van het EV-systeem . .469
Herstelprocedure...........475
Hoorbare symptomen........441
Merkbare symptomen........441
Noodreparatieprocedure......459
Noodstartfunctie...........466
Omstandigheden waaronder u vóór
het slepen contact dient op te nemen
met de dealer.............438
Onderdelen van de
bandenreparatieset.........457
Openen van de klepjes van de
laadaansluitingen..........467
Plaats van bandenreparatieset en
gereedschap..............457
Procedure bij slepen in een
noodgeval...............440
Situaties waarbij het niet mogelijk is
om door een ander voertuig te
worden gesleept...........438
Slepen in een noodgeval......440
Slepen met een lepelwagen.....438
Starten van het EV-systeem. . . .469
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren...........468
Vervoeren op een autoambulance .440
Verwijderen van de
bandenreparatieset.........459
Voordat u de band repareert. . . .456
Zichtbare symptomen........441
Ter informatie.................5
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Airbags voor voorpassagier
uitschakelen...............36
Baby- en kinderzitjes.........37
Baby- of kinderzitje vastgezet met een
onderste ISOfix-bevestigingspunt .48
Baby- of kinderzitje vastgezet met een
veiligheidsgordel............47Bij gebruik van een baby- of
kinderzitje................39
Geschiktheid baby- en kinderzitjes
voor elke zitpositie...........41
Handmatig in-/uitschakelsysteem
airbag...................35
Inhoudsopgave.............37
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel............49
Plaatsingsmethode baby- of
kinderzitje................46
Punten om rekening mee te
houden..................38
Rijden met kinderen in de auto....37
Systeemonderdelen..........36
Verklaringen................498
Verstellen van de stoelen
Achterstoelen.............168
Afstellen in verticale richting. . . .171
Hoofdsteunen
.............170
Plaatsen van de hoofdsteunen . . .172
Procedure voor het verstellen . . .167 ,
168
Rugleuningen achter
neerklappen..............169
Verwijderen van de hoofdsteunen .171
Voorstoelen..............167
Verstellen van het stuurwiel en de
spiegels
Afstellen van de hoogte van de
binnenspiegel.............174
Antiverblindingsstand........174
Binnenspiegel.............174
Buitenspiegels............174
Claxonneren..............173
Inklappen en uitklappen van de
spiegels.................175
Koppeling van spiegelstand aan
achteruitrijden............176
Procedure voor het verstellen . . .173 ,
175
Stuurwiel................173
Trefwoordenlijst
582