Page 177 of 586

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Beide buitenspiegels dienen in de
normale stand te staan en goed te
zijn ingesteld alvorens met de auto
wordt gereden.
Procedure voor het verstellen
1. Draai de schakelaar om een
buitenspiegel te selecteren.
ALinks
BRechts
2. Bedien de schakelaar om de spiegel te
verstellen.
AOmhoog
BRechts
COmlaag
DLinks
De spiegelhoek kan worden versteld
wanneer
Het contact in stand ACC of AAN staat.Ontwasemen van de spiegels
De buitenspiegels kunnen worden
ontwasemd met de spiegelverwarming.
Door de achterruitverwarming in te
schakelen wordt de
buitenspiegelverwarming ingeschakeld.
(→Blz. 361)
Automatisch afstellen van de
buitenspiegels (indien aanwezig)
U kunt de gewenste stand van de spiegel
in het geheugen opslaan en automatisch
vanuit het ergonomische geheugen
oproepen. (→Blz. 179)
WAARSCHUWING!
Als de spiegelverwarming is
ingeschakeld
Raak het oppervlak van de spiegels niet
aan, omdat dit heet kan worden en
brandwonden kan veroorzaken.
Inklappen en uitklappen van de spiegels
1. Inklappen
2. Uitklappen
Als de schakelaar van de inklapbare
buitenspiegels in de middenstand staat,
wordt de automatische stand
ingeschakeld. De automatische stand
maakt het mogelijk om het inklappen of
uitklappen van de spiegels te koppelen
aan het vergrendelen/ontgrendelen van
de portieren.
4.4 Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
175
4
Voordat u gaat rijden
Page 178 of 586

Gebruik van de automatische stand bij
koud weer
Wanneer de automatische stand wordt
gebruikt bij koud weer, kan de
buitenspiegel bevriezen en wordt de
spiegel mogelijk niet automatisch in- en
uitgeklapt. Verwijder in dit geval sneeuw
en ijs van de spiegel en bedien de spiegel
vervolgens met de schakelaar inklapbare
buitenspiegels of door de spiegel met de
hand te bewegen.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke
voorkeursinstellingen:→blz. 487)
WAARSCHUWING!
Wanneer een spiegel wordt versteld
Zorg ervoor dat uw hand niet bekneld
raakt tussen de bewegende spiegel en
het spiegelhuis om letsel en storingen
te voorkomen.
Koppeling van spiegelstand aan
achteruitrijden
Wanneer de spiegelselectieschakelaar in
stand L of R staat, kantelen de
buitenspiegels tijdens het achteruitrijden
automatisch naar beneden om meer zicht
op de grond te bieden. Beweeg de
spiegelselectieschakelaar naar de
neutraalstand (tussen L en R) om deze
functie uit te schakelen.
Afstellen van de spiegelhoek tijdens het
achteruitrijden
Stel de spiegelhoek naar wens af terwijl
de transmissie in stand R staat.
De ingestelde hoek wordt opgeslagen en
de spiegel kantelt automatisch naar de
opgeslagen hoek wanneer de volgende
keer de transmissie in stand R wordt
gezet.De opgeslagen positie voor omlaag
kantelen van de spiegel is gekoppeld aan
de normale stand (afgestelde hoek met
de transmissie in een andere stand dan
R). Als daarom de normale stand wordt
gewijzigd na het afstellen, wijzigt ook de
kantelstand. Wanneer de normale stand
wordt gewijzigd, stel dan tijdens het
achteruitrijden de hoek opnieuw af.
4.5 Openen, sluiten van de
ruiten
4.5.1 Elektrisch bedienbare
ruiten
Openen en sluiten van de elektrisch
bedienbare ruiten
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
worden geopend en gesloten met behulp
van de schakelaars.
1. Sluiten
2. One-touch sluiten
*
3. Openen
4. One-touch openen*
*
De ruit stopt in een tussenstand door de
schakelaar in de andere richting te
bewegen.
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
bediend worden als
Het contact AAN staat.
4.4 Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
176
Page 179 of 586

Bedienen van de elektrisch bedienbare
ruiten nadat het EV-systeem is
uitgeschakeld
Ook nadat het contact in stand ACC of UIT
is gezet, kunnen de elektrisch bedienbare
ruiten nog gedurende ongeveer
45 seconden worden bediend. Ze kunnen
echter niet meer worden bediend zodra
een van de voorportieren is geopend.
Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten van de ruit een
object bekneld raakt tussen de ruit en het
ruitframe, stopt de beweging van de ruit
en wordt de ruit weer iets geopend.
Knelbeveiligingsfunctie
Als tijdens het openen van de ruit een
object bekneld raakt tussen het portier
en de ruit, stopt de beweging van de ruit.
Als de ruit niet kan worden geopend of
gesloten
Wanneer de klembeveiliging of de
knelbeveiliging niet goed werkt en de
zijruit niet kan worden geopend of
gesloten, voer dan de onderstaande
handelingen uit met de schakelaar van de
ruitbediening van dat portier.
• Breng de auto tot stilstand. Zorg
ervoor dat het contact AAN staat en
bedien de schakelaar van de
ruitbediening continu in de one-touch
sluitpositie of de one-touch
openpositie binnen 4 seconden nadat
de klembeveiliging of knelbeveiliging
werd geactiveerd, zodat de zijruit kan
worden geopend en gesloten.
• Als de zijruit ook na het uitvoeren van
bovenstaande handelingen niet kan
worden geopend of gesloten, voer dan
de onderstaande procedure uit voor
initialisatie van de functie.
1. Zet het contact AAN.
2. Houd de schakelaar voor de
ruitbediening omhoog getrokken in
de one-touch sluitpositie en sluit de
zijruit volledig.3. Laat de schakelaar voor de
ruitbediening even los en houd
vervolgens de schakelaar gedurende
ten minste ongeveer 6 seconden in de
one-touch sluitpositie.
4. Houd de schakelaar van de
ruitbediening ingedrukt in de
one-touch openpositie. Blijf de
schakelaar, nadat de zijruit volledig is
geopend, nog eens ten minste
1 seconde in die positie vasthouden.
5. Laat de schakelaar voor de
ruitbediening even los en houd
vervolgens de schakelaar gedurende
ten minste ongeveer 4 seconden in de
one-touch openpositie.
6. Houd de schakelaar voor de
ruitbediening nogmaals omhoog
getrokken in de one-touch
sluitpositie. Blijf de schakelaar, nadat
de zijruit volledig is gesloten, nog
eens ten minste 1 seconde in die
positie vasthouden.
Herhaal de procedure vanaf het begin als
u de schakelaar hebt losgelaten terwijl de
ruit nog in beweging was. Als de ruit in de
tegengestelde richting beweegt en niet
volledig kan worden gesloten of geopend,
laat dan de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Aan portierslot gekoppelde werking
ruiten
• De elektrisch bedienbare ruiten
kunnen worden geopend en gesloten
met behulp van de mechanische
sleutel.
*(→Blz. 468)
• De elektrisch bedienbare ruiten
kunnen worden geopend en gesloten
met behulp van de
afstandsbediening.
*(→Blz. 143)
*Deze instellingen moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden
aangepast door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
4.5 Openen, sluiten van de ruiten
177
4
Voordat u gaat rijden
Page 180 of 586

of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Waarschuwingszoemer bij geopende
elektrisch bedienbare ruiten
De zoemer klinkt en er verschijnt een
melding op het multi-informatiedisplay
in het instrumentenpaneel wanneer het
contact UIT staat en u het
bestuurdersportier opent terwijl de
elektrisch bedienbare ruiten geopend
zijn.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen:
→blz. 487)
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Sluiten van de ruiten
• De bestuurder is verantwoordelijk
voor de bediening van de elektrisch
bedienbare ruiten, ook voor die van
de passagiers. Laat, om onbedoelde
bediening, met name door kinderen,
te voorkomen, de elektrisch
bedienbare ruiten niet door kinderen
bedienen. Het kan gebeuren dat een
lichaamsdeel van een kind of een
andere passagier klem komt te zitten
tussen de elektrisch bedienbare ruit.
Wanneer er een kind in de auto zit,
verdient het aanbeveling om de
blokkeerschakelaar voor de
ruitbediening te gebruiken.
(→Blz. 179)
• Controleer of geen van de
inzittenden een lichaamsdeel naar
buiten steekt dat bekneld zou
kunnen raken als de ruiten bediend
worden.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Wanneer de elektrisch bedienbare
ruiten worden bediend met de
afstandsbediening of mechanische
sleutel, bedien dan de elektrisch
bedienbare ruit nadat u hebt
gecontroleerd of er geen risico is dat
een passagier met een lichaamsdeel
bekneld kan raken tussen de ruit.
Laat kinderen de ruit niet bedienen
via de afstandsbediening of
mechanische sleutel. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van
een kind of een andere passagier
klem komt te zitten door het
bedienen van de elektrisch
bedienbare ruit.
• Wanneer u uit de auto stapt, zet dan
het contact UIT en neem de sleutel
en het kind met u mee. Anders kan
het kind de auto mogelijk onbedoeld,
uit kattenkwaad, enz. bedienen, wat
tot een ongeval kan leiden.
Klembeveiliging
• Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzettelijk te
activeren.
• De klembeveiliging werkt mogelijk
niet als iets klem komt te zitten als
de ruit bijna volledig gesloten is.
Zorg ervoor dat er geen
lichaamsdelen klem komen te zitten
tussen de ruit.
Knelbeveiligingsfunctie
• Steek geen lichaamsdelen of
kledingstukken in de opening om te
proberen of de knelbeveiliging
werkt.
4.5 Openen, sluiten van de ruiten
178
Page 181 of 586

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• De knelbeveiliging werkt mogelijk
niet als iets bekneld raakt op het
moment dat de ruit bijna volledig
geopend is. Zorg ervoor dat er geen
lichaamsdelen of kledingstukken
klem komen te zitten tussen de ruit.
Voorkomen van onbedoelde bediening
(blokkeerschakelaar ruitbediening)
Deze functie is bedoeld om te voorkomen
dat kinderen per ongeluk een
passagiersruit openen of sluiten.
Druk op de schakelaar.
Het controlelampje
Azal gaan branden
en de passagiersruit wordt geblokkeerd.
De ruiten van de passagiersportieren
kunnen nog wel met de schakelaar van
het bestuurdersportier worden geopend
en gesloten wanneer de
vergrendelschakelaar is ingeschakeld.
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
bediend worden als
Het contact AAN staat.
Als de 12V-accu wordt losgekoppeld
De blokkeerschakelaar voor de
ruitbediening wordt uitgeschakeld. Druk
indien nodig na het aansluiten van de
12V-accu op de blokkeerschakelaar voor
de ruitbediening.
4.6 Favoriete instellingen
4.6.1 Ergonomisch geheugen*
*Indien aanwezig
Deze functie zet de bestuurdersstoel en
de buitenspiegels automatisch in de
gewenste stand om het in- en uitstappen
te vergemakkelijken of om aan uw
voorkeur te voldoen.
De rijpositie die uw voorkeur heeft (de
positie van de bestuurdersstoel), kan met
een druk op de knop in het geheugen
worden opgeslagen en weer worden
opgeroepen.
Er kunnen twee verschillende posities
worden opgeslagen in het geheugen.
In elke elektronische sleutel kan de door u
gewenste rijpositie worden opgeslagen,
zodat die kan worden opgeroepen.
My Settings: Er kunnen maximaal drie
verschillende rijposities worden
opgeslagen voor personen die zijn
geregistreerd via My Settings. Wanneer
er een elektronische sleutel is
geregistreerd via My Settings, kan de
rijpositie van de desbetreffende
bestuurder worden opgeroepen
(geheugenoproepfunctie).
Zie blz. 182 voor meer informatie over My
Settings.
Vergemakkelijken van in- en uitstappen
bestuurder (Power Easy
Access-systeem)
4.5 Openen, sluiten van de ruiten
179
4
Voordat u gaat rijden
Page 182 of 586

Als de volgende handelingen zijn
uitgevoerd, wordt de bestuurdersstoel
automatisch versteld zodat de bestuurder
gemakkelijk in of uit de auto kan stappen.
• De transmissie is in stand P gezet.
• Het contact is UIT gezet.
• De veiligheidsgordel van de
bestuurder is losgemaakt.
Als een van de volgende handelingen is
uitgevoerd, wordt de bestuurdersstoel
automatisch teruggezet in de
oorspronkelijke positie.
• Het contact is in stand ACC of AAN
gezet.
• De veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt vastgemaakt.
Bediening van het Power Easy
Access-systeem
Als u uit de auto stapt, werkt het Power
Easy Access-systeem mogelijk niet als de
stoel al bijna in de achterste positie staat,
enz.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De mate waarin de stoel wordt versteld
met het Power Easy Access-systeem kan
aan de persoonlijke voorkeur worden
aangepast. (Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen:→blz. 487)
WAARSCHUWING!
Wanneer het Power Easy
Access-systeem werkt, beweegt de
stoel
Zorg ervoor dat er geen lichaamsdelen
of voorwerpen bekneld raken. Anders
kan er letsel ontstaan of kunnen
voorwerpen beschadigd raken.
Opslaan/oproepen van een rijpositie
Procedure voor opslaan
1. Controleer of de transmissie in stand
P staat.
2. Zet het contact AAN.3. Zet de bestuurdersstoel en de
buitenspiegels in de gewenste positie.
4. Druk, terwijl u de toets SET ingedrukt
houdt of binnen 3 seconden nadat de
toets SET is ingedrukt, op toets 1 of
2 tot de zoemer klinkt.
Als er onder de gekozen toets al een
instelling was opgeslagen, zal deze
worden overschreven.
Procedure voor oproepen
1. Controleer of de transmissie in stand
P staat.
2. Zet het contact AAN.
3. Houd een van de toetsen van de
rijpositie die u wilt oproepen
ingedrukt totdat de zoemer klinkt.
Het oproepen van de stoelpositie
halverwege onderbreken
Voer een van de volgende handelingen
uit:
• Druk op de toets SET.
• Druk op toets 1 of 2.
• Bedien een van de schakelaars voor de
stoelverstelling.
4.6 Favoriete instellingen
180
Page 183 of 586

Gebruik van het
spraakcommandosysteem (indien
aanwezig)
De volgende handelingen kunnen
worden uitgevoerd met het
spraakcommandosysteem:
• Opslaan van de rijpositie
• Oproepen van een opgeslagen
rijpositie (alleen als de transmissie in
stand P staat)
Raadpleeg voor meer informatie de
handleiding voor het
multimediasysteem.
Stoelposities die in het geheugen
kunnen worden opgeslagen
(→Procedure voor het verstellen 167)
Andere ingestelde posities dan de
ingestelde positie met de schakelaar van
de lendensteunverstelling kunnen in het
geheugen worden opgeslagen.
Bedienen van het ergonomische
geheugen nadat het contact UIT is
gezet
De opgeslagen posities kunnen
gedurende 180 seconden na het openen
van het bestuurdersportier nog worden
geactiveerd en nog eens 60 seconden na
het sluiten van het portier.
Het ergonomische geheugen op de
juiste wijze gebruiken
Als de stoel al in de verst mogelijke
stand staat en de stoel wordt in dezelfde
richting bewogen, dan wijkt de
opgeslagen positie mogelijk iets af
wanneer deze wordt opgeroepen.
Oproepen van de rijpositie
Let op dat de hoofdsteun het dak of een
zonneklep niet raakt.
Als de 12V-accu wordt losgenomen
De opgeslagen posities worden gewist.Als de opgeslagen stoelpositie niet kan
worden opgeroepen
De stoelpositie wordt mogelijk niet
opgeroepen in bepaalde situaties waarin
de stoelpositie is opgeslagen in een
bepaald bereik. Neem voor meer
informatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Klembeveiliging
Wanneer een voorwerp voor of achter
de voorstoel vast komt te zitten terwijl
de rijpositie wordt opgeroepen of het
Power Easy Access-systeem in werking
is, stopt de voorstoel en beweegt hij iets
naar voren. Als de klembeveiliging in
werking is, stopt de stoel in een andere
positie dan de ingestelde stoelpositie.
Controleer de stoelpositie.
WAARSCHUWING!
Waarschuwing bij het verstellen van
de stoel
Let er bij het instellen van de
stoelpositie op dat de stoel de
passagier achterin niet raakt en dat uw
lichaam niet klem komt te zitten tussen
de stoel en het stuurwiel.
Registreren/oproepen/uitschakelen
van een rijpositie in een elektronische
sleutel (geheugenoproepfunctie)
Procedure voor registreren
Sla uw zitpositie op onder toets 1 of
2 alvorens de volgende handelingen uit te
voeren:
Draag alleen de sleutel bij u die u wilt
registreren en sluit het
bestuurdersportier. Als zich 2 of meer
sleutels in de auto bevinden, kan de
rijpositie niet juist worden opgeslagen.
4.6 Favoriete instellingen
181
4
Voordat u gaat rijden
Page 184 of 586

1. Controleer of de transmissie in stand
P staat.
2. Zet het contact AAN.
3. Roep de rijpositie op die u wilt
opslaan.
4. Houd de toets voor het oproepen van
de rijpositie ingedrukt en druk op de
schakelaar voor de centrale
vergrendeling in het portier
(vergrendelen of ontgrendelen)
totdat de zoemer klinkt.
Als de rijpositie niet kan worden
geregistreerd, klinkt de zoemer
continu gedurende ongeveer
3 seconden.
Procedure voor oproepen
Controleer of de portieren zijn
vergrendeld alvorens de rijpositie op te
roepen. Gebruik de elektronische sleutel
met de opgeslagen rijpositie en
ontgrendel en open het
bestuurdersportier met het Smart
entry-systeem met startknop of de
afstandsbediening.
De stoel wordt in de opgeslagen rijpositie
gezet. Als de rijpositie een positie is die al
is opgeslagen, zal de stoel niet bewegen.
Procedure voor annuleren
Draag alleen de sleutel bij u die u wilt
annuleren en sluit het
bestuurdersportier. Als zich 2 of meer
sleutels in de auto bevinden, kan de
koppeling aan de rijpositie niet goed
worden geannuleerd.1. Controleer of de transmissie in stand
P staat.
2. Zet het contact AAN.
3. Houd de toets SET ingedrukt en druk
op de schakelaar voor de centrale
vergrendeling (vergrendelen of
ontgrendelen) totdat de zoemer
tweemaal klinkt.
Als de rijpositie niet kan worden
geannuleerd, klinkt de zoemer continu
gedurende ongeveer 3 seconden.
Oproepen van de rijpositie met behulp
van de geheugenoproepfunctie
• In elke elektronische sleutel kunnen
verschillende rijposities worden
opgeslagen. Daarom kan de rijpositie
die wordt opgeroepen per sleutel
anders zijn.
• Wanneer een ander portier dan het
bestuurdersportier wordt
ontgrendeld via het Smart
entry-systeem met startknop, wordt
de rijpositie niet opgeroepen. Druk in
dat geval op de toets van de rijpositie
die is ingesteld.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Instellingen (bijv. de
ontgrendelingsinstellingen van de
geheugenoproepfunctie) kunnen aan de
persoonlijke voorkeur worden
aangepast. (Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen:→blz. 487)
4.6.2 “My settings” (mijn
instellingen)
Een persoon kan worden herkend aan
bepaalde apparaten, zoals een
elektronische sleutel. Op deze manier
kunnen de voor de desbetreffende
persoon opgeslagen rijpositie en
voertuiginstellingen worden opgeroepen
bij het instappen. Om de persoonlijke
instellingen te kunnen oproepen, dient
eerst een authenticatie-apparaat te
worden geregistreerd voor elke
bestuurder. Er kunnen voor drie personen
4.6 Favoriete instellingen
182