Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3Conformi-
teit
2.4. Maatregelen m.b.t. de gegevensverwerking
2.4.1.Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-
systeem is zo ontworpen dat de gegevens in het geheugen van het
systeem niet toegankelijk zijn voordat een eCall wordt verzonden.
(Eventuele) aanvullende opmerkingen:O
2.4.2.Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-
systeem is zo ontworpen dat het niet te traceren is en niet constant
kan worden getraceerd tijdens de normale werkingsstatus van het
systeem. (Eventuele) aanvullende opmerkingen:O
2.4.3.Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-
systeem is zo ontworpen dat de gegevens in het interne geheugen
van het systeem automatisch en permanent worden gewist.O
2.4.3.1.De gegevens over de locatie van het voertuig worden op zo'n ma-
nier permanent overschreven in het interne geheugen van het sys-
teem dat altijd maximaal de drie laatste actuele locaties van het
voertuig bewaard blijven. Deze locaties zijn nodig voor de normale
werking van het systeem.O
2.4.3.2.Het logbestand van de activiteitengegevens in het in het voertuig
geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem wordt niet langer
bewaard dan nodig is voor het doel van de verwerking van de eCall-
noodoproep en in elk geval niet langer dan 13 uur gerekend vanaf
het moment dat de eCall-noodoproep was verzonden.O
2.5. Voorwaarden voor uitoefenen van rechten door betrokkenen
2.5.1.De betrokkene (de eigenaar van het voertuig) heeft het recht op
inzage in de gegevens en, in voorkomende gevallen, het recht op
rectificatie, wissen of blokkeren van gegevens over hem of haar als
de verwerking van de gegevens niet overeenkomt met de bepalin-
gen in richtlijn 95/46/EG. Derden die de gegevens hebben ontvan-
gen moeten worden geïnformeerd over de rectificatie, het wissen of
het blokkeren van deze gegevens, uitgevoerd conform deze richt-
lijn, behalve als kan worden bewezen dat dit onmogelijk is of on-
evenredig veel inspanning vereist.O
2.5.2.De betrokkene heeft het recht een klacht in te dienen bij de be-
voegde gegevensbeschermingsautoriteit als hij of zij van mening is
dat zijn of haar rechten zijn geschonden door de verwerking van zijn
of haar persoonsgegevens.O
2.5.3.Klantenservice die verantwoordelijk is voor het behandelen van
verzoeken om inzage (indien van toepassing):→blz. 57O
1 .3 Noodoproep
56
Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3Conformi-
teit
3. INFORMATIE OVER DIENSTEN VAN DERDEN EN ANDERE DIENSTEN MET TOEGEVOEGDE
WAARDE (INDIEN VAN TOEPASSING)
3.1.Beschrijving van de werking en de functionaliteiten van het TPS-
systeem/een dienst met toegevoegde waarde→Blz. 54
3.2.Elke verwerking van persoonsgegevens die via het TPS-systeem/
een andere dienst met toegevoegde waarde zijn verzameld, moet
voldoen aan de regelgeving met betrekking tot persoonsgegevens
zoals vastgelegd in richtlijn 95/46/EG en 2002/58/EG.O
3.2.1.Wettelijke basis voor het gebruik van het TPS-systeem en/of de
diensten met toegevoegde waarde, en voor het verwerken van ge-
gevens die via dit systeem/deze diensten zijn verzameldDe Europese
Algemene
Verordening
Gegevens-
bescher-
ming
3.3.Alleen op basis van de uitdrukkelijke toestemming van de betrok-
kene (de eigenaar(s) van het voertuig) mogen persoonsgegevens
worden verwerkt door het TPS-systeem en/of andere diensten met
toegevoegde waarde.O
3.4.Voorwaarden voor het verwerken van gegevens via het TPS-
systeem en/of andere diensten met toegevoegde waarde, inclusief
de noodzakelijke aanvullende informatie over de traceerbaarheid,
het traceren en het verwerken van persoonsgegevens→Blz. 54
3.5.De eigenaar van een auto met een TPS eCall-systeem en/of een an-
dere dienst met toegevoegde waarde die tevens beschikt over het
in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem
heeft het recht te kiezen voor het in het voertuig geïntegreerde op
112 gebaseerde eCall-systeem in plaats van voor het TPS eCall-
systeem en andere diensten met toegevoegde waarde.O
3.5.1.Contactgegevens voor het behandelen van verzoeken om uitscha-
keling van het TPS eCall-systeemN.b.
Klantenservice die verantwoordelijk is voor het behandelen van verzoeken om inzage
Land Contactgegevens
Oostenrijk [email protected]
België/Luxemburg [email protected]
Kroatië [email protected]
Tsjechië/Hongarije/Slowakije [email protected]
Denemarken [email protected]
Estland [email protected]
Finland [email protected]
Frankrijk [email protected]
Duitsland [email protected]
Groot-Brittannië [email protected]
Griekenland [email protected]
IJsland [email protected]
Ierland [email protected]
Italië [email protected]
Nederland www.toyota.nl/klantenservice
1 .3 Noodoproep
57
1
Veiligheid en beveiliging
2.1.2 Voorzorgsmaatregelen EV-systeem
Wees voorzichtig met de in een batterij-elektrische auto aanwezige
hoogspanningsonderdelen (nominale spanning 355,2 V), zoals de tractiebatterij,
stroomvoorzieningseenheid, oranje hoogspanningskabels en elektromotor, en
onderdelen die zeer heet worden, zoals de radiateur. De hoogspanningsonderdelen zijn
voorzien van waarschuwingslabels. Lees deze als er werkzaamheden aan deze onderdelen
moeten worden uitgevoerd.
Systeemonderdelen
AWaarschuwingslabel
BHoogspanningskabels (oranje)
CESU: Electricity Supply Unit
(stroomvoorzieningseenheid,
ingebouwd in de DC/DC-converter)
DServicestekker
EAC-laadcontact
FDC-laadcontact
GTractiebatterij
HElektromotor (tractiemotor)/inverter
(voor/achter*)
IAircocompressor
JTractiebatterijlader
*Alleen AWD-uitvoeringen
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de werkelijkheid.
2.1 EV-systeem
69
2
EV-systeem
Elektromagnetische golven
• De hoogspanningsonderdelen en
-kabels van batterij-elektrische auto's
zijn voorzien van een afscherming
voor elektromagnetische golven en
zenden daardoor ongeveer net zo veel
elektromagnetische golven uit als
conventionele auto's met een
benzinemotor of elektronische
huishoudapparatuur.
• Uw auto kan storingen veroorzaken in
niet-originele audio-onderdelen.
Tractiebatterij (lithium-ionbatterij)
De levensduur van de tractiebatterij is
niet onbeperkt.
De capaciteit van de tractiebatterij (de
mogelijkheid om energie op te slaan)
neemt op den duur door het gebruik af,
net als bij gewone oplaadbare batterijen.
De mate waarin de capaciteit afneemt,
hangt grotendeels af van de omgeving
(buitentemperatuur, enz.) en de
gebruiksomstandigheden, zoals hoe er
met de auto wordt gereden en hoe de
tractiebatterij wordt geladen.
Dit is een natuurlijk kenmerk van
lithium-ionbatterijen en duidt niet op
een defect. Hoewel de actieradius
afneemt als de capaciteit van de
tractiebatterij afneemt, nemen de
prestaties van de auto nagenoeg niet af.
Om te voorkomen dat de capaciteit
afneemt, moet u de richtlijnen volgen op
blz. 0, “Afname capaciteit van de
tractiebatterij”.
Starten van het EV-systeem in een
extreem koude omgeving
Als de tractiebatterij extreem koud is
(temperatuur lager dan ongeveer -30°C)
als gevolg van de temperatuur buiten de
auto, kan het EV-systeem mogelijk niet
gestart worden. Probeer in dat geval het
EV-systeem nogmaals te starten nadat
de temperatuur van de tractiebatterij is
opgelopen doordat bijvoorbeeld de
buitentemperatuur is gestegen.Declaration of conformity
De uitstoot van waterstof van dit model
voldoet aan reglement ECE100 (voor de
veiligheid van elektrisch aangedreven
auto's met batterijen).
WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot hoogspanning
De auto heeft zowel
hoogspanningssystemen (wissel- en
gelijkspanning) als een 12V-systeem.
Hoogspanningssystemen (wissel- en
gelijkspanning) zijn zeer gevaarlijk en
kunnen ernstige brandwonden,
elektrische schokken en dodelijk of
ernstig letsel veroorzaken.
• Verwijder of vervang nooit
hoogspanningsonderdelen,
hoogspanningskabels (oranje) en de
stekkers ervan, raak deze onderdelen
niet aan en haal ze niet uit elkaar.
• Het EV-systeem wordt na het starten
heet, aangezien het systeem
gebruikmaakt van hoogspanning.
Wees alert op zowel hoogspanning
als hoge temperaturen en volg altijd
de aanwijzingen op de
waarschuwingslabels op.
• Probeer nooit de klep onder de vloer
waarachter zich de servicestekker
bevindt te openen. De
servicestekker, waar hoogspanning
op staat, wordt alleen gebruikt bij
onderhoud aan de auto.
2.1 EV-systeem
70
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Waarschuwing met betrekking tot
het gebruik van
ruitensproeiervloeistof
Gebruik bij koud weer de
ruitensproeiervloeistof pas wanneer de
voorruit warm is. De vloeistof kan
anders op de voorruit bevriezen en zo
het zicht belemmeren. Dit kan leiden
tot een ongeval met dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg.
OPMERKING
Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar,
aangezien de sproeierpomp oververhit
kan raken.
Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Probeer deze niet schoon te
maken met een naald of iets dergelijks.
Anders kan de sproeierkop beschadigd
raken.
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat de ruitenwissers niet langer
ingeschakeld dan noodzakelijk als het
EV-systeem niet is ingeschakeld.
5.4 Gebruik van de
ondersteunende systemen
5.4.1 Software-update
Om deze functies te kunnen gebruiken
moet een door Toyota aangeboden
Connected Services-contract worden
afgesloten. Neem voor meer informatie
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!
Voor een veilig gebruik
Als de software van Toyota Safety
Sense wordt bijgewerkt, wijzigen de
bedieningsprocedures van de functies
mogelijk. Het gebruik van dit systeem
zonder op de hoogte te zijn van de
juiste bedieningsprocedures kan leiden
tot een ongeval met dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg.
• Lees de digitale handleiding die
hoort bij de softwareversie van het
systeem en die beschikbaar is op de
website met handleidingen alvorens
dit systeem te gebruiken.
Inhoud van het gedeelte van de
handleiding over Toyota Safety Sense
Deze handleiding bevat informatie over
versie 1. Zie de digitale handleiding op de
website voor de meest recente informatie
over de bediening, de werking,
waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen
enzovoort van elke functie van Toyota
Safety Sense.
Als de software van dit systeem is
bijgewerkt na de aanschaf van de auto,
lees dan eerst de handleiding die hoort bij
de desbetreffende softwareversie
alvorens dit systeem te gebruiken.
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
• Houd er rekening mee dat sommige
functies tijdelijk uitgeschakeld
kunnen worden bij problemen met
wetgeving of veiligheid.
• Als er geen abonnement is afgesloten
voor Connected Services of als het
abonnement verlopen is, kunnen
software-updates niet draadloos
worden uitgevoerd.
Controleren van de Toyota Safety
Sense-versie van uw auto
Als de software van dit systeem is
bijgewerkt na de aanschaf van de auto,
kunt u de handleiding raadplegen die
5.3 Bedienen van verlichting en ruitenwissers
225
5
Rijden
• Verwijder alle sporen van het
reinigingsmiddel grondig met een
schone, vochtige doek.
• Veeg daarna het resterende vocht van
het leder af met een droge, schone
doek. Laat de lederen bekleding
drogen in een geventileerde ruimte in
de schaduw.
Onderhoud van lederen bekleding
Om het interieur in een goede conditie te
houden, raadt Toyota u aan het ten
minste twee keer per jaar schoon te
maken.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van
lederen bekleding
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om
beschadiging en vroegtijdige slijtage
van lederen bekleding te voorkomen:
• Verwijder stof en vuil onmiddellijk van
de bekleding.
• Stel de auto niet langdurig bloot aan
direct zonlicht. Parkeer uw auto in de
schaduw, vooral bij warm weer.
• Leg geen vinyl of plastic voorwerpen
of artikelen die was bevatten op de
bekleding, aangezien ze bij hoge
temperaturen in het interieur mogelijk
aan het leer vast blijven kleven.
Schoonmaken van kunstleder
• Verwijder vuil en stof met een
stofzuiger.
• Verwijder het met een zachte vochtige
doek met ongeveer 1%
reinigingsmiddel.
• Verwijder alle sporen van het
reinigingsmiddel en water grondig
met een schone, vochtige doek.
Stoffen delen schoonmaken
• Verwijder het stof met een stofzuiger
of tape van de stoffen delen.Verwijder het stof van het gedeelte ter
hoogte van de passagiersairbag
echter met de hand.
• Veeg de stoffen delen voorzichtig
schoon met een vochtige doek.
Gebruik geen reinigingsmiddelen om
de stoffen delen schoon te maken.
7.2 Onderhoud
7.2.1 Onderhoud en reparatie
Om veilig en zuinig te kunnen rijden is het
van essentieel belang dat uw auto goed
verzorgd en onderhouden wordt. Toyota
raadt het onderstaande onderhoud aan.
Waar naartoe voor goed onderhoud?
Om uw auto in de best mogelijke staat te
houden, raadt Toyota u aan om alle
onderhoudswerkzaamheden, inspecties
en reparaties te laten uitvoeren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Laat door de garantie
gedekte reparaties en
servicewerkzaamheden uitvoeren door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur, die originele
Toyota-onderdelen gebruikt bij het
oplossen van eventuele problemen met
uw auto. Er kunnen ook voordelen aan
zitten om niet door de garantie gedekte
reparaties en servicewerkzaamheden te
laten uitvoeren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur,
omdat die u met zijn expertise kan helpen
eventuele problemen met uw auto op te
lossen.
Uw Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
voert alle onderhoudswerkzaamheden
aan uw auto betrouwbaar en tegen zo
laag mogelijke kosten uit, dankzij zijn
ervaring met Toyota's.
7.1 Onderhoud en verzorging
395
7
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING!
Wanneer uw auto niet volgens de
voorschriften is onderhouden
Onjuist onderhoud kan ernstige schade
aan de auto en dodelijk of ernstig letsel
veroorzaken.
Omgaan met de 12V-accu
12V-accupolen, aansluitingen en
bijbehorende onderdelen bevatten
lood. Een loodvergiftiging kan
hersenbeschadiging veroorzaken. Was
daarom na werkzaamheden altijd uw
handen. (→Blz. 403)
Periodiek onderhoud
Laat het onderhoud aan uw auto
uitvoeren volgens het
onderhoudsschema.
Zie het onderhouds- en garantieboekje
voor het onderhoudsschema.
Zelf uit te voeren onderhoud
Hoe zit het met zelf uit te voeren
onderhoud?
Als u een beetje technisch inzicht en wat
eenvoudig gereedschap hebt, zijn veel
onderhoudswerkzaamheden zelf uit te
voeren.
Houd er echter rekening mee dat voor
bepaalde werkzaamheden speciaal
gereedschap en kennis benodigd zijn. Dit
soort werkzaamheden kunt u beter
overlaten aan een deskundig monteur.
Zelfs als u een ervaren doe-het-
zelfmonteur bent, raden wij u aan om
reparaties en onderhoud door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
uit te laten voeren. Een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
houdt de onderhoudshistorie van uw
Toyota bij, wat handig kan zijn als u ooit
werkzaamheden moet laten uitvoeren die
onder de garantie vallen. Indien u de
service- of onderhoudswerkzaamhedendoor een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
dan een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur laat uitvoeren,
raden wij u aan te vragen of de
onderhoudshistorie kan worden
bijgehouden.
Wanneer moet uw auto worden
gerepareerd?
Wees attent op veranderingen in de
prestaties en geluiden en op zichtbare
tekenen die erop wijzen dat onderhoud
noodzakelijk is. Een paar belangrijke
aanwijzingen zijn:
• Een merkbaar verlies aan trekkracht
• Vreemde geluiden
• Sporen van lekkage onder de auto (na
gebruik van de airconditioning is
waterlekkage echter normaal)
• Abnormaal zachte banden, ongewoon
veel bandengepiep bij het nemen van
bochten of ongelijkmatige
bandenslijtage
• De auto trekt naar één kant, terwijl u
rechtuitrijdt op een vlakke weg
• Vreemde geluiden die kennelijk in
verband staan met de bewegingen
van de wielophanging
• Verlies van remkracht; “sponzig”
aanvoelend rempedaal; het pedaal
kan bijna tot op de vloer worden
ingetrapt; scheeftrekken van de auto
bij remmen
Als u een van deze zaken merkt, laat dan
uw auto zo snel mogelijk nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Mogelijk moet uw auto
afgesteld of gerepareerd worden.
7.2 Onderhoud
396