Page 273 of 332

Verzorging en onderhoud
Zend- en kantoorapparatuur Ingebouwde zendapparatuur
Voor het
n
aderhand inbouwen van zendappa-
ratuur in de wagen is in het algemeen goed-
keuring vereist. SEAT staat het inbouwen van
goedgekeurde zendapparatuur in de wagen
toe onder de voorwaarden dat:
● De installatie van de antenne deskundig
gebeur
t.
● De antenne buiten het interieur van de wa-
gen is
aangebracht (met gebruik van afge-
schermde kabels en niet-reflecterende anten-
ne-aanpassing).
● Het effectieve zendvermogen aan de voet
van de ant enne niet
meer dan 10 W be-
draagt.
Een officiële SEAT dealer of een erkend auto-
bedrijf kan u meer informatie geven over de
inbouwmogelijkheden en de werking van
zendapparatuur met een hoger zendvermo-
gen.
Mobiele zendapparatuur
Bij het gebruik van universele mobiele tele-
foons en zendapparatuur kunnen storingen
in de werking van de elektronica van uw wa-
gen ontstaan. De oorzaken hiervoor kunnen
zijn:
● Wagen zonder buitenantenne. ●
Verkeer
d geïnstalleerde buitenantenne.
● Zendvermogen van meer dan 10 W.
Daarom mag een dr
aagbare telefoon of zend-
apparatuur zonder of met verkeerd geïnstal-
leerde buitenantenne niet in het interieur van
de wagen worden gebruikt ››› .
L et
er bo
vendien op dat alleen met een bui-
tenantenne de optimale reikwijdte van de ap-
paraten wordt bereikt.
Kantoorapparatuur
Het naderhand inbouwen van apparaten uit
de woon-/werkomgeving in de wagen is toe-
gestaan, zo lang deze apparaten niet de di-
recte controle van de bestuurder over de wa-
gen beïnvloeden en voorzien zijn van een -
code. Naderhand ingebouwde apparaten die
de controle van de bestuurder over de wagen
kunnen beïnvloeden, moeten daarentegen
altijd een typegoedkeuring voor uw wagen
bezitten en van een e-code zijn voorzien. ATTENTIE
In het interieur van de wagen gebruikte
draag b
are telefoons of zendapparatuur zon-
der of met verkeerd geïnstalleerde buitenan-
tenne kunnen door te hoge elektromagneti-
sche velden schadelijk voor de gezondheid
zijn. Let op
● Het n a
derhand inbouwen van elektrische of
elektronische apparaten in deze wagen heeft
gevolgen voor de typegoedkeuring en kan in
bepaalde omstandigheden het intrekken van
het kentekenbewijs tot gevolg hebben.
● Let op de aanwijzingen voor de bediening
van de mob
iele telefoons en zendapparatuur. Verzorging en schoonmaak
Ba s
isrichtlijnen Regelmatig onderhoud
R
e
g
elmatig, deskundig onderhoud is belang-
rijk voor de waardevastheid van de wagen.
Dit kan één van de voorwaarden zijn voor het
behoud van garantie-aanspraken bij eventu-
ele corrosie en lakschade aan de carrosserie.
De beste bescherming van de wagen tegen
schadelijke milieu-invloeden is de wagen
vaak te wassen en te conserveren. Hoe langer
insectenresten, uitwerpselen van vogels,
boomhars, straat- en industriestof, teer, roet-
deeltjes, strooizout en andere agressieve
stoffen op de lak blijven zitten, hoe groter de
schadelijke werking ervan is. Hoge tempera-
turen die bijvoorbeeld door intensieve zonne-
stralen ontstaan versterken de roestwerking. »
271
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 274 of 332

Aanwijzingen
Na de winter (als er is gestrooid) moet beslist
ook de
onder
z
ijde van de wagen grondig
worden gewassen.
Onderhoudsmiddelen
De benodigde conserveringsmiddelen voor
uw wagen zijn verkrijgbaar bij de Technische
Diensten. Bewaar de verpakking van de con-
serveringsmiddelen tot de conserveringsmid-
delen volledig zijn verbruikt. ATTENTIE
● Con ser
veringsmiddelen van de wagen kun-
nen giftig zijn. Daarom moeten ze gesloten in
de originele verpakking bewaard worden.
Buiten bereik van kinderen bewaren. Anders
bestaat er vergiftigingsgevaar.
● Vóór het gebruik van de onderhoudsmidde-
len de aanw
ijzingen en waarschuwingen op
de verpakking lezen. Bij verkeerd gebruik
kunnen deze producten schadelijk voor de
gezondheid zijn of schade aan de wagen ver-
oorzaken. Het gebruik van producten die
schadelijke dampen kunnen veroorzaken,
dient in goed geventileerde ruimten uitge-
voerd te worden.
● Nooit brandstof, terpentine, motorolie, ace-
ton of ander
e heel vluchtige vloeistoffen ge-
bruiken. Deze zijn giftig en snel ontvlambaar.
Brand- en ontploffingsgevaar!
● Voordat u uw wagen wast of onderhoudt, de
motor afzett
en, handrem aantrekken en con-
tactsleutel uit het contactslot trekken. VOORZICHTIG
Probeer in geen geval om vuil, modder of stof
te v
erwijderen, wanneer het oppervlak van de
wagen droog is. Hiertoe ook geen droge lap
of spons gebruiken, omdat u anders de lak of
de ruiten van uw wagen kunt beschadigen.
Vuil, modder of stof met veel water inweken. Milieu-aanwijzing
● Bij aankoop v
an onderhoudsmiddelen mili-
euvriendelijke producten kiezen.
● Resten van conserveringsmiddelen horen
niet bij het
huisvuil. Let hiertoe op de aanwij-
zingen op de verpakking. Verzorging van de wagen, bui-
t
en
z
ijde
Automatische wasinstallaties De wagenlak is zo sterk dat de wagen nor-
m
aal
g
esproken in automatische wasinstalla-
ties kan worden gewassen. De slijtage die de
lak te lijden heeft, hangt natuurlijk af van het
type installatie en de wasrollen, de toevoer
van het water en de kwaliteit van de schoon-
maak- en conserveringsproducten.
Voordat u de wagen in een automatische
wasinstallatie laat wassen, hoeft u behalve
op de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen (sluiten van ramen en buitenspiegels) verder
op niets spec
iaals te letten.
Zitten er speciale aanbouwdelen aan de wa-
gen - bijvoorbeeld spoilers, een dakdrager-
systeem of een antenne -, dan kunt u het
beste met de verantwoordelijke van de was-
installatie overleggen.
Na het wassen is het mogelijk dat de rem-
men trager reageren omdat de remschijven
en -blokken nat of, in de winter, zelfs bevro-
ren zijn. De remmen moeten eerst worden
"drooggeremd". ATTENTIE
Vocht, ijs en strooizout in het remsysteem
verminder en de r
emwerking - gevaar voor on-
gevallen! Met de hand wassen
Wassen van de wagen
– Eerst het vuil met water inweken en daarna
afs
poel
en.
– De wagen met een zachte spons, een spe-
cial
e washand of een wasborstel met zach-
te druk van boven naar beneden schoon-
maken.
– De spons of de washand vaak in water uit-
spoelen.
– Bij h
ardnekkig vuil shampoo gebruiken.
272
Page 275 of 332

Verzorging en onderhoud
– Met
een tw
eede spons of washand de wie-
len, het onderste gedeelte van de portieren
en dergelijke schoonmaken.
– De wagen grondig met water afspoelen.
– Het oppervlak van de wagen met een zeem
voorz
ichtig drogen.
– Bij een koud klimaat de afdichtingsrubbers
en de cont
actoppervlakken van de afdicht-
rubbers drogen, zodat deze niet vastvrie-
zen. Afdichtrubbers met een siliconenspray
behandelen.
Na het wassen van de wagen – Na het wassen van de wagen abrupte en
plotseling
e remmanoeuvres vermijden. De
remmen moeten eerst worden "droogge-
remd". ATTENTIE
● De w ag
en alleen wassen bij uitgeschakeld
contact.
● De handen en armen beschermen tegen
metal
en delen met scherpe randen, wanneer
u bijvoorbeeld de onderkant of de binnenkant
van de wielkasten schoonmaakt - gevaar voor
verwondingen!
● Vocht, ijs en strooizout in het remsysteem
verminderen de r
emwerking - gevaar voor on-
gevallen! VOORZICHTIG
● Pro beer in g
een geval om vuil, modder of
stof te verwijderen, wanneer het oppervlak
van de wagen droog is. Hiertoe ook geen dro-
ge lap of spons gebruiken, omdat u anders op
de lak of de ruiten van uw wagen krassen
kunt veroorzaken.
● Autowassen bij koud weer: wanneer u de
wagen met
een slang afspuit, moet u erop let-
ten de waterstraal niet direct op de sloten of
de naden van de portieren te richten. Anders
is er kans dat deze dichtvriezen. Milieu-aanwijzing
De wagen alleen op speciaal daarvoor be-
doelde w a
splaatsen wassen, opdat het even-
tueel door olie verontreinigde water niet in de
riolering terechtkomt. In bepaalde gebieden
is het wassen van de wagen buiten zulke was-
plaatsen verboden. Let op
De wagen niet in de volle zon wassen. Wassen met een hogedrukreiniger
Let bij het wassen van de wagen met een ho-
g
edruk
r
einiger bijzonder goed op!
– Let op de aanwijzingen voor de hogedruk-
reiniger
, vooral voor de druk en de spuitaf-
stand. –
Vol
doende afstand tot zacht materiaal en
gespoten bumpers houden.
– Het schoonmaken van bevroren of met
sneeuw bedekt
e ruiten met de hogedruk-
reiniger vermijden ››› pag. 275.
– Geen rondstraalsproeikoppen gebruiken
("vuilfr
ezen") ››› .
– Na het wassen van de wagen abrupte en
plotselin
g
e remmanoeuvres vermijden. De
remmen moeten eerst worden "droogge-
remd" ››› pag. 184. ATTENTIE
● Banden mog en nooit
met een rondstraals-
proeikop ("vuilfrees") worden schoonge-
maakt. Zelfs wanneer de spuitafstand betrek-
kelijk groot is en er kort gespoten wordt, kun-
nen de banden hierdoor beschadigd worden.
Gevaar voor ongelukken.
● Vocht, ijs en strooizout in het remsysteem
verminderen de r
emwerking - gevaar voor on-
gevallen! VOORZICHTIG
● Het w at
er mag niet warmer dan +60°C
(+140°F) zijn om schade aan de wagen te
voorkomen.
● Ter voorkoming van schade aan de wagen
vol
doende afstand tot kwetsbare materialen
houden, zoals slangen, kunststof delen, ge-
luidswerend materiaal enz. Dit geldt ook voor
het schoonmaken van bumpers die dezelfde » 273
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 276 of 332

Aanwijzingen
kleur als de carrosserie hebben. Hoe kleiner
de afs
t
and van de sproeikop tot het opper-
vlak is, des te meer er wordt gevergd van het
materiaal. Af fabriek gemonteerde kleeffolies
De volgende aanwijzingen moeten gevolgd
wor
den om s
chade aan de kleeffolies te voor-
komen:
● Niet wassen met hogedrukapparaten.
● Geen glas- of ijsschraper gebruiken om de
fo lie
s vrij te maken van ijs of sneeuw.
● De kleeffolies niet polijsten.
● Geen vuile doeken of sponzen gebruiken.
● Bij voorkeur wassen met een zachte spons
en zac
hte, neutrale zeep.
Sensoren en cameralenzen ●
Sneeuw met een handveger verwijderen en
ij s
b
ij voorkeur met een ontdooispray.
● Reinig de sensoren met producten die vrij
zijn v
an oplosmiddelen en een schone, droge
doek.
● Maak de cameralens met een normaal in
de handel
verkrijgbaar glasreinigingsmiddel
op basis van alcohol nat en veeg de lens met
een droge doek schoon. VOORZICHTIG
● Als
u de wagen wast met een hogedrukrei-
niger:
–houd dan voldoende afstand tot de sen-
soren in de voor- en achterbumpers.
– Reinig niet de cameralenzen of het ge-
bied daaromheen met de hogedrukreini-
ger.
● Gebruik nooit warm of heet water om snee-
uw en ijs
te verwijderen van de lens van de
achteruitrijcamera, omdat deze daardoor kan
scheuren.
● Bij het schoonmaken van de lens nooit een
onderhoudsmiddel
met een schurende werk-
ing gebruiken. Conservering van de wagenlak
Regelmatig conserveren beschermt de lak
v
an de w
ag
en.
De wagenlak op zijn laatst conserveren, wan-
neer op de schone lak het water geen duide-
lijke ronde druppels meer vormt.
Een goede vaste was kunt u bij elke Techni-
sche Dienst verkrijgen.
Regelmatig in de was zetten beschermt de
wagenlak langdurig tegen schadelijke milieu-
invloeden ›››
pag. 271. De conservering be-
schermt zelfs enigszins tegen mechanische
invloeden. Ook als in de automatische wasinstallatie re-
gelmatig een
vloeibare was wordt gebruikt,
is het aan te bevelen de lak ten minste twee-
maal per jaar met vaste was te beschermen.
Wagenlak polijsten Alleen als de lak van uw wagen dof is gewor-
den en als
u met
conserveringsmiddelen
geen glans meer kunt verkrijgen, is polijsten
nodig. Polijstmiddel is verkrijgbaar bij de
Technische Dienst.
Wanneer de aangebrachte polish geen con-
serverende componenten bevat moet de lak
onmiddellijk met was behandeld worden
››› pag. 274, Conservering van de wagenlak . VOORZICHTIG
Om de wagenlak niet te beschadigen: ● Behandelt u mat gelakte delen of kunststof
delen niet met
polijstmiddelen of vaste was.
● De wagenlak niet in een zanderige of stoffi-
ge omg
eving polijsten. Kunststof delen verzorgen
Wanneer normaal wassen niet voldoende is,
mog
en k
u
nststof delen ook met speciale,
goedgekeurde oplosmiddelvrije kunststofrei-
nigings- en conserveringsmiddelen worden
behandeld.
274
Page 277 of 332

Verzorging en onderhoud
VOORZICHTIG
● Het g e
bruik van vloeibare luchtverfrissers,
die rechtstreeks op de ventilatieroosters van
de wagen geplaatst worden kunnen de plastic
onderdelen beschadigen, indien hier per on-
geluk vloeistof op geknoeid wordt.
● Schoonmaakmiddelen met oplosmiddel
tas
ten het materiaal aan. Ruiten en buitenspiegels schoonma-
ken
Ruiten schoonmaken
– Ruiten met universele glasreinigingsmidde-
len op alc
oho
lbasis schoonmaken.
– Ruiten met een schone zeem of met een lap
zonder plui
sjes drogen.
Sneeuw verwijderen – Sneeuw van ruiten en spiegels met een ve-
ger v
erwijderen.
IJs verwijderen
– Een spray om ijs te verwijderen gebruiken.
Voor het dr
ogen van de ruiten gebruikt u een
schone lap of een zeem. Op een zeem waar-
mee de lak is afgenomen, blijven vette resten
conserveringsmiddel achter. Daarmee zou-
den de ruiten vuil gemaakt worden. Gebruik bij voorkeur een ontdooispray voor
het v
erwijderen van ijs. Wanneer u een ijs-
krabber gebruikt, deze niet heen en weer be-
wegen, maar slechts in één richting schui-
ven.
Rubber-, olie-, vet- of kitresten kunt u met
een ruitenreiniger of siliconenverwijderaar
verwijderen.
Wasresten kunnen alleen met een speciale
reiniger worden verwijderd die verkrijgbaar is
bij de Technische Diensten. Door resten was
op de voorruit kunnen de ruitenwissers gaan
bobberen. Door het gebruik van een ruiten-
reiniger met wasoplossende eigenschappen
kan het produceren van bijgeluiden worden
verholpen, deze kunnen de wasresten echter
niet volledig verwijderen. VOORZICHTIG
● Nooit s neeu
w of ijs van de ruiten en spie-
gels met warm of heet water verwijderen - ge-
vaar voor scheurvorming in het glas!
● De verwarmingsdraden zitten aan de bin-
nenzijde
van de achterruit. Om beschadigin-
gen te voorkomen mogen er geen stickers op
de verwarmingsdraden worden geplakt. Ruitenwisserbladen schoonmaken
Schone ruitenwisserbladen zorgen voor hel-
der
z
ic
ht. 1. Met een zachte doek stof en vuil van de
ruitenw
isserbladen verwijderen.
2. De ruitenwisserbladen met een ruitenreini- ger sc
hoonmaken. Bij sterke vervuiling
een spons of een doek gebruiken.
Afdichtrubbers onderhouden Goed onderhouden afdichtrubbers vriezen
niet
z
o snel vast.
1. Met een zachte doek stof en vuil van de af- dichtrubber s
verwijderen.
2. Afdichtrubbers met een onderhoudsmid- del v
oor rubber behandelen.
De afdichtrubbers van portieren, ruiten enz.
blijven soepel en gaan langer mee als deze
af en toe met een conserveringsmiddel voor
rubber (bijv. siliconenspray) worden behan-
deld.
Hiermee wordt een voortijdige slijtage van de
afdichtrubbers voorkomen. De portieren kun-
nen gemakkelijker worden geopend. Goed
onderhouden afdichtrubbers vriezen 's win-
ters niet zo gemakkelijk vast.
Slotcilinder van het portier Portierslotcilinders kunnen in de winter be-
vriez
en. »
275
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 278 of 332

Aanwijzingen
Om de slotcilinder van het portier te ontdooi-
en w or
dt
geadviseerd een spray met smeren-
de en roestwerende eigenschappen te ge-
bruiken.
Chromen delen schoonmaken 1. Chromen delen met een vochtige doek
schoonm
aken.
2. Chromen delen met een zachte, droge doek polij
sten.
Wanneer dat niet voldoende is, kunt u een
goede chroomreiniger gebruiken. Met deze
chroomreiniger verwijdert u ook vlekken of
aanslag op het oppervlak. VOORZICHTIG
Om ervoor te zorgen dat een chroomopper-
vlak g
een krassen krijgt:
● Bij het onderhoud van het chroom in geen
geva
l een reinigingsmiddel met een schuren-
de werking gebruiken.
● Het oppervlak van de chromen delen niet in
een zanderig
e of stoffige omgeving schoon-
maken of polijsten. stalen velgen
–
De stalen velgen regelmatig met een aparte
spon
s
schoonmaken. Hardnekkig remslijpsel kan met een indu-
striereinig
er worden verwijderd. Beschadigin-
gen aan de lak van de velgen moeten worden
verholpen voordat er roest kan ontstaan. ATTENTIE
● Banden nooit met
rondstraalsproeikoppen
schoonmaken. Zelfs wanneer de spuitafstand
betrekkelijk groot is en er kort gespoten
wordt, kunnen de banden hierdoor bescha-
digd worden. Gevaar voor ongelukken.
● Vocht, ijs en strooizout in het remsysteem
verminderen de r
emwerking - gevaar voor on-
gevallen! Na het wassen van de wagen abrup-
te en plotselinge remmanoeuvres vermijden.
De remmen moeten eerst worden "droogge-
remd" ››› pag. 184, Remwerking en remweg. Lichtmetalen velgen
Om de 2 weken
– Strooizout en remslijpsel van de lichtmeta-
len
v
elgen wassen.
– Wielen met een zuurvrij reinigingsmiddel
behandelen.
Om de 3 m
aanden
– Wielen met harde was grondig inwrijven.
Reg
elmatig onderhoud is nodig, opdat de
lichtmetalen velgen er lang goed uit blijven
zien. Als strooizout en remslijpsel niet regel- matig worden afgespoeld, wordt het alumini-
um aanget
ast.
Als reinigingsmiddel een zuurvrij reinigings-
middel voor lichtmetalen velgen gebruiken.
Een lakpolijstmiddel of andere schurende
middelen mogen bij het onderhoud van de
wielen niet worden gebruikt. Als de bescher-
mende laklaag bijv. door steenslag is be-
schadigd, moet de schade zo spoedig moge-
lijk worden hersteld. ATTENTIE
Veiligheidsaanwijzingen ›››
in stalen vel-
gen op p ag. 276
in acht nemen. Bodembescherming
De onderzijde van de wagen is tegen chemi-
s
c
he en mec
hanische invloeden beschermd.
Tijdens het rijden kan de beschermende laag
worden beschadigd. Daarom adviseren wij u
om de beschermende laag aan de onderzijde
van de wagen en van het onderstel vóór en
na het koude jaargetijde te controleren en zo
nodig te laten bijwerken.
Wij adviseren reparatiewerkzaamheden en
extra beschermingsmaatregelen tegen corro-
sie te laten uitvoeren door uw Technische
Dienst.
276
Page 279 of 332

Verzorging en onderhoud
ATTENTIE
Gebruik nooit een bodembeschermingslaag
of c orr
osiewerende middelen voor uitlaten,
katalysatoren of warmtewerende platen. Door
een heet uitlaatsysteem of door hete motor-
delen kunnen deze stoffen vlam vatten.
Brandgevaar! Motorruimte schoonmaken
Neem extra voorzorgsmaatregelen voor het
sc
hoonm
aken van de motorruimte.
Corrosiewerende laag
De motorruimte en het oppervlak van de mo-
tor zijn af fabriek met een corrosiewerende
laag behandeld.
Vooral in de winter, wanneer u vaak op met
zout bestrooide wegen rijdt, is een goede be-
scherming tegen corrosie heel belangrijk.
Opdat het zout geen schade kan aanrichten,
moet de motorruimte voor en na de strooipe-
riode grondig worden schoongemaakt.
De Technische Dienst beschikt over de juiste
schoonmaak- en conserveringsmiddelen en
de benodigde gereedschappen. Daarom ad-
viseren wij u om deze werkzaamheden daar
te laten uitvoeren.
Wanneer de motorruimte met vetoplossende
middelen wordt schoongemaakt of wanneer
de motor wordt gewassen, wordt de corrosie- werende laag bijna altijd verwijderd. Daarna
bes
li
st alle vlakken, groeven, naden en alle
componenten in de motorruimte laten con-
serveren. ATTENTIE
● Let
vóór alle werkzaamheden in het motor-
compartiment op de waarschuwingen ››› pag.
285.
● Motor uitschakelen, handrem aantrekken
en altijd de cont
actsleutel uit het contactslot
trekken, voordat u de motorkap opent.
● Motor laten afkoelen, voordat u de motor-
ruimte sc
hoonmaakt.
● Handen en armen tegen metalen delen met
scherpe k
anten beschermen, als u bijvoor-
beeld de onderkant van de wagen, de binnen-
zijde van de wielkasten of de wieldoppen
schoonmaakt. Gevaar voor verwondingen!
● Vocht, ijs en strooizout in het remsysteem
verminderen de r
emwerking - gevaar voor on-
gevallen! Na het wassen van de wagen abrup-
te en plotselinge remmanoeuvres vermijden.
● Nooit het koelsysteem aanraken. Deze
wordt
afhankelijk van de temperatuur gere-
geld en kan automatisch worden ingescha-
keld – ook bij uit het contact getrokken con-
tactsleutel! Milieu-aanwijzing
Omdat bij het wassen van een motor resten
brand s
tof, vet en olie kunnen worden afge-
spoeld, het vervuilde water door een olie-af- scheider schoonmaken. Daarom mag de mo-
tor a
l
leen worden schoongespoten in een ge-
specialiseerde werkplaats of bij een daartoe
uitgerust tankstation. Verzorging van de wagen, bin-
nenz
ijde
Di
splay van de radio/Easy Connect*
en bedieningspaneel* Het display kan worden schoongemaakt met
een in s
pec
i
aalzaken verkrijgbare "LCD-clea-
ner". Om het display schoon te maken, de
doek licht bevochtigen met de reinigings-
vloeistof.
Het bedieningspaneel van het Easy Connect-
systeem* moet eerst met een penseeltje wor-
den ontdaan van vuil, om te voorkomen dat
dit in het apparaat of tussen de toetsen en
de behuizing komt te zitten. Daarna wordt
geadviseerd om het bedieningspaneel van
Easy Connect-systeem* schoon te maken met
een vochtige doek en vaatwasmiddel. VOORZICHTIG
● Om kr a
ssen te voorkomen, mag u het dis-
play niet droog schoonmaken.
● Om schade te voorkomen, moet u erop let-
ten dat
er geen vocht terechtkomt in het be-
dieningspaneel van Easy Connect-systeem*. 277
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 280 of 332

Aanwijzingen
Kunststof delen en het dashboard
s c
hoonm
aken–
Een schone, niet-pluizende doek met water
bevoc htig
en en de kunststof delen en het
dashboard schoonmaken.
– Wanneer dat niet voldoende is, gebruikt u
een speci
aal oplossingsvrij kunststofreini-
gings- en onderhoudsmiddel. ATTENTIE
Maak nooit het dashboard en het oppervlak
van de airb agmodu
les schoon met reinigings-
middelen die oplosmiddelen bevatten. Door
schoonmaakmiddelen met oplosmiddelen
wordt het oppervlak poreus. Bij het activeren
van de airbag kan dit tot verwondingen lei-
den als gevolg van losschietende kunststof
deeltjes. VOORZICHTIG
Schoonmaakmiddelen met oplosmiddel tas-
ten het m
ateriaal aan. Houten decor schoonmaken*
–
Een schone doek met water bevochtigen en
het hout
s
choonmaken.
– Wanneer dat niet voldoende is, mild zeep-
sop ge
bruiken. VOORZICHTIG
Schoonmaakmiddelen met oplosmiddel tas-
ten het m
ateriaal aan. Schoonmaken textiel en stoffen be-
kl
edin
g Textiel en textiele bekledingen (stoelen, por-
tierpanel
en en
z.) moeten regelmatig met een
stofzuiger worden schoon gezogen. Hierdoor
worden vuildeeltjes van het oppervlak verwij-
derd die anders bij het gebruik in de stof ge-
wreven kunnen worden. Stoomreinigers mo-
gen niet worden gebruikt, omdat door de
stoom de verontreiniging dieper in het textiel
dringt en wordt vastgezet.
Normaal schoonmaken
In het algemeen raden wij aan voor het
schoonmaken een zachte spons of een uni-
versele niet-pluizende microvezeldoek te ge-
bruiken. Alleen vloerbedekking en vloermat-
ten mogen met borstels worden gereinigd
aangezien andere textiele oppervlakken door
de borstel kunnen worden beschadigd.
Bij oppervlakkige algemene verontreinigin-
gen kan met een universeel schuimschoon-
maakmiddel worden schoongemaakt. Het
schuim wordt met een zachte spons op het
oppervlak van textiel verdeeld en licht inge-
wreven. Het doornat maken van het textiel moet echter worden voorkomen. Aansluitend
wor
dt
het schuim met absorberende, droge
doeken (bijv. microvezeldoeken) afgedept en
nadat het schuim volledig is gedroogd, weg-
gezogen.
Vlekken verwijderen
Vlekken van dranken (koffie, vruchtensap
enz.) kunnen met een fijnwasmiddel-oplos-
sing worden behandeld. Deze oplossing
wordt aangebracht met een spons. Bij hard-
nekkige vlekken kan een waspasta direct op
de plaats van de vlek worden aangebracht en
ingewreven. Daarna is een nabehandeling
met schoon water noodzakelijk om de was-
middelresten te verwijderen. Daartoe wordt
water met een vochtige doek of een spons
aangebracht en met absorberende droge
doeken afgedept.
Vlekken van chocolade of make-up worden
met een waspasta (bijv. ossengalzeep) inge-
wreven. Daarna wordt de zeep met water
(vochtige spons) verwijderd.
Voor de behandeling van vet, olie, lippenstift
of balpeninkt kan spiritus worden gebruikt.
Opgeloste vet- of kleurstofdeeltjes moeten
met absorberend materiaal worden afgedept.
Eventueel kan een nabehandeling met een
waspasta en water noodzakelijk zijn.
Bij sterke vervuiling van de bekleding advise-
ren wij u een gespecialiseerd bedrijf in te
278