Page 265 of 332

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
ATTENTIE
● Bij het lo sm
aken van de afneembare kogel-
kop wordt aanbevolen de handen buiten het
draaibereik van de hendel te houden om be-
knelling van de vingers te vermijden.
● De trekhaak voor aanhangwagen mag enkel
worden g
ebruikt indien de afneembare kogel-
kop juist is geblokkeerd! De afneembare kogelkop verwijderen
- St
ap 1 Afb. 230
Het deksel van het slot verwijderen Afb. 231
Slot deblokkeren ●
Neem het deksel A van het slot weg in de
ric htin
g
van de pijl 1
› ›
› afb. 230.
● Steek de sleutel B in het slot in de rich-
tin g
v
an de pijl 2
› ›
› afb. 231.
● Draai de sleutel zo in de richting van de pijl
3 dat het deel met gaten van de sleutel naar
bo v
en w
ordt getoond. ATTENTIE
Demonteer de afneembare kogelkop nooit
ter w
ijl de aanhangwagen is aangekoppeld. Let op
Voordat de afneembare kogelkop wordt ver-
wijder d, w
ordt het aanbevolen om de be-
schermende afdekking in de kogelkop te
plaatsen. De afneembare kogelkop verwijderen
-
St
ap 2 Afb. 232
De afneembare kogelkop losmaken De eerste stap mag niet worden overgesla-
g
en
›
›
› pag. 263, De afneembare kogelkop
verwijderen - Stap 1 !
De afneembare kogelkop vrijmaken
● Houd de afneembare kogelkop onderaan
vas
t.
● Druk de ontgrendelbout A in de richting
v an de pijl
1 tot aan de aanslag en duw te-
g elijk
de hendel
B in de richting van de pijl
2 tot aan de aanslag.
In dez e s
t
and is de afneembare kogelkop los
en valt hij vrij naar beneden. Indien dit niet
gebeurt bij het loslaten, drukt u er van boven
op met uw andere hand.
De afneembare kogelkop wordt tegelijk vast-
gezet in de reservestand en is zo klaar om »
263
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 266 of 332

Bedienen
opnieuw in de haakhouder geschoven te wor-
den ››
›
.
● Zet de dop 4
› ››
afb
. 222 in zijn houder. ATTENTIE
Laat de afneembare kogelkop nooit in de ba-
gag eruimt
e slingeren. Dit kan schade veroor-
zaken in de bagageruimte bij het plots rem-
men en de veiligheid van de inzittenden in
gevaar brengen! VOORZICHTIG
● Indien u de hendel v
asthoudt en niet volle-
dig omlaag tot de aanslag drukt, zal de af-
neembare kogelkop na verwijdering boven-
aan blijven en niet in de reservestand vastge-
zet zijn. De afneembare kogelkop moet in de-
ze stand worden geplaatst vóór de volgende
montage.
● Houd de afneembare kogelkop in de reser-
ves
tand met de sleutel ingestoken in de hou-
der, terwijl u hem omlaag brengt met de te-
genoverliggende kant. Er bestaat risico op
schade aan de sleutel!
● Oefen niet te veel druk uit bij het hanteren
van de hendel (g
a er bijv. niet op leunen)! Let op
Verwijder het vuil van de afneembare kogel-
kop v
oordat u hem bewaart met het wagenge-
reedschap. Werking en behandeling
Sluit de holte van de houder met de afdek-
kin
g
zodat geen vuil kan binnendringen.
Voordat een aanhangwagen wordt aangekop-
peld, dient u altijd de kogelkop te controle-
ren en zo nodig te behandelen met geschikt
smeervet.
Gebruik de beschermende afdekking om de
afneembare kogelkop te bewaren en zo de
bagageruimte te beschermen tegen vuil.
Indien er vuil is, reinig dan de oppervlakken
van de holte van de houder en behandel ze
met een geschikt onderhoudsmiddel. VOORZICHTIG
Het bovenste deel van de haakhouder is voor-
zien v
an smeervet. Let erop dat het vet niet
wordt weggeveegd. Rijden met een aanhangwagen
W aar moet u op l
etten bij het rijden
met een aanhangwagen? De wagen kan ook gebruikt worden voor het
tr
ekk
en
van een aanhangwagen als deze
daarvoor technisch uitgerust is.
Voor het naderhand monteren van een trek-
haak ›››
pag. 268. Stekerverbinding
Voor de elektri
sche verbinding tussen wagen
en aanhangwagen is uw wagen voorzien van
een 13-polig stopcontact.
Wanneer de aanhangwagen een 7-polige
stekker heeft, moet u een bijbehorende
adapterkabel gebruiken. Deze is bij iedere
Technische Dienst verkrijgbaar.
Aanhangwagengewicht/kogeldruk
De toegestane aanhangwagengewicht mag
niet overschreden worden. Als u de toelaat-
bare aanhangwagenlast niet volledig ge-
bruikt, kunt u steilere hellingen oprijden.
De vermelde aanhangwagengewichten gel-
den alleen voor hoogten tot 1.000 m boven
de zeespiegel. Aangezien bij toenemende
hoogte door de afnemende luchtdichtheid
het motorvermogen daalt en daardoor ook
het klimvermogen vermindert, neemt ook het
toelaatbare aanhangwagengewicht overeen-
komstig af. Per 1.000 m hoogtetoename
moet het toelaatbare gewicht van de combi-
natie met 10% worden verminderd. Het trein-
gewicht is de som van het gewicht van de
(beladen) wagen en dat van de (beladen)
aanhangwagen. De toelaatbare kogeldruk op
de kogelkop van de trekhaak zo veel moge-
lijk gebruiken, maar niet overschrijden.
De gegevens over het aanhangwagengewicht
en de kogeldruk op het typeplaatje van de
trekhaak zijn slechts testwaarden. De
264
Page 267 of 332

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
waarden van de wagen, die vaak lager
z ijn
dan deze waarden, vindt u in de wagenpapie-
ren of in ››› pag. 304, Technische kenmer-
ken.
Verdeling van de lading
De lading in de aanhangwagen zo verdelen,
dat zware voorwerpen zo dicht mogelijk bij
de as liggen. Ervoor zorgen dat voorwerpen
niet kunnen verschuiven.
Bandenspanning
De maximaal toelaatbare bandenspanning is
aangegeven op de sticker aan de achterzijde
van de portierstijl linksvoor. De bandenspan-
ning van de aanhangwagen kiezen volgens
de aanbevelingen van de aanhangwagenfa-
brikant.
Buitenspiegels
Als u het verkeer achter de aanhangwagen
niet met de gewone buitenspiegels kunt
overzien, moet u extra buitenspiegels laten
plaatsen. Beide buitenspiegels moeten aan
inklapbare uitstekende delen zijn bevestigd.
De buitenspiegels zo instellen, dat u goed
zicht naar achteren hebt.
Sleepkabel
Gebruik altijd een kabel tussen de wagen en
de aanhangwagen ››› pag. 265. Achterlichten van de aanhangwagen
De acht
erlichten van de aanhangwagen moe-
ten aan de overeenkomstige normen voldoen
››› pag. 265. ATTENTIE
Nooit personen in een aanhangwagen vervoe-
ren - l ev
ensgevaarlijk! Let op
● Van w
ege de hogere belasting van de wagen
bij regelmatig gebruik van een aanhangwa-
gen adviseren wij u om in zo'n geval de wa-
gen ook tussen de voorgeschreven onder-
houdsbeurten in te laten nakijken.
● Vraag na of er in uw land speciale voor-
schrif
ten gelden voor het rijden met een aan-
hangwagen. De aanhangwagen vasthaken en aan-
s
luit
en Afb. 233
Schematische weergave: toewijzing
v an de pinnen
v
an het stopcontact van de
aanhangwagen.
Legenda van de schematische weergave ››› afb.
233:
PinBetekenis
1Linker knipperlicht
2Achterste mistlicht
3Massa, pinnen 1, 2, 4 tot 8
4Rechter knipperlicht
5Rechterachterlicht
6Remlicht
7Linkerachterlicht
8Achteruitrijlicht
9Continu plus» 265
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 268 of 332

BedienenLegenda van de schematische weergave
››› afb.
233:
PinBetekenis
10Kabel zonder positieve lading
11Aarding, pin 10
12Zonder functie
13Aarding, pin 9 Stopcontact voor aanhanger
Voor de el
ektri
sche verbinding tussen de wa-
gen en de aanhangwagen beschikt de wagen
over een 13-polig stopcontact. Indien het
systeem vaststelt dat een aanhangwagen
elektrisch is aangesloten, ontvangen de ver-
bruikers van de aanhangwagen spanning via
de elektrische aansluiting.
Pin 9 is continu plus. De binnenverlichting
van de aanhangwagen kan er bijvoorbeeld
mee worden gevoed. Pin 10 ontvangt enkel
spanning wanneer de motor draait. Met de
laadkabel (pin 10) wordt opgeladen, bijv. de
accu van een caravan.
Pin 9 en pin 10 mogen niet met elkaar ver-
bonden worden, om ontladen of beschadi-
ging van de accu van de wagen te vermijden.
De massakabels, pin 3, pin 11 en pin 13 mo-
gen nooit met elkaar verbonden worden om
het elektrisch systeem niet te overbelasten. Wanneer de aanhangwagen een 7-polig
e s
te-
ker heeft, moet u een bijbehorende adapter-
kabel gebruiken. In dat geval is de functie
van pin 10 niet beschikbaar.
Maximaal elektrisch verbruik van de aan-
hangwagen
Remlicht (totaal)84 watt
Knipperlichten, elke zijde42 watt
Remlicht (totaal)100 watt
Achterlichten (totaal)42 watt
Achterste mistlicht42 watt
Overschrijd de aangeduide waarden nooit! Let op
● Als
de achterlichten van de aanhangwagen
niet correct aangesloten zijn, kan de elektro-
nica van de wagen beschadigd raken.
● Als de aanhangwagen te veel stroom ver-
bruikt, kan de elektr
onica van de wagen be-
schadigd raken.
● Sluit het elektrische systeem van de aan-
hang
wagen nooit direct aan op de elektrische
aansluitingen van de achterlichten of andere
voedingsbronnen. Gebruik alleen geschikte
aansluitingen voor de voeding van de aan-
hangwagen. Kogelkop van de trekhaak*
Een gebruiksaanwijzing voor het goed in- en
uitbou
w
en van de kogelkop van de trekhaak
zit bij de kogelkop. ATTENTIE
De kogelkop van de trekhaak moet goed be-
ve s
tigd zijn zodat wordt voorkomen dat deze
rondvliegt in geval van een plotseling ma-
noeuvre en verwondingen veroorzaakt aan de
inzittenden. Let op
● Bij ritten z
onder aanhangwagen moet de
kogelkop worden verwijderd, als deze het
zicht op de kentekenplaat vermindert. Rijden met een aanhangwagen
Afb. 234
De 13-polige steker draaien266
Page 269 of 332

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
Vóór elke rit
● Neem de 13-polige steker vast aan het deel
A en trek hem in de richting van de pijl
› ›
›
afb. 234 eruit.
● Verwijder de beschermende afdekking 5›››
afb . 222 naar boven.
Na elk e rit
● Neem de 13-po
lige steker vast aan het deel
A en steek hem in tegengestelde richting
v an de pijl
›
›› afb. 234 erin.
● Plaats de beschermende afdekking 5›››
afb. 222 op de k
ogelkop.
Veiligheidsring
De veiligheidsring B
› ›
› afb
. 234 dient om de
bevestigingskabel van de aanhangwagen
vast te haken.
Bij het vasthaken aan de veiligheidsring
moet de bevestigingskabel buigen in alle
standen van de aanhangwagen ten opzichte
van het voertuig (scherpe bochten, achteruit
rijden enz.).
Koplampen
De voorkant van de wagen kan omhoog ko-
men wanneer de aanhangwagen is aange- koppeld en het licht kan de andere wegge-
bruikers
verblinden.
Pas de hoogte van de koplampen aan met de
draairegelaar van het bereik van de lichtbun-
del 1)
. ATTENTIE
● Gebruik nooit
de veiligheidsring om te sle-
pen!
● Pas de rijsnelheid aan op de staat van het
wegdek
en verkeerssituatie.
● De werkzaamheden aan het elektrisch sys-
teem mogen uit
sluitend in een gespeciali-
seerde werkplaats uitgevoerd worden.
● Sluit het elektrische systeem van de aan-
hang
wagen nooit rechtstreeks aan op de
elektrische aansluitingen van de achterlich-
ten of een andere voedingsbron.
● Na het vastkoppelen van de aanhangwagen
en het aans
luiten van de stekker moet de
werking van de achterlichten van de aan-
hangwagen worden nagegaan. Let op
● Indien er een st orin
g is in de verlichting
van de aanhangwagen, controleert u de zeke-
ringen in de zekeringenhouder van het dash-
board ›››
pag. 62. ●
Door het c ont
act van de bevestigingskabel
met de veiligheidsring kan een mechanische
slijtage van de bescherming van het ringop-
pervlak plaatsvinden. Deze slijtage hindert in
geen geval de werking van de veiligheidsring
en vormt ook geen storing; ze is uitgesloten
van de garantie.
● Bij het aan- en loskoppelen van de aan-
hang
wagen moet de handrem van het trek-
kende voertuig bediend zijn. Alarmsysteem
Als de wagen vergrendeld is, wordt het alarm
g
e
activ
eerd wanneer de elektrische verbin-
ding met de aanhangwagen onderbroken
wordt.
Schakel het alarmsysteem altijd uit voordat u
een aanhangwagen aankoppelt of afkoppelt
››› pag. 141.
Voorwaarden om een aanhangwagen op te
nemen in het alarmsysteem. ● De wagen is in de productie uitgerust met
een alarmsys
teem en een trekhaak.
● De aanhangwagen is via de steker van de
aanhang
wagen elektrisch verbonden met het
trekkende voertuig. »1)
Dit is niet geldig voor wagens met bixenon-ko-
pl ampen.
267
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 270 of 332

Bedienen
● Het el
ektri
sche systeem van het voertuig en
de aanhangwagen is gebruiksklaar.
● De wagen is met de contactsleutel vergren-
deld en het al
armsysteem is geactiveerd. VOORZICHTIG
Om technische redenen zijn de aanhangwa-
gen s
met led-achterlichten niet geïntegreerd
in het alarmsysteem. Aanwijzingen voor het rijden
Bij het rijden met aanhangwagen moet u bij-
z
onder
v
oorzichtig zijn.
Gewichtsverdeling
Bij een lege wagen en een beladen aanhang-
wagen is de gewichtsverdeling heel ongun-
stig. Als u toch een rit moet afleggen in deze
voorwaarden, rijd dan heel langzaam.
Snelheid
Met toenemende snelheid vermindert de
rijstabiliteit van de wagen met aanhangwa-
gen. Daarom bij slecht wegdek, slecht weer
en/of veel wind onder de wettelijk voorge-
schreven maximumsnelheid blijven. Deze
aanbeveling geldt vooral in het geval van
steile hellingen.
In elk geval de snelheid direct verlagen, zo-
dra u ook maar de minste slingerbewegingvan de aanhangwagen bemerkt. Probeer in
geen gev
al de wagen met aanhangwagen
weer "recht te krijgen" door te accelereren.
Op tijd remmen! Bij een aanhangwagen met
oplooprem eerst zacht , daarna stevig rem-
men. Zo voorkomt u remstoten door blokke-
rende wielen van de aanhangwagen. Op
steile hellingen tijdig terugschakelen, opdat
er op de motor geremd kan worden.
Oververhitting
Houd, wanneer u bij zeer hoge buitentempe-
raturen een langere helling moet oprijden in
een lage versnelling en met een hoog motor-
toerental, de koelvloeistoftemperatuurmeter
goed in de gaten ››› pag. 122.
Elektronische stabiliseringscontrole (ESC)*
De ESC* helpt een slippende of slingerende
aanhangwagen te stabiliseren. Trekhaak naderhand inbouwen*
Afb. 235
Bevestigingspunten voor de trek-
h aak. Het naderhand inbouwen van een trekhaak
moet
v
olgens de voorschriften van de trek-
haakfabrikant gebeuren.
268
Page 271 of 332

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
De bevestigingspunten A voor de trekhaak
z itt
en aan de onderk
ant van de wagen.
De afstand tussen het midden van de af-
neembare kogelkop en de grond mag nooit
kleiner zijn dan de aangegeven maat, zelfs
met volbeladen wagen, met inbegrip van de
maximale kogeldruk.
Maten voor de bevestiging van de trekhaak:
Maten voor de bevestiging van de trekhaak:
B65 mm (minimum)
C350 mm tot 420 mm (volbeladen wa- gen)
D1,033 mm
E322 mm
F338 mmInbouwen van een trekhaak
●
Het rijden met trekhaak betekent een extra
in s
p
anning voor de wagen. Laat daarom door
een Technische Dienst controleren of het
koelsysteem moet worden aangepast, voor-
dat u een trekhaak laat inbouwen.
● Wettelijke bepalingen (bv. het inbouwen
van een extr
a controlelampje) in uw land op-
volgen.
● Er moeten onderdelen van de wagen, zoals
bij v
oorbeeld de achterbumper, worden uit-
en ingebouwd. Bovendien moeten de beves-
tigingsbouten van de trekhaak met een mo- mentsleutel worden aangetrokken en moet er
een st
opc
ontact op de elektrische installatie
van de wagen worden aangesloten. Hiervoor
zijn speciale vakkennis en gereedschappen
nodig.
● De gegevens in de afbeelding markeren de
afmeting
en en bevestigingspunten, die bij
het naderhand inbouwen van een trekhaak in
elk geval moeten worden aangehouden. ATTENTIE
Het naderhand inbouwen van een trekhaak
bij een g e
specialiseerde werkplaats laten uit-
voeren.
● Als de trekhaak niet goed gemonteerd
wordt, be
staat er gevaar voor ongevallen.
● Let voor uw eigen veiligheid op de gege-
vens
in de erbij geleverde montagebeschrij-
ving van de fabrikant van de trekhaak. VOORZICHTIG
● Wanneer het s
topcontact verkeerd wordt
aangesloten, kan schade aan de elektrische
installatie van de wagen ontstaan. Let op
● SEA T a
dviseert om het naderhand inbou-
wen van een trekhaak bij een gespecialiseer-
de werkplaats te laten uitvoeren. Raadpleeg
uw SEAT-dealer indien bijkomende wijzigin-
gen aan uw wagen vereist zouden zijn. ●
In sommige s por
tuitvoeringen wordt, we-
gens het specifieke design van de uitlaat, de
montage van een conventionele oplossing
van de trekhaak niet aanbevolen. Raadpleeg
uw Technische Dienst. 269
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 272 of 332

Aanwijzingen
Aanwijzingen
V er
z
orging en onderhoud
Accessoires en technische wij-
zigingen Accessoires, vervanging van onderde-
len en wijzigingen Uw wagen biedt een hoge mate aan actieve
en p
a
s
sieve veiligheid.
Vóór de aankoop van accessoires en onder-
delen alsmede vóór technische wijzigingen
een Technische Dienst van SEAT raadplegen.
Uw SEAT dealer geeft u graag informatie over
het nut, de wettelijke bepalingen en de aan-
bevelingen van productie inzake accessoires
en onderdelen.
Wij adviseren alleen Goedgekeurde SEAT ac-
cessoires ®
en Goedgekeurde SEAT Onderde-
len ®
te gebruiken. Hiervan heeft SEAT de be-
trouwbaarheid, veiligheid en geschiktheid
vastgesteld. Vanzelfsprekend verzorgen de
Technische Diensten van SEAT het deskundig
inbouwen.
Van producten die niet door SEAT zijn goed-
gekeurd, kunnen we de betrouwbaarheid,
veiligheid en geschiktheid voor uw wagen
niet beoordelen, ondanks het feit dat we de ontwikkelingen op de markt nauwgezet vol-
gen - z
elfs niet als in afzonderlijke gevallen
een rapport van een officiële technische keu-
ringsdienst of van een overheidsinstantie is
bijgevoegd.
Naderhand ingebouwde apparaten die direct
de controle van de bestuurder over de wagen
beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld snelheidsre-
gelsystemen of elektronisch geregelde dem-
pingssystemen, moeten voorzien zijn van
een e-code (keuringscode van de Europese
Unie) en voor uw wagen door SEAT zijn goed-
gekeurd.
De extra aangesloten elektrische apparaten,
bijv. koelboxen, computers of ventilators, die
niet voor de directe controle van de wagen
dienen, moeten zijn voorzien van een CE-co-
de (conformiteitsverklaring van de fabrikan-
ten in de Europese Unie). ATTENTIE
Accessoires zoals telefoonhouders of beker-
houders mog
en nooit op de afdekkingen van
airbags of binnen de actieradius van de air-
bags aangebracht worden. De reden hiervoor
is dat, als de airbag bij een aanrijding geacti-
veerd wordt, er een groter gevaar voor ver-
wondingen bestaat. Technische wijzigingen
Bij technische wijzigingen onze voorschriften
opv
o
lgen. Wijzigingen van elektronische on-
derdelen en de bijbehorende software kun-
nen tot storingen leiden. Vanwege de koppe-
ling van elektrische onderdelen kunnen deze
storingen ook direct doorwerken in systemen
die er niet in eerste instantie mee te maken
hebben. Dit betekent dat de betrouwbare
werking van uw wagen in gevaar gebracht
kan zijn en dat de onderdelen van de wagen
eerder slijten dan normaal. Dit kan ertoe lei-
den dat de wagen niet meer wettelijk wordt
goedgekeurd.
De Technische Dienst van SEAT wijst iedere
aansprakelijkheid af voor beschadigingen als
gevolg van ongeschikte wijzigingen. Wij advi-
seren daarom alle werkzaamheden uitslui-
tend door de SEAT Technische Dienst te laten
uitvoeren met SEAT Originele Onderdelen ®
. ATTENTIE
Werkzaamheden of wijzigingen aan uw wa-
gen, die onde sk
undig worden uitgevoerd,
kunnen storingen veroorzaken - gevaar voor
ongevallen! 270