Page 129 of 332

Communicatie en multimedia
Bediening van het audio-, telefoon- en navigatiesysteem met spraakbediening Afb. 129
Bedieningselementen aan het stuurwiel.KnopRadioMedia (behalve AUX)AUXTelefoon a)Navigatiesysteem a)
ADraaien
Volume omhoog / omlaag
brengen. De audiofunctie (ra-
dio) hoeft niet gekozen te zijn.Volume omhoog / omlaag
brengen. De audiofunctie (me-
dia) hoeft niet gekozen te zijn.Volume omhoog / omlaag
brengen. De audiofunctie (me-
dia) hoeft niet gekozen te zijn.Volume omhoog / omlaag
brengen. De telefoonfunctie
hoeft niet gekozen te zijn.
Volume van spraakweergave
omhoog/omlaag brengen. De
navigatiefunctie hoeft niet ge-
kozen te zijn, maar er moet wel
een actieve spraakweergave
zijn op het moment dat het vo-
lume wordt afgesteld.
ADrukkenVolume onderdrukken.Volume onderdrukken.Volume onderdrukken.Inkomende oproep onderdruk-
ken.Spraakweergave die op dat
moment wordt afgespeeld on-
derdrukken.
Ba)Spraakbediening in-/uitschakelen.
Deze functie kan in elke modus worden uitgevoerd (audio, media, navigatie, hulpsystemen, wagenstatus, ritgegevens). Met het systeem in telefoonmodus heeft deze
toets geen functie bij een actieve oproep, maar wel functionaliteit van Radio/Media (behalve AUX).
C /
DZoekopdracht vorige/volgende
zender b)
.
Kort indrukken: Wisselen naar
de vorige/volgende titel.
Lang indrukken: Snel te-
rug-/vooruitspoelen c)
.
Geen functie
– Er is geen actieve oproep:
functionaliteit van Radio/Me-
dia (behalve AUX)
– Actieve oproep: geen functieZonder functie voor de overige
modi (navigatie, hulpsyste-
men, wagenstatus, ritgege-
vens).
» 127
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 130 of 332

BedienenKnopRadioMedia (behalve AUX)AUXTelefoon
a)Navigatiesysteem a)
E /
Fa)Menu van instrumentenpaneel veranderen.
Deze functie kan in elke modus worden uitgevoerd (audio, media, navigatie, hulpsystemen, wagenstatus, ritgegevens).
GInstrumentenpaneel met kleuren:
naar het vorige menu gaan.
Monochroom instrumentenpaneel: naar de vorige functie gaan.
HDraaien
Instrumentenpaneel met kleu-
ren: Lijst van beschikbare zen-
ders (uitsluitend indien het in-
strumentenpaneel zich in het
menu Audio bevindt).Instrumentenpaneel met kleu-
ren: volgende titel (uitsluitend
indien het instrumentenpaneel
zich in het menu Audio be-
vindt).
Geen functie
– Er is geen actieve oproep:
Lijst van laatste oproepen.
– Actieve oproep: de lijst van
gespreksopties openen (ge-
sprek in de wacht, gesprek be-
eindigen, microfoon uitschake-
len, privénummer enz.).– Actieve route: naar het aan-
zicht gaan om de routebegelei-
ding stop te zetten.
– Geen actieve route: lijst van
laatste bestemmingen.
HDrukkenWerkt op het instrumentenpaneel of bevestigt de menu-optie van het instrumentenpaneel afhankelijk van de menu-optie
a) Afhankelijk van de uitrusting van de wagen.
b) Deze handeling kan worden uitgevoerd wanneer u naar de radio luistert, de audio-radiofunctie hoeft niet gekozen te zijn.
c) Deze handelingen kunnen worden uitgevoerd wanneer u naar media luistert, de audio-radiofunctie hoeft niet gekozen te zijn. 128
Page 131 of 332

Communicatie en multimedia
Bediening van het audio-, telefoon- en navigatiesysteem zonder spraakbediening Afb. 130
Bedieningselementen aan het stuurwiel.KnopRadioMedia (behalve AUX)AUXTelefoon a)Navigatiesysteem a)
ADraaien
Volume omhoog / omlaag
brengen. De audiofunctie (ra-
dio) hoeft niet gekozen te zijn.Volume omhoog / omlaag
brengen. De audiofunctie (me-
dia) hoeft niet gekozen te zijn.Volume omhoog / omlaag
brengen. De audiofunctie (me-
dia) hoeft niet gekozen te zijn.Volume omhoog / omlaag
brengen. De telefoonfunctie
hoeft niet gekozen te zijn.
Volume van spraakweergave
omhoog/omlaag brengen. De
navigatiefunctie hoeft niet ge-
kozen te zijn, maar er moet wel
een actieve spraakweergave
zijn op het moment dat het vo-
lume wordt afgesteld.
ADrukkenVolume onderdrukken.Volume onderdrukken.Volume onderdrukken.Inkomende oproep onderdruk-
ken.Spraakweergave die op dat
moment wordt afgespeeld on-
derdrukken.
Ba)– Inkomende oproep: telefoon opnemen (kort indrukken), oproep afwijzen (lang indrukken).
– Actieve oproep: actieve oproep beantwoorden (kort indrukken).
– Geen actieve/inkomende oproep: telefoonmenu openen (kort indrukken), nummer van laatste actieve oproep herhalen (lang indrukken).
Deze functie kan in elke modus worden uitgevoerd (audio, media, navigatie, hulpsystemen, wagenstatus, ritgegevens).
C /
DZoekopdracht vorige/volgende
zender b)
.
Kort indrukken: Wisselen naar
de vorige/volgende titel.
Lang indrukken: Snel te-
rug-/vooruitspoelen c)
.
Geen functie
– Er is geen actieve oproep:
functionaliteit van Radio/Me-
dia (behalve AUX)
– Actieve oproep: geen functieZonder functie voor de overige
modi (navigatie, hulpsyste-
men, wagenstatus, ritgege-
vens).
» 129
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 132 of 332

BedienenKnopRadioMedia (behalve AUX)AUXTelefoon
a)Navigatiesysteem a)
E /
Fa)Menu van instrumentenpaneel veranderen.
Deze functie kan in elke modus worden uitgevoerd (audio, media, navigatie, hulpsystemen, wagenstatus, ritgegevens).
GVerandert de audiobron op cyclische wijze: FM/AM – CD – SD – USB – AUX – BT Audio (enkel indien ze beschikbaar zijn).
Deze functie kan in elke modus worden uitgevoerd (audio, media, navigatie, hulpsystemen, wagenstatus, ritgegevens).
HDraaien
Instrumentenpaneel met kleu-
ren: Lijst van beschikbare zen-
ders (uitsluitend indien het in-
strumentenpaneel zich in het
menu Audio bevindt).Instrumentenpaneel met kleu-
ren: volgende titel (uitsluitend
indien het instrumentenpaneel
zich in het menu Audio be-
vindt).
Geen functie
– Er is geen actieve oproep:
Lijst van laatste oproepen.
– Actieve oproep: de lijst van
gespreksopties openen (ge-
sprek in de wacht, gesprek be-
eindigen, microfoon uitschake-
len, privénummer enz.).– Actieve route: naar het aan-
zicht gaan om de routebegelei-
ding stop te zetten.
– Geen actieve route: lijst van
laatste bestemmingen.
HDrukkenWerkt op het instrumentenpaneel of bevestigt de menu-optie van het instrumentenpaneel afhankelijk van de menu-optie
a)
Afhankelijk van de uitrusting van de wagen.
b) Deze handeling kan worden uitgevoerd wanneer u naar de radio luistert, de audio-radiofunctie hoeft niet gekozen te zijn.
c) Deze handelingen kunnen worden uitgevoerd wanneer u naar media luistert, de audio-radiofunctie hoeft niet gekozen te zijn. 130
Page 133 of 332

Communicatie en multimedia
Multimedia USB/A UX
-IN-in
gangAfb. 131
Middenconsole: USB/AUX-IN-in-
g an
g. Afhankelijk van de uitrusting en het land kan
de w
ag
en be
schikken over verschillende
soorten USB/AUX-IN-aansluiting.
De USB/AUX-IN-ingang bevindt zich aan het
opbergvak van de voorste middenconsole
››› afb. 131.
De bedieningsinstructies bevinden zich in de
respectieve instructieboekjes van de audio of
het navigatiesysteem. Connectivity Box* / Wireless Charger* Afb. 132
Gerelateerde vi-
deo Afb. 133
Middenconsole: Connectivity Box Afhankelijk van de uitrusting en het land kan
de w
ag
en be
schikken over een van deze twee
opties: Connectivity Box of Wireless Charger .
Met de Connectivity Box kunt u uw mobiele
apparaat draadloos opladen met behulp van
Qi-technologie 1)
, de straling in de wagen be-
perken en uw ontvangst verbeteren. Met de Wireless Charger beschikt u uitslui-
tend ov
er de draadloze oplaadfunctie van uw
mobiele apparaat met Qi-technologie.
De Connectivity Box / Wireless Charger be-
vindt zich bij het opbergvak van de midden-
console voorin ››› afb. 133.
De bedieningsinstructies bevinden zich in de
respectieve instructieboekjes van de audio of
het navigatiesysteem. Let op
Voor de juiste werking moet uw mobiele ap-
par aat
compatibel zijn met de Qi-interfaces-
tandaard voor draadloos opladen via induc-
tie. 1)
Dankzij de Qi-technologie kunt u uw mobiele tele-
foon dr aa
dloos opladen. 131
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 134 of 332

Bedienen
Openen en sluiten
Sl eut
el
s
Sleutelset Afb. 134
Sleutelset. Afhankelijk van de uitvoering van uw wagen
k
an de s
l
eutelset bestaan uit:
● een sleutel met afstandsbediening ›››
afb.
134 A ●
een sleutel zonder afstandsbediening B ,
● een kunststof sleutelhanger* C .
of
● twee sleutels met afstandsbediening A●
een kunststof sleutelhanger* C .Sleutels bij laten maken
A
ls
u een nieuwe sleutel nodig heeft, kunt u
met het chassisnummer van de wagen naar
een Technische Dienst gaan. ATTENTIE
● Verk eer
d gebruik van de contactsleutel kan
ernstig lichamelijk letsel als gevolg hebben.
● Laat nooit kinderen of hulpbehoevenden al-
leen in de wag
en, omdat zij in een noodgeval
de wagen niet uit kunnen en zichzelf niet
kunnen redden.
● Ongecontroleerd gebruik van de wagen-
sleut
el door derden kan ertoe leiden dat de
motor wordt gestart of elektrische uitrustin-
gen (bijv. elektrische ruiten) worden bediend
- gevaar voor ongevallen! De wagenportieren
kunnen via de sleutel met afstandsbediening
worden vergrendeld, waardoor hulp in nood-
situaties wordt bemoeilijkt.
● Laat nooit een bij de wagen behorende
sleut
el achter in de wagen. Als derden uw wa-
gen zonder toestemming gebruiken, kan dit
tot schade aan of diefstal van de wagen lei-
den. Neem daarom altijd de sleutel mee wan-
neer u de wagen verlaat.
● Trek nooit de sleutel uit het contactslot zo-
lang de w
agen in beweging is. Het stuurslot
zou het stuurwiel kunnen blokkeren en u bent
dan niet meer in staat de wagen te besturen. VOORZICHTIG
In de sleutel met afstandsbediening zitten
elektr oni
sche componenten. Bescherm de
sleutels tegen vocht en stoten. Radiografische afstandsbediening*
Afb. 135
Knoppen op de sleutel met afstands-
bedienin g. Afb. 136
Wagensleutel met alarmknop.132
Page 135 of 332

Openen en sluiten
Met de radiografische afstandsbediening kan
de w ag
en
van op afstand worden ont- en ver-
grendeld.
Met de toets 4
› ››
afb
. 135 van de afstands-
bedienin
g wordt de sleutelbaard ontgren-
deld.
Wagen ontgrendelen ››› afb. 135 1 .
W ag
en
vergrendelen ››› afb. 135 2 .
A c
ht
erklep ontgrendelen. Op knop ››› afb.
135 3 drukken, tot alle knipperlichten van
de w ag
en ev
en knipperen. Bij het indrukken
van ontgrendelingsknop 3 , beschikt u
o v
er 2 minut
en om de achterklep te openen.
Na verloop van deze tijd wordt die weer ver-
grendeld.
Bovendien knippert het controlelampje van
de sleutelbatterij (pijl) ››› afb. 135.
De zender met de batterijen is ondergebracht
in de sleutel met afstandsbediening. De ont-
vanger zit in het interieur van de wagen. Het
maximaal bereik hangt af van verschillende
factoren. Bij zwakker wordende batterijen
wordt de reikwijdte kleiner.
Alarmknop*
Druk de alarmknop ››› afb. 136 5 a
lleen in
een noodg ev
al in! Zodra de alarmknop is in-
gedrukt, hoort u de claxon van de wagen en
gaan de knipperlichten kort branden. Door
de knop nogmaals in te drukken, wordt het
alarm gedeactiveerd. ATTENTIE
Lees de betreffende waarschuwingsaanwij-
zin g
en ››› in Sleutelset op pag. 132 en v
o lg
deze op. Let op
● De r a
diografische afstandsbediening werkt
alleen als u zich in het werkingsgebied be-
vindt.
● Als u de wagen met de radiografische af-
stand
sbediening niet kunt ont- of vergrende-
len, moet u eerder genoemde sleutel opnieuw
laten synchroniseren. Ga hiervoor naar uw
technische dienst. De batterij vervangen
Afb. 137
Autosleutel: openen van het deksel
v an b att
erijcompartiment. Afb. 138
Autosleutel: batterij verwijderen. SEAT adviseert om de batterij te laten vervan-
g
en in de w
erkp
laats van een officiële dealer.
De batterij bevindt zich aan de achterzijde
van de autosleutel, onder een deksel.
Batterij vervangen ● De sleutelbaard van de wagensleutel uit-
klap
pen ››› pag. 132.
● Deksel op achterkant van wagensleutel
›››
afb. 137 in de richting van de pijl ››› ver-
w ijder
en.
● Haal
de batterij met een geschikt dun voor-
werp uit het
batterijvak ››› afb. 138.
● De nieuwe batterij in het batterijcomparti-
ment pl
aatsen en aandrukken zoals is aange-
geven ››› afb. 138, in tegenovergestelde rich-
ting van de pijl ››› .
● Het deksel in de behuizing van de wagen-
s l
eut
el plaatsen en aandrukken zoals is aan-
gegeven ››› afb. 137, in tegenovergestelde »
133
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 136 of 332

Bedienen
richting van de pijl, totdat het deksel vast-
k likt
. VOORZICHTIG
● Als
de batterij niet correct wordt vervangen,
kan de autosleutel beschadigd raken.
● Het gebruik van ongeschikte batterijen kan
de autos
leutel beschadigen. Vervang daarom
de lege batterij altijd door een nieuwe van de-
zelfde spanning en afmetingen, en met de-
zelfde kenmerken.
● Let bij het plaatsen van de batterij op de
juist
e poolrichting. Milieu-aanwijzing
Lever de gebruikte batterijen met het oog op
het mi lieu in b
ij een daartoe aangewezen in-
zamelpunt. Sleutel met radiografische afstands-
bedienin
g sy
nc
hroniserenIndien de wagen niet kan worden ontgren-
del
d of
vergrendeld met de sleutel met af-
standsbediening, moet deze opnieuw gesyn-
chroniseerd worden.
Met geopende wagen:
– Druk toets 2
› ›
›
afb. 135 op de afstands-
bediening in. –
Vergr
endel vervolgens de wagen met de
sleutelbaard binnen een minuut.
Met gesloten wagen: – Druk toets 1
› ››
afb
. 135 op de afstands-
bedienin
g in.
– Vergrendel vervolgens de wagen met de
sleut
elbaard binnen een minuut.
Als u vaak de -knop indrukt buiten het wer-
kingsgebied van de radiografische afstands-
bediening, kunt u de wagen misschien niet
meer ont- en vergrendelen met de afstands-
bediening. De sleutel met afstandsbediening
moet dan opnieuw worden gesynchroni-
seerd.
Nieuwe sleutels met afstandsbediening zijn
verkrijgbaar bij de Technische Dienst. Deze
sleutels moeten in dezelfde zaak worden ge-
synchroniseerd.
Er kunnen maximaal vijf sleutels met radio-
grafische afstandsbediening worden ge-
bruikt.
Centrale vergrendeling Bes
chrijving Lees aandachtig de aanvullende informatie
› ›
›
pag. 15. De centrale vergrendeling maakt centraal
ont- en v
ergrendelen van alle portieren en de
achterklep mogelijk.
Met de volgende vergrendelsystemen kunt u
de centrale vergrendeling bedienen:
● de sleutel, door de sleut
el in de slotcilinder
van het bestuurdersportier te steken en in de
openstand draaien. Afhankelijk van de wa-
genuitvoering worden alle portieren ontgren-
deld of wordt enkel het bestuurdersportier
ontgrendeld. Bij het sluiten van de wagen
met de sleutel worden alle portieren vergren-
deld.
● met de drukknop voor de centrale vergren-
deling ›
›› pag. 137.
● de radiografische afstandsbediening, vi
a
de knoppen geïntegreerd in de sleutel
››› pag. 132.
Beschikt over verschillende functies die de
veiligheid van de wagen optimaliseren: "Safe*"-vergrendeling
Veiligheidsontgrendelen selectief*
Automatisch vergrendelen door onbe-
doeld openen
Automatisch vergrendelen door snelheid
en automatisch ontgrendelen*
Veiligheidsontgrendelen
–
–
–
–
–
134