Page 33 of 332

De essentie
De auto starten C ont
act
slot Afb. 37
Standen van de contactsleutel. Contact inschakelen: sleutel in het contact
p
l
aatsen en mot
or starten.
Stuur ver- en ontgrendelen
● Stuur vergrendelen: contactsleutel verwij-
deren uit het
contact en draaien aan het
stuur tot het blokkeert. In wagens met auto-
matische versnellingsbak zet u voor het ver-
wijderen van de sleutel de versnellingshen-
del in stand P. Zo nodig drukt u op de toets
voor keuzehendelvergrendeling en laat u die
daarna los.
● Stuur ontgrendelen: contactsleutel inste-
ken en draaien t
erwijl u het stuur in de rich-
ting aangegeven door de pijl draait. Indien
het stuur niet gedraaid kan worden, komt dit
mogelijk omdat de blokkering actief is. Contact inschakelen/uitschakelen, voor-
gloeien
●
Contact inschakelen: sleutel in stand 2 draaien.
●
Contact uitschakelen: sleutel in stand 1 draaien.
●
Dieselwagens : bij in
g
eschakeld contact
wordt voorgegloeid.
Starten van de motor
● Handgeschakelde versnellingsbak: trap het
koppelin
gspedaal helemaal in en zet de ver-
snellingshendel in neutrale stand.
● Automatische versnellingsbak: trap het
rempedaal
in en zet de keuzehendel in stand
P of N.
● Sleutel naar stand 3 draaien. De contact-
s l
eut
el keert automatisch terug naar stand
2 . Hierbij geen gas geven.
St ar
t/s
top-systeem*
Bij het stoppen en loslaten van het koppe-
lingspedaal, zet het start-stopsysteem* de
motor uit. Het contact blijft ingeschakeld.
››› in Standen van de contactsleutel op
pag. 178
››› pag. 178 Lichten en zicht
Ger el
at
eerde video Afb. 38
Dashboard Lichtschakelaar
Afb. 39
Dashboard: lichtschakelaar. ●
Schakelaar naar de gewenste stand draai-
en ››
›
afb. 39. » 31
Page 34 of 332

De essentieSym-
boolContact uitge-
schakeld.Contact aan
Mistlampen, dim-
licht en stadslicht
uit.Licht uit of daglicht
ontstoken.
De oriëntatielichten
"Coming home" en
"Leaving home"
kunnen branden.Automatische regeling
van het dimlicht en
daglicht.
Stadslichten aan.Dagrijverlichting inge-
schakeld.
Dimlicht uitDimlicht aan.
Mis
tlampen: schakelaar naar het eerste
p
unt trekken, vanaf de standen , of
.
Mistachterlicht: volledig trekken aan scha-
kelaar vanaf de standen , of .
Mistlampen uitschakelen: schakelaar indruk-
ken of draaien naar stand .
››› pag. 147 Knipperlicht- en grootlichthendel
Afb. 40
Knipperlicht- en grootlichthendel. Hendel in de gewenste stand zetten:
Rec
ht
er knipperlicht: rechter parkeerlicht
(contact uitgeschakeld).
Linker knipperlicht: linker parkeerlicht
(contact uitgeschakeld).
Grootlicht ingeschakeld: controlelampje
brandt in het instrumentenpaneel.
Grootlichtsignaal: brandt met ingedrukte
hendel. Controlelampje brandt.
Hendel in basisstand voor uitgeschakeld.
››› in Knipperlicht- en grootlichthendel
op pag. 149
››› pag. 149 1
2
3
4 Alarmlichten
Afb. 41
Dashboard: schakelaar voor alarm-
lic ht
en. Ingeschakeld, bijvoorbeeld:
● Bij het naderen van een file
● In een noodsituatie
● Wagen staat stil wegens pech
● Bij het slepen of gesleept worden
››› in Alarmlichten op pag. 152
››› pag. 151 32
Page 35 of 332

De essentie
Binnenverlichting Afb. 42
Deel van de hemelbekleding: binnen-
v erlic
htin
g voorin.
KnopFunctie
De binnenverlichting in- of uitschakelen.
De portierschakeling in- of uitschakelen.
De binnenverlichting gaat automatisch
aan wanneer de wagen ontgrendeld, een
portier geopend of de sleutel uit het con-
tactslot genomen wordt.
De verlichting gaat na een paar secon-
den uit nadat alle portieren gesloten zijn,
de wagen vergrendeld is of het contact in
wordt geschakeld.
/ Het leeslampje in- en uitschakelen. Afhankelijk van de versie van de wagen kun-
nen de bedienin
g
sknop
pen van het licht ver-
schillen.
››› pag. 152 Ruitenwisser voor en achter
Afb. 43
Bediening van de ruitenwisser en rui-
t en
s
proeier.
Hendel in de gewenste stand zetten:
0 Ruitenwissers uit.
Hendel in de gewenste stand zetten:
1
Intervalwissen van de ruitenwissers.
Met de knop
››› afb. 43 A de intervalni-
veaus (bij wagens zonder regensensor) of
de gevoeligheid van de regensensor in-
stellen.
2 Langzaam wissen.
3
Snel wissen.
4
Tipwissen. Kort indrukken, kort wissen.
5
Wis-/was-automaat. Door de hendel naar
voren te verplaatsen, wordt de ruiten-
sproeifunctie geactiveerd; de ruitenwis-
sers gaan ook werken.
6
Intervalwissen bij de achterruit. De achter-
ruitwisser werkt ongeveer om de 6 secon-
den.
7
Door de hendel in te drukken, wordt de
ruitensproeifunctie geactiveerd; de rui-
tenwisser gaat ook werken.
››› in Ruitenwisser voor en achter op
pag. 154
››› pag. 153
››› pag. 73 33
Page 36 of 332
De essentie
Easy Connect In s
t
ellingen in het CAR-menu Afb. 44
Easy Connect: Hoofdmenu. Afb. 45
Easy Connect: Menu WAGEN Het aantal beschikbare menu's en de bena-
min
g
v
an de verschillende opties voor de me-
nu's hangt af van de elektronica en de uitrus-
ting van de wagen.
● Contact inschakelen.
● Indien het is uitgeschakeld, zet dan het in-
fotainmentsy
steem aan.
● Druk op de infotainmenttoets / en
v er
v
olgens op de functieknop Wagen
› ››
afb
. 44 , of druk op de infotainmenttoets
/
om naar het menu
Wagen › ›
› afb. 45 te gaan.
● Druk op de functieknop SETUP om het me-
nu Wageninstellingen te openen.
● Om b innen het
menu een functie te selec-
teren, de betr
effende knop indrukken.
Als het selectievakje van de functietoets is
gemarkeerd , is de functie actief. Door op de menutoets
te drukken opent u
t elk
en
s het laatste menu dat is geactiveerd.
De wijzigingen in de instelmenu's worden au-
tomatisch opgeslagen bij het verlaten van de
menu's. 34
Page 37 of 332

De essentieMenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
ESC-systeem:–Activering van het programma voor de Elektronische Stabiliserings Controle
(ESC)›››
pag. 187
Banden
BandenspanningscontrolesysteemOpslaan in het geheugen van de bandenspanningen (kalibreren)››› pag. 300
WinterbandenIn- en uitschakelen van de snelheidswaarschuwing. Verstellen van de waarde
van de snelheidswaarschuwing››› pag. 302
Licht
VerlichtingshulpSnelwegverlichting, inschakeltijd, automatisch licht bij regen, comfortknipper-
lichten››› pag. 147,
››› pag. 150
InterieurverlichtingIntensiteit van de instrumenten- en schakelaarverlichting››› pag. 152
Functie "Coming / Leaving home"Inschakeltijd van de "Coming home"- en "Leaving home"-functies››› pag. 150
Assistentie voor de
bestuurder
ACC (automatische afstandsregeling)Standaardinstelling afstandsniveau, rijprofielen inschakelen/uitschakelen.››› pag. 222
Front Assist (noodremhulpsysteem)Front Assist, voorwaarschuwing, weergave van de waarschuwing voor de afstand
inschakelen/uitschakelen››› pag. 217
VermoeidheidsdetectieActivering / deactivering››› pag. 239
Parkeren en manoeu-
vrerenInstellingen parkeren en manoeuvre-
renAutomatisch inschakelen, volume voorin, scherpte van de klank voorin, volume
achterin, scherpte van de klank achterin››› pag. 254
Sfeerverlichting–Sfeerverlichting, uitschakeling, kleur››› pag. 152
Achteruitkijkspie-
gels en ruitenwis-
sersSpiegelsInklappen na het parkeren inschakelen/uitschakelen››› pag. 155
RuitenwissersAutomatisch wissen bij regen, wissen van de achterruit bij het achteruitrijden in-
schakelen/uitschakelen››› pag. 33
Openen en sluitenElektrische ruitbedieningComfortopenen, alle, alleen bestuurder››› pag. 146
Centrale vergrendelingPortieren ontgrendelen, automatisch vergrendelen tijdens het rijden››› pag. 134
Instrumentenpaneel–
Actueel verbruik, gemiddeld verbruik, comfortverbruikers, ECO-tips, reisduur,
traject, gemiddelde snelheid, digitale snelheidsmeter, snelheidswaarschuwing,
olietemperatuur, reset gegevens "vanaf het vertrek", reset gegevens "totale be-
rekening"
››› pag. 38» 35
Page 38 of 332
De essentieMenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
Datum en tijd–Uur, zomeruur, tijdzone, tijdweergave, datum, datumweergave›››
pag. 121
Eenheden–Afstand, snelheid, temperatuur, volume, brandstofverbruik, druk–
Service–Chassisnummer, datum volgende SEAT Controleservice, datum volgende Onder-
houdsservice››› pag. 43
Fabrieksinstellingen
AlleAlle instellingen terugzetten
–IndividualDe fabrieksinstellingen van lichten terugzetten, hulpsystemen voor de bestuur-
der, parkeren en manoeuvreren
››› in Menu WAGEN op pag. 125
36
Page 39 of 332

De essentie
Bestuurdersinformatiesysteem In l
eidin
gBij ingeschakeld contact is het mogelijk de
ver
s
chillende functies van het display te
raadplegen door te navigeren door de me-
nu's.
Bij wagens met multifunctiestuurwiel kan de
multifunctie-indicatie uitsluitend worden be-
diend via de knoppen aan dat stuurwiel.
Het aantal menu's dat weergegeven wordt op
het display van het instrumentenpaneel vari-
eert naargelang de elektronica en uitvoering
van de wagen.
Bij een gespecialiseerde dealer kunnen func-
ties geprogrammeerd of gewijzigd worden
volgens de uitvoering van de wagen. Geadvi-
seerd wordt om naar de werkplaats van een
officiële SEAT dealer te gaan.
Een aantal opties van het menu kan enkel ge-
raadpleegd worden wanneer het voertuig stil-
staat.
Zolang een waarschuwing met hoogste prio-
riteit 1 weergegeven wordt op het scherm,
kunnen de menu's ›››
pag. 41 niet getoond
worden. Bepaalde waarschuwingen kunnen
worden bevestigd via de ruitenwisserhendel
of de knop op het multifunctiestuurwiel; deze
verdwijnen dan. Het informatiesysteem biedt ook de volgende
inform
atie en aan
wijzingen (volgens de uit-
rusting van de wagen):
Ritgegevens ››› pag. 38
■ Multifunctie-indicatie vanaf het vertrek
■ Multifunctie-indicatie vanaf het tanken
■ Multifunctie-indicatie berekening totaal
Assistenten ››› pag. 40
Navigatie ››› brochure Navigatiesysteem
Audio ››› brochure Radio of ››› brochure Navi-
gatiesysteem
Telefoon ››› brochure Radio of ››› brochure Na-
vigatiesysteem
Staat van de wagen ››› pag. 34 ATTENTIE
Iedere afleiding kan tot een ongeval leiden
met het d
aaraan verbonden risico van ver-
wondingen.
● De knoppen e.d. van het instrumentenpa-
neel niet tijden
s het rijden bedienen. Bediening menu's in het instrumen-
t
enp
aneel Afb. 46
Ruitenwisserhendel: controletoetsen. Afb. 47
Rechterdeel van het multifunctiestuur-
w iel: c
ontr
oletoetsen. Het informatiesysteem voor de bestuurder
w
or
dt
bediend met de knoppen van het mul-
tifunctiestuurwiel ››› afb. 47 of met de ruiten-
wisserhendel ››› afb. 46 (indien de wagen
niet is uitgerust met multifunctiestuurwiel). » 37
Page 40 of 332

De essentie
Hoofdmenu oproepen
● Contact inschakelen.
● Indien een bericht of het pictogram van de
w ag
en
verschijnt, drukt u op toets ››› afb. 46
1 op de ruitenwisserhendel of op toets
van het multifunctiestuurwiel
››
›
afb. 47.
● In geval van bediening met de ruitenwisser-
hendel:
om naar het hoofdmenu te gaan of
om terug te keren naar het hoofdmenu vanuit
een ander menu, drukt u op de tuimelschake-
laar ››› afb. 46 2 .
● In geval van bediening met het multifunc-
ti e
s
tuurwiel: de lijst van het hoofdmenu zal
niet verschijnen. Om door het hoofdmenu te
stappen, drukt u een aantal keren op toets of
› ›
› afb
. 47.
Een submenu selecteren
● Duw de tuimelschakelaar ›››
afb. 46 2 van
de ruit en
w
isserhendel naar voren of achter of
draai aan het kartelwieltje van het multifunc-
tiestuurwiel ››› afb. 47 totdat de gewenste
menuoptie oplicht.
● De aangeduide optie wordt weergegeven
met een horizont
ale lijn eronder.
● Om de optie in het submenu op te vragen,
drukt u op toets
››› afb. 46 1 van de ruiten-
w i
s
serhendel of de toets van het multi-
f u
nctie
stuurwiel ›››
afb. 47. Instellingen uitvoeren naargelang het menu
● Met de tuimelschakelaar van de ruitenwis-
serhendel of het
kartelwieltje van het multi-
functiestuurwiel voert u de gewenste veran-
deringen uit. Draai sneller aan het kartelwiel-
tje als u sneller omhoog of omlaag wilt stap-
pen door de waarden.
● Markeer of bevestig de selectie met toets
›››
afb. 46 1 van de ruitenwisserhendel of
t oets
van het multifunctiestuurwiel
››
›
afb.
47.
Keuzemenu
MenuFunctie
Ritgege-
vensInformatie en configuratiemogelijkhe-
den van de multifunctie-indicatie
(MFA) ››› pag. 38, ››› pag. 125.
Assisten-
tenInformatie over en mogelijke configu-
raties van de systemen ter ondersteu-
ning van de bestuurder ››› pag. 40.
Navigatie *
Informatie van het geactiveerde navi-
gatiesysteem: met de routegeleiding
geactiveerd, worden de pijlen voor het
draaien en de balken getoond. De
weergave verloopt via het Easy Con-
nect-systeem.
Indien de routegeleiding niet geacti-
veerd is, wordt de rijrichting aangege-
ven (kompas) en de naam van de
straat waar men rijdt ››› brochure Navi-
gatiesysteem.
MenuFunctie
Audio
informatie over de radiozender,
naam van de track op de cd
of naam van de track in Media-stand
››› brochure Radio of ››› brochure Navi-
gatiesysteem
Telefoon
informatie en configuratiemogelijkhe-
den van de mobiele-telefoonvoorberei-
ding ››› brochure Radio of ››› brochure
Navigatiesysteem.
Staat van
de wagenWeergave van de actuele waarschu-
wingen of informatie en andere onder-
delen van het systeem afhankelijk van
het uitrustingsniveau ››› pag. 125. Ritgegevens
De multifunctie-indicatie geeft de afgelegde
af
s
t
and en het brandstofverbruik weer.
Wisselen tussen de weergavefuncties op de
multifunctie-indicatie ● Bij wagens zonder multifunctiestuurwiel:
druk op de tuimel
schakelaar van de rui-
t en
w
isserhendel ››› afb. 46.
● Bij wagens met multifunctiestuurwiel: draai
aan het k
artelwieltje ››› afb. 47.38