Page 17 of 332

De essentie
Werking Openen en s luit
en
Ger
elateerde video Afb. 1
Openen en sluiten Portieren
Afb. 2
Sleutel met afstandsbediening: toet-
sen. Afb. 3
Middenconsole: drukknopen voor cen-
tral e
vergrendeling. Ver- en ontgrendelen met de sleutel
● Vergrendelen: drukken op de knop
› ›
›
afb. 2.
● Ontgrendelen: drukken op de knop
› ››
afb. 2.
● Achterklep ontgrendelen: zolang op de
knop ›››
afb. 2 drukken, totdat alle knip-
perlichten van de wagen even knipperen.
Ver- en ontgrendelen met de schakelaar van
de centrale vergrendeling
● Vergrendelen: drukken op de knop
›››
afb. 3. Het symbool gaat geel branden
om aan te geven dat deze is ingeschakeld.
Geen enkel portier wordt geopend van bui-
tenaf. U kunt de portieren van binnen ont-
grendelen door tweemaal aan de slotgreep te
trekken. ●
Ontgrendel
en: Druk opnieuw op de toets
››› afb. 3. Het symbool brandt weer in de nor-
male kleur.
››› in Beschrijving op pag. 135
››› pag. 134 Ontgrendelen of vergrendelen van het
be
s
t
uurdersportier Afb. 4
Portiergreep aan bestuurderzijde: ver-
bor g
en s
lotcilinder. Als de centrale vergrendeling uitvalt, kan het
be
s
t
uurdersportier via de slotcilinder worden
vergrendeld en ontgrendeld.
Bij het handmatig vergrendelen van het por-
tier, zullen alle andere portieren automatisch » 15
Page 18 of 332

De essentie
vergrendelen. Bij het handmatig ontgrende-
l en
z
al uitsluitend het portier van de bestuur-
der worden ontgrendeld. Volg de instructies
m.b.t. de inbraakbeveiliging ›››
pag.
141 op.
● De sleutelbaard van de wagensleutel uit-
klap
pen ›››
pag. 132.
● Steek de sleutelbaard in de onderste ope-
ning v
an de klep op de portiergreep aan be-
stuurderszijde ››› afb. 4 (pijl) en til de klep op.
● Voer de sleutelbaard in de slotcilinder en
ontgrendel
of vergrendel de wagen.
Bijzonderheden
● Het alarmsysteem blijft geactiveerd bij ont-
grendelde w
agens. Het alarm zal echter nog
niet afgaan ›››
pag. 141.
● Na het openen van portier aan bestuur-
dersz
ijde heeft u 15 sec. om het contact in te
schakelen. Daarna gaat het alarm af.
● Contact inschakelen. De elektronische weg-
rijblokkerin
g herkent een geldige sleutel en
schakelt het alarmsysteem uit. Let op
Het alarmsysteem wordt niet geactiveerd
wanneer de w ag
en met de sleutelbaard ver-
grendeld wordt ›››
pag. 141. Noodvergrendeling van de portieren
z
onder s
lot
cilinder Afb. 5
Portier noodvergrendelen. Als de centrale vergrendeling uitvalt, moeten
de por
tier
en
zonder slotcilinder apart worden
vergrendeld.
Aan de voorzijde van het bijrijdersportier zit
een noodvergrendeling (alleen zichtbaar bij
geopend portier).
● Afdekkap uit de opening trekken.
● De sleutel in de gleuf in de binnenkant ste-
ken en naar r
echts (rechterportier) resp. naar
links (linkerportier) draaien tot tegen de aan-
slag.
Nadat het portier is vergrendeld, kan het por-
tier niet meer van buitenaf worden geopend.
Het portier kan van binnenuit worden ont-
grendeld en geopend door eenmaal aan de
slotgreep te trekken. Achterklep
Afb. 6
Achterklep: handgreep De werking van de achterklepontgrendeling
i
s
el
ektrisch*. Wordt geactiveerd door licht te
drukken op de handgreep ››› afb. 6.
Dit systeem is al dan niet operationeel naar-
gelang de status van de wagen.
Als de achterklep vergrendeld is, kan ze niet
geopend worden; is ze echter ontgrendeld,
dan is de ontgrendeling operationeel en kan
ze geopend worden.
Om de status vergrendelen/ontgrendelen te
wijzigen, drukt u op de drukknop of op de
toets ››› afb. 2 van de sleutel met afstands-
bediening.
Is de achterklep open of niet juist gesloten,
dan wordt dit op het display van het instru-
mentenpaneel weergegeven.* Als bij het be-
reiken van een snelheid van 6 km/u (4 mph) 16
Page 19 of 332

De essentie
de achterklep is geopend, klinkt een extra
w aar
s
chuwingssignaal*.
● De achterklep openen: licht op de hand-
greep drukken ›
›› afb. 6. De klep wordt auto-
matisch geopend.
● De achterklep sluiten: de klep vasthouden
met een v
an de handgrepen van de binnen-
bekleding en sluiten door hem zachtjes aan
te duwen.
››› in Openen en sluiten op pag. 144
››› pag. 17 Noodontgrendeling van achterklep
Afb. 7
Noodontgrendeling van achterklep. Maakt openen mogelijk ingeval de centrale
v
er
gr
endeling niet werkt (bijvoorbeeld bij
een lege batterij).
In de bekleding van de bagageruimte zit een
gleuf die toegang geeft tot het mechanisme
voor noodopenen.
Openen van de achterklep vanaf de binnen-
zijde van de bagageruimte
● Steek de sleutelbaard in de gleuf en ont-
grendel het
sluitsysteem door de sleutel
linksom te draaien, zoals de pijl aangeeft
››› afb. 7.
Gerelateerde video Afb. 8
Motorkap Motorkap
Afb. 9
Ontgrendelingshendel in de voeten-
ruimt e
v
an de bestuurder. Afb. 10
Hendel onder de motorkap. Alvorens de motorkap te openen, controleert
u of
de ruit
en
wissers op de voorruit rusten.
● Open het portier en trek aan de hendel on-
der het da
shboard ››› afb. 9 1 .
» 17
Page 20 of 332

De essentie
● Druk om de mot
ork
ap te openen de hendel
in het midden onder de motorkap naar links
››› afb. 10 2 . De vergrendelingshaken ko-
men vrij.
● De mot
orkapsteun losmaken en in de daar-
voor bedoelde p
laats van de motorkap vast-
zetten.
››› in Veiligheidsaanwijzingen voor
werkzaamheden in de motorruimte op
pag. 285
››› pag. 285 Bedieningselementen van de ruiten
Afb. 11
Deel van het bestuurdersportier: be-
dienin g
sel
ementen van de ruiten. ●
De ruit openen: op de knop drukken. ●
De ruit s
luiten: aan de knop trekken.
Knoppen in het bestuurdersportier Ruit van het portier linksvoor
Ruit van het portier rechtsvoor
Ruit van het portier linksachter
Ruit van het portier rechtsachter
Veiligheidsschakelaar voor het uitschake-
len van de ruitbedieningsknoppen in de
achterportieren
››› in De ruiten elektrisch openen en
sluiten op pag. 145
››› pag. 144 Vóór elke rit
Ger el
at
eerde video Afb. 12
Interieur 1
2
3
4
5 Stoelen handmatig verstellen
Afb. 13
Voorstoelen: handmatig verstellen
v an de s
t
oel. Vooruit/achteruit: trek aan de hendel en
v
er
s
chuif de stoel.
Omhoog/omlaag: trek de hendel omh-
oog of duw deze omlaag.
Rugleuning schuiner zetten: draai aan
het bedieningsknop.
››› in Voorstoelen verstellen op
pag. 156 1
2
3
18
Page 21 of 332
De essentie
Instelling hoofdsteun Afb. 14
Voorstoel: hoofdsteun verstellen. ●
Druk om de hoofdsteun omhoog of omlaag
t e
z
etten op de knop aan de zijkant 1 ,
s c
huif
hem omhoog of omlaag tot hij in de
gewenste stand vastklikt.
››› in Voorste hoofdsteunen regelen op
pag. 156
››› pag. 79, ››› pag. 156 Veiligheidsgordels verstellen
Afb. 15
De slotgesp van de veiligheidsgordel
aanbr en
g
en en verwijderen. Afb. 16
Juist verloop van de gordelband en
een juis t
e stand van de hoofdsteun van voren
en opzij gezien. Om de veiligheidsgordel te verstellen bij de
s
c
houder
, regelt u de hoogte van de stoelen.
Het schoudergedeelte goed in het midden,
nooit over de hals. De veiligheidsgordel ligt
vlak en strak op het bovenlichaam.
Het heupgedeelte loopt over het bekken,
nooit over de buik. De veiligheidsgordel ligt
vlak en strak op het bekken.
››› pag. 83
››› pag. 85 19
Page 22 of 332

De essentie
Gordelspanners Bij een botsing worden de veiligheidsgordels
van de
v
oorste zitplaatsen automatisch strak
getrokken.
De gordelspanner kan slechts eenmaal wor-
den geactiveerd.
››› in Onderhoud en afvoer van de gor-
delspanners op pag. 86
››› pag. 86 Instelling buitenspiegels
Afb. 17
Deel van het bestuurdersportier: be-
dienin g v
an de buitenspiegel. Buitenspiegels verstellen: knop naar de ge-
w
en
s
te stand draaien: Door de knop naar de juiste stand te
breng
en, stelt u de buitenspiegel aan de
zijde van de bestuurder (L, links) en aan
de zijde van de bijrijder (R, rechts) in de
gewenste richting in.
Spiegels inklappen.
››› in Elektrisch verstelbare buitenspie-
gels* op pag. 155
››› pag. 155 Stuur verstellen
Afb. 18
Hendel linksonder aan de stuurko-
lom. ●
Positie van het stuur verstellen: de hendel
› ›
›
afb. 18 1 omlaag trekken, het stuur naar
de g ew
en
ste positie bewegen en de hendel
opnieuw omhoog brengen tot het sluitpunt. L/R
››› in Stand van het stuurwiel verstel-
len op pag. 77 Airbags
Gerelat
eerde video Afb. 19
Interieur20
Page 23 of 332
De essentie
Voorairbags Afb. 20
Bestuurdersairbag in het stuurwiel. Afb. 21
Bijrijdersairbag in het dashboard. De frontairbag van de bestuurder bevindt
z
ic
h in het
stuurwiel ››› afb. 20 en die van de
bijrijder in het dashboard ››› afb. 21. De air-
bags zijn gemarkeerd met het opschrift "AIR-
BAG".
De airbagafdekkingen worden bij het active-
ren van de bestuurders- en bijrijdersairbag
geopend en blijven aan het stuurwiel en het
dashboard zitten ››› afb. 20, ››› afb. 21.
Het frontairbagsysteem biedt in combinatie
met de veiligheidsgordels extra bescherming
op hoofd- en borsthoogte van de bestuurder en bijrijder in geval van zware frontale bot-
sing
en.
De speciaal ontwikkelde airbag maakt het
mogelijk dat het gas onder het gewicht van
de inzittende gericht wegstroomt. Op deze
wijze worden het hoofd en het bovenlichaam
beschermd en door de airbag opgevangen.
Na een aanrijding is de luchtzak derhalve zo
ver leeggelopen dat het zicht naar voren weer
vrij is.
››› pag. 89 21
Page 24 of 332

De essentie
Frontairbag aan bijrijderszijde buiten
werking stellen* Afb. 22
Schakelaar voorairbag aan bijrijders-
zijde. Afb. 23
Centraal deel van het dashboard: con-
trolelampje voor buiten werking gestelde bij-
rijdersairbag. Om de voorairbag van de bijrijder buiten
werking te stellen: ●
Contact uitschakelen.
● Open het portier aan de voorpassagierszij-
de.
● Voer de sleutelbaard in de gleuf in die voor-
zien is op de schakelaar voor uitschakeling
van de bijrijdersairbag ››› afb. 22 . De sleutel
moet c
a. 3/4 van zijn lengte ingevoerd wor-
den, tot tegen de aanslag.
● Draai de sleutel zachtjes om de stand op
te plaatsen. Indien u moeilijkheden on-
dervindt, controleert u of de sleutel tot de
aanslag is ingestoken.
● Bijrijdersportier sluiten.
● Controleer of het controlelampje bij
ingeschakeld contact blijft branden bij het
opschrift in het midden
van het dashboard ››› afb. 23.
››› in De bijrijdersvoorairbag in- en uit-
schakelen* op pag. 92
››› pag. 91 Zijairbags*
Afb. 24
Zij-airbag in de bestuurdersstoel. Afb. 25
Zijairbag volledig opgeblazen in het
linker deel van de wagen. De zijairbags zitten in de rugleuningvulling
van de bestuurdersstoel
››› afb. 24 en van de
b ijrijder
sstoel. De inbouwplaatsen zijn ge-
markeerd door het opschrift "AIRBAG" boven-
aan de rugleuningen. 22