De essentieMenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
ESC-systeem:–Activering van het programma voor de Elektronische Stabiliserings Controle
(ESC)›››
pag. 187
Banden
BandenspanningscontrolesysteemOpslaan in het geheugen van de bandenspanningen (kalibreren)››› pag. 300
WinterbandenIn- en uitschakelen van de snelheidswaarschuwing. Verstellen van de waarde
van de snelheidswaarschuwing››› pag. 302
Licht
VerlichtingshulpSnelwegverlichting, inschakeltijd, automatisch licht bij regen, comfortknipper-
lichten››› pag. 147,
››› pag. 150
InterieurverlichtingIntensiteit van de instrumenten- en schakelaarverlichting››› pag. 152
Functie "Coming / Leaving home"Inschakeltijd van de "Coming home"- en "Leaving home"-functies››› pag. 150
Assistentie voor de
bestuurder
ACC (automatische afstandsregeling)Standaardinstelling afstandsniveau, rijprofielen inschakelen/uitschakelen.››› pag. 222
Front Assist (noodremhulpsysteem)Front Assist, voorwaarschuwing, weergave van de waarschuwing voor de afstand
inschakelen/uitschakelen››› pag. 217
VermoeidheidsdetectieActivering / deactivering››› pag. 239
Parkeren en manoeu-
vrerenInstellingen parkeren en manoeuvre-
renAutomatisch inschakelen, volume voorin, scherpte van de klank voorin, volume
achterin, scherpte van de klank achterin››› pag. 254
Sfeerverlichting–Sfeerverlichting, uitschakeling, kleur››› pag. 152
Achteruitkijkspie-
gels en ruitenwis-
sersSpiegelsInklappen na het parkeren inschakelen/uitschakelen››› pag. 155
RuitenwissersAutomatisch wissen bij regen, wissen van de achterruit bij het achteruitrijden in-
schakelen/uitschakelen››› pag. 33
Openen en sluitenElektrische ruitbedieningComfortopenen, alle, alleen bestuurder››› pag. 146
Centrale vergrendelingPortieren ontgrendelen, automatisch vergrendelen tijdens het rijden››› pag. 134
Instrumentenpaneel–
Actueel verbruik, gemiddeld verbruik, comfortverbruikers, ECO-tips, reisduur,
traject, gemiddelde snelheid, digitale snelheidsmeter, snelheidswaarschuwing,
olietemperatuur, reset gegevens "vanaf het vertrek", reset gegevens "totale be-
rekening"
››› pag. 38» 35
De essentieMenuFunctie
Gemiddelde
snelheid
De gemiddelde snelheid wordt na
inschakeling van het contact al na
ongeveer 100 meter weergege-
ven. Tot dan worden streepjes ge-
toond. De aangegeven waarde
wordt ongeveer om de 5 secon-
den bijgewerkt.
Digitale indi- catie van de
snelheidActuele snelheid digitaal weerge-
geven.
Snelheidswaar-
schuwing bij
--- km/u of
Snelheidswaar-
schuwing bij
--- mphIndien de opgeslagen snelheid
(tussen 30-250 km/u of 19-155
mijl per uur) wordt overschreden,
klinkt een akoestisch signaal en
verschijnt een visuele waarschu-
wing.
Olietempera- tuurDigitale weergave van de actuele
motorolietemperatuur.
Koelvloeistof- temperatuurDigitale indicatie van actuele
koelvloeistoftemperatuur.
Comfortver- bruikersInformatie over de staat van de
voornaamse comfortverbruikers
in de auto. Wordt weergeven met
een verbruikbalk.
Eco-tipsTips voor het besparen van brand-
stof.
Reset gegevens"vanaf het
vertrek"De reisgegevens vanaf het vertrek
terugzetten.
MenuFunctie
Reset gegevens "totale bere-
kening"De reisgegevens terugzetten. Een snelheid opslaan met de snelheidswaar-
sc
hu
wing
● Selecteer de weergave Snelheidswaar-
schuwing bij --- km/u .
● Druk op de t
oets van de ruitenwis-
serhendel of de t
oets van het multifunc-
ties t
uurwiel om de actuele snelheid op te
slaan in het geheugen en de snelheidswaar-
schuwing te activeren.
● Inschakelen: In dat geval moet u binnen 5
sec. de g ew
enste snelheid instellen via de
tuimelschakelaar van de ruitenwisser-
hendel of
door aan het
kartelwieltje van het
multifunctiestuurwiel te draaien. Druk vervol-
gens opnieuw op de toets of
of
w ac
ht
een paar seconden. De snelheid wordt
opgeslagen en de snelheidswaarschuwing
wordt geactiveerd.
● Uitschakelen: druk op de toets of
. De in het geheugen opgeslagen snelheid
w or
dt
gewist. Menu Assistenten
MenuFunctie
ACCWeergave van automatische af-
standsregeling (ACC)
››› pag.
222.
Front AssistHet bewakingssysteem in- of uit-
schakelen ››› pag. 217.
Dode hoekSysteem voor dodehoekherken-
ning (BSD) in- of uitschakelen
››› pag. 232
Vermoeidheids-
detectie *Vermoeidheidsdetectie in- en uit-
schakelen (aanbeveling om te
pauzeren) ››› pag. 239. 40
De essentie
enkel de olie ververst te worden wanneer de
w ag
en d
at nodig heeft. Om deze verversing
te berekenen (max. 2 jaar), wordt rekening
gehouden met de gebruiksomstandigheden
van de wagen en de persoonlijke rijstijl. De
aankondiging van de service verschijnt voor
het eerst 20 dagen voor de berekende datum
voor de overeenkomstige service. De nog res-
terende kilometers worden steeds op 100 km
afgerond en de tijd op volledige dagen. Het
actuele servicebericht kan niet geraadpleegd
worden tot 500 km na de laatste service. Tot
dan verschijnen enkel streepjes op de indica-
tor.
Herinnering aan een onderhoudsbeurt
Wanneer het bijna tijd is voor een service,
verschijnt bij het inschakelen van het contact
een Serviceherinnering.
Voertuigen zonder tekstberichten : op het dis-
play van het instrumentenpaneel wordt een
steeksleutel getoond en een indicatie in
km .
Het aangegeven aantal km is de maximale af-
stand die nog kan worden afgelegd tot de
volgende service. Na enkele seconden veran-
dert de weergavefunctie. Er verschijnt een
kloksymbool en het aantal dagen tot de ko-
mende servicebeurt.
Voertuigen met tekstberichten : op het display
van het instrumentenpaneel wordt Service
in --- km of --- dagen weergegeven.Datum van de onderhoudsbeurt
Wanneer de d
atum van de service bereikt
wordt, weerklinkt een akoestisch signaal bij
het inschakelen van het contact en knippert
de steeksleutel op het display gedurende
enkele seconden.
Voertuigen met tekstberichten : op het display
van het instrumentenpaneel wordt Service
nu weergegeven.
Een servicemededeling raadplegen
Wanneer het contact is ingeschakeld, de mo-
tor niet draait en de wagen stilstaat, kan de
actuele servicemededeling geraadpleegd
worden:
Houd knop 2 langer dan 5 seconden inge-
drukt om de ser
v
icemededeling weer te ge-
ven.
Na het overschrijden van de servicedatum ,
wordt een minteken weergegeven voor de in-
dicatie van de kilometers of dagen.
Voertuigen met tekstberichten : op het display
wordt het volgende getoond: Service
sinds --- km of --- dagen .
Terugzetten van de service-intervalindicatie
Als de service niet uitgevoerd is in de werk-
plaats van een officiële SEAT dealer, kan de
indicatie op de volgende wijze gereset wor-
den: ●
Zet het
contact uit en houd de toets 2 in-
g edrukt
.
● C
ontact opnieuw inschakelen.
● Laat de toets 2 los en vervolgens weer 20
sec onden in
g
edrukt. Let op
● De ser v
icemelding verdwijnt na enkele se-
conden, bij het starten van de motor of het
drukken op de toets OK/RESET op de ruiten-
wi s
serhendel resp. de toets OK op het multi-
fu nctie
stuurwiel.
● In wagens met LongLife Service waarvan de
accu g
edurende langere tijd losgekoppeld is
geweest, kan de datum van de volgende ser-
vice niet berekend worden. Daarom kunnen
de service-indicaties soms verkeerde bereke-
ningen tonen. Houd u in dat geval aan de
maximaal toegestane onderhoudsintervallen
››› brochure Onderhoudsprogramma.
● Indien de indicatie handmatig op nul wordt
gezet, w
ordt het volgende service-interval
weergegeven zoals in wagens met vaste ser- vice-intervallen. Geadviseerd wordt daarom
om de service-intervallenindicatie uitsluitend
te laten resetten door een officiële SEAT-dea-
ler. 44
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
● Onder s l
ec
hte klimatologische omstandig-
heden.
● Bij een sportieve rijstijl.
● Als de bestuurder in ernstige mate wordt
afgel
eid.
De detectie van vermoeidheid wordt gereset
zodra de wagen langer dan 15 minuten heeft
stilgestaan, het contact wordt uitgeschakeld
of de bestuurder de veiligheidsgordel heeft
ontgrendeld en het portier heeft geopend.
Als gedurende langere tijd langzaam wordt
gereden (trager dan 65 km/u (40 mph)), re-
set het systeem de vermoeidheidsbereke-
ning automatisch. Zodra weer sneller wordt
gereden, wordt de rijstijl opnieuw berekend.
Inparkeersysteem (Park As-
sis
t)*
Inleiding tot thema Het inparkeersysteem is een bijkomende
f
u
nctie
van ParkPilot ›››
pag. 249 en helpt de
bestuurder om:
● een geschikte plek te vinden om te parke-
ren
● een park
eermodus te selecteren
● recht en schuin achteruit te parkeren in een
ges
chikte plek ●
recht
vooruit te parkeren in een geschikte
plek
● vooruit een rechte parkeerplaats te verlaten
In auto's met
inparkeersysteem en in de fa-
briek ingebouwde radio worden het gebied
vooraan, achteraan en aan de zijkanten, als-
ook de positie van de obstakels ten opzichte
van de auto getoond.
Het inparkeersysteem heeft een aantal be-
perkingen die eigen zijn aan het systeem en
het gebruik ervan vereist bijzondere aan-
dacht door de bestuurder ››› .
ATTENTIE
De technologie van het inparkeersysteem
heeft een aant
al beperkingen die eigen zijn
aan het systeem zelf en aan het gebruik van
ultrasoonsensoren. Het gebruik van het in-
parkeersysteem mag nooit aanleiding zijn tot
het nemen van grotere risico's. Ondanks het
systeem moet de bestuurder te allen tijde op-
merkzaam blijven.
● Iedere onbedoelde beweging van de wagen
kan erns
tig letsel tot gevolg hebben.
● De snelheid en de rijstijl aanpassen aan het
zicht, het
weer, het wegdek en het verkeer.
● Het oppervlak van bepaalde voorwerpen en
kledin
gstukken kan de signalen van de ultra-
soonsensoren niet weerkaatsen. Het systeem
kan deze voorwerpen en personen met de ge-
noemde kleding niet of niet goed detecteren. ●
Externe g eluid
sbronnen kunnen de signa-
len van de ultrasoonsensoren beïnvloeden. In
bepaalde omstandigheden kan dit ertoe lei-
den dat de aanwezigheid van personen of
voorwerpen niet vastgesteld wordt.
● De ultrasoonsensoren hebben dode hoeken
waarin personen en o
bjecten niet kunnen
worden waargenomen.
● Houd altijd de omgeving van de auto in het
oog, aangez
ien de ultrasoonsensoren kleine
kinderen, dieren en bepaalde voorwerpen
niet in alle situaties perfect opmerken. ATTENTIE
Het snel draaien van het stuur bij het in- of
uitpark er
en met het inparkeersysteem kan
ernstige letsels tot gevolg hebben.
● Neem het stuur niet vast tijdens manoeu-
vres
voor het in- en uitparkeren, zolang het
systeem dit niet vraagt. Doet u dit wel, dan
wordt het systeem buiten werking gesteld tij-
dens het manoeuvre en wordt het parkeerpro-
ces geannuleerd. VOORZICHTIG
● In bepaa l
de omstandigheden detecteren de
ultrasoonsensoren geen obstakels zoals bijv.
aanhangerdissels, stangen, vangrails, palen,
dunne bomen of een achterklep die openstaat
of wordt geopend; dergelijke obstakels kun-
nen de auto beschadigen. » 241
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Trefwoordenlijst
I
Inbr aak
bev
eiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Indicatie van de versnellingen . . . . . . . . . . . . . . . 42
Inertiestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200
Infotainmentsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Inparkeersysteem (Park Assist) . . . . . . . . . . . . . . 241 automatische remingreep . . . . . . . . . . . . . . . . 249
automatisch onderbreken . . . . . . . . . . . . . . . . 242
functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 241
recht parkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246
schuin parkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246
uitparkeren (enkel rechte parkeerplaatsen) . . 248
voortijdig beëindigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 242
voorwaarden om te parkeren . . . . . . . . . . . . . . 246
voorwaarden om uit te parkeren . . . . . . . . . . . 248
Inrijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296 banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203
remblokken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
Inspectiebeurt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288
instellen CAR-menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34, 125
hoofdsteunen achterin . . . . . . . . . . . . . . . 80, 157
hoofdsteunen voorin . . . . . . . . . . . . . . . . 79, 156
lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119 display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119, 120
instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
service-intervalindicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
waarschuwings- en controlelampjes . . . . . . . . 123
Interieurbewaking en wegsleepbeveiliging . . . . 143 Activering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
Interieur verwarmen of koelen . . . . . . . . . . . . . . . 174 ISOFIX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27, 29
ISOFIX-sy
steem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27, 29
J
Juiste zithouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 bestuurder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Bijrijder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
passagiers achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
K Katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207 functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207
Keuzehendelvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
Keuzehendel (automatische versnellingsbak) functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
noodontgrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
standen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
Keyless-Entry zie Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
Keyless-Exit zie Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
Keyless Access bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
de motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 183
de wagen ontgrendelen en vergrendelen . . . . 138
Keyless-Entry . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
Keyless-Exit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
Press & Drive . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 181
Kickdown automatische versnellingsbak . . . . . . . . . . . . 198
Schakelbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 239
Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122 gedeeltelijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Resetknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
totaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Kinderslot elektrische ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . 144 Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23, 95
beves tiging met de veiligheidsgordel . . . . . . . 25
Indeling in klassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Top Tether-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27, 30
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . 24, 94
Kleine Onderhoud Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . 290
Knipperlichten Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
Knipperlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32, 149
Koelsysteem koelvloeistof bijvullen . . . . . . . . . . . . . . 290, 291
koelvloeistof controleren . . . . . . . . . . . . 290, 291
koelvloeistoftemperatuurmeter . . . . . . . . . . . . 122
Koelvloeistof het peil controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
Koelvloeistofpeil Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 290
Koelvloeistoftemperatuur Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 290
Veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
Koplampen Mistlampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
rijden in het buitenland . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208
Koppeling (lampje) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200
Krik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 steunpunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Kunststofdelen: schoonmaken . . . . . . . . . 274, 278
L Lampjes een lampje vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
Lampjes interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . 113
Lamp van mistlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111
Launch-control (automatische versnellingsbak) 198
Leaving Home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150
319