Page 257 of 292

Het zogenaamde starthulp-aftakpunt in de mo‐
torruimte dient als accu-pluspool.
Als minpool dient de carrosseriemassa of een
speciale moer.
Startkabels aansluiten
1.Afdekkap van het BMW starthulp-aftak‐
punt verwijderen.2.Een poolklem van de plus-startkabel aan‐
sluiten op de pluspool van de accu of op
een overeenkomstig starthulp-aftakpunt
van de stroomleverende auto.3.Tweede poolklem op de pluspool van de
accu of een overeenkomstig starthulp-af‐
takpunt van de te starten auto bevestigen.4.Een poolklem van de min-startkabel aan‐
sluiten op de minpool van de accu of op de
overeenkomstige motor- of carrosserie‐
massa van de stroomleverende auto.5.Tweede poolklem op de minpool van de
accu of op de overeenkomstige motor- of
carrosseriemassa van de te starten auto
bevestigen.Motor starten
Voor het starten van de motor geen starts‐
prays gebruiken.1.Motor van de stroomleverende auto star‐
ten en enkele minuten met hoog stationair
toerental laten draaien.
Bij te starten auto met dieselmotor: motor
van de stroomleverende auto ca. 10 minu‐
ten laten lopen.2.Start de motor van de te starten auto zoals
gewoonlijk.
Als dit niet lukt, de startpoging pas na en‐
kele minuten herhalen, om de ontladen
accu in staat te stellen stroom op te ne‐
men.3.Beide motoren enkele minuten laten
draaien.4.Startkabels in omgekeerde volgorde weer
losmaken.
Zo nodig de accu laten controleren en opladen.
Slepen en wegslepen
Sport-Automatic-versnellingsbak:
transporteren van uw auto
Opmerking Uw auto mag niet worden aangesleepd.
Daarom in geval van nood contact opnemen
met de servicedienst.
Bij een pechgeval in acht nemen
De auto mag alleen op een laadvlak wor‐
den getransporteerd omdat anders beschadi‐
gen kunnen worden veroorzaakt.◀
Seite 257Hulp in geval van noodMobiliteit257
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 258 of 292

Takelwagen
De auto niet opheffen
De auto niet aan het sleepoog of aan de‐
len van de carrosserie of het onderstel optake‐
len, omdat deze anders beschadigd kunnen ra‐
ken.◀
Voor ingeschroefde sleepoog alleen voor het
manoeuvreren gebruiken.
7-traps-sport-automatische
versnellingsbak
Auto met 7–versnelling-Sport-Automatic-ver‐
snellingsbak met dubbele koppeling kunnen
gedurende korte trajecten worden gesleept,
als de volgende aanwijzingen in acht worden
genomen.
Transmissieblokkering handmatig ontgrende‐
len, zie pagina 70.
Transmissieblokkering handmatig ont‐ grendelen
De transmissieblokkering handmatig ontgren‐
delen, ook als geen storing aan de transmissie
is opgetreden. Anders bestaat het gevaar dat
de transmissieblokkering tijdens het wegsle‐
pen automatisch wordt ingeschakeld.◀
Sleepsnelheid en -traject in acht nemen
Een sleepsnelheid van 50 km/h en een
sleeptraject van 50 km niet overschrijden, an‐
ders kan de transmissie beschadigd raken.◀
Bij geblokkeerde parkeerrem
Handmatige ontgrendeling van de par‐
keerrem is niet mogelijk.
Bij geblokkeerde parkeerrrem de auto niet met
opgetilde vooras wegslepen omdat de auto
dan beschadigd kan raken.
Contact opnemen met de servicedienst.◀
Aanwijzingen voor het slepen in acht ne‐
men
Alle aanwijzingen voor het slepen in acht ne‐
men, anders kan schade aan uw auto ontstaan
of kunnen ongevallen worden veroorzaakt.◀▷Zorg ervoor, dat het contact ingeschakeld
is, anders functioneren dimlicht, achterlich‐
ten, richtingaanwijzers en ruitenwissers
niet meer.▷De auto niet met opgeheven achteras weg‐
slepen, daardoor kan de stuurinrichting
gaan draaien.▷Bij niet-draaiende motor is geen rem- en
stuurbekrachtiging beschikbaar. Hierdoor
is voor het remmen en het sturen meer
kracht nodig.▷Grotere stuurbewegingen zijn vereist.▷De trekkende auto mag niet lichter zijn dan
de te slepen auto, anders kunt u de con‐
trole over de auto's verliezen.
De auto beveiligen tegen wegrijden
Na het afslepen de parkeerrem vastzet‐
ten en evt. de auto beveiligen tegen wegrijden.
Werking van de keuzehendelstand P laten con‐
troleren door de service.◀
Handgeschakelde versnellingsbak
Voor het wegslepen van uw auto het
volgende in acht nemen
Versnellingshendel in stationaire stand.
Weggesleept worden Bij geblokkeerde parkeerrem
Handmatige ontgrendeling van de par‐
keerrem is niet mogelijk.
Seite 258MobiliteitHulp in geval van nood258
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 259 of 292

Bij geblokkeerde parkeerrrem de auto niet met
opgetilde vooras wegslepen omdat de auto
dan beschadigd kan raken.
Contact opnemen met de servicedienst.◀
Aanwijzingen voor het slepen in acht ne‐
men
Alle aanwijzingen voor het slepen in acht ne‐
men, anders kan schade aan uw auto ontstaan
of kunnen ongevallen worden veroorzaakt.◀▷Zorg ervoor, dat het contact ingeschakeld
is, anders functioneren dimlicht, achterlich‐
ten, richtingaanwijzers en ruitenwissers
niet meer.▷De auto niet met opgeheven achteras weg‐
slepen, daardoor kan de stuurinrichting
gaan draaien.▷Bij niet-draaiende motor is geen rem- en
stuurbekrachtiging beschikbaar. Hierdoor
is voor het remmen en het sturen meer
kracht nodig.▷Grotere stuurbewegingen zijn vereist.▷De trekkende auto mag niet lichter zijn dan
de te slepen auto, anders kunt u de con‐
trole over de auto's verliezen.
Takelwagen
Uw auto door een bergingswagen met een zo‐
genaamd hefplateau – lepel – of op een laad‐
platform laten vervoeren.
De auto niet opheffen
De auto niet aan het sleepoog of aan de‐
len van de carrosserie of het onderstel optake‐
len, omdat deze anders beschadigd kunnen ra‐
ken.◀
Slepen van andere auto's
Algemeen Licht trekkend voertuig
De trekkende auto mag niet lichter zijn
dan de te slepen auto, anders kunt u de con‐
trole over de auto's verliezen.◀
Sleepstang/wegsleepkabel correct be‐
vestigen
De sleepstang of wegsleepkabel aan de sleep‐
ogen bevestigen, omdat bij bevestiging aan
andere onderdelen van de auto beschadigin‐
gen kunnen optreden.◀▷Afhankelijk van de wettelijke bepalingen de
waarschuwingsknipperlichtinstallatie in‐
schakelen.▷Als de elektrische installatie is uitgevallen,
de weg te slepen auto herkenbaar maken
door bv. een bord of gevarendriehoek ach‐
ter de achterruit te plaatsen.
Sleepstang
De sleepogen moeten bij beide auto's aan de‐
zelfde zijde zitten.
Wanneer de sleepstang alleen schuin kan wor‐
den aangebracht moet op het volgende wor‐
den gelet:
▷Stuurhoek is bij het rijden in de bochten
beperkt.▷Door de schuine stand van de sleepstang
ontstaat zijdelings gerichte kracht.
Wegsleepkabel
Erop letten dat de wegsleepkabel bij het weg‐
rijden van de trekkende auto strak staat.
Seite 259Hulp in geval van noodMobiliteit259
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 260 of 292

Bij het slepen nylonkabels gebruiken, omdat
dit materiaal te abrupte trekbelasting voor‐
komt.
Wegsleepkabel correct bevestigen
De wegsleepkabel uitsluitend aan de
sleepogen bevestigen, omdat bij bevestiging
aan andere onderdelen van de auto beschadi‐
gingen kunnen optreden.◀
Sleepoog Het schroefbare sleepoog steeds meevoeren.
Deze kan aan de voor- of achterzijde van de
BMW worden aangebracht.
Het bevindt zich in het boordgereedschap in
de bagageruimte onder de reservewielafdek‐
king, zie pagina 249.
Sleepoog, aanwijzingen voor gebruik▷Alleen het bij de auto behorende
sleepoog gebruiken en deze tot de
aanslag vastdraaien.▷Het sleepoog alleen gebruiken voor het
slepen over een verharde weg.▷Voorkom dwarsbelastingen van het sleep‐
oog, de auto bv. niet aan het sleepoog op‐
heffen.
Anders kunnen sleepoog en auto worden be‐
schadigd.◀
Schroefdraad
Voorin
Afdekking in de bumper losmaken:
Links onder op de uitsparing in de afdekking
drukken.
Achter
Afdekking in de bumper losmaken:
Midden onder op de uitsparing in de afdekking
drukken.
In gang trekken
Sport-automatische transmissie Auto niet aanslepen.
Door de Sport-Automatic-versnellingsbak is
het starten van de motor door middel van aan‐
slepen niet mogelijk.
Oorzaak van de startproblemen laten onder‐
zoeken.
Handgeschakelde versnellingsbak De auto indien mogelijk niet aanslepen, maar
de motor starten met de starthulp, zie pa‐
gina 256. Met een katalysator de auto alleen
aanslepen bij een koude motor.
1.Alarmknipperlichten inschakelen.2.Contact inschakelen, zie pagina 56.3.De 3e versnelling inschakelen.4.De auto laten aanslepen met ingetrapte
koppeling en de koppeling langzaam losla‐
ten. Na het aanslaan van de motor direct
de koppeling weer indrukken.Seite 260MobiliteitHulp in geval van nood260
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 261 of 292
5.Op een geschikte plaats stoppen, sleep‐
stang of -kabel verwijderen, alarmknipper‐
lichten uitschakelen.6.Laat de auto controleren.Seite 261Hulp in geval van noodMobiliteit261
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 262 of 292

ReinigingVoertuiguitrusting
In dit hoofdstuk worden alle standaard-, land-
en speciale uitrustingen beschreven, die in de
modelserie worden aangeboden. Er worden
daarom tevens uitvoeringen beschreven, die in
een auto bijv. wegens de gekozen speciale uit‐
voering of de landenvariant niet beschikbaar
zijn. Dit geldt tevens voor functies en syste‐
men die relevant zijn voor de veiligheid.
Bij gebruik van de betreffende functies en sys‐
temen moeten de geldende landspecifieke
voorschriften in acht worden genomen.
Het wassen van de auto Opmerkingen Stoomreiniger of hogedrukreiniger
Bij gebruik van stoomreinigers of hoge‐
drukreinigers voldoende afstand aanhouden
en een maximale temperatuur van 60 ℃ in acht
nemen.
Bij een te korte afstand, een te hoge druk of te
hoge temperatuur bestaat de kans op onmid‐
dellijke beschadigingen of beschadigingen die
pas op een later tijdstip naar voren komen.
De bedieningsinstructies voor de hogedrukrei‐
niger in acht nemen.◀
Reiniging van sensoren/camera's met
hogedrukreinigers
Nooit lang met hogedrukreinigers sproeien en
een afstand van ten minste 30 cm aanhouden
van de afdichtingen van de neerlaatbare hard‐
top, sensoren en camera's aan de buitenzijde
van de auto, zoals bijv. Park Distance Control.◀
Regelmatig deeltjes van buiten, zoals bladeren,
onder de voorruit verwijderen bij geopende
kap.
Zeker in de winter de auto vaker wassen.Sterke verontreiniging en strooizout kunnen
tot schade aan de auto leiden.
Wassen in automatische
wasinstallaties of wasstraten
Wasinstallaties met lappen of installaties met
zachte borstels verdienen de voorkeur om lak‐
beschadigingen te voorkomen.
Opmerkingen
Op het volgende letten:▷Wielen en banden mogen niet door trans‐
portinrichtingen worden beschadigd.▷Buitenspiegels inklappen anders kunnen
zij, door de breedte van de auto, worden
beschadigd.▷Regensensor deactiveren, zie pagina 63,
om een onbedoeld wissen te voorkomen.▷Staafantenne afschroeven.
Geleiderails in wasstraten
Reinigingsinstallaties of wasstraten ver‐
mijden waarvan de geleiderails hoger zijn dan
10 cm, carrosserieonderdelen kunnen worden
beschadigd.◀
Voor het binnenrijden van de
wasstraat
De auto kan rollen als de volgende stappen
worden opgevolgd.
Handgeschakelde versnellingsbak
1.Stationaire stand inschakelen.2.Parkeerrem vrijzetten, zie pagina 61.3.Motor afzetten.4.Afstandsbediening in het contactslot laten.Seite 262MobiliteitReiniging262
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 263 of 292

Sport-automatische transmissie1.Afstandsbediening in het contactslot ste‐
ken, ook met comforttoegang.2.Parkeerrem vrijzetten, zie pagina 61.3.In de wasstraat rijden.4.Keuzestand N inschakelen.5.Motor afzetten.6.Afstandsbediening in het contactslot laten
steken, zodat de auto kan rollen.
Voor het starten van de motor:
1.Rempedaal indrukken.2.Start-/stopknop indrukken.
Transmissiestand P wordt automatisch inge‐
schakeld:
▷Automatisch na ca. 30 minuten.▷Zodra de afstandsbediening uit het con‐
tactslot wordt verwijderd.
Koplampen
▷Niet droog wrijven en geen schurende of
etsende reinigingsmiddelen gebruiken.▷Verontreinigingen, bv. insecten, met sham‐
poo in de week zetten en met water af‐
spoelen.▷IJsvorming met ontdooiingsspray ont‐
dooien, geen ijskrabber gebruiken.
Neerlaatbare hardtop
Bij het openen van de natte hardtop kunnen
waterdruppels in de bagageruimte lopen. Haal
voordien evt. de voorwerpen uit de bagage‐
ruimte, om watervlekken of verontreiniging te
voorkomen.
Na wassen van de auto Na het wassen van de auto de remschijven kort
droogremmen, anders kan de remwerking
kortstondig minder zijn en kunnen de remschij‐
ven corroderen.
IJsresten op de ramen volledig verwijderd om
verminderd zicht te voorkomen door strepen
en schrapende geluiden en wisserbladslijtage
te reduceren.
Auto-onderhoud
Onderhoudsmiddelen BMW raadt u aan reinigings- en onderhouds‐
middelen van BMW te gebruiken, omdat deze
getest en goedgekeurd zijn.
Onderhouds- en reinigingsmiddelen
Aanwijzingen op de verpakking in acht
nemen.
Bij reinigen van het interieur de portieren of
ruiten openen.
Alleen middelen gebruiken die voor het reini‐
gen van auto's zijn bedoeld.
Reinigingsmiddelen kunnen stoffen bevatten
die gevaarlijk of schadelijk voor de gezondheid
zijn.◀
Autolak
Regelmatig onderhoud draagt bij tot rijveilig‐
heid en waardebehoud. Milieu-invloeden in
omgevingen met een hoge luchtvervuiling of
natuurlijke verontreinigingen, zoals bijv. hars of
stuifmeel kunnen de lak beschadigen. Fre‐
quentie en omvang van het onderhoud daarop
afstemmen.
Agressieve stoffen, zoals overgelopen brand‐
stof, olie, vet of vogeluitwerpselen dadelijk ver‐
wijderen om lakveranderingen of –verkleurin‐
gen te voorkomen.
Lederonderhoud
Het leder geregeld met een doek of stofzuiger
reinigen.
Stof en straatvuil schuren anders in poriën en
vouwen en leiden tot een sterke slijtage als‐
mede tot een vroegtijdige verharding van het
lederoppervlak.Seite 263ReinigingMobiliteit263
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 264 of 292

Om verkleuringen door bijv. kleding te vermij‐
den, leder ongeveer om de twee maanden ver‐
zorgen.
Lichtgekleurd leder vaker reinigen omdat vuil
daarop duidelijker zichtbaar is.
Lederverzorgingsmiddel gebruiken, omdat vuil
en vet anders langzaam de beschermende laag
van het leder aantasten.
Geschikte onderhoudsmiddelen zijn bij de ser‐
vice verkrijgbaar.
BekledingsstofonderhoudRegelmatig met een stofzuiger afzuigen.
Bij sterke verontreinigingen, bv. drankvlekken,
een zachte spons of een microvezeldoek met
geschikte interieurreiniger gebruiken.
Grote bekledingsvlakken tot aan de naden rei‐
nigen. Krachtig wrijven vermijden.
Beschadiging door klittenbandsluitingen
Geopende klittenbandsluitingen aan
broeken of andere kledingstukken kunnen de
stoelhoezen beschadigen. Let op dat alle klit‐
tenbandsluitingen gesloten zijn.◀
Onderhoud van speciale delen
Lichtmetalen velgen
Bij het reinigen van de auto uitsluitend neutrale
velgenreinigers met een pH-waarde van 5 tot 9
gebruiken. Geen agresieve schoonmaakmid‐
delen of stoomreiniger boven een temperatuur
van 60 ℃ gebruiken. Agressieve, zuurhou‐
dende of alkalische reinigingsmiddelen kunnen
de beschermlaag van onderdelen in de nabij‐
heid, zoals de remschijf, beschadigen.
Agressieve, zuurhoudende of alkalische reini‐
gingsmiddelen kunnen de beschermlaag van
onderdelen in de nabijheid, zoals bijv. de rem‐
schijf, beschadigen.
Chroomachtige oppervlakken Onderdelen zoals bv. radiatorgrille of portier‐
grepen vooral bij contact met strooizout metruim water en evtl. shampoo zorgvuldig reini‐
gen.
Rubberdelen Behalve met water alleen met glijmiddel voor
rubber behandelen.
Voor het onderhoud van afdichtrubbers geen
siliconenhoudend onderhoudsmiddel gebrui‐
ken, om beschadigingen of geluiden te voorko‐
men.
Delen van edel hout
Houten panelen en uit hout vervaardigde delen
mogen uitsluitend met een vochtige doek wor‐
den gereinigd. Vervolgens met een zachte
doek drogen.
Kunststof onderdelen
Daartoe behoren:▷Oppervlakken van kunstleer.▷Hemelbekleding.▷Verlichtingsglas.▷Dekglas van het instrumentenpaneel.▷Matzwart gespoten delen.▷Gelakte delen in het interieur.
Gebruik voor de reiniging een microvezeldoek.
De doek evt. met water iets bevochtigen.
Hemelbekleding niet te nat maken.
Gebruik geen alcohol-/oplosmiddelhou‐dende reinigers
Geen alcoholhoudende of oplosmiddelhou‐
dende reinigingsmiddelen, zoals nitroverdun‐
ner, koudreiniger, benzine of iets dergelijks ge‐
bruiken, de oppervlakken kunnen anders
worden beschadigd.◀
Veiligheidsgordels Vervuilde gordels rollen niet goed op, waar‐
door de veiligheid nadelig wordt beïnvloed.
Seite 264MobiliteitReiniging264
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15