Page 25 of 292

Spraakgestuurd systeemVoertuiguitrustingIn dit hoofdstuk worden alle standaard-, land-
en speciale uitrustingen beschreven, die in de
modelserie worden aangeboden. Er worden
daarom tevens uitvoeringen beschreven, die in
een auto bijv. wegens de gekozen speciale uit‐
voering of de landenvariant niet beschikbaar
zijn. Dit geldt tevens voor functies en syste‐
men die relevant zijn voor de veiligheid.
Bij gebruik van de betreffende functies en sys‐
temen moeten de geldende landspecifieke
voorschriften in acht worden genomen.
Principe▷Via het spraakgestuurd systeem kunnen
de meeste functies die op de Control Dis‐
play verschijnen, door gesproken com‐
mando's worden bediend. Het systeem on‐
dersteunt bij de invoer met
aankondigingen.▷Functies die alleen bij een stilstaande auto
inzetbaar zijn, kunnen niet via het spraakin‐
voersysteem bediend worden.▷Tot het systeem behoort een speciale mi‐
crofoon aan de bestuurderszijde.▷›...‹ geeft commando's voor het spraakge‐
stuurde systeem aan in de handleiding.
Voorwaarden
Stil bij het Control Display een taal in die ook
door het taalinvoersysteem ondersteund wordt
om de uit te spreken commando's te kunnen
identificeren.
Taal instellen, zie pagina 80.
Commando's uitspreken
Spraaksturing inschakelen1.Toets op het stuurwiel indrukken.2.Signaaltoon afwachten.3.Commando uitspreken.
Het commando wordt op het Control Dis‐
play weergegeven.
Symbool op het Control Display geeft aan
dat het spraakgestuurde systeem actief.
Mogelijk zijn geen andere commando's moge‐
lijk, de functie in dit geval via iDrive bedienen.
Spraakinvoer beëindigen
Toets op stuurwiel indrukken
of ›Afbreken‹.
Mogelijke commando's
De meeste menupunten van het Control Dis‐
play kunnen als commando worden gespro‐
ken.
De mogelijke commando's zijn er afhankelijk
van welk menu actueel op de Control Display
wordt weergegeven.
Voor functies van het startmenu zijn er kort
commando's.
Enkele lijstitems, bijv. Telefoonboekinvoeren,
kunnen tevens via het spraakinvoersysteem
worden geselecteerd. Lijstitems hierbij precies
zo spreken, als het in de specifieke lijst wordt
weergegeven.
Mogelijke commando's laten
weergeven
Mogelijke commando's laten noe‐
men: ›Spraakopties‹.
Seite 25Spraakgestuurd systeemOverzicht25
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 26 of 292

Wanneer bijv. het menu "Instellingen" weerge‐
geven wordt, worden de commando's voor de
instellingen weergegeven.
Functies met korte commando's uitvoeren
Functies van het hoofdmenu kunnen direct
d.m.v. korte commando's worden uitgevoerd,
nagenoeg onafhankelijk van het menupunt dat
is gekozen, bijv. ›Voertuigstatus‹.
Lijst voor Korte commando's van het spraakin‐
voersysteem, zie pagina 270.
Hulpdialoog bij het
spraakcommandosysteem
Hulpdialoog oproepen: ›Help‹
Verdere commando's bij de hulpdialoog:▷›Hulp met voorbeelden‹: informatie over de
actuele bedieningsmogelijkheden en de
belangrijkste commando's daarvoor wor‐
den weergegeven.▷›Hulp bij spraakinvoer‹: informatie over het
werkingsprincipe van het spraakcomman‐
dosysteem wordt weergegeven.
Een voorbeeld: cd
weergeven
Via startmenu
De commando's van de menupunten worden
gesproken, zoals ze tevens via de controller
worden geselecteerd.
1.Indien nodig geluidsweergave van enter‐
tainment inschakelen.2.Toets op het stuurwiel indrukken.3.›C D en multimedia‹
Het laatste weergegeven medium wordt
afgespeeld.4.›C D‹5.›C D drive‹De cd wordt afgespeeld.6. Toets op het stuurwiel opnieuw in‐
drukken om een bepaalde titel te kiezen.7.›Titel ...‹ bv. cd titel 4.
Via kort commando
De weergave van de cd kan tevens via een kort
commando worden gestart.
1.Indien nodig geluidsweergave van enter‐
tainment inschakelen.2.Toets op het stuurwiel indrukken.3.›C D drive Titel ...‹ bv. cd titel 4.
Spraakdialoog instellen
Er kan worden ingesteld of het systeem de
standaarddialoog of een korte variant gebruikt.
Bij de korte variant van de spraakdialoog wor‐
den de systeemededelingen beknopt weerge‐
geven.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Taal/Eenheden"3."Spraakmodus"4.Instelling selecteren.Seite 26OverzichtSpraakgestuurd systeem26
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 27 of 292

Volume aanpassenDe volumeknop tijdens de gesproken aanwij‐
zingen draaien tot de gewenste geluidssterkte
is ingesteld.▷Volume blijft behouden, ook wanneer het
volume van andere audioapparatuur wordt
gewijzigd.▷Volume wordt voor de momenteel ge‐
bruikte afstandsbediening opgeslagen.
Aanwijzing voor
noodoproepen
Spraakgestuurd systeem niet gebruiken voor
noodoproepen. In stresssituaties kunnen taal
en stemniveau wijzigen. Daardoor wordt de
opbouw van een telefoonverbinding onnodig
vertraagd.
In plaats hiervan de SOS-toets, zie pa‐
gina 255, bij de binnenspiegel gebruiken.
Omgevingsomstandigheden
▷Commando's, cijfers en letters vloeiend en
met normaal volume, klemtonen en snel‐
heid uitspreken.▷Commando's altijd in de taal van het
spraakgestuurde systeem spreken.▷Bij de selectie van de radiozender de ge‐
bruikelijke uitspraak van de naam van de
zender gebruiken:
›Zender ...‹ bijv. zender Classic Radio▷Portieren, ruiten en neerlaatbare hardtop
gesloten houden om storende buitengelui‐
den te voorkomen.▷Nevengeluiden in de auto tijdens het spre‐
ken vermijden.Seite 27Spraakgestuurd systeemOverzicht27
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 28 of 292
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 29 of 292
Bediening
Dit hoofdstuk verleent u zelfzekerheid bij het beheersen van uw auto. Alle accessoires die
dienen voor het rijden, voor uw veiligheid en uw comfort zijn hier beschreven.Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 30 of 292

Openen en sluitenVoertuiguitrusting
In dit hoofdstuk worden alle standaard-, land-
en speciale uitrustingen beschreven, die in de
modelserie worden aangeboden. Er worden
daarom tevens uitvoeringen beschreven, die in
een auto bijv. wegens de gekozen speciale uit‐
voering of de landenvariant niet beschikbaar
zijn. Dit geldt tevens voor functies en syste‐
men die relevant zijn voor de veiligheid.
Bij gebruik van de betreffende functies en sys‐
temen moeten de geldende landspecifieke
voorschriften in acht worden genomen.
Afstandsbediening Toetsen van de afstandsbediening1Ontgrendelen2Vergrendelen3Kofferdeksel openen
Algemeen
Bij levering zijn twee afstandsbedieningen met
sleutel inbegrepen.
Elke afstandsbediening bevat een accu die tij‐
dens de rit automatisch in het contactslot
wordt opgeladen. Elke afstandsbediening ten‐
minste tweemaal per jaar voor een langere rit
gebruiken, teneinde de batterij weer op te la‐
den.
Bij comforttoegang beschikt de afstandsbe‐
diening over een vervangbare batterij, zie pa‐
gina 39.
Afhankelijk van de vraag welke afstandsbedie‐
ning bij de ontgrendeling van het voertuig her‐
kend wordt, worden verschillende instellingen
in de auto opgeroepen en uitgevoerd, zie Per‐
sonal Profile.
In de afstandsbediening wordt bovendien in‐
formatie opgeslagen betreffende het noodza‐
kelijke onderhoud, servicegegevens in de af‐
standsbediening, zie pagina 247.
Geïntegreerde sleutel
Toets 1 indrukken en sleutel uittrekken.
Geïntegreerde sleutel past bij de volgende slo‐
ten:
▷Sleutelschakelaar voor passagiersairbags,
zie pagina 94.▷Dashboardvakje, zie pagina 124.▷Bestuurdersportier, zie pagina 35.
Nieuwe afstandsbedieningen
Nieuwe afstandsbedieningen krijgt u bij uw
servicedienst.
Verlies van afstandsbedieningen De verloren afstandsbediening kan door de
servicedienst worden geblokkeerd.
Seite 30BedieningOpenen en sluiten30
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 31 of 292

Personal Profile
Principe Sommige functies van de auto kunnen indivi‐
dueel worden ingesteld.▷Instellingen worden automatisch in het
momenteel geactiveerde profiel opgesla‐
gen.▷Bij het ontgrendelen wordt de desbetref‐
fende afstandsbediening herkend en het
daarbij opgeslagen profiel wordt opgeroe‐
pen.▷Persoonlijke instellingen worden ook weer
herkend en opgeroepen, als tussentijds
een andere persoon met een eigen af‐
standsbediening met de auto heeft gere‐
den.
Persoonlijke instellingen worden voor maxi‐
maal vier afstandsbedieningen opgeslagen, bij
comforttoegang voor twee.
Personal Profile instellingen De volgende functies en instellingen kunnen in
een profiel worden opgeslagen.
Meer over de instellingen onder:
▷Toewijzing van de toets favorieten, zie pa‐
gina 23.▷Reactie van de centrale vergrendeling bij
het ontgrendelen van de auto, zie pa‐
gina 32.▷Automatisch ontgrendelen van de auto, zie
pagina 35.▷Automatisch oproepen van de stand van
de bestuurdersstoel en de buitenspiegels
na het ontgrendelen, zie pagina 34.▷Kort knipperen, zie pagina 61.▷Instellingen voor de weergave op het Con‐
trol Display en in het instrumentenpaneel:▷12h/24h-formaat van de klok, zie pa‐
gina 78.▷Datumformaat, zie pagina 79.▷Helderheid op het Control Display, zie
pagina 80.▷Taal op het Control Display, zie pa‐
gina 80.▷Gedeeld scherm, splitscreen, zie pa‐
gina 22.▷Maateenheden voor verbruik, weg/
afstanden en temperatuur, zie pa‐
gina 78.▷Volume Park Distance Control PDC, zie pa‐
gina 110.▷Lichtinstellingen:▷Begroetingslicht, zie pagina 87.▷Uitstapverlichting, zie pagina 88.▷Dagrijlicht, zie pagina 88.▷Grootlichtassistent, zie pagina 89.▷Automatische airconditioning: AUTO-pro‐
gramma, koelfunctie en automatische
luchtrecirculatieregeling geactiveerd/
gedeactiveerd, temperatuur, luchthoeveel‐
heid, luchtverdeling, zie pagina 114.▷Navigatie:▷Spraakuitgave, zie pagina 152.▷Instellingen kaartaanzicht, zie pa‐
gina 154.▷Routecriteria, zie pagina 150.▷Entertainment:▷Geluid instellen, zie pagina 162.▷Radio, opgeslagen zender, zie pa‐
gina 168.▷Cd/multimedia, de als laatst gehoorde
audiobron, zie pagina 170.▷Tv, opgeslagen programma's, zie pa‐
gina 189.▷Telefoon▷Volume, zie pagina 201.Seite 31Openen en sluitenBediening31
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 32 of 292

Centrale vergrendelingPrincipe
De centrale vergrendeling treedt in werking,
als het bestuurdersportier gesloten is.
Gelijktijdig worden ontgrendeld of vergrendeld:▷Portieren.▷Kofferdeksel.▷Tankdopklep.▷Middenarmsteun.
Bediening van buitenaf
▷Via de afstandsbediening.▷Via het portierslot aan bestuurderszijde.▷Met comforttoegang via de portiergreep
van de bestuurders- of passagierszijde.
Tegelijkertijd met het ver- en ontgrendelen
met de afstandsbediening:
▷Afhankelijk van de uitvoering wordt de dief‐
stalbeveiliging mee in-/uitgeschakeld. De
diefstalbeveiliging verhindert, dat de por‐
tieren via de veiligheidsknoppen of de por‐
tieropener kunnen worden ontgrendeld.▷Begroetingsverlichting, interieurverlichting
en instapverlichting worden in- en uitge‐
schakeld.▷Alarminstallatie wordt geactiveerd of ge‐
deactiveerd, zie pagina 40.
Bediening van binnenuit
Met de toets voor de centrale vergrendeling.
Is de auto van binnenuit vergrendeld, blijft de
tankdopklep ontgrendeld.
Bij een zwaar ongeval ontgrendelt de centrale
vergrendeling automatisch.
Waarschuwingsknipperlichtinstallatie en interi‐
eurverlichting worden ingeschakeld.
Openen en sluiten: van
buitenaf
Met de afstandsbediening
Algemeen Afstandsbediening meenemen
Personen of huisdieren in de auto kun‐
nen de portieren van binnen uit vergrendelen.
De afstandsbediening bij het verlaten van de
auto daarom altijd meenemen, zodat de auto
altijd weer van buitenaf kan worden geopend.◀
Voorwaarden voor het bedienen van de neer‐
laatbare hardtop met de afstandsbediening:▷Portieren en bagageklep zijn gesloten.▷Afscheiding van de bagageruimte omlaag‐
geklapt en aan beide zijden vergrendeld,
zie pagina 43.
Ontgrendelen
Toets indrukken. Auto wordt ontgrendeld.
Er kan worden ingesteld, hoe de auto wordt
ontgrendeld.
Instelling wordt voor de momenteel gebruikte
afstandsbediening opgeslagen.
1."Instellingen"2."Portiervergrendeling"Seite 32BedieningOpenen en sluiten32
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15