Page 33 of 292

3."Afstandsbed.:"4.Menupunt selecteren:▷"Alle port."
Gehele auto wordt ontgrendeld.
▷"Bestuurdersportier"
Alleen het bestuurdersportier en de
klep van de tankdop worden ontgren‐
deld. Opnieuw indrukken ontgrendelt
de gehele auto.
▷"Comfort instappen"
Toets tweemaal indrukken. Bij het
openen van het portier gaat de ruit om‐
laag om het instappen te vergemakke‐
lijken.
5.Controller indrukken.
Comfortopenen: ruit en hardtop
In de omgeving van de auto kan de neerlaat‐
bare hardtop met de afstandsbediening voor
comforttoegang worden geopend.
Toets van de afstandsbediening wordt in‐
gedrukt gehouden.
De ruiten en de verzinkbare hardtop worden
geopend, zolang de portieren gesloten zijn.
Met comforttoegang:
Toets ingedrukt houden. In de buurt van de
auto gaan na het openen van de hardtop de
ruiten naar boven.
Opening observeren
Het openen observeren en ervoor te zor‐
gen dat niemand wordt ingeklemd, anders kan
letsel worden veroorzaakt. Zodra de toets
wordt losgelaten, wordt het openen onderbro‐
ken.◀
Vergrendelen
Toets van de afstandsbediening in‐
drukken.
Van buitenaf vergrendelen
De auto niet van buitenaf vergrendelen
als zich daarin personen bevinden, omdat een
ontgrendelen van binnenuit bij sommige ex‐
portuitvoeringen niet mogelijk is.◀
Comfortsluiten
In de omgeving van de auto kan de neerlaat‐
bare hardtop en de ruiten met de afstandsbe‐
diening voor comforttoegang worden gesloten.
Toets van de afstandsbediening wordt
ingedrukt gehouden.
De verzinkbare hardtop en de ruiten worden
gesloten.
Het sluiten observeren
Het sluiten observeren en ervoor zorgen
dat niemand wordt ingeklemd.
Loslaten van de toets stopt de beweging.◀
Interieurverlichting en
instapverlichting inschakelen
Toets van de afstandsbediening bij
vergrendelde auto indrukken.
Kofferdeksel ontgrendelen
Toets van de afstandsbediening gedu‐
rende ca. één seconde indrukken.
Bij sommige exportuitvoeringen kan de achter‐
klep pas worden geopend nadat de auto is ont‐
grendeld.
Openingshoogte van het kofferdeksel in
acht nemen
Het kofferdeksel kantelt bij het openen naar
achteren en naar boven. Zorg ervoor dat bij het
openen van het kofferdeksel voldoende ruimte
Seite 33Openen en sluitenBediening33
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 34 of 292

beschikbaar is, anders kan het worden bescha‐
digd.◀
De afstandsbediening niet in de bagageruimte
leggen om te voorkomen dat u wordt buiten‐
gesloten. Een eerder vergrendeld kofferdeksel
is ook na het sluiten weer vergrendeld.
Let er voor en na een rit op dat het kofferdek‐
sel niet onbedoeld werd ontgrendeld.
Comfortbelading
In de omgeving van de auto kan met de af‐
standsbediening voor comforttoegang de geo‐
pende hardtop half worden uitgeschoven voor
een betere belading van de bagageruimte.1. Toets van de afstandsbediening kort
indrukken.
Binnen één seconde opnieuw indrukken en
ingedrukt houden, totdat de neerlaatbare
hardtop in een tussenpositie stopt. Tot slot
opent het kofferdeksel een beetje.2.Kofferdeksel openen, de afscheiding van
de bagageruimte naar omhoog drukken en
de bagage in de bagageruimte opbergen.3.Afscheiding van de bagageruimte naar be‐
neden drukken tot zij op beide zijden aan‐
grijpt en het deksel van de kofferruimte
sluiten.4. Toets van de afstandsbediening lang
indrukken om de neerlaatbare hardtop
weer in te klappen.
Bevestigingssignalen van de auto
1."Instellingen"2."Portiervergrendeling"3."Knipperen ont-/vergrend."4.Controller indrukken
Stoel-, spiegelinstelling oproepen
De laatst ingestelde bestuurdersstoel- en bui‐
tenspiegelstanden worden opgeslagen voor de
op dat moment gebruikte afstandsbediening.
Bij het ontgrendelen van de auto wordt deze
positie automatisch opgeroepen als de instel‐
ling is geactiveerd.
Beenruimte achter bestuurdersstoel vrij‐
houden.
Als gebruik wordt gemaakt van de Personal
Profile functie, ervoor zorgen dat de been‐
ruimte achter de bestuurdersstoel vrij is. Bij
het eventueel achteruit verplaatsen van de
stoel kunnen voorwerpen worden bescha‐
digd.◀
Instelprocedure wordt afgebroken:
▷Door bedienen van een schakelaar van de
stoelinstelling.▷Door aantippen van ene toets van de stoel-
en spiegelmemory.1."Instellingen"2."Portiervergrendeling"Seite 34BedieningOpenen en sluiten34
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 35 of 292

3."Laatst opgesl. zitpositie"
FunctiestoringenLokale radiogolven kunnen de afstandsbedie‐
ning storen.
In dit geval de auto met de geïntegreerde sleu‐
tel via het portierslot ontgrendelen en vergren‐
delden.
Bij auto's zonder alarminstallatie of comfort‐
toegang kan het bestuurdersportier alleen met
de geïntegreerde sleutel via het portierslot
worden ontgrendeld en vergrendeld.
Als het vergrendelen niet meer mogelijk is met
een afstandsbediening, is de accu leeg. De af‐
standsbediening voor een langere reis gebrui‐
ken, zodat de accu wordt opgeladen, zie pa‐
gina 30.
In de afstandsbediening voor de comforttoe‐
gang is een batterij aangebracht die evt. moet
worden vervangen, zie pagina 39.
Via het portierslot
Van buitenaf vergrendelen
De auto niet van buitenaf vergrendelen
als zich daarin personen bevinden, omdat een
ontgrendelen van binnenuit bij sommige ex‐
portuitvoeringen niet mogelijk is.◀
Sleutel verwijderen voordat aan de por‐
tierhandgreep wordt getrokken
Alvorens aan de portierhandgreep buiten te
trekken de sleutel verwijderen, anders kunnen
lak en sleutel worden beschadigd.◀
Bij sommige landuitvoeringen wordt de alarm‐
installatie ingeschakeld als via het portierslot
wordt ontgrendeld.
Auto met de afstandsbediening ontgrendelen
of de afstandsbediening tot de aanslag in het
contactslot steken om het alarm te beëindigen.
Handmatige bediening
Bij een elektrisch defect met de geïntegreerde
sleutel via het portierslot het bestuurderspor‐
tier ont- of vergrendelen.
Openen en sluiten: van
binnenuit
Afstandsbediening meenemen
Personen of huisdieren in de auto kun‐
nen de portieren van binnen uit vergrendelen.
De afstandsbediening bij het verlaten van de
auto daarom altijd meenemen, zodat de auto
altijd weer van buitenaf kan worden geopend.◀Seite 35Openen en sluitenBediening35
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 36 of 292

Vergrendelen en ontgrendelenToets indrukken.
Portieren en kofferdeksel worden bij
gesloten voorportieren ver- of ontgrendeld,
echter niet diefstalbeveiligd.
De tankdopklep blijft ontgrendeld, afhankelijk
van de landuitvoering.
Automatisch vergrendelen Instelling wordt voor de momenteel gebruikte
afstandsbediening opgeslagen.1."Instellingen"2."Portiervergrendeling"3.Gewenste functie selecteren:▷"Automat. vergrendelen"Na een korte tijd wordt automatisch vergrendeld als
geen portier wordt geopend.▷"Vergrend. bij wegrijden"Na het wegrij‐
den wordt automatisch vergrendeld.
Ontgrendelen en openen
▷Toets indrukken. De portieren
worden ontgrendeld. Om te ope‐
nen portieropener over de armsteun trek‐
ken.▷Deuropener om te openen tweemaal over
de armsteun trekken: bij de eerste keer
wordt ontgrendeld, bij de twee keer ge‐
opend.Vergrendelen▷Toets indrukken. De portieren
worden vergrendeld.▷Vergrendelingsknop van één portier in‐
drukken. Het open bestuurdersportier kan
niet met de vergrendelingsknop worden
vergrendeld om buitensluiten te verhinde‐
ren.
Kofferdeksel
Openingshoogte van het kofferdeksel in
acht nemen
Het kofferdeksel kantelt bij het openen naar
achteren en naar boven. Zorg ervoor dat bij het
openen van het kofferdeksel voldoende ruimte
beschikbaar is, anders kan het worden bescha‐
digd.◀
Van binnenuit openen
Toets indrukken.
Kofferdeksel gaat open, als deze niet
afgesloten is.
Bij sommige landuitvoeringen is de toets niet
aanwezig.
Seite 36BedieningOpenen en sluiten36
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 37 of 292

Van buitenaf openen▷Druk op de bovenste helft van het BMW
embleem.▷ Toets van de afstandsbediening gedu‐
rende ca. één seconde indrukken.
Het kofferdeksel kan worden geopend.
Bij sommige landuitvoeringen kan de koffer‐
deksel alleen met de afstandsbediening ge‐
opend worden als daarvoor de auto ontgren‐
deld is.
Sluiten
Handgreepkommen aan de binnenbekleding
van het kofferdeksel vereenvoudigen het naar
beneden trekken.
Inklemgevaar
Erop letten dat de omgeving van het kof‐
ferdeksel vrij is, anders kan lichamelijk letsel
worden veroorzaakt.◀
Kofferdeksell licht naar beneden drukken.
Het sluiten geschiedt automatisch.
Comforttoegang
Principe
De toegang tot de auto is zonder gebruik van
de afstandsbediening mogelijk.
Het volstaat de afstandsbediening bij zich te
dragen, bv. in de jaszak.
De auto herkent automatisch de afstandsbe‐
diening in de nabijheid of in het interieur.
Comforttoegang ondersteunt de volgende
functies:▷Ontgrendelen/vergrendelen van de auto.▷Comfortsluiten.▷Kofferdeksel afzonderlijk ontgrendelen.▷Motor starten.
Voorwaarden voor een correcte
werking
▷Voor het vergrendelen moet zich de af‐
standsbediening buiten de auto bevinden.▷Opnieuw ontgrendelen en vergrendelen is
pas weer na ca. twee seconden mogelijk.▷Starten van de motor is slechts mogelijk,
als de afstandsbediening in de auto ligt.
Vergelijking met de gebruikelijke
afstandsbediening
De hierboven genoemde functies kunnen via
een druk op de toets of comforttoegang wor‐
den bediend.
Mocht er bij het openen of sluiten van de ruiten
of de hardtop een korte vertraging optreden,
dan wordt gecontroleerd of er zich een af‐
standsbediening in de auto bevindt. Eventueel
opnieuw openen of sluiten.
Seite 37Openen en sluitenBediening37
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 38 of 292

Ontgrendelen
De handgreep omhoog trekken, pijl 1. Komt
overeen met het drukken van de toets
.
Wordt na het ontgrendelen een afstandsbedie‐
ning in het interieur herkend, dan ontgrendelt
de elektrische stuurwielvergrendeling, zie pa‐
gina 56.
Vergrendelen
Op het vlak, pijl 2, drukken.
Komt overeen met het drukken van de toets
.
Om de accu te sparen, erop letten dat voor het
vergrendelen het contact en alle stroomver‐
bruikers zijn uitgeschakeld.
Ruit- en kapbediening Vanaf stand-by van de radio kunnen de ruiten
en de kap worden geopend en gesloten als
zich een afstandsbediening in het interieur van
de auto bevindt.
Kofferdeksel afzonderlijk
ontgrendelen
Druk op de bovenste helft van het BMW em‐
bleem. Komt overeen met het drukken van de
toets
.
Als bij een vergrendelde auto een abusievelijk
in de bagageruimte achtergelaten afstandsbe‐
diening wordt herkend, opent het kofferdeksel
weer. De alarmknipperlichten knipperen en af‐
hankelijk van de uitvoering klinkt een geluids‐
signaal.
Inschakelen van de stand-by van deradio
Door te drukken op de start-/stopknop wordt
de standby-functie van de radio ingeschakeld,
zie pagina 57.
Hierbij niet het rem- of koppelingspedaal in‐
drukken, anders wordt de motor gestart.
Starten van de motor
De motor kan worden gestart of de ontsteking
ingeschakeld, wanneer zich een afstandsbe‐
diening in het interieur van de auto bevindt. De
sleutel hoeft niet in het contactslot te hoeven
gestoken, zie pagina 56.
Motor afzetten bij sport-
automatische-versnellingsbak
Bij het afzetten van de motor wordt automa‐
tisch keuzehendelstand P geselecteerd, be‐
halve wanneer N is geselecteerd en de af‐
standsbediening in het contactslot steekt.
Rijden in een wasstraat bij sport-
automatische-versnellingsbak
Om ervoor te zorgen dat de auto bijv. in een
wasstraat kan rollen, de aanwijzingen in hoofd‐
stuk wassen van de auto opvolgen, zie pa‐
gina 262.
Storing
Comforttoegangssysteem kan door lokale ra‐
diogolven worden gestoord, bijv. door een mo‐
Seite 38BedieningOpenen en sluiten38
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 39 of 292

biele telefoon in directe nabijheid van de af‐
standsbediening of door het laden van een
mobiele telefoon in de auto.
Auto in dergelijke gevallen met de toetsen op
de afstandsbediening of met de geïntegreerde
sleutel via het deurslot openen of sluiten.
Om de motor daarna te starten, afstandsbedie‐
ning in het contactslot steken.
Controlelampen Waarschuwingslampje op het instru‐
mentenpaneel brandt bij de poging
om de motor te starten: starten van
de motor niet mogelijk.
De afstandsbediening is niet in de auto of
wordt verstoord. Afstandsbediening mee in de
auto nemen of laten controleren. Indien nodig,
een andere afstandsbediening in het contact‐
slot steken.
Waarschuwingslampje op het instru‐
mentenpaneel brandt bij draaiende
motor: de afstandsbediening is niet
meer in de auto.
Na het afzetten van de motor is opnieuw star‐
ten alleen nog binnen de tijdspanne van ca.
10 seconden mogelijk.
Waarschuwingslampje op het instru‐
mentenpaneel brandt en een melding
verschijnt op het Control Display:
batterij van de afstandsbediening vervangen.Batterij vervangen
In de afstandsbediening voor de comforttoe‐
gang is een batterij aangebracht die evt. moet
worden vervangen.1.Geïntegreerde sleutel uit de afstandsbe‐
diening nemen, zie pagina 30.2.Deksel verwijderen.3.Batterij van hetzelfde type met de pluskant
naar boven plaatsen.4.Deksel dichtdrukken.
Lege batterijen op de daarvoor bestemde
adressen of bij uw servicedienst inleve‐
ren.
Alarminstallatie Principe De alarminstallatie reageert op:
▷Openen van een portier, de motorkap of
het kofferdeksel.▷Bewegingen in het interieur van de auto.
Interieurbeveiliging, zie pagina 41.▷Wanneer de hoek van het voertuig veran‐
dert, bijv. bij een poging om een wiel te
stelen of bij het wegslepen.▷Onderbreking van de accuspanning.
Op ingrepen door onbevoegden reageert de
alarminstallatie afhankelijk van de exportuit‐
voering met:
▷Akoestisch alarm.Seite 39Openen en sluitenBediening39
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 40 of 292

▷Inschakelen van de waarschuwingsknip‐
perlichtinstallatie.
Inschakelen en uitschakelen
Tegelijkertijd met het vergrendelen en ont‐
grendelen van de auto via de afstandsbedie‐
ning of de comforttoegang wordt eveneens de
alarminstallatie in- of uitgeschakeld.
Portierslot bij geactiveerde
alarminstallatie
Bij het ontgrendelen via een portierslot treedt
bij enkele landafhankelijke uitvoeringen het
alarm in werking.
Om dit alarm te beëindigen, auto met de af‐
standsbediening ontgrendelen of de afstands‐
bediening tot de aanslag in het contactslot ste‐
ken.
Kofferdeksel bij geactiveerde
alarminstallatie
De kofferdeksel kan tevens bij geactiveerde
alarminstallatie worden geopend via de af‐
standsbediening.
Toets van de afstandsbediening gedu‐
rende ca. één seconde indrukken.
Openingshoogte van het kofferdeksel in
acht nemen
Het kofferdeksel kantelt bij het openen naar
achteren en naar boven. Zorg ervoor dat bij het
openen van het kofferdeksel voldoende ruimte
beschikbaar is, anders kan het worden bescha‐
digd.◀
Door het sluiten wordt de klep weer vergren‐
deld en bewaakt.
Bij sommige landuitvoeringen kan de koffer‐
deksel alleen met de afstandsbediening ge‐
opend worden als daarvoor de auto ontgren‐
deld is.
Alarm beëindigen
▷De auto met de afstandsbediening ont‐
grendelen, zie pagina 32.▷De afstandsbediening tot de aanslag in het
contactslot steken.▷Bij comforttoegangssysteem: bij meege‐
nomen afstandsbediening aan de portier‐
handgreep trekken.
Controlelamp aan de binnenspiegel
▷Controlelamp knippert om de 2 seconden:
Het systeem is geactiveerd.▷Controlelamp knippert na het vergrende‐
len:
Portieren, motorkap of kofferdeksel zijn
niet correct gesloten, het overige gedeelte
is beveiligd.
Controlelampje knippert dan voortdurend
na ongeveer 10 seconden. Interieurbe‐
scherming en hellingshoeksensor zijn niet
actief.▷Controlelampje dooft na het ontgrendelen:
Aan de auto werd niet gemanipuleerd.▷Controlelampje knippert na het ontgrende‐
len zo lang, tot de afstandsbediening in het
contactslot wordt gestoken, echter niet
langer dan ongeveer 5 minuten:
Alarm werd geactiveerd.
Hellingshoeksensor
Hellingshoek van de auto wordt bewaakt.
De alarminstallatie reageert bv. bij de poging
van diefstal van de wielen of wegslepen.
Seite 40BedieningOpenen en sluiten40
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15