kinderen verhogen. Neem de aanwijzingen
voor de montage van het systeem steeds
nauwkeurig in acht.
Naar achteren gericht kinderzitje Naar achteren gericht kinderzitje
Wordt op de passagiersstoel een naar
achteren gericht kinderzitje gebruikt, dan moe‐
ten de passagiersairbags uitgeschakeld zijn;
anders bestaat bij het in werking treden van de
airbags, zelfs bij gebruik van een kinderzitje,
een verhoogd risico op lichamelijk letsel of le‐
vensgevaar voor het kind.◀
De aanwijzing op de zonneklep van de passa‐
gierszijde in acht nemen.
op de passagiersstoel
Stoelpositie
De passagiersstoel voor de montage van een
universeel veiligheidssysteem voor kinderen in
de achterste en bovenste stand brengen, om
de best mogelijke ligging van de gordel te be‐
reiken. Deze zittinghoogte niet meer wijzigen.
Leuningbreedte
1.Breedte-instelling van de leuning volledig
openen, zie pagina 48.2.Kinderzitje monteren.
Leuningbreedte bij kinderzitje
Vóór montage van een veiligheidssys‐
teem voor kinderen op de passagiersstoel
moet de leuningbreedte maximaal zijn. De in‐
stelling niet meer veranderen, want dan is de
stabiliteit van het kinderzitje beperkt.◀
Kinderzitjebevestiging
ISOFIX
Opmerking Fabrieksgegevens van het ISOFIX-veilig‐
heidssysteem voor kinderen
Voor het aanbrengen en gebruiken van ISO‐
FIX-veiligheidssystemen voor kinderen de be‐
dienings- en veiligheidsaanwijzingen van de fa‐
brikant van het systeem opvolgen, anders kan
de beschermende werking worden belem‐
merd.◀
Juiste ISOFIX-veiligheidssystemen
voor kinderen
Geen kinderzitjesbevestiging met boven‐
ste ISOFIX bevestigingsriem gebruiken
De auto is niet uitgevoerd met een bevestiging
voor een bovenste ISOFIX bevestigingsriem.
Daarom alleen kinderveiligheidssystemen ge‐
bruiken die niet met een bovenste ISOFIX be‐
vestigingsriem moeten worden bevestigd, op‐
dat de veiligheid optimaal blijft gewaarborgd.◀
De volgende ISOFIX-veiligheidssystemen voor
kinderen mogen op de beschreven plaatsen in
uw auto worden gebruikt. De betreffende klas‐
sen vindt u op de kinderzitjes.PassagiersstoelA - ISO / F2B - ISO / F3B1 - ISO/F2XE - ISO/R1D - ISO/R2Seite 54BedieningKinderen veilig vervoeren54
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Bevestigingen voor onderste ISOFIX-verankeringen
Voor het aanbrengen van het kinderzitje de
gordel uit de nabijheid van de bevestiging van
het kinderzitje wegtrekken.
Onderste ISOFIX-verankeringen goed
vergrendelen
Erop letten dat de beide onderste ISOFIX-ver‐
ankeringen correct vergrendeld zijn en dat het
kinderveiligheidssysteem stevig tegen de leu‐
ning aanligt, anders kan de beschermende
werking worden belemmerd.◀
Passagiersstoel
De bevestigingspunten voor de onderste ISO‐
FIX-verankeringen bevinden zich op de met
pijlen gemarkeerde punten in de spleet tussen
zitting en rugleuning.
Om de ISOFIX-verankeringen van de passa‐
giersstoel makkelijker te kunnen bereiken, kunt
u de rugleuning iets naar achteren doen hellen.
De rugleuning na de montage van het veilig‐
heidssysteem voor kinderen opnieuw in een
rechte stand brengen.
Seite 55Kinderen veilig vervoerenBediening55
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
H
Handbediening, 7-traps-auto‐ matische versnellings‐
bak 69
Handbediening, 8-traps-auto‐ matische versnellings‐
bak 66
Handgeschakelde versnel‐ lingsbak 64
Handmatige bediening, be‐ stuurdersportier 35
Handmatige bediening, Park Distance Control PDC 110
Handmatige bediening, par‐ keervergrendeling 70
Handmatige bediening, por‐ tierslot 35
Handmatige bediening, tank‐ dop 234
Handmatige luchtverde‐ ling 113
Handrem, zie Parkeerrem 60
Handzender, wisselende code 119
Hardtop 42
Hardtop, zie Neerlaatbare hardtop 42
Heet uitlaatsysteem 131
Helderheid, van het Control Display 80
Hellingshoeksensor 40
Hemelbekleding 17
Herinneringen 216
Hogedrukreiniger 262
Homepage 6
Hoofdairbags 93
Hoog, geluid 162
Hoogteversteling, stoelen 46
Hoogteversteling, stuur‐ wiel 52
Hoogte, zie Maten 268
Hoogwater 131
Hotline 227
Houder voor afstandsbedie‐ ning, zie Contactslot 56 Houder voor blikjes 126
Houder voor telefoon of mo‐ biele telefoon, zie Snap-in-
adapter 207
Houder voor telefoon of mo‐ biele telefoon, zie Snap-in-
adapter in het opbergvak
van de middenarm‐
steun 124
Hout, onderhoud 264
Huisnummer invoeren, navi‐ gatie 141
Hulp bij het wegrijden 106
Hulpsystemen, zie Koerssta‐ biliteitsregelsystemen 103
I iDrive 18
iDrive, datum en tijd wijzi‐ gen 78
iDrive, maateenheden en weergavevorm wijzigen 78
In-/uitschakelen, zie Groot‐ lichtassistent 89
Inbouwplaats, telefoon 124
Individuele luchtverde‐ ling 113
Informatie over navigatiege‐ gevens 138
Inhouden 269
Initialiseren, bandenpech‐ waarschuwing RPA 97
Inklappen van de rechter bui‐ tenspiegel 50
Inklembeveiliging, ruit 42
Inlichtingendienst 221
Inrijden, rijaanwijzingen 130
Instaplijstverlichting, zie Inte‐ rieurverlichting 91
Instapverlichting 87
Instellingen configureren, zie Personal Profile 31
Instellingen dvd 173
Instellingen en informatie 77 Instellingen, klok, 12h/24h-
modus 79
Instellingen op Control Dis‐ play 80
Instrumentenpaneel 14
Instrumentenverlichting 91
Instrumentenverlichting, zie Instrumentenverlichting 91
Interactieve kaart 145
Interieurbeveiliging 41
Interieurtemperatuur instel‐ len, zie Airconditioning 112
Interieurtemperatuur instel‐ len, zie Automatische air‐
conditioning 114
Interieuruitrusting 118
Interieurverlichting 91
Interieurverlichting, afstands‐ bediening 33
Internet 225
Internetpagina 6
Intervalmelding, servicebe‐ hoefte 80
Intervalstand van de ruiten‐ wissers 62
Invoervergelijking 24
ISOFIX, kinderzitjebevesti‐ ging 54
J
Joystick, zie iDrive 18
K
Kaartaanzicht 153
Kaart in splitscreen 154
Kaart, reisdoel invoeren 145
Kaartvoorstelling in grijstin‐ ten 156
Kalender 215
Katalysator, zie Heet uitlaat‐ systeem 131
Kenmerken van vrijgegeven banden 239 Seite 283Alles van A tot ZOpzoeken283
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15