Rondom de middenconsole1Control Display 182Waarschuwingsknipperlichten 2553Centrale vergrendeling 354▷Verwarming en airconditioning 112▷Airconditioning 1145Speler voor▷Audio-cd/dvd 170▷Navigatie-dvd 1386Bedieningselementen voor▷Radio 164▷Cd/dvd 1707Stoelverwarming 48Park Distance Control PDC 109Hardtop sluiten 42Hardtop openen 42Start- en stopautomaat deactive‐
ren 588Parkeerrem 609Controller met toetsen 1810Rijdynamiekcontrole 104Seite 16OverzichtBedieningsorganen16
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
6.Controller draaien om de uren in te stellen
en Controller indrukken.7.Controller draaien om de minuten in te
stellen en Controller indrukken.
Statusinformatie
Statusveld
In het statusveld bovenaan rechts wordt de
volgende informatie weergegeven:
▷Tijd.▷Huidige entertaninmentbron.▷Geluidsweergave aan/uit.▷Ontvangststerkte mobiel net.▷Telefoonstatus.▷Ontvangst verkeersinformatie.
Symbolen statusveld
De symbolen zijn gegroepeerd in verschillende
groepen.
Symbolen radio
SymboolBetekenisTPVerkeersinformatie ingeschakeld.
Symbolen telefoon
SymboolBetekenis Binnenkomend of uitgaand ge‐
sprek. Gemiste oproep. Ontvangststerkte mobiel net Sym‐
bool knippert: net zoeken. Geen mobiel net beschikbaar. Bluetooth ingeschakeld. Gegevensoverdracht actief.SymboolBetekenis Roaming actief. SMS, e-mail ontvangen. SIM-kaart controleren. SIM-kaart geblokkeerd. SIM-kaart ontbreekt. PIN invoeren.
Symbolen entertainment
SymboolBetekenis Cd/dvd-speler. Muziekverzameling. Gracenote®-database. AUX-In-aansluiting. Usb-audio-interface. Audio-interface mobiele telefoon.
Verdere omvang
SymboolBetekenis Gesproken informatie uitgescha‐
keld.
Gedeeld scherm, splitscreen
Algemeen
In het rechter gedeelte van het gedeelde
beeldscherm kan extra informatie worden
weergegeven bv. informatie van de boordcom‐
puter.
Deze informatie blijft bij de gedeelde beeld‐
schermweergave, het zogenaamde split‐ screen, ook bij het wisselen naar een ander
menu zichtbaar.
Seite 22OverzichtiDrive22
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Volume aanpassenDe volumeknop tijdens de gesproken aanwij‐
zingen draaien tot de gewenste geluidssterkte
is ingesteld.▷Volume blijft behouden, ook wanneer het
volume van andere audioapparatuur wordt
gewijzigd.▷Volume wordt voor de momenteel ge‐
bruikte afstandsbediening opgeslagen.
Aanwijzing voor
noodoproepen
Spraakgestuurd systeem niet gebruiken voor
noodoproepen. In stresssituaties kunnen taal
en stemniveau wijzigen. Daardoor wordt de
opbouw van een telefoonverbinding onnodig
vertraagd.
In plaats hiervan de SOS-toets, zie pa‐
gina 255, bij de binnenspiegel gebruiken.
Omgevingsomstandigheden
▷Commando's, cijfers en letters vloeiend en
met normaal volume, klemtonen en snel‐
heid uitspreken.▷Commando's altijd in de taal van het
spraakgestuurde systeem spreken.▷Bij de selectie van de radiozender de ge‐
bruikelijke uitspraak van de naam van de
zender gebruiken:
›Zender ...‹ bijv. zender Classic Radio▷Portieren, ruiten en neerlaatbare hardtop
gesloten houden om storende buitengelui‐
den te voorkomen.▷Nevengeluiden in de auto tijdens het spre‐
ken vermijden.Seite 27Spraakgestuurd systeemOverzicht27
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Personal Profile
Principe Sommige functies van de auto kunnen indivi‐
dueel worden ingesteld.▷Instellingen worden automatisch in het
momenteel geactiveerde profiel opgesla‐
gen.▷Bij het ontgrendelen wordt de desbetref‐
fende afstandsbediening herkend en het
daarbij opgeslagen profiel wordt opgeroe‐
pen.▷Persoonlijke instellingen worden ook weer
herkend en opgeroepen, als tussentijds
een andere persoon met een eigen af‐
standsbediening met de auto heeft gere‐
den.
Persoonlijke instellingen worden voor maxi‐
maal vier afstandsbedieningen opgeslagen, bij
comforttoegang voor twee.
Personal Profile instellingen De volgende functies en instellingen kunnen in
een profiel worden opgeslagen.
Meer over de instellingen onder:
▷Toewijzing van de toets favorieten, zie pa‐
gina 23.▷Reactie van de centrale vergrendeling bij
het ontgrendelen van de auto, zie pa‐
gina 32.▷Automatisch ontgrendelen van de auto, zie
pagina 35.▷Automatisch oproepen van de stand van
de bestuurdersstoel en de buitenspiegels
na het ontgrendelen, zie pagina 34.▷Kort knipperen, zie pagina 61.▷Instellingen voor de weergave op het Con‐
trol Display en in het instrumentenpaneel:▷12h/24h-formaat van de klok, zie pa‐
gina 78.▷Datumformaat, zie pagina 79.▷Helderheid op het Control Display, zie
pagina 80.▷Taal op het Control Display, zie pa‐
gina 80.▷Gedeeld scherm, splitscreen, zie pa‐
gina 22.▷Maateenheden voor verbruik, weg/
afstanden en temperatuur, zie pa‐
gina 78.▷Volume Park Distance Control PDC, zie pa‐
gina 110.▷Lichtinstellingen:▷Begroetingslicht, zie pagina 87.▷Uitstapverlichting, zie pagina 88.▷Dagrijlicht, zie pagina 88.▷Grootlichtassistent, zie pagina 89.▷Automatische airconditioning: AUTO-pro‐
gramma, koelfunctie en automatische
luchtrecirculatieregeling geactiveerd/
gedeactiveerd, temperatuur, luchthoeveel‐
heid, luchtverdeling, zie pagina 114.▷Navigatie:▷Spraakuitgave, zie pagina 152.▷Instellingen kaartaanzicht, zie pa‐
gina 154.▷Routecriteria, zie pagina 150.▷Entertainment:▷Geluid instellen, zie pagina 162.▷Radio, opgeslagen zender, zie pa‐
gina 168.▷Cd/multimedia, de als laatst gehoorde
audiobron, zie pagina 170.▷Tv, opgeslagen programma's, zie pa‐
gina 189.▷Telefoon▷Volume, zie pagina 201.Seite 31Openen en sluitenBediening31
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Aansluiting van elektrische
apparaten
Opmerking Laadtoestel niet aansluiten op contact‐
doos
Acculaders niet aansluiten op de door fabriek
gemonteerde contactdozen in het voertuig,
kan dit leiden tot schade aan de auto.◀
Contactdozen U kunt bij draaiende motor of ingeschakeld
contact in uw BMW elektrische apparaten
zoals looplamp, autostofzuiger e.d. gebruiken,
indien minstens een van de volgende aansluit‐
mogelijkheden aanwezig is. Het totale vermo‐
gen van alle contactdozen mag 140 watt niet
overschrijden bij 12 V. De fittingen niet door
een ongeschikte stekker beschadigen.
Aanstekerfitting Toegang tot de contactdoos: aansteker uit de
fitting trekken.
Onder de middenarmsteun Extern audioapparaat, zie pagina 125.
In de beenruimte aan passagierszijde Links onder het dashboardkastje bevindt zich
een contactdoos.
Bagageruimte Naargelang de uitrusting vindt u in de bagage‐
ruimte de volgende opbergmogelijkheden:▷Rubberband voor het bevestigen van lichte
voorwerpen.▷Opbergvak.
Om te openen: sluiting naar links draaien, zie
pijl en deksel naar boven klappen.
Bagageruimtevolume vergroten
Bij gesloten hardtop kunt u de bagageruimte‐
volume vergroten:
Hiervoor de afscheiding bagageruimte 1 omh‐
oog drukken.
Voor het openen van de hardtop de afschei‐
ding bagageruimte 1 omlaag trekken totdat
deze in beide geleidingen 2 vastklikt.
Voor het openen en sluiten van de hard‐
top in acht nemen
▷Alvorens de hardtop te bewegen, moet u
ervoor zorgen dat geen voorwerpen op of
naast de afscheiding van de bagageruimte
liggen, zij kunnen delen van de hardtop be‐
schadigen.▷Maximale laadhoogte in acht nemen, zie
sticker met hoogtelijn in de bagageruimte.▷De afscheiding van de bagageruimte niet
met geweld naar beneden drukken.◀
De hardtop kan alleen worden geopend, als de
afscheiding van de bagageruimte in de onder‐
ste stand aan beide zijden is vastgeklikt.
Seite 121InterieuruitrustingBediening121
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Opbergvak vergrendelenBij het vergrendelen van de auto wordt het op‐
bergvak in de middenarmsteun ook vergren‐
deld.
Openen
Middenarmsteun opklappen, zie pijl.
Aansluiting voor extern audioapparaat U kunt een extern audioapparaat, bijv. een cd-
of MP3-speler aansluiten en het geluid via de luidspreker van de auto weergeven:
▷AUX-in-aansluiting, zie pagina 181.▷USB-audio-interface, zie pagina 182.
Opbergvakken in het
interieur
Geen ondergrond met antislipwerking op
het instrumentenpaneel
Geen ondergrond met antislipwerking, bijv. an‐
tislipmatten op het instrumentenpaneel ge‐
bruiken, anders kan deze door het materiaal
van de ondergrond worden beschadigd.◀
Afhankelijk van de uitvoering zijn er de vol‐
gende opbergvakken:
In de portieren
Openen: deksel openklappen.
In de middenconsole
Eén geopend opbergvak of asbak.
In het dashboard
In de scheidingswand
Om te openen: aan de greep trekken.
De tussenbodem in het opbergvak kan worden
verwijderd en in diverse hoogten worden ge‐
plaatst.
Seite 125OpbergvakkenBediening125
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
KlankVoertuiguitrustingIn dit hoofdstuk worden alle standaard-, land-
en speciale uitrustingen beschreven, die in de
modelserie worden aangeboden. Er worden
daarom tevens uitvoeringen beschreven, die in
een auto bijv. wegens de gekozen speciale uit‐
voering of de landenvariant niet beschikbaar
zijn. Dit geldt tevens voor functies en syste‐
men die relevant zijn voor de veiligheid.
Bij gebruik van de betreffende functies en sys‐
temen moeten de geldende landspecifieke
voorschriften in acht worden genomen.
Algemeen
De klankinstellingen worden voor de momen‐ teel gebruikte afstandsbediening opgeslagen.
Hoge tonen, lage tonen,
balans, fader▷"Treble": hoogte-instelling.▷"Bas": diepte-instelling.▷"Balans": volumeverdeling links/rechts.▷"Fader": volumeverdeling voor/achter.Hoge tonen, lage tonen, balans, fader
instellen1."CD/Multimedia", "Radio" of "Instellingen"2."Klank"3.Gewenste klankinstelling selecteren.4.Instellen: controller draaien.5.Opslaan: controller indrukken.
Equalizer
Instelling voor afzonderlijke audiofrequentie‐
banden.
Equalizer instellen
1."CD/Multimedia", "Radio" of "Instellingen"2."Klank"3."Equalizer"Seite 162EntertainmentKlank162
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
4.Gewenste instelling selecteren.5.Instellen: controller draaien.6.Opslaan: controller indrukken.
Multikanaalweergave,
surround
Kiezen tussen stereo en multikanaalweergave,surround.
Multikanaalweergave, surround
instellen
1."CD/Multimedia", "Radio" of "Instellingen"2."Klank"3."Surround"
Bij geactiveerde surround wordt bij de weer‐
gave van een audiospoor in stereo de multika‐
naalweergave gesimuleerd.
Volumes
▷"Speed volume": aanpassing van het vo‐
lume afhankelijk van de snelheid.▷"PDC": volume van het PDC-geluidssig‐
naal ten overstaan van de geluidsweergave
van het entertainment.▷"Gong": volume van het geluidssignaal, bv.
voor de gordelherinnering, ten overstaan
van de geluidsweergave van het entertain‐
ment.▷"Microfoon": volume van de microfoon bij
een telefoongesprek.▷"Luidsprek.": volume van de luidspreker bij
een telefoongesprek.
De volgende volumes worden enkel voor het
op dat moment aangemelde telefoon opgesla‐
gen: "Microfoon", "Luidsprek.".
Geluidssterkten instellen
1."CD/Multimedia", "Radio" of "Instellingen"2."Klank"3."Volume-instellingen"4.Gewenste afstelling van het volume selec‐
teren.5.Instellen: controller draaien.6.Opslaan: controller indrukken.
Klankinstelling terugzetten
Alle klankinstellingen kunnen teruggezet naar
de standaardwaarde.
1."CD/Multimedia", "Radio" of "Instellingen"2."Klank"3."Terugzetten"Seite 163KlankEntertainment163
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15