Openen en sluitenVoertuiguitrusting
In dit hoofdstuk worden alle standaard-, land-
en speciale uitrustingen beschreven, die in de
modelserie worden aangeboden. Er worden
daarom tevens uitvoeringen beschreven, die in
een auto bijv. wegens de gekozen speciale uit‐
voering of de landenvariant niet beschikbaar
zijn. Dit geldt tevens voor functies en syste‐
men die relevant zijn voor de veiligheid.
Bij gebruik van de betreffende functies en sys‐
temen moeten de geldende landspecifieke
voorschriften in acht worden genomen.
Afstandsbediening Toetsen van de afstandsbediening1Ontgrendelen2Vergrendelen3Kofferdeksel openen
Algemeen
Bij levering zijn twee afstandsbedieningen met
sleutel inbegrepen.
Elke afstandsbediening bevat een accu die tij‐
dens de rit automatisch in het contactslot
wordt opgeladen. Elke afstandsbediening ten‐
minste tweemaal per jaar voor een langere rit
gebruiken, teneinde de batterij weer op te la‐
den.
Bij comforttoegang beschikt de afstandsbe‐
diening over een vervangbare batterij, zie pa‐
gina 39.
Afhankelijk van de vraag welke afstandsbedie‐
ning bij de ontgrendeling van het voertuig her‐
kend wordt, worden verschillende instellingen
in de auto opgeroepen en uitgevoerd, zie Per‐
sonal Profile.
In de afstandsbediening wordt bovendien in‐
formatie opgeslagen betreffende het noodza‐
kelijke onderhoud, servicegegevens in de af‐
standsbediening, zie pagina 247.
Geïntegreerde sleutel
Toets 1 indrukken en sleutel uittrekken.
Geïntegreerde sleutel past bij de volgende slo‐
ten:
▷Sleutelschakelaar voor passagiersairbags,
zie pagina 94.▷Dashboardvakje, zie pagina 124.▷Bestuurdersportier, zie pagina 35.
Nieuwe afstandsbedieningen
Nieuwe afstandsbedieningen krijgt u bij uw
servicedienst.
Verlies van afstandsbedieningen De verloren afstandsbediening kan door de
servicedienst worden geblokkeerd.
Seite 30BedieningOpenen en sluiten30
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
▷Geen kledingstukken, zoals vesten, over de
rugleuningen hangen.▷Erop letten dat inzittenden het hoofd uit de
buurt van de zij-airbag houden, omdat er
anders bij het activeren van de airbag letsel
kan ontstaan.▷Het airbagveiligheidssysteem niet demon‐
teren.▷Het stuurwiel niet demonteren.▷De afdekkingen van de airbags niet beplak‐
ken, bekleden of op een andere manier wij‐
zigen.▷Aan de afzonderlijke componenten en de
bedrading geen enkele wijziging uitvoeren.
Dit geldt ook voor afdekklingen van het
stuurwiel, het instrumentenpaneel en de
stoelen.◀
Bij storing, buiten bedrijf stellen en na in
werking treden van de airbag
Direct na het in werking treden van het sys‐
teem de afzonderlijke onderdelen niet aanra‐
ken, want dan bestaat er gevaar voor brand‐
wonden.
De controle, reparatie of demontage en het
vernietigen van de airbaggeneratoren uitslui‐
tend toevertrouwen aan uw servicedienst of
een werkplaats die over de vereiste vergunnin‐
gen op het gebied van explosieve stoffen be‐
schikt.
Anders kunnen ondeskundig uitgevoerde
werkzaamheden storingen in het systeem of
het ongewenst in werking treden van het sys‐
teem tot gevolg hebben en tot letsel leiden.◀
Gebruiksklaarheid van het
airbagsysteem
Bij het opstarten, zie pagina 57, gaat de waar‐
schuwingslamp voor korte tijd branden en
duidt daarmee de functionaliteit aan van het
gehele airbagsysteem en van de gordelspan‐
ners.
Airbagsysteem gestoord
▷Waarschuwingslamp gaat niet branden na
het inschakelen van het contact.▷Waarschuwingslamp brandt permanent.
Laat het airbagsysteem bij een storing
direct controleren
Laat het airbagsysteem bij een storing direct
controleren, anders bestaat het gevaar dat het
systeem bij een ongeval ondanks de zware
botsingskracht niet volgens de verwachtingen
werkt.◀
Sleutelschakelaar voor
passagierairbags
Front- en zij-airbag voor de passagier kunnen
met een sleutelschakelaar gedeactiveerd en
opnieuw geactiveerd worden. Deze vindt u op
Seite 94BedieningVeiligheid94
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
de passagierszijde zijdelings van het dash‐
board.
De passagiersairbags kunnen alleen met stil‐
staande auto en geopend passagiersportier
gedeactiveerd en opnieuw geactiveerd wor‐
den.
Passagiersairbags deactiveren Geïntegreerde sleutel insteken
en nadrukken.
Gedrukt houden en tot de aan‐
slag in de stand OFF draaien.
Aan de aanslag verwijderen.
Sleutelschakelaar in de eindstand
Let erop dat de sleutelschakelaar in de
betreffende eindstand staat, anders zijn de air‐
bags niet gedeactiveerd/geactiveerd.◀
Passagiersairbags zijn gedeactiveerd.
De bestuurderairbags blijven verder actief.
Als op de passagiersstoel geen kinderzitje
meer is gemonteerd, dan de passagiersairbags
opnieuw activeren zodat deze bij een ongeval
zoals voorgeschreven in werking treden.
Passagiersairbags activeren Geïntegreerde sleutel insteken
en nadrukken.
Gedrukt houden en tot de aan‐
slag in de stand ON draaien.
Aan de aanslag verwijderen.
Sleutelschakelaar in de eindstand
Let erop dat de sleutelschakelaar in de
betreffende eindstand staat, anders zijn de air‐
bags niet gedeactiveerd/geactiveerd.◀
De passagiersairbags zijn weer geactiveerd en
treden in werking indien de situatie dit vereist.Controlelampje passagiersairbags
Het controlelampje van de passagierairbag
geeft de status van de passagiersairbags aan.
Na het inschakelen van het contact geeft de
lamp aan of de airbags geactiveerd of gedeac‐
tiveerd zijn.
▷Bij gedeactiveerde airbags brandt het con‐
trolelampje voortdurend.▷Bij geactiveerde airbags brandt het contro‐
lelampje niet.
Voetgangerbeschermsystee
m, actief
Principe
Met het actieve voetgangerbeschermsysteem
wordt bij een botsing van de voorzijde van de
auto met een voetganger de motorkap opge‐
tild. Ter herkenning van een dergelijke situatie
dienen sensoren onder de bumper. Hierdoor
wordt aanvullende deformatieruimte onder de
actieve motorkap ter beschikking gesteld voor
een eventueel voorkomende aanraking met het
hoofd.
De afzonderlijke component niet aanra‐
ken
De actuators van de scharnieren en de motor‐
kapsloten niet aanraken, anders bestaat door
abusievelijk activeren van het systeem kans op
letsel.◀
Seite 95VeiligheidBediening95
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Alles van A tot Z
TrefwoordenregisterA
Aanbevolen bandenmer‐ ken 239
Aanbevolen tochten 149
Aandrijfslipregeling, zie DSC 103
Aanduiding 238
Aanduiding, buitentempera‐ tuur 72
Aanduidingen en bedienings‐ elementen 12
Aanduidingen, zie Instrumen‐ tenpaneel 14
Aanjager, zie Luchthoeveel‐ heid 113
Aankomsttijd, zie Boordcom‐ puter 75
Aankondiging navigatie, zie Gesproken aanwijzin‐
gen 152
Aanmelden, mobiele tele‐ foon 197
Aansteker 120
Aansteker, aansluiting van elektrische apparaten 121
ABS, anti-blokkeersys‐ teem 103
Accessoires en onderdelen 7
Accu, auto 253
Accu, stroomonderbre‐ king 254
Accu van auto 253
Accu, vervangen, accu 253
Achterklep van binnenuit openen 36
Achterklep, zie Kofferdek‐ sel 36
Achterlichten 251
Achterlichten, lampvervan‐ ging 251 Achterlicht, zie Achterlicht,
lampvervanging 252
Achterruitverwar‐ ming 113, 116
Achteruitkijkspiegel, zie Spie‐ gel 50
Achteruitrijlamp, vervangen van de lamp 251
Achteruitversnelling– Handgeschakelde versnel‐
lingsbak 64
Achteruitversnelling, 7-traps-
automatische versnellings‐
bak 68
Achteruitversnelling, 8-traps- automatische versnellings‐
bak 65
Actief koolstoffilter bij auto‐ matische airconditio‐
ning 116
Actieradius 74
Actieve motorkap 95
Actualiseringen na sluiting van de redactie 6
Actualiteit van de handlei‐ ding 6
Actuele standplaats op‐ slaan 142
Adaptief remlicht, zie Dynami‐ sche remlichten 102
Adaptieve bochtverlich‐ ting 88
Additieven, koelvloeistof 245
Afdalingen 132
Afgezette auto, condenswa‐ ter 132
Afmetingen, zie Maten 268
Afsluitbare wielbouten, zie Wielboutslot 253
Afsluiten, auto, van binnen‐ uit 35
Afspraken 215
Afstandsbediening 30
Afstandsbediening, batterij vervangen 39
Afstandsbediening, comfort‐ toegang 37
Afstandsbediening, garage‐ deurbedieningssys‐
teem 118
Afstandsbediening, koffer‐ deksel 33
Afstandsbediening, sto‐ ring 35
Afstandsbediening, uit het contactslot verwijderen 56
Afstandsbediening, univer‐ seel 118
Afstandsteller, zie Dagtel‐ ler 72
Afstandswaarschuwing, zie PDC 109
Afvalbakje, zie Asbak 120
Afvalverwerking, koelvloei‐ stof 245
Afvoeren, batterij afstandsbe‐ diening 39
Afzetten, auto 58
Afzetten, motor 58
Airbags 93
Airbags, airbagschakelaar, zie Sleutelschakelaar voor pas‐
sagiersairbags 94
Airbags, controle-/waarschu‐ wingslampjes 94
Airbags, controlelampje pas‐ sagiersairbags 95
Airbags, deactiveren 95
Airbags, weer activeren 95
Airconditioning 112
Alarminstallatie 39 Seite 278OpzoekenAlles van A tot Z278
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Ongeval, zie Noodoproep ac‐tiveren 255
Ongewenst alarm 41
Online, zie BMW Online 223
Ontdooien, ruiten 113
Ontgrendelen, kofferdek‐ sel 38
Ontgrendelen, motorkap 242
Ontgrendelen, ontgrende‐ lingsreactie instellen 32
Ontgrendelen, van binnen‐ uit 36
Ontgrendelen, van buiten 32
Ontgrendelen, zonder af‐ standsbediening, zie Com‐
forttoegang 37
Ontwasemen, ruiten, zie Rui‐ ten ontdooien 113
Opbergvakken 125
Openen en sluiten, comfort‐ toegang 37
Openen en sluiten, van bin‐ nenuit 35
Openen en sluiten van bui‐ ten 32
Openen en sluiten, via de af‐ standsbediening 32
Openen en sluiten, via het portierslot 35
Openen, zie Ontgrendelen 37
Opgeslagen zenders 168
Opmerkingen 6
Opslaan van de zitpositie, zie Stoel- en spiegel-me‐
mory 49
Opslag, banden 240
Opvragen op afstand 203
Overbruggen, zie Start‐ hulp 256
Overhitting van de motor, zie Koelvloeistoftempera‐
tuur 73
Overwinteren, onder‐ houd 265 P
Panne, wiel verwisselen 252
Park Distance Control PDC 109
Parkeerfunctie 50
Parkeerlicht 89
Parkeerrem 60
Parkeerrem, zie Parkeer‐ rem 60
Parkeervergrendeling hand‐ matig ontgrendelen 70
Parkeervergrendeling hand‐ matig ontgrendelen, bij 7-
traps automatische versnel‐
ling 70
Parkeerwaarschuwing, zie PDC 109
Passagiersairbags, deactive‐ ren 95
Passagiersairbags, weer acti‐ veren 95
PDC Park Distance Con‐ trol 109
Pech, bandenpechwaarschu‐ wing RPA 96
Pechhulp 222
Personal Profile 31
Persoonlijke gegevens 209
Plaats invoeren, naviga‐ tie 141
Pleister, zie EHBO-doos 256
Portieren, handmatige bedie‐ ning 35
Portieren ont- en vergrende‐ len, bevestigingssigna‐
len 34
Portieren ont- en vergrende‐ len, van buiten 32
Portieren ver- en ontgrende‐ len, van binnenuit 35
Portiersleutel, zie Afstands‐ bediening met geïnte‐
greerde sleutel 30
Portierslot 35 Postcode invoeren, naviga‐
tie 141
Praktische tips voor het rij‐ den 130
Profiel, banden 238
Profieldiepte, banden 238
R
Radiografische sleutel, zie Af‐ standsbediening met geïn‐
tegreerde sleutel 30
Radiostand, zie Stand-by van de radio 57
Random 172
RDC, zie Bandenspannings‐ controle 98
RDS 165
Real-time verkeersinformatie, RTTI 155
Rechterbuitenspiegel inklap‐ pen 50
Rechtsrijdend verkeer, lichtin‐ stelling 91
Recirculatie van de lucht, zie Luchtrecirculatie 113, 116
Recycling 248
Recycling van het voer‐ tuig 248
Regelsystemen, koersstabili‐ teit 103
Regensensor 62
Regionale programma's 166
Reiniging displays 265
Reinigingsvloeistof 63
Reiniging van uw BMW, zie Onderhoud 262
Reisdoel invoeren, naviga‐ tie 140
Reisdoelkeuze via adres‐ boek 142
Reis importeren, online 148
Reis importeren, USB 148
Reizen plannen 147
Remassistent, zie Dynami‐ sche remcontrole 103 Seite 286OpzoekenAlles van A tot Z286
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15