Page 401 of 480

LET OP!
(Vervolgd)
Gebruik geen koelvloeistoffen (antivries) op
basis van alleen water of alcohol. Gebruik
geen anticorrosieadditieven of andere corro-
siewerende middelen, omdat deze produc-
ten mogelijk niet geschikt zijn voor de koel-
vloeistof en de radiator kunnen verstoppen.Deze auto is niet ontworpen voor het ge-
bruik van koelvloeistoffen (antivries) op
basis van propyleenglycol. Het gebruik
van koelvloeistoffen (antivries) op basis
van propyleenglycol wordt afgeraden.
Koelvloeistof bijvullen
Uw auto wordt geleverd met een verbeterde
koelvloeistof (OAT-koelvloeistof conform MS-
12106) die langere onderhoudsintervallen mo-
gelijk maakt. Deze koelvloeistof (antivries) kan
maximaal tien jaar of 240.000 km (150.000 mijl)
worden gebruikt voordat deze moet worden
ververst. Om te vermijden dat dit grotere onder-
houdsinterval wordt verkleind, moet u altijd de-
zelfde koelvloeistof (OAT-koelvloeistof conform
MS-12106) gebruiken. Neem deze aanbevelingen in acht bij gebruik
van Organic Additive Technology (OAT) koel-
vloeistof (antivries) die voldoet aan de Chrysler-
materiaalnorm MS-12106. Houd rekening met
het volgende wanneer u koelvloeistof (antivries)
bijvult:
Wij bevelen het gebruik aan van MOPAR®
koelvloeistof/antivries 10 jaar/150.000 km-
formule OAT (Organic Additive Technology)
die voldoet aan de Chrysler-materiaalnorm
MS-12106.
Meng een oplossing van ten minste 50%
OAT-motorkoelvloeistof die voldoet aan de
Chrysler-materiaalnorm MS-12106 en gedis-
tilleerd water. Gebruik hogere concentraties
(maximaal 70 %) als temperaturen lager dan
37° C worden verwacht.
Gebruik uitsluitend zeer zuiver water, zoals
gedistilleerd of gedeïoniseerd water, voor het
verdunnen van de koelvloeistof (antivries).
Water van lagere kwaliteit kan de corrosie-
bescherming in het motorkoelsysteem
verminderen. Het is de taak van de eigenaar van de auto om
de concentratie van de koelvloeistof aan te
passen aan de buitentemperatuur.
OPMERKING:
Bij sommige voertuigen is speciaal ge-
reedschap vereist om koelvloeistof cor-
rect bij te vullen. Als deze deze systemen
niet op de juiste wijze worden bijgevuld,
kan ernstige interne schade aan de motor
ontstaan. Als het systeem moet worden
bijgevuld met koelvloeistof, neem dan
contact op met uw erkende dealer.
Het mengen van verschillende typen motor-
koelvloeistof (antivries) wordt niet aanbe-
volen en kan resulteren in schade aan het
koelsysteem. Als HOAT- en OAT-
koelvloeistof in een noodgeval met elkaar
zijn gemengd, laat het systeem dan zo snel
mogelijk aftappen, spoelen en bijvullen met
OAT-koelvloeistof (conform MS-12106)
door een erkende dealer.
397
Page 402 of 480

Vuldop van het koelsysteem
Draai de vuldop goed vast, zodat wordt voorko-
men dat er koelvloeistof (antivries) wordt ge-
morst en de koelvloeistof (antivries) terugloopt
naar de radiateur via het koelvloeistofreservoir.
Controleer de vuldop en reinig deze grondig
wanneer er afzettingen zichtbaar zijn op het
sluitvlak.WAARSCHUWING!
Open een heet motorkoelsysteem niet. Vul
nooit koelvloeistof (antivries) bij als de
motor oververhit is. Draai nooit de vuldop
los om een oververhitte motor te laten
afkoelen. Door de hitte komt het koelsys-
teem onder druk te staan. Om brandwon-
den en ander letsel te voorkomen, mag u
nooit de vuldop verwijderen van een koel-
circuit dat heet is of onder druk staat.
Gebruik geen andere vuldop dan de voor-
geschreven vuldop voor uw auto. Dit kan
leiden tot persoonlijk letsel of motor-
schade. Afvoeren van afgewerkte koelvloeistof
Afgewerkte koelvloeistof (antivries) op basis
van ethyleenglycol is een afvalstof die conform
de milieuvoorschriften moet worden afgevoerd.
Raadpleeg de gemeentelijke instanties over de
juiste wijze van afvoeren. Om inslikken door
kinderen of dieren te voorkomen, dient u koel-
vloeistof (antivries) met ethyleenglycol nooit in
open reservoirs te bewaren. Laat de vloeistof
ook nooit in plassen op de grond terechtkomen.
Schakel onmiddellijk medische hulp in als een
kind of huisdier koelvloeistof heeft ingeslikt.
Verwijder gemorste vloeistof onmiddellijk.
Koelvloeistofpeil
Aan het koelvloeistofreservoir kunt u snel en
duidelijk controleren of er voldoende koelvloei-
stof in het koelsysteem aanwezig is. Bij uitge-
schakelde en koude motor moet het peil van de
motorkoelvloeistof (antivries) in het expansiere-
servoir tussen het minimum- en maximumpeil
op het reservoir liggen.
Omdat de radiateur normaal gesproken volledig
gevuld blijft, is het niet nodig de radiateur-/
koelvloeistofdop te verwijderen, tenzij u de koel-
vloeistof (antivries) wilt controleren op vriespunt
of wilt verversen. Maak uw monteur hierop attent. Zolang de bedrijfstemperatuur van de
motor in orde is, hoeft u het koelvloeistofreser-
voir slechts eenmaal per maand te controleren.
Als de koelvloeistof (antivries) moet worden
bijgevuld, mag alleen OAT-koelvloeistof die vol-
doet aan de Chrysler-materiaalnorm MS-12106
aan het koelvloeistofreservoir worden toege-
voegd. Vul nooit te veel vloeistof bij.
Belangrijk
OPMERKING:
Wanneer u na enkele kilometers rijden de
auto stilzet, kunt u waterdamp zien opstij-
gen vanuit de voorzijde van het motorcom-
partiment. Dit is meestal het gevolg van een
hoge luchtvochtigheid, of van regen of
sneeuw die op de radiateur is achtergeble-
ven en verdampt wanneer de thermostaat-
klep opengaat, zodat er hete motorkoelvloei-
stof (antivries) in de radiateur kan stromen.
Wanneer bij een inspectie van het motorcom-
partiment blijkt dat de radiateur en de slangen
geen defecten vertonen, kunt u gerust met de
auto gaan rijden. De damp zal snel verdwijnen.
398
Page 403 of 480

Vul niet te veel koelvloeistof bij in het expan-
siereservoir.
Controleer het vriespunt van de koelvloeistof
in de radiateur en het expansiereservoir. Als
de motorkoelvloeistof (antivries) moet wor-
den bijgevuld, moet ook de inhoud van het
expansiereservoir worden beschermd tegen
bevriezing.
Als vaak motorkoelvloeistof (antivries) moet
worden aangevuld, moet het systeem met
een druktest op lekkage worden
gecontroleerd.
Zorg altijd voor een concentratie van mini-
maal 50% OAT-koelvloeistof (conform MS-
12106) en gedistilleerd water voor optimale
corrosiebescherming van de aluminium on-
derdelen van de motor.
Zorg ervoor dat de overloopslangen van het
expansiereservoir niet geknikt of geblok-
keerd zijn.
Houd de voorzijde van de radiateur schoon.
Als uw auto is uitgerust met airconditioning,
houd dan de voorzijde van de condensor
schoon.
Vervang nooit de thermostaat door een
zomer- of wintertype. Wanneer vervanging
noodzakelijk is, mag UITSLUITEND het
voorgeschreven type thermostaat worden in-
gebouwd. Andere typen kunnen leiden tot
onvoldoende werking van de koelvloeistof
(antivries), een hoger brandstofverbruik en
hogere emissiewaarden.
RemsysteemOm altijd optimale remprestaties te waarbor-
gen, moeten alle onderdelen van het remsys-
teem regelmatig worden gecontroleerd. Raad-
pleeg het hoofdstuk "Onderhoudsschema" voor
de juiste onderhoudsintervallen.WAARSCHUWING!
Rijden met uw voet op het rempedaal is
gevaarlijk en kan leiden tot een aanrijding.
Rijden met uw voet op het rempedaal ver-
oorzaakt abnormaal hoge remtemperaturen,
verhoogt de slijtage van de remvoering en
kan leiden tot schade aan het remsysteem.
U beschikt dan in noodgevallen niet over het
volledige remvermogen. Vloeistofpeil controleren —
hoofdremcilinder
Het vloeistofpeil van de hoofdremcilinder moet
worden gecontroleerd wanneer werkzaamhe-
den onder de motorkap worden uitgevoerd, of
onmiddellijk wanneer het waarschuwingslampje
van het remsysteem een systeemstoring aan-
geeft.
De hoofdremcilinder heeft een plastic reservoir.
Op de buitenste zijde van het reservoir zijn een
“MAX”- en een “MIN”-punt aangegeven. Het
vloeistofpeil moet tussen deze twee punten
worden gehouden. Voeg geen vloeistof voorbij
het MAX-merkteken toe, omdat er dan lekkage
bij de dop kan plaatsvinden.
Het is bij schijfremmen een normaal verschijn-
sel dat het vloeistofpeil daalt naarmate de rem-
voeringen verder slijten. Een onverwachte da-
ling van het vloeistofpeil kan echter worden
veroorzaakt door een lek en in dat geval moet
een systeemcontrole worden uitgevoerd.
Raadpleeg de paragraaf
"Vloeistoffen, smeer-
middelen en originele onderdelen" in"Onder-
houd van uw auto" voor meer informatie hier-
over.
399
Page 404 of 480

WAARSCHUWING!
Gebruik uitsluitend door de fabrikant aan-
bevolen remvloeistof. Raadpleeg de para-
graaf "Vloeistoffen, smeermiddelen en ori-
ginele onderdelen" in"Onderhoud van uw
auto" voor meer informatie hierover. Ge-
bruik van de verkeerde remvloeistof kan
ernstige schade veroorzaken aan uw rem-
systeem en/of de werking ervan nadelig
beïnvloeden. Het juiste type remvloeistof
wordt ook vermeld op het reservoir van de
originele hoofdremcilinder.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
Om vervuiling te voorkomen door materi-
aal of vocht van buitenaf, dient u uitslui-
tend nieuwe remvloeistof te gebruiken, of
remvloeistof uit een hermetisch afgesloten
reservoir. Zorg ervoor dat de dop van het
reservoir van de hoofdremcilinder altijd is
vastgedraaid. Remvloeistof in een open
reservoir neemt vocht op uit de lucht,
waardoor de remvloeistof een lager kook-
punt krijgt. De remvloeistof kan hierdoor
gaan koken tijdens stevig of langdurig
remmen, waardoor de kans bestaat dat de
remmen plotseling niet meer werken. Dit
kan een aanrijding tot gevolg hebben.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
Het bijvullen van het vloeistofreservoir met
te veel remvloeistof kan leiden tot het
morsen van vloeistof op hete motoronder-
delen, waardoor de remvloeistof vlam kan
vatten. Remvloeistof kan ook schade toe-
brengen aan gelakte oppervlakken en vi-
nyl. Let er daarom op dat er geen rem-
vloeistof op deze oppervlakken terecht
komt.
Zorg dat er geen vloeistof op basis van
aardolie in de remvloeistof terechtkomt.
De afdichtingen van het remsysteem kun-
nen hierdoor worden aangetast, waardoor
de remmen hun werking gedeeltelijk of
geheel kunnen verliezen. Dit kan een aan-
rijding tot gevolg hebben.
400
Page 405 of 480

Olie voor vooras/achterasBij normaal gebruik hoeft de vloeistof niet regel-
matig te worden gecontroleerd. Wanneer om
andere redenen onderhoud gepleegd wordt aan
het voertuig, dient ook de buitenkant van de
assen te worden gecontroleerd. Wanneer
olielekkage wordt vermoed, moet het vloeistof-
peil worden gecontroleerd. Raadpleeg de para-
graaf"Vloeistoffen, smeermiddelen en originele
onderdelen" in"Onderhoud van uw auto" voor
meer informatie hierover.
Vloeistofpeil van vooras controleren
Het oliepeil van de vooras mag niet lager zijn
dan 3 mm (1/8 inch) onder de onderkant van de
vulopening.
De vulplug en aftapplug van de vooras moeten
worden vastgedraaid met een moment van 30
to 40 Nm (22 tot 29 ft lbs).LET OP!
Draai de pluggen niet te stevig aan, aange-
zien dit tot schade kan leiden en lekkage tot
gevolg kan hebben. Vloeistofpeil van achteras controleren
Het oliepeil van de achteras mag niet lager zijn
dan 3 mm (1/8 inch) onder de onderkant van de
vulopening.
De vulplug en aftapplug van de vooras moeten
worden vastgedraaid met een moment van 30
tot 40 Nm (22 tot 29 ft lbs).
LET OP!
Draai de pluggen niet te stevig aan, aange-
zien dit tot schade kan leiden en lekkage tot
gevolg kan hebben.
Keuze van smeermiddel
Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aanbe-
volen vloeistof. Raadpleeg de paragraaf "Vloei-
stoffen, smeermiddelen en originele onderde-
len" in"Onderhoud van uw auto" voor meer
informatie hierover.TussenbakVloeistofpeil controleren
Bij normaal gebruik hoeft de vloeistof voor de
automatische versnellingsbak niet regelmatig te
worden gecontroleerd. Wanneer om andere re- denen onderhoud gepleegd wordt aan het voer-
tuig, dient ook de buitenkant van de tussenbak
te worden gecontroleerd. Wanneer olielekkage
wordt vermoed, moet het vloeistofpeil worden
gecontroleerd. Raadpleeg de paragraaf
"Vloei-
stoffen, smeermiddelen en originele onderde-
len" in"Onderhoud van uw auto" voor meer
informatie hierover.
Vloeistof bijvullen
Plaats de auto op een horizontaal oppervlak en
vul vloeistof toe in de vulopening totdat de
vloeistof uit de opening stroomt.
Aftappen
Verwijder eerst de vuldop en vervolgens de
aftapplug. Het aanbevolen aanhaalmoment
voor de aftap- en vulplug bedraagt 20 tot 34 Nm
(15 tot 25 ft lbs).
LET OP!
Zorg dat u pluggen niet te stevig vast draait.
Dit kan tot schade leiden en lekkage tot
gevolg hebben.
401
Page 406 of 480

Keuze van smeermiddel
Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aanbe-
volen vloeistof. Raadpleeg de paragraaf"Vloei-
stoffen, smeermiddelen en originele onderde-
len" in"Onderhoud van uw auto" voor meer
informatie hierover.Automatische versnellingsbakKeuze van smeermiddel
Voor optimale prestaties en levensduur van de
versnellingsbak is het belangrijk dat u de cor-
recte transmissievloeistof gebruikt. Gebruik al-
leen door de fabrikant aanbevolen transmissie-
vloeistof. Raadpleeg de paragraaf "Vloeistoffen,
smeermiddelen en originele onderdelen" in dit
hoofdstuk voor de specificaties van vloeistoffen.
Het is belangrijk dat de transmissievloeistof
continu het vereiste peil heeft en dat u de
aanbevolen vloeistof gebruikt.
OPMERKING:
Er mogen geen chemicaliën door de ver-
snellingsbak worden gespoeld; uitsluitend
het goedgekeurde smeermiddel mag wor-
den gebruikt.
LET OP!
Wanneer u een andere versnellingsbakvloei-
stof gebruikt dan aanbevolen door de fabri-
kant, kan daardoor de schakelwerking van
de versnellingsbak achteruitgaan en/of grijpt
de koppelomvormer schokkend aan. Raad-
pleeg de paragraaf "Vloeistoffen, smeermid-
delen en originele onderdelen" in dit hoofd-
stuk voor de specificaties van vloeistoffen.
Speciale additieven
De fabrikant raadt het gebruik van speciale
additieven in de transmissievloeistof ten zeer-
ste af.
Automatische transmissievloeistof (ATF) is een
geavanceerd en hoogwaardig product waarvan
de prestaties door additieven nadelig kunnen
worden beïnvloed. Daarom raden we u aan
geen additieven aan de transmissievloeistof toe
te voegen. De enige uitzondering op deze regel
vormt het toevoegen van speciale kleurstof om
lekkage op te sporen. Gebruik geen vloeibare
afdichtmiddelen, aangezien deze juist schade
aan afdichtingen kunnen toebrengen.
LET OP!
Spoel de versnellingsbak niet met chemica-
liën, omdat deze de versnellingsbak kunnen
beschadigen. Dergelijke schade wordt niet
gedekt door de standaardgarantie.
Vloeistofpeil controleren
De vloeistof is in de fabriek op het juiste peil
gebracht en vereist onder normale gebruiks-
omstandigheden geen aanpassingen. Het is
niet nodig om het vloeistofpeil regelmatig te
controleren, en om die reden is geen peilstok
aanwezig. Uw erkende dealer kan het transmis-
sievloeistofpeil controleren met behulp van spe-
ciaal gereedschap.
Als u merkt dat er sprake is van vloeistoflekkage
of een defect in de versnellingsbak, neemt u
onmiddellijk contact op met een erkende dealer
om het transmissievloeistofpeil te laten contro-
leren. Als het voertuig wordt gebruikt met een
verkeerd vloeistofpeil, kan ernstige schade aan
de automatische versnellingsbak worden toe-
gebracht.
402
Page 407 of 480

LET OP!
Als echter een vloeistoflek in de versnellings-
bak optreedt, breng dan onmiddellijk een
bezoek aan uw erkende dealer. Anders kan
de versnellingsbak ernstig beschadigd ra-
ken. Uw erkende dealer beschikt over het
juiste gereedschap om het vloeistofpeil
nauwkeurig bij te vullen.
Vloeistof verversen en filter vervangen
Onder normale bedrijfsomstandigheden zal de
in de fabriek toegevoegde vloeistof voor vol-
doende smering zorgen gedurende de gehele
levensduur van het voertuig.
Regelmatig verversen van de vloeistof en ver-
vangen van het filter is niet nodig. Echter,
ververs de vloeistof en vervang het filter als de
vloeistof vervuild raakt (met water, enz.), of
nadat de versnellingsbak om een of andere
reden is gedemonteerd.
Verzorging van de auto en
bescherming tegen roestCarrosserie en lak beschermen tegen roest
De aandacht die aan de carrosserie moet wor-
den besteed is sterk afhankelijk van de weer-
sinvloeden en het gebruik van de auto. Strooi-
zout in de winter en chemische producten die in
andere seizoenen op bomen en in wegbermen
gespoten worden, hebben een sterk corrosieve
invloed op de carrosserie.
De onderstaande onderhoudsadviezen helpen
om de carrosserie van uw auto gedurende
lange tijd in optimale conditie te houden.
Oorzaken van corrosie
Corrosie ontstaat als de lak en beschermende
coatings op uw auto zijn aangetast of loslaten.
De meest voorkomende oorzaken zijn:
Strooizout, vuil en achterblijven van vocht.
Steenslag.
Insectenresten, boomvocht en teer.
Zilte lucht in kuststreken.
Zure regen en industriële vervuiling. Wassen
Was uw auto regelmatig. Was uw auto altijd
in de schaduw met MOPAR® Car Wash of
een milde autoshampoo en spoel de panelen
volledig af met schoon water.
Als insecten, teer of andere kleine verontrei-
nigingen zich op uw auto hebben verzameld,
gebruik dan MOPAR® Super Kleen Bug and
Tar Remover om deze te verwijderen.
Gebruik een hoogwaardige was zoals MO-
PAR® Cleaner Wax om aanslag en vlekken
te verwijderen en de laklaag te beschermen.
Zorg dat u geen krassen maakt op de lak.
Gebruik geen schurende producten en po-
lijstmiddelen die de glans of de dikte van de
laklaag kunnen aantasten.
LET OP!
Gebruik nooit schurende of sterke reini-
gingsmiddelen zoals staalwol of schuur-
poeder. Deze veroorzaken krassen op het
metaal en de lak.
(Vervolgd)
403
Page 408 of 480

LET OP!
(Vervolgd)
Het gebruik van een hogedrukreiniger met
een druk van meer dan 1.200 psi (8 274
kPa) kan de lak en eventuele stickers
beschadigen.
Speciale verzorging
Spuit de onderzijde van de auto regelmatig
schoon (minstens één keer per maand) wan-
neer u op bepekelde of stoffige wegen of in
kuststreken rijdt.
Het is belangrijk dat de afvoeropeningen
onder in de portieren, in de dorpellijsten en in
de bagageruimte open worden gehouden.
Als u steenslag of krassen in de lak bespeurt,
werk dergelijke plekken dan meteen bij. Voor
de kosten van dergelijke reparaties is de
eigenaar van de auto verantwoordelijk.
Wanneer de auto door bijvoorbeeld een aan-
rijding schade heeft opgelopen aan de lak en
de beschermende coating, moet u deze zo
spoedig mogelijk laten repareren. Voor de kosten van dergelijke reparaties is de eige-
naar van de auto verantwoordelijk.
Wanneer u speciale ladingen met chemica-
liën, kunstmest, zout, enz., vervoert, let dan
goed op of alles goed is verpakt en
afgesloten.
Wanneer u vaak op grindwegen rijdt, raden
wij u aan spatlappen bij ieder wiel te laten
aanbrengen.
Gebruik de retoucheerlak MOPAR® Touch
Up Paint om krassen zo snel mogelijk bij te
werken. Uw erkende dealer heeft de lakstift
die overeenkomt bij uw lakkleur.
Verzorging van velgen en wieldoppen
Alle velgen en wieldoppen moeten regelma-
tig worden gereinigd met een milde zeep en
water om corrosie tegen te gaan. Dit geldt
vooral wanneer een coating van aluminium
of chroom is aangebracht.
Gebruik MOPAR® Wheel Cleaner om hard-
nekkige modder en/of overvloedige remstof
te verwijderen. OPMERKING:
Als uw auto is uitgerust met Dark Vapor of
Black Satin Chrome-wielen mag u GEEN
wielreinigers, schurende reinigingsmidde-
len of poetsmiddelen gebruiken. Deze zullen
blijvende schade aan de afwerking veroor-
zaken, die niet wordt gedekt door de stan-
daardgarantie. GEBRUIK UITSLUITEND
MILDE ZEEP EN WATER MET EEN ZACHTE
DOEK. Als u dit regelmatig doet, is dat
voldoende om deze afwerking te verzorgen.
LET OP!
Gebruik geen schuursponsen, staalwol, een
harde borstel of metaalpoets. Gebruik geen
ovenreiniger. Deze producten kunnen de be-
schermlaag van de velgen beschadigen.
Maak geen gebruik van automatische was-
installaties waarin bijtende reinigingsproduc-
ten of harde borstels worden gebruikt. Deze
beschadigen de beschermende coating van
de velgen. Alleen MOPAR® velgenreiniger of
een gelijkwaardig product wordt aanbevolen.
404