Page 17 of 480

WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
Het achterlaten van kinderen zonder toe-
zicht in een auto is om verschillende rede-
nen gevaarlijk. Kinderen of derden lopen
dan het risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel. Waarschuw kinderen dat ze niet aan
de handrem, het rempedaal of de schakel-
hendel mogen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto, of op een voor
kinderen bereikbare plaats, en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go™ niet in de modus ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de knoppen
van de elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedienen of de
auto in beweging kunnen zetten.
Laat nooit kinderen of dieren achter in een
geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en zelfs
dodelijk zijn.
LET OP!
Een niet-afgesloten auto is een uitnodiging
voor dieven. Neem altijd de sleutelhouder uit
de auto, zet de contactschakelaar in de
stand OFF en sluit alle portieren af wanneer
u de auto zonder toezicht achterlaat.STUURSLOT — INDIEN
AANWEZIGUw auto is mogelijk uitgerust met een passief
elektronisch stuurslot. Dit slot zorgt ervoor dat
de auto niet kan worden gestuurd als de con-
tactschakelaar in de stand OFF staat. Het stuur-
slot wordt ontgrendeld als het contact is inge-
schakeld. Als het slot niet ontgrendelt en de
auto niet start, draai het stuurwiel dan naar links
en naar rechts om het stuurslot te ontgrendelen.Handmatig het stuur vergrendelenDraai het stuurwiel een kwartslag in een van
beide richtingen bij draaiende motor. Zet de
motor af en verwijder de contactsleutel. Draai
het stuur een iets in een willekeurige richting tot
het wordt vergrendeld.
Het stuurslot ontgrendelenSchakel het contact uit en weer in en start de
motor.
OPMERKING:
Als u het stuur naar rechts hebt gedraaid om
het slot te vergrendelen, moet u het stuur
iets naar rechts draaien om het te ontgren-
delen. Als u het stuur naar links hebt ge-
draaid om het slot te vergrendelen, moet u
het stuur iets naar links draaien om het te
ontgrendelen.SENTRY KEY®De Sentry Key® startonderbreker voorkomt on-
geoorloofd gebruik van de auto door derden
door de motor te blokkeren. U hoeft het sys-
teem niet te activeren of in te schakelen. Dit
systeem werkt automatisch, ongeacht of de
auto is afgesloten.Het systeem maakt gebruik van een sleutelhou-
der met een afstandsbediening die in de fabriek
aan de auto is gekoppeld, een Keyless Ignition
Node (KIN) en een draadloze ontvanger om on-
geoorloofd gebruik van uw auto te voorkomen. De
13
Page 18 of 480

auto kan daardoor alleen bediend en gestart
worden met sleutelhouders die specifiek voor de
desbetreffende auto zijn geprogrammeerd. Het
systeem verhindert aanslaan van de motor als
een ongeldige sleutelhouder wordt gebruikt.Nadat de contactschakelaar in de stand ON/
RUN is gezet, brandt het controlelampje van het
alarmsysteem gedurende drie seconden voor
een gloeilampcontrole. Als het lampje na deze
gloeilampcontrole blijft branden, is er sprake
van een storing in het systeem. Als na de
gloeilampcontrole het indicatielampje blijft knip-
peren, geeft dat aan dat iemand een valse
sleutelhouder heeft gebruikt om de motor te
starten. In beide situaties wordt de motor na
twee seconden uitgeschakeld.
Als het controlelampje van het alarmsysteem
gaat branden tijdens normaal gebruik van de
auto (nadat deze langer dan 10 seconden heeft
gereden), duidt dat op een storing in het sys-
teem. Laat in dat geval de storing zo snel
mogelijk verhelpen door een erkende dealer.
LET OP!
U mag de startonderbreker niet wijzigen of
aanpassen. Door wijzigingen of aanpas-
singen kan de beveiligingsfunctie van de
startonderbreker verloren gaan.
De Sentry Key® startonderbreker is niet
compatibel met sommige afstandsstart-
systemen die als accessoire in de handel
verkrijgbaar zijn. Dergelijke systemen kun-
nen startproblemen veroorzaken en de
startblokkering van de auto belemmeren.
Alle sleutelhouders die met uw nieuwe auto zijn
meegeleverd zijn geprogrammeerd voor de
elektronica van uw auto.Vervangende sleutelsOPMERKING:
De auto kan alleen bediend en gestart wor-
den met sleutelhouders die specifiek zijn
geprogrammeerd voor de elektronica van de
auto. Nadat een sleutelhouder voor een auto
is geprogrammeerd, kan deze niet voor een
andere auto worden geprogrammeerd.
LET OP!
Verwijder altijd de sleutelhouders uit de
auto en vergrendel alle portieren wanneer
u de auto zonder toezicht achterlaat.
Bij Keyless Enter-N-Go™, mag u niet ver-
geten de contactschakelaar in de stand
OFF te zetten.
Bij de aankoop ontvangt de eerste eigenaar een
persoonlijk identificatienummer (pincode) van
vier cijfers. Bewaar de pincode op een veilige
plaats. Deze code is vereist bij vervanging van
de sleutelhouders door een erkende dealer.
Duplicaten van sleutelhouders kunnen worden
geleverd door een erkende dealer.
OPMERKING:
Als de Sentry Key® startonderbreker moet
worden gerepareerd, dient u alle sleutels
van de auto mee te brengen naar de erkende
dealer.Sleutels laten programmerenSleutelhouders of afstandsbedieningen kunnen
worden geprogrammeerd door een erkende
dealer.
14
Page 19 of 480

Algemene informatieSentry Key® werkt op een draaggolffrequentie
van 433,92 MHz. De Sentry Key® startonder-
breker wordt gebruikt in de volgende Europese
landen waarvoor richtlijn 1999/5/EG geldt: Bel-
gië, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk,
Griekenland, Groot-Brittannië, Hongarije, Ier-
land, Italië, Kroatië, Luxemburg, Nederland,
Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roe-
menië, Rusland, Spanje, Tsjechië, Zweden en
Zwitserland.
De werking moet voldoen aan de volgende
voorwaarden:
De apparatuur mag geen schadelijke interfe-
rentie veroorzaken.
De apparatuur moet eventuele ontvangen
interferentie tolereren, ook interferentie die
mogelijk een ongewenste werking
veroorzaakt.
PREMIUM ALARMSYSTEEM —
INDIEN AANWEZIGHet premium alarmsysteem bewaakt de portie-
ren, de motorkapvergrendeling en de achter-
klep tegen onbevoegde toegang en de contact-
schakelaar op onbevoegde bediening. Het
systeem maakt tevens gebruik van een inbraak-
sensor met dubbele functie en een voertuigkan-
telsensor. De inbraaksensor bewaakt tegen be-
weging in het interieur van de auto. De
voertuigkantelsensor bewaakt de auto tegen
kantelbewegingen (wegslepen, wielen verwij-
deren, veerbootvervoer, enz.). Een sirene met
noodstroomvoorziening, die onderbrekingen
van de voeding en communicatie detecteert, is
tevens inbegrepen.
Als een perimeter wordt overschreden, wordt
het beveiligingssysteem geactiveerd, waarna
de sirene 29 seconden klinkt en de buitenver-
lichting gaat knipperen, gevolgd door vijf secon-
den waarin er geen activiteit is. Indien het alarm
niet wordt uitgeschakeld, gaat dit 8 cycli zo
door.
Alarm inschakelenVolg deze stappen om het alarmsysteem in te
schakelen:
1. Verwijder de sleutel uit de contactschakelaar
(raadpleeg de paragraaf "Startprocedures"
in het hoofdstuk "Starten en rijden" voor
meer informatie hierover).
Als uw auto is uitgerust met Keyless Enter-N-
Go™, controleer dan of de contactschakelaar in
de stand OFF staat.
Indien uw auto niet is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go™, controleer dan of de contact-
schakelaar in de stand OFF staat en de sleutel
is verwijderd uit de contactschakelaar.
2. Sluit de auto op een van de volgende ma-
nieren af:
Druk op LOCK op de schakelaar voor de
centrale portiervergrendeling in het interieur ter-
wijl de bestuurders- en/of passagiersportier is
geopend.
Druk op de vergrendelknop op de Passive
Entry-portiergreep aan de buitenzijde, terwijl
een geldige sleutelhouder zich ook aan buiten-
15
Page 20 of 480

zijde bevindt (raadpleeg de paragraaf"Keyless
Enter-N-Go™" in het hoofdstuk "Uw auto"voor
meer informatie hierover).
Druk op vergrendelknop op de afstandsbedie-
ning.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
OPMERKING:
Nadat het alarmsysteem is ingeschakeld,
blijft het ingeschakeld totdat u het uitscha-
kelt door een van de beschreven uitscha-
kelmethoden te volgen. Als de elektrische
voeding wegvalt nadat het alarmsysteem is
ingeschakeld, moet u het systeem uitscha-
kelen nadat de voeding is hersteld om te
voorkomen dat het alarm afgaat. De ultrasone inbraaksensor (bewegings-
detector) bewaakt uw auto actief elke keer
wanneer u het alarmsysteem inschakelt.
Als u dat wenst, kunt u de ultrasone
inbraaksensor uitschakelen wanneer het
alarmsysteem wordt ingeschakeld. Om
dit te doen, drukt u drie keer op de ver-
grendelknop van de afstandsbediening
binnen 15 seconden nadat het systeem is ingeschakeld (terwijl het controlelampje
van alarmsysteem snel knippert).
Alarm uitschakelenHet alarmsysteem kan op de volgende manie-
ren worden uitgeschakeld:
Druk op de ontgrendelknop op de afstands-
bediening.
Pak de Passive Entry Unlock-portiergreep
vast (indien aanwezig, raadpleeg de para-
graaf "Keyless Enter-N-Go" in het hoofdstuk
"Uw auto" voor meer informatie hierover).
Draai de contactschakelaar uit de stand OFF.
Als uw auto is uitgerust met Keyless Enter-
N-Go, druk dan op Start/Stop-knop van
Keyless Enter-N-Go (hiertoe dient mini-
maal één geldige sleutelhouder aanwezig
te zijn in de auto).
Wanneer uw auto niet is uitgerust met
Keyless Enter-N-Go, steek dan een gel-
dige sleutel in de contactschakelaar en
draai de sleutel naar de stand ON. OPMERKING:
Het alarmsysteem kan niet worden in- of
uitgeschakeld via de slotcilinder van het
bestuurdersportier of de achterklepknop
op de afstandsbediening.
Het alarmsysteem blijft actief wanneer de
elektrisch bediende achterklep wordt ge-
opend. Als u op de achterklepknop drukt,
wordt het alarmsysteem niet uitgescha-
keld. Als iemand de auto binnendringt via
de achterklep en een portier opent, gaat
het alarm af.
Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt
u de portieren niet ontgrendelen met de
schakelaars voor de centrale portierver-
grendeling in het interieur.
De ultrasone inbraaksensor (bewegings-
detector) bewaakt uw auto actief elke keer
wanneer u het alarmsysteem inschakelt.
Als u dat wenst, kunt u de ultrasone
inbraaksensor uitschakelen wanneer het
alarmsysteem wordt ingeschakeld. Om
dit te doen, drukt u drie keer op de ver-
grendelknop van de afstandsbediening
binnen 15 seconden nadat het systeem is
16
Page 21 of 480

ingeschakeld (terwijl het controlelampje
van alarmsysteem snel knippert).
Het alarmsysteem is bedoeld om uw auto te
beveiligen, maar er zijn omstandigheden die
een ongewenst alarm veroorzaken. Als een van
de eerder beschreven procedures voor het in-
schakelen van het alarm is uitgevoerd, zal het
alarmsysteem worden ingeschakeld, ongeacht
of u zich in de auto bevindt. Wanneer u dan in
de auto blijft zitten en vervolgens een portier
opent, gaat het alarm af. Als deze situatie zich
voordoet, schakel dan het alarmsysteem uit.
Wanneer het alarmsysteem is geactiveerd en
de accu wordt losgekoppeld, blijft het alarmsys-
teem actief nadat de accu weer is aangesloten;
de buitenlampen knipperen en de claxon geeft
een geluidssignaal. Als deze situatie zich voor-
doet, schakel dan het alarmsysteem uit.Alarmsysteem handmatig omzeilenHet systeem komt niet in waakfunctie als u de
portieren vergrendelt via de handbediende ver-
grendelknop.
INSTAPVERLICHTINGDe instapverlichting gaat aan wanneer u de
portieren ontgrendelt met de afstandsbediening
of een portier opent.
Deze functie schakelt ook de naderingsverlich-
ting in de buitenspiegels in — indien aanwezig.
Raadpleeg de paragraaf "Spiegels"in het
hoofdstuk "De functies van uw auto" voor meer
informatie hierover.
De verlichting gaat na circa 30 seconden lang-
zaam uit of dooft onmiddellijk als de contact-
schakelaar van de stand OFF in de stand
ON/RUN wordt gezet.
OPMERKING:
De interieurverlichting vooraan in de dak-
console en de portierverlichting gaat niet
aan als de dimschakelaar in de laagste
stand staat.
De instapverlichting werkt niet als de dim-
schakelaar in de laagste stand staat.
AFSTANDSBEDIENINGMet het afstandsbedieningssysteem kunt u
vanaf een afstand tot ongeveer 20 m (66 ft) met
behulp van een losse sleutelhouder met af-
standsbediening de portieren vergrendelen of
ontgrendelen, of de elektrisch bediende achter-
klep openen. U hoeft de afstandsbediening niet
op de auto te richten om het systeem te active-
ren.
OPMERKING:
Vanaf een rijsnelheid van 8 km/u (5 mph)
reageert het systeem op geen enkele knop
van de afstandsbediening meer.
Sleutelhouder met afstandsbediening
17
Page 22 of 480

Portieren en achterklep
ontgrendelenDruk eenmaal kort op de knop UNLOCK op de
afstandsbediening om het portier aan de be-
stuurderszijde te ontgrendelen of druk twee-
maal binnen vijf seconden hierop om alle por-
tieren en de achterklep te ontgrendelen. De
richtingaanwijzers knipperen om aan te geven
dat het ontgrendelsignaal is ontvangen. Ook de
instapverlichting wordt ingeschakeld.
Als de auto is uitgerust met Passive Entry,
raadpleeg dan de paragraaf"Keyless Enter-N-
Go™" in het hoofdstuk "Uw auto"voor meer
informatie hierover.
1st Press Of Key Fob Unlocks
(ontgrendelen met één druk op de
ontgrendelknop)
U kunt het afstandsbedieningssysteem zodanig
programmeren dat na één keer drukken op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening uit-
sluitend het bestuurdersportier of alle portieren
worden ontgrendeld. Als u de huidige instelling
wilt wijzigen, raadpleegt u voor meer informatie
de paragraaf "Uconnect® instellingen" in het
hoofdstuk "Het instrumentenpaneel". Flash Lamps With Lock (verlichting
knippert bij vergrendelen)
Met deze functie knipperen de richtingaanwijzers
wanneer u de portieren vergrendelt of ontgrendelt
met de afstandsbediening. U kunt deze functie in-
en uitschakelen. Als u de huidige instelling wilt
wijzigen, raadpleegt u voor meer informatie de
paragraaf
"Uconnect® instellingen" in het hoofd-
stuk "Het instrumentenpaneel".Headlight Illumination on Approach
(koplampen inschakelen bij nadering)Met deze functie worden de koplampen ingescha-
keld zodra u de portieren ontgrendelt met de
afstandsbediening. De koplampen blijven vervol-
gens maximaal 90 seconden branden. De tijd van
deze functie kan worden geprogrammeerd bij
auto’s met Uconnect®. Als u de huidige instelling
wilt wijzigen, raadpleegt u voor meer informatie
de paragraaf "Uconnect® instellingen" in het
hoofdstuk "Het instrumentenpaneel".Portieren en achterklep vergrendelenDruk kort op de afstandsbediening op de ver-
grendelknop om alle portieren en de achterklep
te vergrendelen. De richtingaanwijzers knippe-
ren om aan te geven dat het vergrendelsignaal
is ontvangen. Als de auto is uitgerust met Passive Entry,
raadpleeg dan de paragraaf
"Keyless Enter-N-
Go™" in het hoofdstuk "Uw auto"voor meer
informatie hierover.
Extra zenders programmerenSleutelhouders of afstandsbedieningen kunnen
worden geprogrammeerd door een erkende
dealer.Batterij van afstandsbediening
vervangenAls vervangende batterij wordt een CR2032-
batterij aanbevolen.
OPMERKING:
Perchloraatmateriaal — vereist mogelijk
een speciale behandeling.
Raak de batterijklemmen op de achter-
zijde of de printplaat niet aan.
1. Verwijder de noodsleutel door de mechani- sche vergrendeling aan de achterzijde van
de afstandsbediening met uw duim opzij te
schuiven en vervolgens met uw andere hand
de sleutel eruit te trekken.
18
Page 23 of 480

2. Steek het uiteinde van de noodsleutel of eenplatte schroevendraaier, maat 2, in de sleuf
en wrik de twee helften van de afstandsbe-
diening voorzichtig los. Let erop dat u de
afdichting tijdens het openen niet bescha-
digt. 3. Verwijder de batterij door het deksel aan de
achterzijde te draaien (batterij naar beneden
gekeerd). Tik met de afstandsbediening op
een stevig oppervlak zoals een tafel o.i.d. en
vervang vervolgens de batterij. Let bij het
vervangen van de batterij op dat het + teken
op de batterij overeenkomt met het + teken
aan de binnenzijde van de batterijhouder op
de het deksel aan de achterzijde. Raak de
nieuwe batterij niet met uw vingers aan.
Door huidvet kan de werking verslechteren.
Als u een batterij hebt aangeraakt, maak
deze dan schoon met reinigingsalcohol. 4. Om de afstandsbediening weer te sluiten
drukt u de twee helften op elkaar.
Algemene informatieDe afstandsbediening en ontvangers werken op
een draaggolffrequentie van 433,92 MHz, zoals
is voorgeschreven door EU-richtlijnen. Deze
apparatuur moet zijn gecertificeerd conform de
specifieke regelgeving in het desbetreffende
land. Er gelden twee normen: ETS (European
Telecommunication Standard) 300–220, van
toepassing in de meeste landen, en de Duitse
richtlijn BZT 225Z125, die is gebaseerd op de
norm ETC 300–220, maar daarnaast enkele
unieke eisen stelt. De overige eisen worden
vermeld in de Europese Richtlijn 95/56/EC,
Bijlage VI. De apparatuur moet voldoen aan de
volgende twee voorwaarden:
De apparatuur mag geen schadelijke interfe-
rentie veroorzaken.
De apparatuur moet eventuele ontvangen
interferentie tolereren, ook interferentie die
mogelijk een ongewenste werking
veroorzaakt.
Keyless Ignition Node (KIN) (Starten zonder sleutel) Noodsleutel verwijderen
Afstandsbediening openen
19
Page 24 of 480

Als uw afstandsbediening niet goed werkt vanaf
een normale afstand, controleer dan of sprake
is van het volgende:
1. Batterij van zender bijna leeg. De verwachtelevensduur van de batterij bedraagt mini-
maal drie jaar.
2. Nabijheid bij radiozendapparatuur, zoals bij- voorbeeld een zendmast, verkeerstoren van
een luchthaven en sommige mobiele of 27
MC-zendapparatuur.PORTIERVERGRENDELINGDe centrale portiervergrendeling kan handmatig
vanuit de auto worden bediend met de portier-
vergrendelknoppen. Als u alle portieren wilt
vergrendelen, drukt u de portiervergrendelknop
op ieder bekledingspaneel omlaag. Als u de
voorportieren wilt ontgrendelen, trekt u de bin-
nenhandgreep in de eerste klikstand. Als u de
achterportieren wilt ontgrendelen, trekt u de
portiervergrendelknop op het bekledingspaneel
omhoog. Wanneer de vergrendelknop is inge-
drukt als het portier gesloten is, wordt het portier vergrendeld. Controleer daarom, voordat u het
portier sluit, of de sleutel zich niet in de auto
bevindt.
OPMERKING:
Door de auto handmatig te vergrendelen
wordt het alarmsysteem niet ingeschakeld.
WAARSCHUWING!
Voor uw veiligheid bij een aanrijding dient
u de portieren te vergrendelen voordat u
gaat rijden en wanneer u de auto parkeert
en verlaat.
Neem altijd de sleutelhouder mee uit de
auto wanneer u de portieren vergrendeld.
Gebruik zonder toezicht van de aanwezige
uitrusting in de auto kan ernstig letsel of de
dood tot gevolg hebben.
Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die niet
is afgesloten. Het achterlaten van kinderen
zonder toezicht in een auto is om verschil-
lende redenen gevaarlijk. Kinderen of der-
den lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat ze
niet aan de handrem, het rempedaal of de
schakelhendel mogen komen.
(Vervolgd)
Handmatige portiervergrendelknop
20