Page 129 of 480

sneeuwval of zware regenbuien en bij mist. Het
ACC-systeem kan ook tijdelijk verblind zijn als
gevolg van obstakels, zoals modder, vuil of ijs
op de voorruit en mist aan de binnenkant van
het glas. In dergelijke gevallen wordt in het DID
"ACC/FCW Limited Functionality Clean Front
Windshield"(ACC/FCW beperkte functionaliteit
Voorruit reinigen) weergegeven en heeft het
systeem verminderde prestaties.
De melding "ACC/FCW Limited Functionality
Clean Front Windshield" (ACC/FCW beperkte
functionaliteit Voorruit reinigen) wordt soms
weergegeven als u rijdt bij slecht weer. Het
ACC/FCW-systeem herstelt zich nadat de auto
deze omgevingen heeft verlaten. In zeldzame
gevallen kan deze waarschuwing tijdelijk wor-
den weergegeven zonder dat de camera een
voertuig of object vóór zich detecteert.
Als de weersomstandigheden geen factor zijn,
dient de bestuurder de voorruit en de camera
aan de achterkant van de achteruitkijkspiegel te
controleren. Het kan noodzakelijk zijn een ob-
stakel van de sensor te verwijderen of deze te
reinigen.
Als de omstandigheid die de beperkte functiona-
liteit veroorzaakte niet meer aanwezig is, gaat het
systeem terug naar volledige functionaliteit.OPMERKING:
Als de melding ACC/FCW Limited Functio-
nality Clean Front Windshield (ACC/FCW
beperkte functionaliteit Voorruit reinigen)
vaak wordt weergegeven (bijv. meer dan
eenmaal per rit) zonder enige sneeuw, re-
gen, modder of andere obstakels, laat dan
de voorruit en de naar voren gerichte ca-
mera controleren door uw erkende dealer.
Waarschuwing onderhoud ACC/FCW
Als het systeem wordt uitgeschakeld en in het
DID de melding "ACC/FCW Unavailable Ser-
vice Required" (ACC/FCW niet beschikbaar,
onderhoud noodzakelijk) of "Cruise/FCW Una-
vailable Service Required" (cruisecontrol/FCW
niet beschikbaar, onderhoud noodzakelijk)
wordt weergegeven, kan er sprake zijn van een
interne systeemstoring of van een tijdelijke sto-
ring die de functionaliteit van ACC beperkt. Hoewel u nog steeds met de auto kunt rijden,
zal het ACC-systeem tijdelijk niet beschikbaar
zijn. Als dit gebeurt, kunt u proberen ACC later
opnieuw te activeren nadat u de contactscha-
kelaar uit- en weer ingeschakeld heeft. Als het
probleem aanhoudt, breng dan een bezoek aan
uw erkende dealer.
Voorzorg tijdens het rijden met ACCOnder sommige rijomstandigheden kan het
ACC-systeem moeite te hebben met de detec-
tie. In een dergelijk geval kan ACC laat of
onverwacht remmen. U dient als bestuurder
altijd alert te zijn om te kunnen ingrijpen.
Een aanhanger trekken
OPMERKING:
Een aanhanger trekken wordt niet aangera-
den tijdens gebruik van de adaptieve cruise
control (ACC).
125
Page 130 of 480

Verspringend verkeer
Het ACC-systeem kan een voertuig in dezelfde
rijstrook mogelijk niet waarnemen als dat voer-
tuig niet recht voor u rijdt, of invoegt vanaf een
naastgelegen rijstrook. Het kan zijn dat er on-
voldoende afstand is tot uw voorligger. Uw
voorligger kan uw rijtraject onder een hoek
kruisen waardoor uw auto plotseling kan rem-
men of versnellen.Afslaan en bochten nemen
Tijdens het rijden in een bocht terwijl ACC is
ingeschakeld, kan het systeem de rijsnelheid en
acceleratie verlagen omwille van de stabiliteit
zonder dat een doelauto is gedetecteerd. Nadat
de auto door de bocht is gereden, keert het
systeem terug naar de oorspronkelijk inge-
stelde snelheid. Dit maakt deel uit van de
normale werking van het ACC-systeem.
OPMERKING:
In scherpe bochten kunnen de prestaties
van ACC afnemen.Gebruik van ACC op hellingen
Bij het rijden op hellingen is het mogelijk dat
ACC een voertuig in uw rijstrook niet detecteert.
De prestaties van ACC kunnen onder invloed
van de snelheid, voertuigbelasting, verkeers-
omstandigheden en de hellingshoek worden
beperkt.
Voorbeeld verspringende
verkeersomstandigheden
Voorbeeld afslaan of bochten
Voorbeeld van ACC Hill
126
Page 131 of 480

Van rijstrook wisselen
ACC merkt een voorligger mogelijk niet op tot
die volledig in dezelfde rijstrook rijdt als uzelf. In
de getoonde afbeelding is het voertuig dat van
rijstrook wisselt nog niet gedetecteerd door
ACC en wordt het voertuig mogelijk niet opge-
merkt voordat het te laat is voor het ACC-
systeem om nog actie te kunnen ondernemen.
ACC merkt een voorligger mogelijk niet op tot
die volledig in dezelfde rijstrook rijdt. Het kan
zijn dat er te weinig afstand wordt gehouden tot
het voertuig dat van rijstrook wisselt. Blijf altijd
alert en wees erop voorbereid uw remmen te
gebruiken.Smalle voertuigen
Bepaalde smalle voertuigen die dicht langs de
randen van de rijstrook rijden worden pas ge-
detecteerd als ze zich in volledig in de rijstrook
bevinden. Het kan zijn dat er onvoldoende
afstand is tot uw voorligger.
Stilstaande objecten en voertuigen
ACC reageert niet op stilstaande objecten en
voertuigen. ACC reageert bijvoorbeeld niet in
omstandigheden waarbij de auto vóór u naar een
andere rijstrook gaat of wanneer er op uw rijstrook
een auto stilstaat. Blijf altijd alert en wees erop
voorbereid uw remmen te gebruiken.
Voorbeeld van rijstrook wisselen
Voorbeeld van smal voertuig
Voorbeeld van stilstaande objecten en
voertuigen
127
Page 132 of 480

Algemene informatieDeze auto is voorzien van systemen die werken
op radiofrequentie en voldoen aan de voor-
schriften van deel 15 van de Federal Commu-
nications Commission (FCC) en aan de normen
RSS- GEN/ 210/220/310 van Industry Canada.
De apparatuur moet voldoen aan de volgende
twee voorwaarden:
1. De apparatuur mag geen schadelijke inter-ferentie veroorzaken.
2. De apparatuur moet eventuele ontvangen interferentie tolereren, ook interferentie die
mogelijk een ongewenste werking van de
apparatuur veroorzaakt.
Wijzigingen of aanpassingen aan deze syste-
men door andere dan een erkende service-
faciliteit kunnen ertoe leiden dat deze appara-
tuur niet meer mag worden gebruikt.
Modus Normale cruisecontrol (vaste
snelheid)Naast de adaptieve cruisecontrol is ook de
normale cruisecontrol (vaste snelheid) beschik-
baar voor het rijden met een constante snel-
heid. De normale cruisecontrol (vaste snelheid)
is bedoeld om een ingestelde snelheid aan te
houden, zonder dat het gaspedaal bediend
hoeft te worden. De cruisecontrol kan alleen
worden gebruikt als de auto een snelheid heeft
van meer dan 32 km/u (20 mph).
Om tussen de verschillende typen cruisecontrol
te wisselen, drukt u op de AAN/UIT-knop van de
adaptieve cruisecontrol (ACC) zodat de ACC en
de normale cruisecontrol (vaste snelheid) wor-
den uitgeschakeld. Op de AAN/UIT-knop voor
de normale cruisecontrol (vaste snelheid) druk-
ken, leidt tot het inschakelen van (omschakelen
naar) de normale cruisecontrol (vaste snelheid).WAARSCHUWING!In de modus Normale cruisecontrol zal het
systeem niet reageren op voertuigen die vóór
u rijden. Bovendien wordt de naderingswaar-
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
schuwing niet geactiveerd en klinkt er zelfs als
u te dicht op het voertuig voor u rijdt geen
alarmsignaal, omdat het voor u rijdende voer-
tuig en de tussenafstand niet worden gedetec-
teerd. Houdt een veilige afstand aan tot het
voertuig dat vóór u rijdt. Zorg dat u zich altijd
bewust bent van de gekozen modus.De gewenste snelheid instellen
Schakel de normale cruisecontrol
(vaste snelheid) in. Wanneer de
auto de gewenste snelheid heeft
bereikt, drukt u kort op de knop
SET (+) of SET (-). Laat het gaspe-
daal los. De auto zal nu automa-
tisch de gekozen snelheid handhaven. Nadat
een snelheid is ingesteld, wordt een melding
CRUISE CONTROL SET TO MPH/KM (cruise-
control ingesteld op MPH/KM) weergegeven
waarin wordt aangegeven welke snelheid is
ingesteld. Dit lampje brandt wanneer de cruise-
control is ingesteld.
128
Page 133 of 480

Ingestelde snelheid aanpassen
De snelheid verhogen
Wanneer de normale cruisecontrol (vaste snel-
heid) is ingesteld, kunt u de snelheid verhogen
door op de knop SET+te drukken.
De verhoging van de snelheid wordt, afhankelijk
van de gekozen eenheid, in Amerikaanse (mph)
of metrische (km/u) eenheden weergegeven:
Snelheid in Amerikaanse eenheid (mph)
Als
u eenmaal op de knop SET +drukt, wordt
de ingestelde snelheid verhoogd met 1 mph.
Telkens wanneer u opnieuw kort op de knop
drukt, wordt de snelheid met 1 mph ver-
hoogd.
Als u deze knop ingedrukt houdt, blijft de
ingestelde snelheid toenemen in stappen
van 5 mph totdat u de knop loslaat. Het DID
toont de snelheidstoename. De snelheid verlagen
Wanneer de normale cruisecontrol (vaste snel-
heid) is ingesteld, kunt u de snelheid verhogen
door op de knop SET
-te drukken.
De verlaging van de snelheid wordt, afhankelijk
van de gekozen eenheid, in Amerikaanse (mph)
of metrische (km/u) eenheden weergegeven:
Snelheid in Amerikaanse eenheid (mph)
Als
u eenmaal op de knop SET -drukt,
wordt
de ingestelde snelheid verlaagd met 1 mph.
Telkens wanneer u opnieuw kort op de knop
drukt, wordt de snelheid met 1 mph verlaagd.
Als u deze knop ingedrukt houdt, blijft de
ingestelde snelheid afnemen in stappen van
5 mph totdat u de knop loslaat. Het DID toont
de snelheidsafname.
Snelheid in metrische eenheid (km/u)
Als u eenmaal op de knop SET
-drukt, wordt
de ingestelde snelheid verlaagd met 1 km/u.
Met ieder volgend tikje op de toets verlaagt u
de snelheid met 1 km/u.
Als u deze knop ingedrukt houdt, blijft de
ingestelde snelheid afnemen in stappen van
10 km/u totdat u de knop loslaat. Het DID
toont de snelheidsafname.
Annuleren
De volgende omstandigheden annuleren de
normale cruisecontrol (vaste snelheid) zonder
het geheugen te wissen:
Het rempedaal wordt ingetrapt.
De knop CANCEL wordt ingedrukt.
Het elektronisch stabiliteitsregelsysteem/
tractieregelsysteem (ESP/ASR) wordt
geactiveerd.
De handrem wordt aangetrokken.
De temperatuur van de remmen wordt hoger
dan het normale bereik (oververhit).
De schakelhendel wordt uit de stand Drive
gehaald.
129
Page 134 of 480

Snelheid hervatten
Als u een eerder ingestelde snelheid opnieuw
wilt aanhouden, drukt u kort op de knop RES.
Deze functie kan worden gebruikt bij snelheden
hoger dan 32 km/u (20 mph).
Uitschakelen
Het systeem wordt uitgeschakeld en wist de
ingestelde snelheid uit het geheugen als:
De AAN/UIT-knop van de normale cruisecon-
trol (vaste snelheid) wordt ingedrukt.
Het contact wordt uitgeschakeld.
U vierwielaandrijving Low inschakelt.
De AAN/UIT-knop van de adaptieve cruise-
control (ACC) wordt ingedrukt.
FORWARD COLLISION
WARNING (FCW) MET
RISICOBEPERKING - INDIEN
AANWEZIG
Bediening Forward Collision
Warning (FCW) met risicobeperkingHet systeem Forward Collision Warning (FCW)
met risicobeperking geeft de bestuurder hoor-
bare en visuele waarschuwingen (in het DID),
en kan een remschok toepassen om de be-
stuurder te waarschuwen wanneer het een mo-
gelijke frontale botsing detecteert. De waar-
schuwingen en beperkte remwerking zijn
bedoeld om de bestuurder voldoende tijd te
geven om te reageren, een mogelijke botsing te
voorkomen of te beperken. OPMERKING:
FCW bewaakt de informatie vanaf de naar
voren gerichte sensoren en vanaf de elek-
tronische remregeling (EBC), om de waar-
schijnlijkheid te berekenen dat er zich een
frontale botsing voordoet. Wanneer het sys-
teem constateert dat een frontale botsing
waarschijnlijk is, zal de bestuurder geluids-
signalen en visuele waarschuwingen ont-
vangen, en kan het systeem een remschok
als waarschuwing toepassen. Als de be-
stuurder geen actie onderneemt op basis
van deze progressieve waarschuwingen, zal
het systeem in beperkte mate actief remmen
om te helpen het voertuig af te remmen en
een mogelijke frontale botsing te beperken.
Als de bestuurder reageert op de waarschu-
wingen door te remmen en het systeem
vaststelt dat de bestuurder probeert om de
botsing te voorkomen door te remmen, maar
niet voldoende remkracht heeft uitgeoefend,
zal het systeem compenseren en extra rem-
kracht leveren voor zover dat nodig is.
130
Page 135 of 480

Wanneer het systeem bepaalt dat een aanrij-
ding met het voertuig vóór u niet langer waar-
schijnlijk is, worden de waarschuwingen uitge-
schakeld.
OPMERKING:
De minimumsnelheid voor de activering
van de FCW is 10 km/u (5 mph).
De FCW-waarschuwingen kunnen worden
geactiveerd door andere objecten dan voer-
tuigen, zoals vangrails of wegwijzers, op
basis van de voorspelde route. Dit is zoals
verwacht en een normaal aspect van de
activering en functionaliteit van de FCW.
Het is gevaarlijk om het FCW-systeem uit
te proberen. Om een dergelijk misbruik
van het systeem te voorkomen, wordt na
vier actieve remingrepen na inschakelen
van het contact, het actieve remgedeelte
van FCW uitgeschakeld totdat het contact
wordt uit- en weer ingeschakeld.
De FCW-systeem is uitsluitend bedoeld
voor gebruik op de weg. Bij terreinrijden
moet het FCW-systeem worden uitge-
schakeld om onnodige waarschuwingen
voor de omgeving te voorkomen. Als het
voertuig in de groep 4WD-LOW wordt ge-
zet, wordt het FCW-systeem automatisch
uitgeschakeld.WAARSCHUWING!
Forward Collision Warning (FCW) is niet
bedoeld om zelfstandig een aanrijding te
voorkomen en kan ook niet elke soort moge-
lijke aanrijding herkennen. De bestuurder
blijft verantwoordelijk voor de besturing van
de auto en het voorkomen van een aanrij-
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
ding. Als u deze waarschuwing niet opvolgt,
kan dit ernstig en zelfs dodelijk letsel tot
gevolg hebben.FCW in- of uitschakelenOPMERKING:
De standaard status van FCW is Aan , hier-
mee kan het systeem u waarschuwen voor
een mogelijke aanrijding met het voorlig-
gende voertuig.
De knop Forward Collision bevindt zich op het
schakelpaneel onder het Uconnect® scherm.
Om het FCW-systeem uit te schakelen, drukt u
eenmaal op de knop Forward Collision om het
systeem uit te schakelen (LED gaat aan).
Om het FCW-systeem weer in te schakelen,
drukt u weer op de knop Forward Collision om
het systeem in te schakelen (LED gaat uit).
Door de FCW-status te wijzigen in "Off"(uit)
waarschuwt het systeem u niet langer voor een
mogelijke aanrijding met het voertuig vóór u.
FCW-melding
131
Page 136 of 480

Door de status van actief remmen te verande-
ren naar"Uit"voorkomt u dat het systeem
slechts beperkt autonoom remt, of extra remon-
dersteuning als de bestuurder niet voldoende
hard remt in het geval van een potentiële fron-
tale botsing.
OPMERKING:
De status van het FCW-systeem blijft in het
geheugen bewaard, ook wanneer de con-
tactschakelaar wordt uit- en weer ingescha-
keld. Als het systeem UIT wordt geschakeld,
blijft het uit nadat de auto weer is gestart.Status van FCW en actief remmen
veranderenDe instellingen van de FCW-gevoeligheid en
actief remmen zijn programmeerbaar via het
Uconnect® systeem. Raadpleeg "Uconnect®
instellingen" in het hoofdstuk "Het instrumen-
tenpaneel" voor meer informatie hierover.
De standaardinstelling van FCW is "Far"(veraf)
en van Actief remmen is "On"(aan). Hierdoor
kan het systeem u waarschuwen voor een
mogelijke aanrijding met het voertuig vóór u
wanneer u nog relatief veraf bent en remt het slechts beperkt. Dit geeft u de langste reactietijd
om een mogelijke botsing te voorkomen.
Door de FCW-status te wijzigen in
"Near"(dicht-
bij), kan het systeem u waarschuwen voor een
mogelijke aanrijding met het voertuig vóór u
wanneer de afstand tot dit voertuig veel korter
is. Met deze instelling heeft u minder reactietijd
dan bij de instelling "Far"(veraf). Hierdoor is
een meer dynamische rijervaring mogelijk.
OPMERKING:
Het systeem onthoudt de instelling die
het laatst door de bestuurder is gekozen
nadat het contact werd uitgeschakeld.
FCW reageert mogelijk niet op irrelevante
objecten, zoals objecten hoog boven de
weg, weerkaatsingen van de bodem, ob-
jecten welke zich niet in de rijweg van de
auto bevinden, stilstaande objecten op
grote afstand, tegemoetkomend verkeer,
of voorliggers met een dezelfde of een
hogere snelheid.
Net als bij ACC, wordt met de schermen
aangegeven dat FCW is uitgeschakeld.
Waarschuwing FCW beperktAls het systeem wordt uitgeschakeld en in het
DID de melding "ACC/FCW Limited Functiona-
lity" (ACC/FCW beperkte functionaliteit) of
"ACC/FCW Limited Functionality Clean Front
Windshield" (ACC/FCW beperkte functionaliteit
Voorruit reinigen) wordt weergegeven, kan er
sprake zijn van een situatie waarin de werking
van FCW wordt beperkt. Hoewel nog steeds
met het voertuig kan worden gereden onder
normale omstandigheden, is actief remmen mo-
gelijk niet volledig beschikbaar. Zodra de situ-
atie die de prestaties van het systeem beperkte
niet meer aanwezig is, herwint het systeem zijn
volledige werking. Als het probleem aanhoudt,
breng dan een bezoek aan uw erkende dealer.Waarschuwing onderhoud FCWAls het systeem wordt uitgeschakeld en in het
DID wordt weergegeven:
ACC/FCW Unavailable Service Required
(ACC/FCW niet beschikbaar, onderhoud
noodzakelijk)
Cruise/FCW Unavailable Service Required
(cruisecontrol/FCW niet beschikbaar, onder-
houd noodzakelijk)
132