Page 137 of 480

Dit geeft aan dat er een interne systeemstoring
is. Hoewel u nog steeds met de auto kunt rijden,
dient u het systeem te laten controleren door
een erkende dealer.PARKSENSE®
PARKEERSENSOREN ACHTER
— INDIEN AANWEZIGParkSense® parkeersensoren achter zorgen
voor zichtbare en hoorbare aanwijzingen m.b.t.
de afstand tussen de achterzijde van de auto en
een gedetecteerd obstakel bij het achteruitrij-
den, bijv. tijdens een parkeermanoeuvre. Zie de
voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het
ParkSense® systeem voor de beperkingen van
dit systeem en aanbevelingen.
Wanneer u de contactschakelaar in de stand
ON/RUN zet, wordt door ParkSense® automa-
tisch de systeemstatus (ingeschakeld of uitge-
schakeld) hersteld die actief was voordat het
contact werd uitgeschakeld.ParkSense® kan uitsluitend worden geacti-
veerd wanneer de schakelhendel in de stand
REVERSE staat. Wanneer ParkSense® bij
deze stand van de schakelhendel wordt inge-
schakeld, blijft het systeem actief totdat de
rijsnelheid is toegenomen tot ongeveer 11 km/u
(7 mph) of hoger. Als de hendel in de stand
REVERSE staat en rijsnelheid van het systeem
wordt overschreden, wordt een waarschuwing
weergegeven op het bestuurdersinformatiedis-
play (DID) om aan te geven dat de rijsnelheid te
hoog is. Het systeem wordt weer actief als de
rijsnelheid is gedaald tot minder dan ongeveer
9 km/u (6 mph).
ParkSense® sensorenDe vier ParkSense® sensoren die zich in
achterkant/achterbumper bevinden, bewaken
het gebied achter de auto dat binnen het zicht-
veld van de sensoren valt. De sensoren kunnen
in horizontale richting obstakels op een afstand
van ongeveer 30 tot 200 cm van het
achterpaneel/de achterbumper detecteren, af-
hankelijk van de plaats, het type en de richting
van het obstakel.
ParkSense® waarschuwingsschermHet ParkSense® waarschuwingsdisplay wordt
alleen weergegeven wanneer
"Sound and Dis-
play" (Geluid en weergave) wordt geselecteerd
in het deel met door de klant te programmeren
functies van het Uconnect® systeem. Raad-
pleeg "Uconnect® instellingen" in het hoofdstuk
"Het instrumentenpaneel" voor meer informatie
hierover.
Het ParkSense® waarschuwingsscherm be-
vindt zich in het DID. Het zorgt voor visuele
waarschuwingen om de afstand tussen de ach-
terzijde - bumper en het gedetecteerde obstakel
weer te geven. Raadpleeg de paragraaf "Be-
stuurdersinformatiedisplay (DID)" voor meer in-
formatie hierover.ParkSense® displayWanneer het voertuig in de stand REVERSE
staat, geeft het DID de systeemstatus Park
Assist Ready (Parkeerhulpsysteem gereed)
weer.
133
Page 138 of 480
Het systeem geeft een gedetecteerd obstakel aan
met een enkele boog in het gebied links- en/of
rechtsachter op grond van de afstand van het
object en de plaats ten opzichte van het voertuig.Als een obstakel wordt gedetecteerd in het
gebied links- en/of rechtsachter, geeft het dis-
play een enkele boog weer in het gebied links-
en/of rechtsachter en brengt het systeem een
geluidssignaal voort. Als het voertuig dichter bij
het object komt, laat het display zien dat de
enkele boog dichter bij het voertuig komt en het
geluidssignaal verandert van een enkele toon
van een 1/2 seconde naar langzaam, vervol-
gens snel en uiteindelijk continu.
Parkeerhulpsysteem gereed
Eerste 1/2 tweede toon
Langzame toon
Snelle toonContinue toon
134
Page 139 of 480
De auto is dichtbij het obstakel als het EVIC-
display een knipperende boog laat zien en een
ononderbroken toon laat horen. De volgende
tabel illustreert de werking van het waarschu-
wingssysteem wanneer een obstakel wordt ge-
detecteerd:
WAARSCHUWINGEN
Afstand achter (inch/cm) Meer dan
200 cm (79 inch) 200-100 cm
(79-39 inch) 100-65 cm
(39-25 inch) 65-30 cm
(25-12 inch) Minder dan 30 cm
(12 inch)
Geluidssignaal GeenEerste 1/2
tweede toon Langzaam
SnelContinu
Boog Geen4e brandt 3e
brandt 2e
knippert 1e
knippert
Radiovolume verlaagd NeeJaJaJa Ja
OPMERKING:
Indien ingeschakeld, zal ParkSense® het vo-
lume van de radio verlagen wanneer het
systeem een geluidssignaal laat horen.
135
Page 140 of 480

ParkSense® in- en uitschakelenParkSense® kan worden in- en uitgeschakeld
met de ParkSense®-schakelaar.Wanneer de ParkSense® schake-
laar wordt ingedrukt om het sys-
teem uit te schakelen, wordt in de
instrumentengroep gedurende on-
geveer vijf seconden de melding
"PARKSENSE OFF" (parkeerhulp uitgescha-
keld) weergegeven. Raadpleeg de paragraaf
"Bestuurdersinformatiedisplay (DID)" in het
hoofdstuk "Het instrumentenpaneel" voor meer
informatie hierover. Als de schakelhendel in de
stand REVERSE wordt gezet en het systeem is
uitgeschakeld, wordt in het DID de melding
"PARKSENSE OFF" (parkeerhulp uitgescha-
keld) weergegeven zolang de schakelhendel in
REVERSE staat.
De LED in de ParkSense® schakelaar gaat aan
als ParkSense® is uitgeschakeld of service
vereist. De LED in de ParkSense® schakelaar
gaat UIT als het systeem ingeschakeld is. Als
de ParkSense® schakelaar wordt ingedrukt en
het systeem service vereist, knippert de LED in
de ParkSense® schakelaar kort, en vervolgens
blijft de LED aan.
Onderhoud van de ParkSense®
parkeersensoren achterWanneer het ParkSense® parkeerhulpsysteem
tijdens het starten van het voertuig een storing
heeft gedetecteerd, zal de instrumentengroep
telkens wanneer de auto gestart wordt één
geluidssignaal activeren en wordt de melding
"PARKSENSE UNAVAILABLE WIPE REAR
SENSORS" (parkeerhulp niet beschikbaar, ach-
tersensoren reinigen) of "PARKSENSE UNA-
VAILABLE SERVICE REQUIRED" (parkeerhulp
niet beschikbaar, onderhoud noodzakelijk) in de
instrumentengroep weergegeven. Raadpleeg
de paragraaf "Bestuurderinformatiedisplay
(DID)" voor meer informatie hierover. Als de
schakelhendel in de stand REVERSE wordt
gezet en het systeem een storing heeft gede-
tecteerd, wordt in het DID de melding
"PARKSENSE UNAVAILABLE WIPE REAR
SENSORS" (parkeerhulp niet beschikbaar, ach-
tersensoren reinigen) of "PARKSENSE UNA-
VAILABLE SERVICE REQUIRED" (parkeerhulp
niet beschikbaar, onderhoud noodzakelijk)
weergegeven zolang het voertuig in de stand
REVERSE staat. In een dergelijk geval werkt
ParkSense® niet. Als de melding
"PARKSENSE UNAVAILABLE
WIPE REAR SENSORS" (parkeerhulp niet be-
schikbaar, achtersensoren reinigen) wordt
weergegeven in het bestuurdersinformatiedis-
play (DID), moet u ervoor zorgen dat het bui-
tenoppervlak en de onderkant van het
achterpaneel/de achterbumper vrij is van
sneeuw, ijs, modder, vuil of andere obstakels en
vervolgens het contact uit- en weer inschake-
len. Als het bericht nog steeds wordt weergege-
ven, breng dan een bezoek aan uw erkende
dealer.
Als de melding "PARKSENSE UNAVAILABLE
SERVICE REQUIRED" (parkeerhulp niet be-
schikbaar, onderhoud noodzakelijk) wordt
weergegeven in het DID, neemt u contact op
met een erkende dealer.
ParkSense® systeem reinigenReinig de ParkSense® sensoren met water,
een schoonmaakmiddel voor auto’s en een
zachte doek. Gebruik geen ruwe of harde doe-
ken. Maak de sensoren voorzichtig schoon (niet
hard drukken of borstelen). Anders kunnen de
sensoren beschadigd raken.
136
Page 141 of 480

Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
van ParkSense®OPMERKING:
Zorg ervoor dat de achterbumper vrij is
van sneeuw, ijs, modder en vuil om te
zorgen dat het ParkSense® systeem cor-
rect werkt.
Drilboren, grote vrachtwagens en andere
bronnen van trillingen kunnen de werking
van ParkSense® nadelig beïnvloeden.
Wanneer u de ParkSense® parkeerhulp
uitschakelt, wordt in de instrumenten-
groep de melding PARKSENSE OFF
(parkeerhulp uitgeschakeld) weergege-
ven. ParkSense® blijft uitgeschakeld tot-
dat u het opnieuw inschakelt, zelfs als u
het contact uit- en weer inschakelt.
Als u de schakelhendel in de stand RE-
VERSE zet en ParkSense® is uitgescha-
keld, zal het DID het bericht PARKSENSE
OFF (ParkSense uitgeschakeld) weerge-
ven zolang de versnellingsbak in RE-
VERSE staat.
ParkSense®, indien ingeschakeld, zal het
volume van de radio verlagen wanneer het
systeem een geluidssignaal voortbrengt. Reinig de ParkSense® sensoren regelma-
tig, maar let daarbij op dat u geen krassen
of andere schade toebrengt. De sensoren
mogen niet bedekt zijn met ijs, sneeuw,
modder, vuil of afval. Verontreiniging van
de sensoren kan ertoe leiden dat het sys-
teem niet goed werkt. Het ParkSense®
systeem kan obstakels achter de auto/
bumper over het hoofd zien of abusieve-
lijk aangeven dat er een obstakel achter
de auto/bumper aanwezig is.
Gebruik de ParkSense® schakelaar om
het ParkSense® systeem uit te schakelen
wanneer voorwerpen, zoals fietsendra-
gers, trekhaken, enz., op minder dan 30
cm (12 inch) vanaf de achterkant/
achterbumper worden geplaatst. Als u dit
nalaat, kan het systeem een nabijgelegen
object interpreteren als een sensorpro-
bleem en de melding PARKSENSE UNA-
VAILABLE SERVICE REQUIRED (par-
keerhulp niet beschikbaar, onderhoud
noodzakelijk) weergeven in het DID.
ParkSense® moet worden uitgeschakeld
wanneer de achterklep in de open stand
staat en de achteruitversnelling is inge-
schakeld. Een open achterklep zou ten
onrechte kunnen worden aangezien voor
een obstakel achter de auto.
LET OP!
ParkSense® is uitsluitend bedoeld als
hulpmiddel tijdens het parkeren en is niet
in staat ieder voorwerp, inclusief kleine
obstakels, waar te nemen. Stoepranden
worden mogelijk tijdelijk of helemaal niet
gedetecteerd. Op kleine afstanden worden
obstakels boven of onder de sensoren niet
gedetecteerd.
Bij gebruik van ParkSense® moet u lang-
zaam rijden, zodat u tijdig kunt stoppen
wanneer een obstakel wordt gedetecteerd.
Het is raadzaam om over uw schouder te
kijken, ook wanneer u gebruik maakt van
ParkSense®.
137
Page 142 of 480

WAARSCHUWING!
Ga altijd voorzichtig te werk tijdens het
achteruitrijden, ook als u ParkSense® ge-
bruikt. Controleer het gebied achter de
auto altijd zorgvuldig, kijk naar achteren en
wees bedacht op voetgangers, dieren, an-
dere voertuigen, obstakels en dode hoe-
ken, voordat u achteruitrijdt. U bent verant-
woordelijk voor de veiligheid en dient uw
aandacht voortdurend op de omgeving te
richten. Anders bestaat er een risico op
ernstig of zelfs dodelijk letsel.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
Het wordt sterk aanbevolen de afneem-
bare trekhaak te verwijderen voordat u
ParkSense® gaat gebruiken, wanneer u
de trekhaak niet nodig heeft. Als u dit niet
doet, kan persoonlijk letsel of schade aan
voertuigen ontstaan doordat de trekhaak-
kogel zich veel dichter bij het obstakel
bevindt dan de achterkant van de auto,
wanneer via de luidspreker een continue
toon klinkt. Afhankelijk van de afmetingen
en vorm van de trekhaak is het ook moge-
lijk dat de sensoren de trekhaak detecte-
ren en abusievelijk aangeven dat er een
obstakel achter de auto aanwezig is.
PARKSENSE®
PARKEERSENSOREN VOOR
EN ACHTER — INDIEN
AANWEZIGHet ParkSense® parkeerhulpsysteem geeft tij-
dens het achter- of vooruit rijden, bijv. bij het
inparkeren, met visuele en geluidssignalen de
afstand tussen de achter- en/of voorkant van de
auto en een gedetecteerd obstakel aan. Zie de
voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het
ParkSense® systeem voor de beperkingen van
dit systeem en aanbevelingen.
Wanneer u de contactschakelaar in de stand
ON/RUN zet, wordt door ParkSense® automa-
tisch de systeemstatus (ingeschakeld of uitge-
schakeld) hersteld die actief was voordat het
contact werd uitgeschakeld.
ParkSense® kan uitsluitend worden geacti-
veerd wanneer de schakelhendel in de stand
REVERSE (achteruit) of DRIVE (rijden) staat.
Wanneer ParkSense® bij een van deze stan-
den van de schakelhendel wordt ingeschakeld,
blijft het systeem actief totdat de rijsnelheid is
toegenomen tot ongeveer 11 km/u (7 mph) of
138
Page 143 of 480

hoger. Er verschijnt een waarschuwing in het
bestuurdersinformatiedisplay (DID) die aan-
geeft dat de rijsnelheid van de auto te hoog is
voor gebruik van ParkSense®. Het systeem
wordt weer actief als de rijsnelheid is gedaald
tot minder dan ongeveer 9 km/u (6 mph).ParkSense® sensorenDe vier ParkSense® sensoren die zich in
achterkant/achterbumper bevinden, bewaken
het gebied achter de auto dat binnen het zicht-
veld van de sensoren valt. De sensoren kunnen
in horizontale richting obstakels op een afstand
van ongeveer 30 tot 200 cm van het
achterpaneel/de achterbumper detecteren, af-
hankelijk van de plaats, het type en de richting
van het obstakel.
De zes ParkSense® sensoren die zich in de
voorkant/voorbumper bevinden, bewaken het
gebied vóór de auto dat binnen het zichtveld
van de sensoren valt. De sensoren kunnen
obstakels detecteren over een afstand van on-
geveer 30 tot 120 cm (12 tot 47 inch) vanaf de
voorkant/voorbumper in horizontale richting, af-
hankelijk van de plaats, het type en de stand
van het obstakel.
ParkSense® waarschuwingsschermHet ParkSense® waarschuwingsdisplay wordt
alleen weergegeven wanneer"Sound and Dis-
play" (Geluid en weergave) wordt geselecteerd
in het deel met door de klant te programmeren
functies van het Uconnect® systeem. Raad-
pleeg "Uconnect® instellingen" in het hoofdstuk
"Het instrumentenpaneel" voor meer informatie
hierover.
Het ParkSense® waarschuwingsscherm be-
vindt zich in het bestuurdersinformatiedisplay
(DID). Het geeft visuele waarschuwingen om de
afstand tussen de achterkant/achterbumper
en/of de voorkant/voorbumper en het gedetec-
teerde obstakel aan te geven. Raadpleeg de
paragraaf "Bestuurdersinformatiedisplay (DID) "
voor meer informatie hierover.ParkSense® displayHet waarschuwingsscherm wordt ingeschakeld
en geeft de actuele systeemstatus weer wan-
neer naar REVERSE of DRIVE wordt gescha-
keld en een obstakel is gedetecteerd. Het systeem geeft een gedetecteerd obstakel
aan met een enkele boog in het gebied links-
en/of rechtsachter op grond van de afstand van
het object en de plaats ten opzichte van het
voertuig.
Als een obstakel wordt gedetecteerd in het
gebied links- en/of rechtsachter, geeft het dis-
play een enkele boog weer in het gebied links-
en/of rechtsachter en brengt het systeem een
geluidssignaal voort. Als het voertuig dichter bij
het object komt, laat het display zien dat de
enkele boog dichter bij het voertuig komt en het
geluidssignaal verandert van een enkele toon
van een 1/2 seconde naar langzaam, vervol-
Parkeerhulpsysteem gereed
139
Page 144 of 480
gens snel en uiteindelijk continu.De auto is dichtbij het obstakel als het DID-
scherm een knipperende boog laat zien en een
ononderbroken toon laat horen. De volgende
tabel illustreert de werking van het waarschu-
wingssysteem wanneer een obstakel wordt ge-
detecteerd:
Eerste 1/2 tweede toon
Langzame toon
Snelle toonContinue toon
140