Auto’s met Keyless Enter-N-Go™
1. Druk op de knop ENGINE START/STOP enzet de contactschakelaar in de stand ON/
RUN zonder het rempedaal in te trappen
(maar start de motor niet).
2. Trap binnen 10 seconden het gaspedaal, langzaam, drie keer volledig in.
3. Druk, zonder het rempedaal in te trappen, eenmaal op de knop ENGINE START/STOP
om de contactschakelaar terug te zetten in
de stand OFF/LOCK.
OPMERKING:
Als het indicatiebericht wordt weergegeven
wanneer u de motor start, is de indicator
voor olieverversing niet gereset. Herhaal
deze procedure indien nodig.DID-berichten Front Seatbelts Unbuckled (voorste veilig-
heidsgordels niet vastgegespt)
Driver Seatbelt Unbuckled (bestuurdersgor-
del niet vastgegespt)
Passenger Seatbelt Unbuckled (passagiers-
gordel niet vastgegespt)
Service Airbag System (airbagsysteem ver-
eist onderhoud)
Traction Control Off (traction control uit)
Washer Fluid Low (ruitensproeiervloeistof
bijna op)
Oil Pressure Low (oliedruk laag)
Olieverversing vereist
Fuel Low (brandstof laag)
Service Antilock Brake System (antiblokkeer-
systeem vereist onderhoud)
Service Electronic Throttle Control (elektroni-
sche gasklepregeling vereist onderhoud)
Service Power Steering (stuurbekrachtiging
vereist onderhoud)
Cruise Off (cruisecontrol uitgeschakeld)
Cruise Ready (cruisecontrol gereed)
ACC onderdrukken
Cruise Set To XXX MPH (cruisecontrol inge-
steld op XXX mph)
Tire Pressure Screen With Low Tire(s) “In-
flate Tire to XX” (bandenspanning-scherm
met te lage bandenspanning(en) "band op-
pompen tot XX")
Service Tire Pressure System (bandenspan-
ningscontrolesysteem vereist onderhoud)
Waarschuwing voor te hoge snelheid
instellen
Waarschuwing voor te hoge snelheid
overschreden
Parking Brake Engaged (handrem
ingeschakeld)
Brake Fluid Low (remvloeistofpeil laag)
Service Electronic Braking System (elektro-
nisch remsysteem vereist onderhoud)
Engine Temperature Hot (motortemperatuur
hoog)
Battery Voltage Low (accuspanning laag)
Service Electronic Throttle Control (elektroni-
sche gasklepregeling vereist onderhoud)
Lights On (verlichting aan)
181
BANDEN — ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . .311
Bandenspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .311
Bandenspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .312
Bandenspanning bij hoge snelheden . . . . . . . . . . . . . . . . . .312
Radiaalbanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .313
Type banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .313
Run-flat-banden — indien aanwezig . . . . . . . . . . . . . . . . . . .314
Reservewielen — indien aanwezig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .314
Doorslippen van de wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .316
Bandenslijtage-indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .316
Levensduur van banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .317
Vervangende banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .317
SNEEUWKETTINGEN (TRACTIEHULPMIDDELEN) . . . . . . . . . . .318
ROULEREN VAN BANDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .319
BANDENSPANNINGSCONTROLESYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . .320
Waarschuwingen van het bandenspanningscontrolesysteem . . . .322
Waarschuwing SERVICE TPM SYSTEM (Onderhoud
bandenspanningscontrolesysteem) . . . . . . . . . . . . . . . . . . .323
Bandenspanningscontrolesysteem uitschakelen - indien
aanwezig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .324
BRANDSTOFVEREISTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .325
3,6-liter motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .325
5.7-liter motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .325
FLEXIFUEL (ALLEEN 3.6-l MOTOR) — INDIEN AANWEZIG . . . . .328
Algemene informatie over E-85 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .328
Brandstof met ethanol (E-85) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .328
Brandstofvereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .328
250
of dealer voor informatie over veilige rijsnelhe-
den, belasting en koude bandenspanning.WAARSCHUWING!
Het rijden met hoge snelheden in een maxi-
maal beladen auto is gevaarlijk. De extra
belasting op uw banden kan lekkage of een
klapband veroorzaken. Dit kan leiden tot een
ernstig ongeval. Rijd niet sneller dan
120 km/u (75 mph) in een auto die tot het
maximale laadvermogen is beladen.RadiaalbandenWAARSCHUWING!
Het gecombineerd monteren van radiaalban-
den en andere bandentypes heeft een nega-
tieve invloed op het weggedrag van uw auto.
Dit stabiliteitsverlies kan ongevallen veroor-
zaken. Als u radiaalbanden gebruikt, moeten
dat er altijd vier zijn. Combineer ze nooit met
andere bandentypes.Banden repareren
Als uw band beschadigd is, kan deze worden
gerepareerd als de band voldoet aan de vol-
gende criteria:
Er is niet met de band gereden terwijl deze
lek was.
De beschadiging zit alleen op het loopvlak
van de band (beschadiging op de wang kan
niet worden gerepareerd).
Het gat is niet groter dan ¼" (6 mm).
Raadpleeg een erkende bandenleverancier voor
bandenreparaties en aanvullende informatie.
Beschadigde run-flat banden of run-flat banden
die zijn blootgesteld aan drukverlies, moeten on-
middellijk worden vervangen door een andere
run-flat band van dezelfde maat en serviceom-
schrijving (belastingsindex en snelheidssymbool).Type bandenAllseasonbanden — indien aanwezig
Allseasonbanden bieden grip in alle seizoenen
(lente, zomer, herfst en winter). De hoeveelheid
grip kan tussen verschillende allseasonbanden
variëren. Allseasonbanden zijn te herkennen aan de aanduiding M+S, M&S, M/S of MS op de
wang van de band. Gebruik allseasonbanden
altijd in sets van vier, omdat anders de veilig-
heid en de bestuurbaarheid van de auto in het
gedrang kunnen komen.
Zomer- of drieseizoenenbanden — indien
aanwezig
Zomerbanden bieden grip onder zowel natte als
droge omstandigheden en zijn niet bedoeld om
in sneeuw of op ijs te gebruiken. Als uw auto is
uitgerust met zomerbanden, dient u er rekening
mee te houden dat deze niet zijn ontworpen
voor rijden in de winter of in koud weer. Neem
voor meer informatie contact op met een er-
kende dealer. Zomerbanden zijn niet voorzien
van de
"all season"-aanduiding of het berg/
sneeuwvloksymbool op de wang van de band.
Gebruik zomerbanden altijd in sets van vier
omdat anders de veiligheid en de bestuurbaar-
heid van de auto in het gedrang kunnen komen.
313
WAARSCHUWING!
Gebruik zomerbanden niet in besneeuwde/
ijzige omstandigheden. U kunt de controle
over de auto verliezen, wat ernstig of dodelijk
letsel tot gevolg hebben. Te snel rijden voor
de omstandigheden zorgt ook voor de kans
op verlies van de macht over het stuur.
Winterbanden
In sommige landen is het gebruik van winter-
banden in de winter verplicht. Winterbanden
zijn te herkennen aan het symbool van een
berg/sneeuwvlok op de wang van de band. Wanneer u winterban-
den wilt gebruiken, moe-
ten deze van dezelfde
maat en hetzelfde type
zijn als de originele ban-
den. Gebruik winterban-
den altijd in sets van 4
omdat anders de veilig-
heid en de bestuurbaar-
heid van de auto in het gedrang kunnen komen. Winterbanden zijn doorgaans niet geschikt voor
de hoge snelheden die voor de standaard ge-
monteerde banden gelden. Rijd daarom niet
sneller dan 120 km/u (75 mph). Raadpleeg voor
snelheden hoger dan 120 km/u (75 mph) uw
erkende dealer of een bandenspecialist voor
informatie over veilige rijsnelheden, belasting
en koude bandenspanning.
Hoewel banden met spikes betere prestaties
leveren op ijs en een glad wegdek, kan de
tractie op natte of droge oppervlakken slechter
zijn dan die van banden zonder spikes. In
sommige landen is het gebruik van banden met
spikes verboden. Raadpleeg de lokale wetge-
ving voordat u dit type banden gebruikt.
Run-flat-banden — indien aanwezigRun-flat-banden maken het mogelijk om 50 mijl
(80 km) te rijden met 50 mph (80 km/u) na een snel
verlies van bandenspanning. Dit snelle verlies van
spanning wordt de run-flat-modus genoemd. Een
run-flat-modus treedt op bij een bandenspanning
van 14 psi (96 kPa) of lager. Zodra een run-flat-
band de run-flat-modus bereikt, heeft deze slechts
beperkte rij-eigenschappen en moet deze onmid-
dellijk worden vervangen. Een run-flat-band is niet
te repareren.
Het wordt niet aanbevolen met een voertuig te
rijden met vol laadvermogen of een aanhanger/
caravan te trekken terwijl een band in de run-
flat-modus loopt.
Raadpleeg het hoofdstuk Bandenspannings-
controle voor meer informatie.Reservewielen — indien aanwezigOPMERKING:
Voor auto’s die zijn uitgerust met de banden-
reparatieset in plaats van een reservewiel,
raadpleegt u de paragraaf
Bandenreparatie-
set in het hoofdstuk Wat doen in geval van
nood voor meer informatie hierover.LET OP!
Laat vanwege de verminderde grondspeling
uw auto niet in een automatische wasstraat
wassen wanneer een compact reservewiel
of een reservewiel voor beperkt gebruik is
gemonteerd. De auto kan schade oplopen.
314