Page 545 of 657

OPGELET
Gebruik geen staalwol, schuurmiddelen
of sterke reinigingsmiddelen welke in
hoge mate alkali of bijtende
bestanddelen bevatten op onderdelen
van chroom of geanodiseerd
aluminium. Dit kan beschadiging van
de beschermlaag tot gevolg hebben
alsmede verkleuring of aantasting van
de laklaag.
qChassiscoating
Deze speciale chassiscoating is
aangebracht op de meest kritieke
onderdelen van het chassis om de auto te
beschermen tegen beschadiging door
chemicaliën of steenslag. Deze coating
wordt echter na verloop van tijd aangetast.
Controleer de coating dus op gezette
tijden.
Een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur is goed
geïnformeerd over hoe reparaties
uitgevoerd dienen te worden. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur.
qOnderhoud van aluminium velgení
De aluminium velgen zijn voorzien van
een beschermende laag. Voor de
bescherming van deze laag is een speciale
behandeling vereist.
OPGELET
Gebruik geen ander reinigingsmiddel
dan een zacht reinigingsmiddel.
Controleer de bestanddelen alvorens
een reinigingsmiddel te gebruiken.
Anders bestaat de kans dat het product
verkleuring of vlekken op de
aluminium velgen veroorzaakt.
OPMERKING
lGebruik voor het reinigen van
aluminium velgen nooit schuur- of
polijstmiddelen, chemische
oplosmiddelen of staalborstels. De
beschermlaag kan daardoor
beschadigd worden.
lGebruik voor het reinigen van de
velgen altijd een spons of zachte
doek.
Spoel de velgen grondig schoon met
lauw of koud water. Ook dienen de
velgen na het rijden op stoffige of
met zout bestrooide wegen steeds
gereinigd te worden om corrosie te
helpen voorkomen.
lVermijd het wassen van uw wagen in
een auto-wasserette die gebruik
maakt van harde of met hoge
snelheid draaiende borstels.
lAls uw aluminium velgen hun glans
verliezen, de velgen in de was zetten.
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
6-75íBepaalde modellen.
Page 546 of 657

qOnderhoud van plastic onderdelen
lBij het reinigen van de plastic lenzen
van de lampen, geen benzine,
petroleum, gezuiverde alcohol,
verfverdunner, reinigingmiddelen met
hoge zuurtegraad of sterke alkalische
reinigingsmiddelen gebruiken. Anders
kunnen deze chemische middelen de
buitenoppervlakken doen verkleuren of
beschadigen, wat een beduidend verlies
aan functionaliteit tot gevolg kan
hebben. Als plastic onderdelen
onvoorzien met deze chemische
middelen in aanraking komen,
onmiddellijk met water afspoelen.
lAls plastic onderdelen zoals de
bumpers onvoorzien in aanraking
komen met chemicaliën of vloeistoffen
zoals benzine, olie, motorkoelvloeistof
of accuvloeistof, kan dit verkleuring,
vlekken of afbladdering van de laklaag
veroorzaken. Veeg dergelijke
chemicaliën of vloeistoffen
onmiddellijk af met behulp van een
zachte doek.
lEr zijn autowasinrichtingen die werken
met hoge watertemperatuur en hoge
waterdruk, afhankelijk van het type
hogedruk-autowasinstallatie. Als het
sproeiermondstuk van de
autowasinrichting te dicht bij de auto
wordt gehouden, of als deze gedurende
langere tijd op één plaats gericht blijft,
kunnen plastic onderdelen vervormd
raken of kan de laklaag beschadigd
worden.
lGebruik geen was die schuurmiddelen
bevat (polijstmiddel). Anders kan dit
beschadiging van de laklaag
veroorzaken.
lGebruik verder ook geen elektrisch of
persluchtgereedschap voor het
aanbrengen van was. Anders kunnen
door de opgewekte wrijvingswarmte
plastic onderdelen vervormd raken of
kan de laklaag beschadigd worden.
6-76
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
Page 547 of 657

Verzorging van het interieur
WAARSCHUWING
Spuit geen water in de cabine:
Het is gevaarlijk wanneer water op
elektrische onderdelen zoals de audio-
installatie en schakelaars terechtkomt,
aangezien dit defecten of brand kan
veroorzaken.
qVoorzorgsmaatregelen
betreffende het dashboard
Voorkom dat bijtende oplossingen zoals
parfum en cosmetische olie in aanraking
komt met het instrumentenpaneel. Deze
veroorzaken beschadiging en verkleuring
van het instrumentenpaneel. Indien deze
stoffen met het dashboard in aanraking
komen, deze onmiddellijk afvegen.
OPGELET
Indien deze stoffen met het dashboard
in aanraking komen, deze onmiddellijk
afvegen.
Glansmiddelen bevatten ingrediënten
die verkleuring, rimpeling, scheurtjes
en afschilfering kunnen veroorzaken.
Bovenkant van instrumentenpaneel
(zachte bekleding)
lVoor de bovenkant van het zachte
stootkussen is buitengewoon zacht
materiaal gebruikt. Voor het reinigen
wordt het aanbevolen een schone doek
te gebruiken die bevochtigd is met een
zacht schoonmaakmiddel voor het
verwijderen van vlekken.
lAls het zachte stootkussen hard wordt
afgewreven, bestaat de kans dat het
oppervlak beschadigd wordt en dat er
witte krassen ontstaan.
qReinigen van de zittingen en de
interieurbekleding
Kunststof
Gebruik een handveger of een stofzuiger
voor het verwijderen van stof en losse
vuildeeltjes van kunststof bekleding.
Reinig de kunststof bekleding met een
leer- en kunststofreinigingsmiddel.
Leerí
Verwijder eerst stof en zand met een
stofzuiger of dergelijke, veeg vervolgens
het vuil weg met behulp van een zachte
doek met een leerreinigingsmiddel of een
zachte doek gedompeld in een zachte
zeepoplossing.
Veeg de restanten reinigingsmiddel of
zeep weg met behulp van een goed
uitgewrongen doek die gedompeld is in
schoon water.
Neem het vocht op met een droge, zachte
doek en laat het leer verder drogen op een
goed geventileerde plaats buiten direct
zonlicht. Als het leer bijvoorbeeld door
regen nat is geworden, het vocht eveneens
opnemen en zo spoedig mogelijk laten
drogen.
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
6-77íBepaalde modellen.
Page 548 of 657

OPMERKING
lEcht leer is een natuurlijk materiaal
en daarom is het oppervlak ervan
niet gelijkmatig en kan dit
natuurlijke schrammen, krassen en
plooien bevatten.
lOm het materiaal zo lang mogelijk in
goede conditie te houden wordt
regelmatig onderhoud, ongeveer
tweemaal per jaar, aanbevolen.
lZand en stof op de zitting kan de
bovenlaag van echt leer beschadigen
en slijtage bevorderen.
lWanneer vettige substanties op echt
leer terechtkomen kan dit
schimmelvorming en vlekken
veroorzaken.
lHard wrijven met een harde borstel
of doek kan beschadiging
veroorzaken.
lVeeg het leer niet af met behulp van
alcohol, chloorbleekmiddel of
organische oplosmiddelen zoals
verdunner, benzeen of benzine.
Anders kan dit verkleuring of
vlekken veroorzaken.
lAls de zittingen nat worden, het
vocht onmiddellijk met een droge
doek opnemen. Vocht dat op het leer
achterblijft kan veroudering zoals
verharding en krimp veroorzaken.
lBlootstelling aan direct zonlicht
gedurende lange perioden kan
veroudering en krimp veroorzaken.
Wanneer de auto gedurende lange
tijd in direct zonlicht geparkeerd
staat, het interieur afdekken met
behulp van zonneschermen.
OPMERKING
lLaat geen plastic voorwerpen
gedurende langere tijd op de
zittingen liggen, aangezien hierdoor
de kwaliteit van het leer en de kleur
aangetast kunnen worden. Als de
cabinetemperatuur erg hoog oploopt,
kan het plastic zacht worden en aan
het echt leer gaan kleven.
Stoffen bekleding
Gebruik een handveger of stofzuiger voor
het verwijderen van stof of vuildeeltjes
van stoffen bekleding.
Reinig de bekleding met een zachte
zeepoplossing, zoals aanbevolen wordt
voor het reinigen van bekledingen of
tapijten. Verwijder vlekken onmiddellijk
met een vlekkenpasta voor bekledingen.
Om de stoffen bekleding fris en schoon te
houden, dient u deze regelmatig te
onderhouden. Indien het materiaal niet op
de juiste wijze wordt onderhouden, zal de
kleur er van aangetast worden en zullen
de brandwerende eigenschappen er van
verminderen.
OPGELET
Gebruik uitsluitend de aanbevolen
reinigingsmiddelen en procedures.
Andere middelen kunnen het uiterlijk
en de brandbestendigheid nadelig
beïnvloeden.
Paneel
Wanneer het paneel gereinigd dient te
worden, een zachte doek gebruiken om
het vuil van het oppervlak te verwijderen.
6-78
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
Page 549 of 657

OPMERKING
Krassen of deukjes in de panelen die het
gevolg zijn van het gebruik van een
harde borstel of doek zijn mogelijk niet
meer te repareren.
Wees bijzonder voorzichtig bij het
reinigen van de volgende plaatsen waar
panelen gemonteerd zijn die met een
speciale laag zijn behandeld.
· Sierpaneel
qReinigen van het materiaal van
de heup/schoudergordels
Reinig het gordelmateriaal met een zachte
zeepoplossing zoals aanbevolen voor
bekleding of tapijten. Volg de instrukties.
Het gordelmateriaal niet bleken of verven;
het materiaal kan hierdoor verzwakt
worden.
Laat na het reinigen van de
veiligheidsgordels het materiaal van de
gordels grondig drogen en controleer
alvorens de gordels op te rollen dat deze
niet langer vochtig zijn.
WAARSCHUWING
Laat beschadigde veiligheidsgordels
onmiddellijk vernieuwen door een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur:
Het gebruik van beschadigde
veiligheidsgordels is gevaarlijk. Bij
een botsing kunnen beschadigde
veiligheidsgordels geen voldoende
bescherming bieden.
qReinigen van de binnenzijde van
de ruiten
Indien de binnenzijden van de ruiten van
de auto bedekt raken met een olieachtig,
vettig of wasachtig laagje, dienen deze
gereinigd te worden met behulp van een
glasreiniger. Volg de gebruiksaanwijzing
op de verpakking van het
reinigingsmiddel.
OPGELET
lDe binnenzijde van het ruitglas niet
afkrabben of bekrassen. Dit kan
schade aan de verwarmingsdraden en
de antennedraden veroorzaken.
lGebruik voor het reinigen van de
binnenzijde van het ruitglas een
zachte doek bevochtigd met lauw
water en veeg de verwarmingsdraden
en antennedraden voorzichtig af.
Gebruik van ruitreinigingsmiddelen
kan schade aan de
verwarmingsdraden en de
antennedraden veroorzaken.
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
6-79
Page 550 of 657
Page 551 of 657

7Als er zich een probleem voordoet
Nuttige informatie over wat u kunt doen als er zich een probleem voordoet met
de auto.
Parkeren in noodgevallen ............................................................. 7-2
Parkeren in noodgevallen .......................................................... 7-2
Bevestigingsriem voor gevarendriehoek
í................................ 7-3
Lekke band .................................................................................... 7-4
Opbergplaatsen van reservewiel en gereedschapset .................. 7-4
Instant Mobiliteit Systeem (IMS) lekke band
noodreparatieset
í..................................................................... 7-9
Verwisselen van een lekke band (Met reservewiel) ................ 7-17
Accu is uitgeput ........................................................................... 7-25
Starten met een hulpaccu ........................................................ 7-25
Starten in noodgevallen .............................................................. 7-28
Starten van een verzopen motor (SKYACTIV-G 2.0 en
SKYACTIV-G 2.5) ................................................................. 7-28
Starten door aanduwen ............................................................ 7-28
Leegraken van de brandstoftank (SKYACTIV-D 2.2) ............ 7-29
Oververhitting ............................................................................. 7-30
Oververhitting ......................................................................... 7-30
Slepen in noodgevallen ............................................................... 7-32
Sleepmethoden ........................................................................ 7-32
Sleephaken .............................................................................. 7-34
Waarschuwings-/indikatielampjes en
waarschuwingszoemers .............................................................. 7-36
Wanneer waarschuwings-/indikatielampjes branden/
knipperen ................................................................................ 7-36
In de volgende gevallen wordt een waarschuwingszoemer
geactiveerd .............................................................................. 7-51
Wanneer de achterklep niet geopend kan worden ................... 7-56
Wanneer de achterklep niet geopend kan worden ................... 7-56
7-1íBepaalde modellen.
Page 552 of 657
Parkeren in noodgevallen
Dewaarschuwingsknipperlichtendienen
steeds te worden gebruikt wanneer u de
auto in een noodgeval op de rijbaan of
langs de kant van de weg tot stilstand
brengt.
De
waarschuwingsknipperlichtendienen als
waarschuwing voor de overige
weggebruikers om bijzondere
voorzichtigheid in acht te nemen bij het
benaderen of passeren van uw auto.
Druk de
waarschuwingsknipperlichtschakelaar in
en alle richtingaanwijzerlampen zullen
gaan knipperen. De
waarschuwingsknipperlichtindikatielampjesin
de instrumentengroep gaan tegelijkertijd
knipperen.
OPMERKING
lDe richtingaanwijzers kunnen niet
gebruikt worden wanneer de
waarschuwingsknipperlichtenzijn
ingeschakeld.
lControleer de plaatselijk geldende
bepalingen betreffende het gebruik
van de
waarschuwingsknipperlichtenbij
het slepen van de auto om na te gaan
of er geen inbreuk wordt gedaan op
de wettelijke bepalingen.
7-2
Als er zich een probleem voordoet
Parkeren in noodgevallen