Page 329 of 657
5. Zodra de lijnen parallel staan, de wielen rechtvooruit zetten en uw auto langzaam
achteruit de parkeerruimte inrijden. Blijf de omliggende ruimte van de auto controleren
en breng vervolgens de auto op de best mogelijke plaats tot stilstand. (Als de
parkeerruimte verdeelstrepen heeft, controleer dan of de voertuigbreedterichtlijnen ten
opzichte hiervan parallel staan.)
(Displayconditie) (Voertuigconditie)
6. Wanneer de keuzehendel vanuit stand R in een andere keuzehendelstand wordt gezet,
keert het scherm terug naar de voorgaande display.
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-173
Page 330 of 657
OPMERKING
Aangezien er een verschil kan zijn tussen de getoonde afbeelding, zoals hieronder
aangegeven, en de werkelijke omstandigheden tijdens het parkeren, altijd de veiligheid
aan de achterzijde van de auto en het omliggende gebied rechtstreeks visueel
controleren.
lIn de afbeelding van de parkeerruimte (of garage) welke hieronder wordt aangegeven,
bestaat de kans dat alhoewel het achterste uiteinde en de afstandrichtlijnen op de
monitor parallel lijken te staan, deze op de grond in feite niet parallel zijn.
lBij het parkeren in een ruimte die enkel aan één zijde van de parkeerruimte een
verdeelstreep heeft, bestaat de kans dat de verdeelstreep en de voertuigbreedterichtlijn
op de monitor parallel lijken te staan, alhoewel deze in feite op de grond niet parallel
zijn.
4-174
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Page 331 of 657
qAfwijking tussen de werkelijke wegsituatie en het weergegeven beeld
Er is een enige afwijking tussen de werkelijke wegsituatie en de weergegeven wegsituatie.
Een dergelijke afwijking in het afstandsperspectief kan tot een ongeval leiden. Houd
rekening met de volgende omstandigheden die een afwijking in het afstandsperspectief
kunnen veroorzaken.
Wanneer de auto achterover helt als gevolg van het gewicht van passagiers en lading
Wanneer de achterzijde van de auto lager geworden is, lijkt het voorwerp dat op het scherm
wordt weergegeven verder dan de werkelijke afstand.
VariantieVoorwerp
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-175
Page 332 of 657
Wanneer er een steile helling achter de auto is
Wanneer er een steile opwaartse helling (neerwaartse helling) achter de auto is, lijkt het
voorwerp dat op het scherm getoond wordt verder weg (neerwaartse helling: dichterbij)
dan de werkelijke afstand.
Lijkt verder
weg dan de
werkelijke
afstandLijkt
dichterbij
dan de
werkelijke
afstand
Voorwerp in
werkelijke positie Voorwerp in werkelijke positie
Voorwerp op scherm
A: Afstand tussen het voertuig en het voorwerp dat op het scherm wordt getoond.
B: Werkelijke afstand tussen voertuig en voorwerp.
Voorwerp op scherm
4-176
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Page 333 of 657
Driedimensionaal object aan de achterzijde van de auto
Aangezien de afstandrichtlijnen getoond worden uitgaande van een plat vlak, bestaat de
kans dat de afstand naar het driedimensionele object dat op het scherm wordt getoond
verschilt van de werkelijke afstand.
A
A
C B
CB
(Werkelijke afstand) B>C=A
Gemeten afstand op scherm A>B>C(Schermdisplay)
(Werkelijke conditie)
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-177
Page 334 of 657

(Displaytype met hulplijnen voor geprojecteerd rijtraject)
Bij het achteruitrijden nabij een driedimensionaal object
Bij het achteruitrijden nabij een overhangend object, bestaat de kans dat de auto het object
raakt, ook als de lijn van het geanticipeerde traject niet met het object op het scherm in
aanraking komt. De positie van het object dat op het scherm wordt getoond is verschillend
van de werkelijke positie omdat de lijnen van het geanticipeerde traject die op het scherm
getoond worden uitgaan van een horizontaal wegdek. Bij het achteruitrijden nabij een
overhangend object, de ruimte aan de achterzijde en rondom de auto rechtstreeks visueel
controleren.
(Schermdisplay) (Werkelijke aanzicht)
qAfstelling van de beeldkwaliteit
WAARSCHUWING
Stel de beeldkwaliteit van de achteruitkijkmonitor enkel af wanneer de auto stilstaat:
De beeldkwaliteit van de achteruitkijkmonitor niet tijdens het rijden afstellen.
Afstellen van de beeldkwaliteit van de achteruitkijkmonitor zoals helderheid, contrast,
kleur en kleurtint tijdens het rijden is gevaarlijk, aangezien u hierdoor van de
besturing van de auto kan worden afgeleid, waardoor een ongeluk kan ontstaan.
4-178
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Page 335 of 657
De afstelling van de beeldkwaliteit kan gemaakt worden terwijl de keuzehendel in de
achteruit (R) staat.
Er zijn vier instellingen die kunnen worden afgesteld: helderheid, contrast, kleur en
kleurtint. Besteed tijdens het afstellen voldoende aandacht aan de omgeving van de auto.
1. Druk op de insteltoets (
) voor het weergeven van het scherm voor de afstelling
van de beeldkwaliteit.
2. Raak de
enschermtoetsen aan voor het veranderen van de ingestelde waarde.
Raak de
schermtoets aan om terug te keren naar de camerabeeldweergave.
Resetten
Alle scherminstelwaarden kunnen teruggesteld worden op hun begininstellingen.
1. Druk op de insteltoets (
) voor het weergeven van het scherm voor de afstelling
van de beeldkwaliteit.
2. Raak de
schermtoets aan.
3. Raak de
schermtoets aan.
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-179
Page 336 of 657

Parkeersensorsysteemí
Het parkeersensorsysteem maakt gebruik van ultrasonische sensoren voor het opsporen van
hindernissen rondom de auto bij het parkeren van de auto in een garage of tijdens het
fileparkeren wanneer er met een snelheid van ongeveer 10 km/h of minder met de auto
wordt gereden. Het systeem is uitgerust met een hulpinrichting die de bestuurder op de
hoogte stelt van de benaderde afstand vanaf de auto tot aan de omliggende hindernis via
het gebruik van een pieptoon en een hindernisdetectieaanduiding
í.
Voorste sensor
Voorste hoeksensorAchterste
sensor
Achterste hoeksensor
WAARSCHUWING
Vertrouw niet volledig op het parkeersensorsysteem en controleer tijdens het rijden
steeds visueel de veiligheid rondom uw auto.
Het systeem kan de bestuurder assisteren bij de besturing van de auto in voorwaartse
en achterwaartse richting tijdens het parkeren. Het detectiebereik van de sensoren is
beperkt, dus door tijdens het rijden enkel op het systeem te vertrouwen kunnen er
ongelukken veroorzaakt worden. Controleer tijdens het rijden steeds visueel de
veiligheid rondom uw auto.
4-180
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Parkeersensorsysteem