Page 33 of 657

WAARSCHUWING
Rijd niet met een auto met een beschadigde veiligheidsgordel:
Gebruik van een beschadigde veiligheidsgordel is gevaarlijk. Bij een ongeluk kan het
gordelmateriaal van de veiligheidsgordel die op dat moment werd gedragen
beschadigd raken. Een beschadigde veiligheidsgordel kan tijdens een aanrijding geen
voldoende bescherming bieden. Laat een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur alle veiligheidsgordelsystemen die tijdens een aanrijding in
gebruik waren inspecteren alvorens deze weer in gebruik te nemen.
Laat uw veiligheidsgordels onmiddellijk vernieuwen als de voorspanner of
drukbegrenzer geactiveerd werd:
Laat na een botsing altijd onmiddellijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur de voorspanners van de voorzittingveiligheidsgordels en de
airbags inspecteren. Juist zoals de airbags functioneren de voorspanners en
drukbegrenzers van de voorzittingveiligheidsgordels slechts eenmaal en moeten deze
na elke botsing waarbij deze geactiveerd werden worden vernieuwd. Als de
voorspanners van de voorzittingveiligheidsgordels en drukbegrenzers niet vernieuwd
worden, zal het risico van letsel bij een botsing toenemen.
Dragen van de schoudergordel:
Een schoudergordel die op verkeerde wijze wordt gedragen is gevaarlijk. Zorg er
steeds voor dat de schoudergordel over uw schouder en in de nabijheid van uw nek
wordt geplaatst, maar nooit onder de arm, op de nek zelf of op de bovenarm.
Dragen van de heupgordel:
Een heupgordel die te hoog wordt gedragen is gevaarlijk. Bij een aanrijding wordt de
schok van de botsing dan rechtstreeks op de onderbuik overgebracht, hetgeen ernstig
letsel kan veroorzaken. Zorg er voor dat de heupgordel nauwsluitend past en draag
deze zo laag mogelijk om de heupen.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-19
Page 34 of 657

WAARSCHUWING
Instrukties voor gebruik van de veiligheidsgordels:
Veiligheidsgordels dienen op het beenderstelsel van het lichaam te drukken en
behoren laag om de voorzijde van het bekken, of om het bekken, de borst en schouders
gedragen te worden, al naargelang van toepassing; het dragen van de heupgordel
rondom de buik dient vermeden te worden.
Veiligheidsgordels behoren zo nauwsluitend mogelijk afgesteld te worden, in
overeenstemming met comfort, om de bescherming te kunnen bieden waarvoor zij
bestemd zijn. Een gordel die niet voldoende gespannen is zal de drager ervan
aanzienlijk minder bescherming kunnen bieden.
Zorg ervoor verontreiniging van het gordelmateriaal door schoonmaakmiddelen, olie
en chemische middelen, in het bijzonder accuzuur, te voorkomen. De gordels kunnen
het veiligste gereinigd worden met een oplossing van zachte zeep en water. Vernieuw
de gordels als het materiaal gerafeld, verontreinigd of beschadigd is.
Het is belangrijk de veiligheidsgordels als geheel te vernieuwen nadat deze bij een
ernstige botsing zijn gedragen, ook als beschadiging van het gordelsysteem niet
duidelijk waarneembaar is.
Veiligheidsgordels behoren niet gedraaid te worden gedragen.
Elke veiligheidsgordel dient slechts door één inzittende te worden gebruikt; het is
gevaarlijk een veiligheidsgordel aan te brengen rondom een kind dat op iemands
schoot zit.
Door de gebruiker mogen er geen wijzigingen of toevoegingen worden aangebracht
die verhinderen dat de afstelmechanismen van de veiligheidsgordels de gordels
strakker kunnen aanspannen of die verhinderen dat de gordels door de gebruiker
strakker kunnen worden afgesteld.
OPGELET
Het oprollen van de veiligheidsgordels verloopt stroever wanneer de gordels en de
gordelgeleiders verontreinigd zijn. Houd deze dus altijd schoon. Zie voor meer
bijzonderheden betreffende het reinigen van de veiligheidsgordels“Reinigen van het
materiaal van de heup/schoudergordels”(pagina 6-79).
Ring
2-20
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
Page 35 of 657

qGebruik van de veiligheidsgordels door zwangere vrouwen en personen met
ernstige medische condities
Zwangere vrouwen dienen altijd van de veiligheidsgordels gebruik te maken. Raadpleeg
uw dokter voor nader advies.
De heupgordel dient NAUWSLUITEND EN ZO LAAG MOGELIJK OM DE HEUPEN
gedragen te worden.
De schoudergordel dient correct over uw schouder gedragen te worden, echter nooit over
de buik.
Personen met ernstige medische condities dienen eveneens van de veiligheidsgordels
gebruik te maken. Raadpleeg uw dokter voor bijzondere instructies betreffende bepaalde
medische condities.
qNoodblokkeerstand
Wanneer de veiligheidsgordel is vastgemaakt, zal deze zich altijd in de noodblokkeerstand
bevinden.
In de noodblokkeerstand blijft de gordel comfortabel om de gebruiker zitten en zal de
oprolautomaat tijdens een aanrijding in positie blokkeren.
Als de gordel geblokkeerd is en niet naar buiten getrokken kan worden, de gordel eenmaal
laten oprollen en deze vervolgens langzaam proberen naar buiten te trekken. Als dit niet
werkt, de gordel eenmaal krachtig aantrekken en loslaten en vervolgens opnieuw langzaam
naar buiten trekken.
(Veiligheidsgordel met automatische blokkeerstand)
Als de gordel is vastgemaakt, zal deze zich altijd in de noodblokkeerstand bevinden, totdat
u de gordel in de automatische blokkeerstand zet door deze over de volledige lengte naar
buiten te trekken. Als de gordel strak aanvoelt en tijdens het rijden of bij stilstand
comfortabele beweging hindert, bestaat de kans dat de automatische blokkeerstand
ingesteld is, omdat u de gordel te ver naar buiten getrokken heeft. Wacht om de gordel
terug te zetten in de meer comfortabele noodblokkeerstand totdat u de wagen op een
veilige en vlakke plaats tot stilstand kunt brengen, laat de gordel volledig oprollen om deze
weer om te zetten naar de noodblokkeerstand en trek vervolgens de gordel opnieuw om u
heen.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-21
Page 36 of 657
qAutomatische blokkeerstandí
Gebruik altijd de automatische blokkeerstand om te voorkomen dat het kinderzitje in het
geval van een aanrijding naar een onveilige plaats verschoven wordt. Om de
veiligheidsgordel in de automatische blokkeerstand te krijgen, deze volledig naar buiten
trekken en aansluiten volgens de instrukties op het kinderzitje. De gordel wordt tot aan het
kinderzitje opgerold en houdt dit geblokkeerd. Zie het hoofdstuk betreffende kinderzitjes
(pagina 2-29).
2-22
Belangrijke veiligheidsuitrusting
íBepaalde modellen.
Veiligheidsgordelsysteem
Page 37 of 657
Veiligheidsgordels
qVastmaken van de veiligheidsgordels
Veiligheidsgordelgesp
Veiligheidsgordeltong
Plaats de heupgordel zo laag mogelijk,
niet op de onderbuik, en stel vervolgens
de schoudergordel zodanig af dat deze
nauwsluitend om uw lichaam past.
Laag om de
heupen houden
Te hoogAantrekken
qLosmaken van de veiligheidsgordels
Druk de knop op de veiligheidsgordelgesp
in. Als de gordel niet volledig wordt
opgerold, deze naar buiten trekken en op
verdraaiing en knikken inspecteren. Kijk
vervolgens of bij het oprollen de gordel
onverdraaid blijft.
Knop
OPMERKING
Als een gordel niet volledig wordt
opgerold, deze op verdraaiing en
knikken inspecteren. Als de gordel dan
nog steeds niet correct wordt opgerold,
deze door een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur laten inspecteren.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-23
Page 38 of 657
qVoorste schoudergordelafsteller
Hoger zetten Lager zetten
Let er op dat de afsteller vergrendeld is.
Veiligheidsgordelwaarschuwingssystemen
Als deze bespeuren dat de
bestuurdersveiligheidsgordel niet is
vastgemaakt, wordt de bestuurder door
een waarschuwingslampje of een
zoemtoon gewaarschuwd.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op
pagina 4-41.
2-24
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
Page 39 of 657

Systeem van voorspanners
van veiligheidsgordels van
voorzitting en
begrenzingsysteem
Voor een optimale bescherming zijn de
veiligheidsgordels van de bestuurdersstoel
en de voorpassagierszitting uitgerust met
voorspanner- en begrenzingsystemen. Om
deze beide systemen correct te kunnen
laten functioneren dient u de
veiligheidsgordel op de juiste wijze te
dragen.
Voorspanners:
Bij gematigde of ernstige frontale of
bijna-frontale botsingen, worden de
systemen van de voor-airbag en
veiligheidsgordelvoorspanners gelijktijdig
geactiveerd.
Zie voor bijzonderheden over activering,
“Criteria voor SRS airbag activering”
(pagina 2-61).
Wanneer de airbags worden opgeblazen,
trekken de oprolautomaten van de voorste
veiligheidsgordels de gordels snel strak
aan. Nadat de airbags en de
veiligheidsgordelvoorspanners
geactiveerd werden dienen deze steeds
vernieuwd te worden.
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden
worden aangeduid door een
waarschuwing.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op
pagina 4-41.
Zie Waarschuwingszoemer voor systeem
van airbag/voorspanners van voorste
veiligheidsgordels op pagina 7-51.(Met deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag)
Bovendien is het voorspannersysteem van
de voorpassagierszitting, precies zoals de
voor- en zijpassagiersairbag, zodanig
ontworpen dat dit enkel in werking treedt
wanneer de deactiveringsschakelaar voor
de voorpassagiersairbag in de stand ON is
gezet.
Zie voor bijzonderheden,
Deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag (pagina 2-53).
Drukbegrenzer:
Het begrenzingsysteem zorgt ervoor dat
de gordel op een gecontroleerde manier
losser gemaakt wordt om de druk die door
de gordel op het bovenlichaam van de
inzittende wordt uitgeoefend te reduceren.
Alhoewel de grootste druk op een
veiligheidsgordel bij frontale botsingen
wordt uitgeoefend, heeft de drukbegrenzer
een automatische mechanische functie en
kan bij voldoende beweging van de
inzittende bij elk soort ongeval
geactiveerd worden.
Ook wanneer de voorspanners niet
geactiveerd werden, dient de
drukbegrenzingsfunctie door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur gecontroleerd
te worden.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-25
Page 40 of 657

WAARSCHUWING
Maak enkel gebruik van de
veiligheidsgordels op de wijze zoals in
dit instruktieboekje wordt aangegeven:
Het verkeerd dragen van de
veiligheidsgordels van de
bestuurdersstoel en de
voorpassagierszitting is gevaarlijk. Als
deze niet op de juiste wijze worden
gedragen, kunnen de voorspanner- en
begrenzingsystemen van de
veiligheidsgordels tijdens een ongeval
geen adequate bescherming bieden,
hetgeen ernstig letsel tot gevolg kan
hebben. Zie voor meer bijzonderheden
over het dragen van de
veiligheidsgordels,“Vastmaken van de
veiligheidsgordels”(pagina 2-23).
Laat uw veiligheidsgordels
onmiddellijk vernieuwen als de
voorspanner of drukbegrenzer
geactiveerd werd:
Laat na een botsing altijd onmiddellijk
een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda
reparateur de voorspanners van de
voorzittingveiligheidsgordels en de
airbags inspecteren. Juist zoals de
airbags functioneren de voorspanners
en drukbegrenzers van de
voorzittingveiligheidsgordels slechts
eenmaal en moeten deze na elke
botsing waarbij deze geactiveerd
werden worden vernieuwd. Als de
voorspanners van de
voorzittingveiligheidsgordels en
drukbegrenzers niet vernieuwd
worden, zal het risico van letsel bij een
botsing toenemen.
WAARSCHUWING
Breng nooit wijzigingen aan de
onderdelen of de bedrading aan en
gebruik nooit elektronische
testapparatuur op het
voorspannersysteem:
Het aanbrengen van wijzigingen aan
onderdelen of de bedrading van het
voorspannersysteem, zoals
bijvoorbeeld het gebruik van
elektronische testapparatuur is
gevaarlijk. De kans bestaat dat het
systeem dan per ongeluk geactiveerd
of onbruikbaar gemaakt wordt,
waardoor dit tijdens een ongeval niet
in werking kan treden. De kans
bestaat dan dat bestuurder,
voorpassagier of monteurs ernstig
letsel oplopen.
Ruim het voorspannersysteem op de
juiste wijze op:
Het op verkeerde wijze opruimen van
het voorspannersysteem of het slopen
van een auto waarvan het
voorspannersysteem niet eerst onklaar
is gemaakt, is gevaarlijk. Ernstig letsel
kan het gevolg zijn wanneer niet alle
veiligheidsmaatregelen in acht worden
genomen. Laat een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur het
voorspannersysteem veilig opruimen
of een auto uitgerust met een
voorspannersysteem slopen.
2-26
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem