Page 577 of 657

1. Verwijder het accudeksel.
2. Controleer of de hulpaccu 12 V is en of
de negatieve pool daarvan met de
massa verbonden is.
3. Indien de hulpaccu zich in een andere
auto bevindt, mogen beide auto's elkaar
niet raken. Zet de motor van de auto
met de hulpaccu stop en schakel alle
niet noodzakelijke elektrische
verbruikers in beide auto's uit.
4. Sluit de hulpstartkabels in precies
dezelfde volgorde aan zoals is
aangegeven in de illustratie.
lSluit het ene uiteinde van een
hulpstartkabel aan op de positieve
pool van de uitgeputte accu (1).
lSluit het andere uiteinde aan op de
positieve pool van de hulpaccu (2).
lSluit het ene uiteinde van de andere
hulpstartkabel aan op de negatieve
pool van de hulpaccu (3).
lSluit het andere uiteinde aan op het
massapunt aangegeven in de
illustratie op afstand van de
uitgeputte accu (4).5. Start de motor van de auto waarin zich
de hulpaccu bevindt en laat de motor
gedurende enkele minuten draaien.
Start vervolgens de motor van de auto
met de uitgeputte accu.
6. Maak wanneer u gereed bent de kabels
voorzichtig los, in de omgekeerde
volgorde als beschreven in de
illustratie.
7. Als het accudeksel verwijderd is, dit in
omgekeerde volgorde van verwijderen
monteren.
OPMERKING
Controleer of de deksels stevig op hun
plaats zijn aangebracht.
Als er zich een probleem voordoet
Accu is uitgeput
7-27
Page 578 of 657

Starten van een verzopen
motor (SKYACTIV-G 2.0
en SKYACTIV-G 2.5)
Indien de motor weigert te starten, bestaat
de kans dat deze is“verzopen”(motor
heeft een overmaat aan brandstof
toegevoerd gekregen).
Volg onderstaande procedure:
1. Als de motor bij de eerste poging
binnen vijf seconden niet start, tien
seconden wachten en opnieuw
proberen.
2. Zorg er voor dat de handrem
aangetrokken is.
3. Druk het gaspedaal volledig in en houd
dit ingedrukt.
4. Trap het koppelingspedaal
(handgeschakelde versnellingsbak) of
het rempedaal (automatische
transmissie) in en druk vervolgens de
startdrukknop in. Indien de motor start,
het gaspedaal onmiddellijk loslaten
aangezien het motortoerental dan
plotseling zal toenemen.
5. Indien de motor weigert te starten, deze
proberen te starten zonder het
gaspedaal in te drukken.
Als de motor na het volgen van
bovenstaande procedure nog steeds niet
start, uw auto laten inspecteren door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.
Starten door aanduwen
Uw Mazda niet door aanduwen proberen
te starten.
WAARSCHUWING
Nooit een auto door aanslepen
proberen te starten:
Het starten van een auto door
aanslepen is gevaarlijk. Wanneer de
motor start, kan de aangesleepte auto
plotseling naar voren schieten,
waardoor de twee auto's met elkaar in
botsing kunnen komen. De inzittenden
kunnen daarbij letsel oplopen.
OPGELET
Een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak mag niet door
aanduwen gestart worden. Hierdoor kan
het uitlaatgasreinigingssysteem
beschadigd worden.
OPMERKING
Een auto met een automatische
transmissie kan niet door aanduwen
gestart worden.
7-28
Als er zich een probleem voordoet
Starten in noodgevallen
Page 579 of 657
Leegraken van de
brandstoftank
(SKYACTIV-D 2.2)
OPGELET
Probeer de motor niet langer dan
telkens 30 seconden achtereen te
starten. Dit om schade aan de
startmotor te voorkomen. Indien de
motor weigert te starten, ongeveer 10
seconden wachten alvorens opnieuw te
proberen.
Als de brandstoftank van uw auto is
leeggeraakt, tenminste 10 liter brandstof
bijvullen en de motor opnieuw proberen
te starten. Aangezien er lucht in de
brandstofleidingen kan terecht komen
wanneer de brandstoftank van uw wagen
leegraakt, bestaat de kans dat het langer
duurt voordat uw motor weer start. Als de
motor de eerste keer niet start, probeer het
dan nog een paar maal. Als de motor dan
nog steeds niet wil starten, contact
opnemen met een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur.
Als er zich een probleem voordoet
Starten in noodgevallen
7-29
Page 580 of 657

Oververhitting
Indien het waarschuwingslampje voor
hoge motorkoelvloeistoftemperatuur gaat
branden, de auto vermogen verliest of u
een luid tikkend of pingelend geluid
hoort, is de motor waarschijnlijk
oververhit.
WAARSCHUWING
Zet het contact uit en let er op dat
de ventilator niet draait alvorens te
proberen in de buurt van de
koelventilator te werken:
Werken in de buurt van de
koelventilator wanneer deze draait is
gevaarlijk. Als de motor is stopgezet en
de temperatuur in de motorruimte
hoog is, kan de ventilator gedurende
onbepaalde tijd blijven draaien. U zou
door de ventilator ernstige
verwondingen kunnen oplopen.
Geen van de
koelsysteemdoppen verwijderen
wanneer de motor en de radiateur heet
zijn:
Wanneer de motor en de radiateur
heet zijn, kan kokend hete
koelvloeistof en stoom onder druk
naar buiten spuiten en ernstig letsel
veroorzaken.
WAARSCHUWING
De motorkap UITSLUITEND openen
nadat er geen stoom meer uit de
motorruimte komt:
Stoom van een oververhitte motor is
gevaarlijk. De ontsnappende stoom
kan ernstige brandwonden
veroorzaken.
Als het waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur gaat
branden:
1. Rijd naar de kant van de weg en breng
de auto op een veilige plaats tot
stilstand.
2. Schakel bij een automatische
transmissie in stand P (parkeren) of
schakel bij een handgeschakelde
versnellingsbak in de neutraalstand.
3. Trek de handrem aan.
4. Schakel de airconditioning uit.
5. Controleer of er koelvloeistof of stoom
uit de motorruimte ontsnapt.
Als er stoom uit de motorruimte
komt:
Niet te dicht in de buurt van de
voorzijde van de auto komen. Zet de
motor stop.
Wacht totdat er geen stoom meer naar
buiten komt, open vervolgens de
motorkap en start de motor.
Indien er geen kokende koelvloeistof
of stoom naar buiten komt:
De motorkap openen en de motor
stationair laten draaien om deze
geleidelijk te laten afkoelen.
7-30
Als er zich een probleem voordoet
Oververhitting
Page 581 of 657

OPGELET
Als de koelventilator niet functioneert
terwijl de motor draait, zal de
motortemperatuur toenemen. Zet de
motor stop en neem contact op met een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.
6. Controleer of de koelventilator draait
en zet vervolgens de motor stop nadat
de temperatuur gedaald is.
7. Controleer nadat de motor is afgekoeld
het niveau van de koelvloeistof.
Als het niveau laag is, kijken of er
lekkages van koelvloeistof zijn bij de
radiateur en de slangen.
Als u een lekkage of andere
beschadiging aantreft of als er nog
steeds koelvloeistof naar buiten lekt:
Zet de motor stop en neem contact op met
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur.
SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5
Dop van koelsysteem
Koelvloeistofreservoir
Koelventilator
SKYACTIV-D 2.2
Dop van koelsysteem
Koelvloeistofreservoir
Koelventilator
Als u geen problemen aantreft, de
motor afgekoeld is en er geen tekenen
van lekkage zijn:
Vul voorzichtig koelvloeistof bij al
naargelang vereist (pagina 6-29).
OPGELET
Indien de motor oververhit blijft of
regelmatig oververhit raakt, dient u het
koelsysteem te laten inspecteren. Als er
in dat geval geen reparatie wordt
uitgevoerd, kan de motor ernstig
beschadigd raken. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.
Als er zich een probleem voordoet
Oververhitting
7-31
Page 582 of 657

Sleepmethoden
Indien slepen noodzakelijk is, wordt het
aanbevolen dit aan een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur of aan een erkend
sleepbedrijf over te laten.
Om beschadiging van de auto te
voorkomen, is het van belang dat de juiste
takel- en sleepmethoden gebruikt worden.
In het bijzonder bij het slepen van een
4WD voertuig waarbij alle wielen
aangesloten zijn op het aandrijfaggregaat,
is het juiste vervoer van de auto absoluut
van groot belang om beschadiging van het
aandrijfsysteem te voorkomen. Daarbij
dient men de wettelijke bepalingen
omtrent het slepen van auto's in acht te
nemen.
Wieldollies
Een 2WD auto die gesleept wordt dient
met de aangedreven wielen (voorwielen)
omhoog getakeld voortgetrokken te
worden. Indien dit door buitengewoon
grote schade aan de auto niet mogelijk is,
dienen wieldollies gebruikt te worden.
Ontspan de handrem bij het slepen van
een auto met 2WD met de achterwielen
op de grond.Een auto met 4WD welke gesleept wordt
dient met alle vier wielen van de grond af
gesleept te worden.
WAARSCHUWING
Sleep een auto met 4WD steeds met
alle vier wielen van de grond af:
Het slepen van een auto met 4WD met
de voorwielen of de achterwielen op de
grond is gevaarlijk, aangezien het
aandrijfaggregaat daardoor
beschadigd kan raken of de auto van
de takelwagen kan wegdraaien en een
ongeluk veroorzaken. Als het
aandrijfaggregaat beschadigd is, de
auto op een platte takelwagen
vervoeren.
7-32
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
Page 583 of 657

OPGELET
lDe auto nooit in achterwaartse
richting slepen met de aangedreven
wielen op de grond. Dit kan interne
beschadiging van de transmissie
veroorzaken.
lDe auto niet slepen met behulp van
een vrijdragend takelsysteem.
Hierdoor kan uw auto beschadigd
worden. Maak steeds gebruik van
wieldollies of van een
takeltransportvoertuig.
Als in een noodgeval geen sleepdienst
beschikbaar is, mag de auto met alle vier
wielen op de grond gesleept worden met
behulp van de sleephaak aan de voorzijde
van de auto.
De auto mag alleen gesleept worden op
een verhard wegdek over een korte
afstand en met lage snelheid.
OPGELET
Volg onderstaande instrukties wanneer
u de auto met alle vier wielen op de
grond gaat slepen.
1. Schakel over naar neutraal
(handgeschakelde versnellingsbak)
of naar stand N (automatische
transmissie).
2. Zet het contact op ACC.
3. Ontspan de handrem.
U dient er rekening mee te houden dat
de rembekrachtiging en de
stuurbekrachtiging niet zullen
functioneren wanneer de motor niet
draait.
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
7-33
Page 584 of 657

Sleephaken
OPGELET
lHet sleepoog dient gebruikt te
worden in noodsituaties,
(bijvoorbeeld, bij het uit sneeuw of
uit een greppel trekken van de auto).
lWanneer de sleepogen gebruikt
worden, dient men steeds in een
rechte lijn ten opzichte van het
sleepoog aan de kabel of ketting te
trekken. Nooit kracht in zijdelingse
richting uitoefenen.
OPMERKING
Bij het slepen met een ketting of een
sleepkabel, de ketting of de sleepkabel
vlak bij de bumper met een lap
omwikkelen om beschadiging van de
bumper te voorkomen.
qSleephaken
1. Verwijder het sleepoog en de
wielmoersleutel uit de bagageruimte
(pagina 7-4).
2. Omwikkel een schroevendraaier met
plat uiteinde of soortgelijk gereedschap
met een zachte doek om beschadiging
van de laklaag van de bumper te
voorkomen en open het kapje in de
voorbumper of achterbumper.Voor
Achter
OPGELET
Niet forceren, aangezien anders het
kapje of de laklaag van de bumper
beschadigd kan raken.
OPMERKING
Verwijder het kapje volledig en berg dit
op zodat het niet verloren raakt.
3. Het sleepoog stevig bevestigen met
behulp van de wielmoersleutel of een
soortgelijk gereedschap.
Raadpleeg een officiële Mazda dealer.
7-34
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen