Page 569 of 657
2. Draai de wielmoeren los door ze
beurtelings één slag linksom te draaien.
Echter geen van de wielmoeren
verwijderen totdat de band van de
grond gekrikt is.
3. Plaats de krik op de grond.
4. Draai de krikschroef in de richting
aangegeven in de afbeelding en stel de
krikkop af dichtbij het kriksteunpunt.
Krikkop
5. Plaats de krik onder het kriksteunpunt
dat zich het dichtste bij de te
verwisselen band bevindt met de
krikkop recht onder het kriksteunpunt.
Kriksteunpunt
6. Ga door met het geleidelijk omhoog
brengen van de krikkop door de
schroef met uw hand te draaien totdat
de krikkop in het kriksteunpunt grijpt.
Wielblokken
Kriksteunpunt
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
7-19
Page 570 of 657

WAARSCHUWING
Gebruik uitsluitend de
kriksteunpunten aan de voor- en
achterzijde die in deze handleiding
worden aanbevolen:
Het is gevaarlijk de auto op te krikken
bij andere kriksteunpunten dan die
welke in deze handleiding worden
aanbevolen. De auto kan van de krik
glijden en iemand ernstig letsel
mogelijk met dodelijke afloop
toebrengen. Gebruik uitsluitend de
kriksteunpunten aan de voor- en
achterzijde die in deze handleiding
worden aanbevolen.
De auto niet opkrikken op een andere
plaats dan bij het aangewezen
kriksteunpunt en plaats geen
voorwerpen op of onder de krik:
Het opkrikken van de auto op een
andere plaats dan het aangewezen
kriksteunpunt of het plaatsen van
voorwerpen op of onder de krik is
gevaarlijk aangezien de carrosserie
kan vervormen of de auto van de krik
kan glijden wat een ongeluk kan
veroorzaken.
Maak uitsluitend gebruik van de bij
uw Mazda geleverde krik:
Het is gevaarlijk wanneer een krik
wordt gebruikt die voor uw Mazda niet
bestemd is. Het is mogelijk dat de auto
dan van de krik glijdt en iemand
ernstig letsel toebrengt.
WAARSCHUWING
Nooit voorwerpen onder de krik
plaatsen:
Het opkrikken van een auto door een
voorwerp onder de krik te plaatsen is
gevaarlijk. De krik kan wegglijden en
iemand kan door de krik of de
vallende auto ernstig letsel toegebracht
worden.
7. Haak de krikslinger vast en bevestig de
wielmoersleutel aan de wielkrik.
7-20
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
Page 571 of 657

8. Draai de krikhendel rechtsom en krik
de auto zodanig omhoog dat het
reservewiel gemonteerd kan worden.
Controleer alvorens de wielmoeren te
verwijderen of uw Mazda stabiel is en
er geen kans is dat deze van de krik
kan glijden.
WAARSCHUWING
De auto niet hoger opkrikken dan
noodzakelijk:
Het hoger opkrikken van de auto dan
noodzakelijk is gevaarlijk aangezien
dit de auto uit balans kan brengen wat
een ongeluk kan veroorzaken.
Wanneer de auto op de krik staat de
motor niet starten en de auto niet aan
het wankelen brengen:
Het starten van de motor of het aan
het wankelen brengen van de auto
wanneer deze op de krik staat is
gevaarlijk aangezien de auto hierdoor
van de krik kan glijden wat een
ongeluk kan veroorzaken.
Kruip nooit onder de auto wanneer
deze op de krik staat:
Het onder de auto kruipen wanneer
deze op de krik staat is gevaarlijk
aangezien dit ernstig of dodelijk letsel
kan veroorzaken in het geval de auto
van de krik zou glijden.
9. Verwijder de wielmoeren door deze
linksom te draaien en verwijder
vervolgens het wiel en de middendop.
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
7-21
Page 572 of 657

qMonteren van het reservewiel
1. Verwijder alle vuil en overige
verontreiniging van de
montagevlakken van het wiel, de naaf
en de naafbouten met behulp van een
doek.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de montagevlakken
van het wiel, de naaf en de wielmoeren
schoon zijn alvorens banden te
verwisselen of te vernieuwen:
Het is gevaarlijk wanneer bij het
verwisselen of vernieuwen van een
band vuil en overige verontreiniging
niet van de montagevlakken van het
wiel, de naaf en de wielbouten wordt
verwijderd. De wielmoeren kunnen
tijdens het rijden lostrillen, hetgeen
het verlies van een wiel gevolgd door
een ongeluk kan veroorzaken.
2. Breng het reservewiel op de plaats aan.3. Monteer de wielmoeren met de
afgeschuinde zijde naar binnen gericht;
draai ze vervolgens hand-vast.
WAARSCHUWING
Breng geen olie of vet op de
wielmoeren en bouten aan en trek de
wielmoeren niet verder dan het
voorgeschreven aantrekkoppel aan:
Het aanbrengen van olie en vet op
wielmoeren en bouten is gevaarlijk.
De wielmoeren kunnen tijdens het
rijden lostrillen, hetgeen het verlies
van een wiel gevolgd door een ongeluk
kan veroorzaken. Bovendien kunnen
wielmoeren en bouten beschadigd
worden wanneer deze meer dan
noodzakelijk aangetrokken worden.
7-22
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
Page 573 of 657

4. Draai de wielmoersleutel linksom en
laat de auto tot op de grond zakken.
Gebruik de wielmoersleutel om de
wielmoeren in de aangegeven volgorde
vast te draaien.
Indien u onzeker bent of de wielmoeren
voldoende strak aangetrokken zijn, dient u
ze te laten controleren door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.
Aantrekkoppel van wielmoeren
N·m (kgf·m) 108―147 (12―14)
WAARSCHUWING
De wielmoeren moeten daarom steeds
op correcte wijze stevig aangetrokken
worden:
Wielmoeren die onjuist of
onvoldoende zijn aangetrokken zijn
gevaarlijk. Het wiel kan gaan
slingeren of zelfs los raken. Hierdoor
kunt u de macht over het stuur
verliezen en een ernstig ongeluk
veroorzaken.
Let er op dat dezelfde moeren worden
gebruikt als die welke verwijderd
werden of vervang ze door metrische
moeren van dezelfde maat:
Aangezien de wielbouten en -moeren
op uw Mazda metrische schroefdraad
hebben, is het gebruik van niet-
metrische moeren gevaarlijk. Indien
een niet-metrische moer op een
metrische bout gemonteerd wordt, kan
het wiel niet stevig bevestigd worden
en zal de bout worden beschadigd.
5. Verwijder de wielblokken en berg het
gereedschap en de krik op.
6. Berg de beschadigde band in de
bagageruimte op.
7. Controleer de bandenspanning. Zie
Banden op pagina 9-10.
8. Laat de lekke band zo spoedig
mogelijk repareren of vervangen.
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
7-23
Page 574 of 657
WAARSCHUWING
Rijd nooit met banden waarvan de
bandenspanning niet juist is:
Het rijden met banden waarvan de
bandenspanning niet juist is, is
gevaarlijk. Banden met een onjuiste
bandenspanning kunnen de
wegligging nadelig beïnvloeden en een
ongeluk veroorzaken. Wanneer u de
bandenspanning van de normale
banden controleert, dit ook bij het
noodreservewiel controleren.
OPMERKING
Om te voorkomen dat de krik en de
gereedschapset tijdens het rijden gaan
rammelen, dienen deze op de juiste
wijze opgeborgen te worden.
7-24
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
Page 575 of 657

Starten met een hulpaccu
Starten met een hulpaccu kan gevaarlijk zijn wanneer dit niet op de juiste wijze gebeurt.
Volg daarom de procedure nauwkeurig op. Indien u hiermee niet vertrouwd bent, raden wij
u ten sterkste aan het starten van uw auto met een hulpaccu over te laten aan een
deskundige monteur of aan de wegenwacht.
WAARSCHUWING
Volg deze voorzorgsmaatregelen nauwkeurig op:
Lees voor een veilige en juiste behandeling van de accu onderstaande
voorzorgsmaatregelen nauwkeurig alvorens de accu te gebruiken of te inspecteren.
Laat de positieve () pool niet in aanraking komen met een ander metalen
voorwerp dat vonken kan veroorzaken:
Open vuur en vonken in de buurt van open accucellen zijn gevaarlijk. Waterstofgas
dat bij normaal gebruik van de accu wordt geproduceerd kan tot ontbranding komen
en de accu tot ontploffing brengen. Een ontploffende accu kan ernstige brandwonden
en letsel veroorzaken. Laat bij het werken in de buurt van een accu geen metalen
gereedschap in aanraking komen met de positieve (
) of negatieve () pool van de
accu.
Houd alle open vuur, zoals sigaretten en vonken, uit de buurt van open
accucellen:
Open vuur en vonken in de buurt van open accucellen zijn gevaarlijk. Waterstofgas
dat bij normaal gebruik van de accu wordt geproduceerd kan tot ontbranding komen
en de accu tot ontploffing brengen. Een ontploffende accu kan ernstige brandwonden
en letsel veroorzaken.
Nooit met een bevroren accu of met een accu met een laag vloeistofniveau via het
gebruik van een hulpaccu proberen te starten:
Proberen te starten met een hulpaccu wanneer de uitgeputte accu bevroren is of
wanneer het vloeistofniveau laag is, is gevaarlijk. De accu kan dan scheuren of tot
ontploffing komen, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken.
Als er zich een probleem voordoet
Accu is uitgeput
7-25
Page 576 of 657

WAARSCHUWING
Sluit de negatieve kabel aan op een geschikt massapunt op afstand van de accu:
Het aansluiten van het uiteinde van de tweede hulpstartkabel op de negatieve (
) pool
van de uitgeputte accu is gevaarlijk.
Het gas rondom de accu kan door een vonk tot ontploffing komen en iemand letsel
toebrengen.
Leid de hulpstartkabels op afstand van onderdelen die gaan bewegen:
Het aansluiten van een hulpstartkabel op of nabij bewegende onderdelen
(koelventilators, aandrijfriemen) is gevaarlijk. De kabel kan verstrikt raken wanneer
de motor start en ernstig letsel veroorzaken.
OPGELET
Gebruik uitsluitend een 12 V hulpstartsysteem. Een 12 V startmotor, ontstekingssysteem
en overige elektrische onderdelen kunnen onherstelbaar beschadigd worden, wanneer er
gebruik gemaakt wordt van een 24 V stroomvoorziening (twee 12 V accu's in serie of
een 24 V motorgenerator).
Sluit de kabels aan in numerieke volgorde en maak ze in tegenovergestelde
volgorde los.
Hulpstartkabels
Hulpaccu
Uitgeputte accu
7-26
Als er zich een probleem voordoet
Accu is uitgeput