(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie, behalve
Europese modellen)
Er wordt eenmaal een pieptoon gegeven.
OPMERKING
lDe portieren en de achterklep
kunnen niet vergrendeld worden
door het indrukken van de
vergrendeltoets wanneer een van de
portieren of de achterklep geopend
is. De
waarschuwingsknipperlichten
zullen eveneens niet knipperen.
lWanneer de sleutel uit de auto wordt
verwijderd, alle portieren gesloten
worden en de LOCK toets op de
sleutel wordt ingedrukt terwijl de i-
stop functie in werking is (motor is
stopgezet), zal de startdrukknop OFF
geschakeld worden en zullen alle
portieren vergrendeld worden
(stuurwiel wordt eveneens
vergrendeld).
lControleer of na het indrukken van
de toets alle portieren en de
achterklep vergrendeld zijn.
l(Met dubbel
portiervergrendelingssysteem)
Door de vergrendeltoets binnen 3
seconden tweemaal in te drukken
wordt het dubbel
portiervergrendelingssysteem
geactiveerd. Zie Dubbel
portiervergrendelingssysteem op
pagina 3-14.
OPMERKING
l(Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
Wanneer de portieren vergrendeld
worden door het indrukken van de
vergrendeltoets op de sleutel terwijl
het anti-diefstalbeveiligingssysteem
in staat van paraatheid is, zullen de
waarschuwingsknipperlichteneenmaal
knipperen om aan te geven dat het
systeem in staat van paraatheid is.
Ontgrendeltoets
Druk voor het ontgrendelen van de
portieren en de achterklep op de
ontgrendeltoets en de
waarschuwingsknipperlichtenzullen
tweemaal knipperen.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie, behalve
Europese modellen)
Er wordt tweemaal een pieptoon gegeven.
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
3-7
OPMERKING
4. Voer een van onderstaande
handelingen uit om de verandering
van de instelling te voltooien:
lZet het contact op ACC of ON.lSluit het bestuurdersportier.lOpen de achterklep.lDe sleutel wordt gedurende 10
seconden niet bediend.
lDruk op een willekeurige toets
behalve de LOCK toets op de
sleutel.
lEen verzoekschakelaar wordt
ingedrukt.
l(Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
De
waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid is gebracht of
uitgeschakeld wordt.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Europese modellen) op pagina 3-51.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Behalve Europese modellen) op
pagina 3-56.
l(Met dubbel
portiervergrendelingssysteem)
Door de verzoekschakelaar binnen 3
seconden tweemaal in te drukken
wordt het dubbel
portiervergrendelingssysteem
geactiveerd. Zie Dubbel
portiervergrendelingssysteem op
pagina 3-14.
OPMERKING
lDe instelling kan zodanig veranderd
worden dat de portieren en de
achterklep automatisch vergrendeld
worden zonder de verzoekschakelaar
in te drukken.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-13.
(Automatische vergrendelfunctie)
Er wordt een zoemtoon gegeven
wanneer alle portieren en de
achterklep gesloten worden en u de
geavanceerde sleutel bij u hebt. Alle
portieren en de achterklep worden na
ongeveer drie seconden automatisch
vergrendeld wanneer de
geavanceerde sleutel buiten het
werkingsbereik is. Ook zullen de
waarschuwingsknipperlichteneenmaal
knipperen. (Ook als de bestuurder
zich binnen het werkingsbereik
bevindt, zullen alle portieren en de
achterklep automatisch na ongeveer
30 seconden vergrendeld worden.)
Als u zich buiten het werkingsbereik
bevindt alvorens de portieren en de
achterklep volledig gesloten zijn of
een andere sleutel in de auto is
achtergelaten, zal de automatische
vergrendelfunctie niet functioneren.
Zorg er altijd voor dat alle portieren
en de achterklep gesloten en
vergrendeld zijn alvorens de auto
achter te laten. De elektrisch
bediende ruiten worden niet door de
automatische vergrendelfunctie
gesloten.
3-18
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten