Page 121 of 646

WAARSCHUWING!(Vervolg)
een lichaamsdeel van een kind of een
andere passagier klem komt te zitten
tussen de zijruit, het schuifdak of het
panoramadak.
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren
Gebruik van de schakelaar van de
centrale vergrendeling
1. Vergrendelen van alle portieren
2. Ontgrendelen van alle portieren
Gebruik van de vergrendelknoppen aan
de binnenzijde van de portieren
1. Vergrendelen van het portier
2. Ontgrendelen van het portier
De voorportieren kunnen worden
geopend door aan de portiergrepen
aan de binnenzijde te trekken, ook al
staan de vergrendelknoppen in de
stand vergrendeld.Vergrendelen van de voorportieren van
buitenaf zonder gebruik te maken van
een sleutel
1. Zet de vergrendelknop aan de
binnenzijde in de vergrendelde stand.
2. Sluit het portier met de portiergreep
uitgetrokken.
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop
Het portier kan niet worden vergrendeld
als de sleutel zich in het contactslot
bevindt.
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop
Het portier kan niet worden vergrendeld
als het contact in stand ACC of AAN staat,
of als de elektronische sleutel zich in de
auto bevindt.
Afhankelijk van de positie van de elektroni-
sche sleutel, wordt de sleutel mogelijk niet
door het systeem gesignaleerd, waardoor
het portier wellicht vergrendeld wordt.
Waarschuwingszoemer open
portier/achterklep
Als de rijsnelheid 5 km/h wordt, klinkt er
een zoemer om aan te geven dat een
portier of de achterklep niet goed is
gesloten. Het geopende portier of de
openstaande achterklep wordt
weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Wanneer alle portieren zijn vergrendeld
met de instapfunctie (auto's met Smart
entry-systeem, startknop en
instapfunctie), afstandsbediening of
sleutel
• De portieren kunnen niet met de
schakelaar centrale vergrendeling
worden ontgrendeld.
• De schakelaar centrale vergrendeling
kan worden gereset door
ontgrendeling van alle portieren met
de instapfunctie (auto's met Smart
entry-systeem, startknop en
instapfunctie), afstandsbediening of
sleutel.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
119
3
Voordat u gaat rijden
Page 122 of 646

Kindersloten achterportieren
Het portier kan niet vanaf de binnenzijde
van de auto worden geopend wanneer
het kinderslot is geactiveerd.
1. Ontgrendelen
2. Vergrendelen
Hierdoor wordt voorkomen dat kinderen
per ongeluk de achterportieren openen.
Druk de schakelaars op beide
achterportieren naar beneden om de
kindersloten te activeren.
Automatische vergrendel- en
ontgrendelsystemen van de portieren
De volgende functies kunnen worden in-
of uitgeschakeld:
Raadpleeg blz. 474 voor instructies voor
het aanpassen aan de persoonlijke
voorkeur.
Functie Bediening
Functie koppeling
van rijsnelheid aan
portiervergrende-
lingAlle portieren wor-
den automatisch
vergrendeld wan-
neer de rijsnelheid
ongeveer 20 km/h
of hoger is.
Functie Bediening
Functie koppeling
van stand selectie-
hendel aan portier-
vergrendeling (au-
to's met
automatische
transmissie of Mul-
tidrive CVT)Alle portieren wor-
den automatisch
vergrendeld wan-
neer de selectie-
hendel in een an-
dere stand dan
stand P wordt ge-
zet.
Functie koppeling
van stand selectie-
hendel aan portier-
ontgrendeling (au-
to's met
automatische
transmissie of Mul-
tidrive CVT)Alle portieren wor-
den automatisch
ontgrendeld wan-
neer de selectie-
hendel in stand P
wordt gezet.
Functie koppeling
portierontgrende-
ling aan bestuur-
dersportierAlle portieren wor-
den automatisch
ontgrendeld als het
bestuurdersportier
wordt geopend bin-
nen ongeveer
45 seconden nadat
het contact UIT is
gezet.
3.2.2 Achterklep
De achterklep kan als volgt worden
vergrendeld/ontgrendeld en
geopend/gesloten.
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Voordat u gaat rijden
• Controleer of de achterklep volledig
gesloten is. Als de achterklep niet
volledig is gesloten, kan deze tijdens
het rijden onverwacht opengaan en
objecten raken en kunnen er
voorwerpen of bagage uit de
bagageruimte vallen, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
120
Page 123 of 646

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Laat kinderen niet in de
bagageruimte spelen. Als een kind
per ongeluk in de bagageruimte
wordt opgesloten, kan het bevangen
worden door de hitte of
verwondingen oplopen.
• Laat kinderen de achterklep niet
openen of sluiten. De achterklep kan
mogelijk onverwachts in beweging
komen of er kan een lichaamsdeel
bekneld raken.
Belangrijke punten tijdens het rijden
• Zorg ervoor dat de achterklep tijdens
het rijden gesloten is. Als de
achterklep open blijft, kan deze
tijdens het rijden voorwerpen raken
of kan er bagage uit de bagageruimte
vallen, waardoor een ongeval kan
ontstaan.
• Sta nooit toe dat er personen in de
bagageruimte meerijden. Bij
plotseling remmen, een plotselinge
uitwijkmanoeuvre of een aanrijding
lopen ze eerder dodelijk of ernstig
letsel op.
Achterklepgrepen
Hang geen objecten aan de
achterklepgrepen. Als er een object aan
wordt gehangen, kan de achterklep
plotseling dichtvallen, waardoor
lichaamsdelen bekneld kunnen raken,
hetgeen dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg kan hebben.
Bedienen van de achterklep
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden
dat lichaamsdelen bekneld raken, met
dodelijk of ernstig letsel tot gevolg.
• Verwijder sneeuw en ijs van de
achterklep voordat u deze opent. Als
u dat niet doet, kan de achterklep na
het openen plotseling weer
dichtvallen.
• Controleer voordat u de achterklep
opent of sluit zorgvuldig of de
omgeving veilig is.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Zorg er als er iemand dichtbij staat
voor dat deze persoon veilig is en
meld dat u de achterklep gaat
openen of sluiten.
• Wees voorzichtig bij het openen en
sluiten van de achterklep bij sterke
wind, aangezien de achterklep als
gevolg van sterke wind plotseling
kan bewegen.
• Auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep: Als de achterklep niet
helemaal wordt geopend, kan deze
plotseling dichtvallen. Op een helling
is het moeilijker om de achterklep te
openen of te sluiten dan op een
horizontale ondergrond. Let dus op
dat de achterklep niet plotseling
vanzelf open- of dichtgaat.
Controleer voordat u de
bagageruimte gebruikt of de
achterklep volledig geopend en veilig
is.
• Auto's met elektrisch bedienbare
achterklep: Als de achterklep niet
helemaal wordt geopend, kan deze
op een steile helling plotseling
dichtvallen. Controleer voordat u de
bagageruimte gebruikt of de
achterklep niet dicht kan vallen.
• Let bij het sluiten van de achterklep
goed op dat er geen vingers, enz.
bekneld raken.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
121
3
Voordat u gaat rijden
Page 124 of 646

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep: Controleer na het sluiten
van de achterklep altijd of deze goed
gesloten is door er even op te
drukken. Als de achterklepgreep
wordt gebruikt om de achterklep
volledig te sluiten, kunnen uw
handen of armen bekneld raken.
• Trek nooit aan de steun van de
achterklepgasdemper (auto's zonder
elektrisch bedienbare achterklep)
(→blz. 124) of aan de
achterklepspindel (auto's met
elektrisch bedienbare achterklep)
(→blz. 132) om de achterklep te
sluiten en hang niets aan de steun
van de achterklepgasdemper (auto's
zonder elektrisch bedienbare
achterklep) of aan de
achterklepspindel (auto's met
elektrisch bedienbare achterklep).
Als dat wel gebeurt, kunnen uw
handen bekneld raken of kan de
steun van de achterklepgasdemper
(auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep) of de achterklepspindel
(auto's met elektrisch bedienbare
achterklep) afbreken, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep: Als er op de achterklep
een fietsendrager of een
vergelijkbaar zwaar onderdeel
gemonteerd is, kan de achterklep na
het openen plotseling dichtvallen
waardoor lichaamsdelen bekneld
kunnen raken en letsel kan
optreden. Wij raden u aan om
originele Toyota-onderdelen te
gebruiken wanneer u accessoires op
de achterklep wilt monteren.
Van buitenaf vergrendelen en
ontgrendelen van de achterklep
Gebruik van de instapfunctie (auto's met
Smart entry-systeem, startknop en
instapfunctie)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u
hebt om deze functie in te kunnen
schakelen.
1. Ontgrendelen van alle portieren
De portieren en de achterklep kunnen
gedurende 3 seconden na het
vergrendelen niet worden
ontgrendeld.
2. Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Met de afstandsbediening
→Blz. 114
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
122
Page 125 of 646

Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om
aan te geven dat de portieren zijn
vergrendeld/ontgrendeld met behulp van
de instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening. (Vergrendeld:
eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)
Beveiligingsfunctie
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden
na het ontgrendelen van de auto met de
afstandsbediening een portier wordt
geopend, zorgt de beveiligingsfunctie
ervoor dat de auto weer automatisch
wordt vergrendeld.
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden
na het ontgrendelen van de auto met de
instapfunctie of de afstandsbediening
een portier wordt geopend, zorgt de
beveiligingsfunctie ervoor dat de auto
weer automatisch wordt vergrendeld.
(Afhankelijk van de locatie van de
elektronische sleutel wordt echter
mogelijk vastgesteld dat de sleutel in de
auto is. In dit geval blijft de auto mogelijk
ontgrendeld.)
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de achterklep
Gebruik van de schakelaar van de
centrale vergrendeling
→Blz. 119Openen en sluiten van de achterklep
(auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep)
Openen
Trek de achterklep omhoog terwijl u op de
schakelaar achterklep openen drukt.
Sluiten
Laat de achterklep zakken met behulp
van de achterklepgreep
Aen druk de
achterklep van buitenaf naar beneden om
deze te sluiten.
Let op dat de achterklep bij het sluiten
ervan met de handgreep niet opzij wordt
getrokken.
Bagageruimteverlichting
• De bagageruimteverlichting gaat
branden als de achterklep wordt
geopend.
• Als het contact UIT wordt gezet, gaat
de verlichting na 20 minuten
automatisch uit.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
123
3
Voordat u gaat rijden
Page 126 of 646

Indien het openingssysteem van de
achterklep niet werkt
De achterklep kan van binnenuit worden
ontgrendeld.
1. Verwijder het kapje.
Omwikkel het uiteinde van de
schroevendraaier met een doek om
schade te voorkomen.
2. Draai de schroef iets los.
3. Draai het kapje.4. Beweeg de hendel.
5. Plaatsen: Herhaal de genoemde
stappen in omgekeerde volgorde.
Waarschuwingszoemer open
portier/achterklep
→Blz. 119
OPMERKING
Steunen achterklepgasdempers
De achterklep is voorzien van
gasdempers die de achterklep op zijn
plaats houden. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Anders
kunnen de achterklepgasdempers
beschadigd raken, waardoor deze niet
meer werken.
• Bevestig nooit stickers, kunststoffolie,
zelfklevende voorwerpen, enz. aan de
gasdemper.
• Raak de binnenpoot van de gasde-
mper nooit aan met handschoenen of
andere stoffen voorwerpen.
• Bevestig alleen originele Toyota-
accessoires aan de achterklep.
• Plaats nooit uw handen op de
gasdemper en oefen er geen
zijdelingse krachten op uit.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
124
Page 127 of 646

Openen en sluiten van de achterklep
(auto's met elektrisch bedienbare
achterklep)
Met de afstandsbediening
Houd de schakelaar ingedrukt.
De elektrisch bedienbare achterklep
wordt automatisch geopend/gesloten.
Ontgrendel de achterklep voordat u hem
bedient.
Druk op de schakelaar terwijl de
elektrisch bedienbare achterklep wordt
geopend/gesloten om de beweging te
stoppen. Wanneer de schakelaar
nogmaals ingedrukt wordt gehouden
terwijl de beweging is gestopt, beweegt
de achterklep in tegenovergestelde
richting.
Gebruik van de toets elektrisch
bedienbare achterklep op het dashboard
Houd de schakelaar ingedrukt.
De elektrisch bedienbare achterklep
wordt automatisch geopend/gesloten.
Ontgrendel de achterklep voordat u hem
bedient.
Druk op de schakelaar terwijl de
elektrisch bedienbare achterklep wordt
geopend/gesloten om de beweging te
stoppen. Wanneer de schakelaar
nogmaals ingedrukt wordt gehouden
terwijl de beweging is gestopt, beweegt
de achterklep in tegenovergestelde
richting.Gebruik van de schakelaar achterklep
openen
Wanneer de achterklep ontgrendeld is:
druk op de ontgrendelschakelaar van de
achterklep.
Wanneer de achterklep vergrendeld is:
houd terwijl u de elektronische sleutel bij
u draagt de schakelaar achterklep openen
ingedrukt.
De elektrisch bedienbare achterklep
wordt automatisch geopend.
Druk op de schakelaar terwijl de
elektrisch bedienbare achterklep wordt
geopend/gesloten om de beweging te
stoppen.
Gebruik van de schakelaar elektrisch
bedienbare achterklep op de achterklep
Druk op de schakelaar.
De elektrisch bedienbare achterklep
wordt automatisch gesloten.
Door op de schakelaar te drukken terwijl
de elektrisch bedienbare achterklep
wordt bediend, stopt de achterklep met
bewegen. Wanneer de schakelaar
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
125
3
Voordat u gaat rijden
Page 128 of 646

nogmaals wordt ingedrukt terwijl de
beweging is gestopt, beweegt de
achterklep in tegenovergestelde richting.
Gebruik van de achterklepgrepen
Laat de achterklep zakken met behulp
van de achterklepgreep
A.
De bekrachtigingsfunctie van de
achterklep (→blz. 128) wordt geactiveerd
en de elektrisch bedienbare achterklep
sluit verder automatisch.
Gebruik van de sensor regeling
voetbediening (auto's met handsfree
elektrisch bedienbare achterklep)
De handsfree elektrisch bedienbare
achterklep maakt het automatisch
openen en sluiten van de elektrisch
bedienbare achterklep mogelijk door uw
voet onder het midden van de
achterbumper te plaatsen en hem van de
achterbumper vandaan te bewegen. Zorg
ervoor dat voor het bedienen van de
handsfree elektrisch bedienbare
achterklep het contact UIT staat, de
handsfree-functie van de elektrischbedienbare achterklep is ingeschakeld
(→blz. 94) en dat u een elektronische
sleutel bij u draagt.
1. Zorg ervoor dat u zich, met de
elektronische sleutel op zak, binnen
het detectiebereik van het Smart
entry-systeem met startknop bevindt,
op ongeveer 30 tot 50 cm van de
achterbumper.
ASensor regeling voetbediening
BDetectiegebied voor werking
handsfree elektrisch bedienbare
achterklep
CDetectiegebied voor werking
Smart entry-systeem met
startknop (→blz. 135)
2. Bedien de achterklep met een
voetbeweging door uw voet tot 10 cm
onder de achterbumper te bewegen
en vervolgens weer terug te trekken.
• Voer deze volledige beweging
binnen 1 seconde uit.
• De achterklep zal niet in werking
treden zolang er een voet wordt
gesignaleerd onder de
achterbumper.
• Raak bij het gebruik van de
handsfree functie van de elektrisch
bedienbare achterklep de
achterbumper niet aan.
•
Als er zich in het passagierscompa-
rtiment of de bagageruimte een
andere elektronische sleutel bevindt,
duurt het mogelijk iets langer dan
normaal voordat de achterklep in
werking treedt.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
126