Page 1 of 646
Page 2 of 646
Toyota Motor Europe NV/SA Address: Avenue du bourget
60 –1140 Brussels, Belgium
2015 TOYOTA MOTOR CORPORATION All rights
reserved. This material may not be reproduced or copied, in
whole or in part, without the written permission of Toyota
Motor Corportation
Page 3 of 646
OVERZICHT MET
AFBEELDINGEN
1Veiligheid en
beveiliging
2Voertuigstatus-
informatie en
controlelampjes
3Voordat u gaat
rijden
4Rijden
5Voorzieningen in
het interieur
6Onderhoud en
verzorging
7Bij problemen
8Voertuig-
specificaties
9Index
Zoeken op afbeelding
Zorg ervoor dat u dit leest
(Belangrijkste onderwerpen: kinderzitje, antidiefstalsysteem)
Lezen van rijgerelateerde informatie (Belangrijkste
onderwerpen: tellers, multi-informatiedisplay)
Openen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen
vóór het rijden
Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten
worden opgevolgd
Bedienen van het audiosysteem
Gebruik van de voorzieningen in het interieur
De zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
Informatie over wat u moet doen bij een storing en
noodgeval
Voertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen
Zoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
RAV4
PZ49X-9A574-NL
L/O 03/10/2022
Page 4 of 646

Ter informatie....................5
Over deze handleiding ...............7
Zoekmethoden ....................8
Overzicht .......................9
1.Veiligheid en beveiliging
1.1 Voor een veilig gebruik ............18
1.1.1 Voordat u gaat rijden .........18
1.1.2 Veilig rijden ..............19
1.1.3 Veiligheidsgordels ..........20
1.1.4 Airbags .................24
1.1.5 Belangrijke voorzorgsmaatregelen in verband met uitlaatgassen .....32
1.2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen . 33 1.2.1 Aan/uit-schakelaar airbag
*.....33
1.2.2 Rijden met kinderen in de auto . . . 34
1.2.3 Baby- en kinderzitjes .........35
1.3 Noodoproep ..................48
1.3.1 eCall
*1, 2................48
1.3.2 ERA-GLONASS/EVAK*1, 2, 3.....57
1.4 Antidiefstalsysteem .............60
1.4.1Startblokkering ............60
1.4.2 Supervergrendeling
*.........61
1.4.3 Alarm*.................61 2.
Voertuigstatusinformatie en
controlelampjes
2.1 Instrumentenpaneel .............68
2.1.1 Waarschuwingslampjes en controlelampjes ............68
2.1.2 Meters en tellers (4,2 inch display) . 75
2.1.3 Meters en tellers (7 inch display) . . 79
2.1.4 Meters en tellers (12,3 inch multi-informatiedisplay) ......84
2.1.5 Multi-informatiedisplay (4,2inchof7inchdisplay) ......88
2.1.6 Multi-informatiedisplay (12,3inchdisplay) ..........98
2.1.7 Informatie over brandstofverbruik ..........106
3. Voordat u gaat rijden
3.1Informatieoversleutels ..........110
3.1.1Sleutels ................110
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren ...................114
3.2.1Portieren ...............114
3.2.2 Achterklep ..............120
3.2.3 Smart entry-systeem met startknop
*..............135
3.3Verstellenvandestoelen .........140 3.3.1Voorstoelen .............140
3.3.2 Achterstoelen ............141
3.3.3 Ergonomisch geheugen
*......143
3.3.4 Hoofdsteunen ............145
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de spiegels ....................146
3.4.1 Stuurwiel ...............146
3.4.2 Binnenspiegel
*...........147
3.4.3 Digitale binnenspiegel*......148
3.4.4 Buitenspiegels ............156
3.5 Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak ...................158
3.5.1 Elektrisch bedienbare ruiten . . . 158
3.5.2 Schuifdak
*..............161
3.5.3 Panoramadak*............164
4. Rijden
4.1 Voordat u gaat rijden ............170
4.1.1Rijdenmetdeauto .........170
4.1.2 Lading en bagage ..........177
4.1.3 Rijden met een aanhangwagen (Azerbeidzjan, Georgië, Tadzjikistan,
Turkmenistan en Nieuw-
Caledonië) ..............178
4.1.4 Rijden met een aanhangwagen (behalve Azerbeidzjan, Georgië,
Tadzjikistan, Turkmenistan en
Nieuw-Caledonië) ..........178
4.2 Rijprocedures ................186
4.2.1 Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en startknop) . . . 186
4.2.2 Startknop (auto's met Smart entry-systeem en startknop) . . . 187
4.2.3 Automatische transmissie
*....192
4.2.4 Multidrive CVT*...........196
4.2.5 Handgeschakelde transmissie*. . 200
4.2.6 Richtingaanwijzerschakelaar . . . 203
4.2.7Parkeerrem ..............203
2
Page 5 of 646

4.2.8 Brake Hold-systeem........207
4.3 Bedienen van verlichting en
ruitenwissers................209
4.3.1 Lichtschakelaar...........209
4.3.2 AHB (Automatic High Beam)
*...211
4.3.3 Schakelaar mistlampen*......214
4.3.4 Ruitenwissers en -sproeiers....216
4.3.5 Achterruitenwisser en -sproeier . 219
4.4Tanken ....................220
4.4.1 Openen van de tankdop......220
4.5 Gebruik van de ondersteunende
systemen...................221
4.5.1 Toyota Safety Sense
*........221
4.5.2 PCS
(Pre-Crash Safety-systeem)
*...226
4.5.3 LTA (Lane Tracing Assist)*.....237
4.5.4 RSA (Road Sign Assist)*......248
4.5.5 Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
*.....252
4.5.6 Dynamic Radar Cruise Control*. . 263
4.5.7 Cruise control*............272
4.5.8 Snelheidsbegrenzer*........275
4.5.9 BSM (Blind Spot Monitor)*.....276
4.5.10 Toyota Parking Assist-sensor*. . 281
4.5.11 RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)
*................291
4.5.12 PKSB (Parking Support Brake)*. 296
4.5.13 Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)
*...300
4.5.14 Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden)
*...............303
4.5.15 Stop & Start-systeem*......304
4.5.16 Rijmodusselectieschakelaar . . . 312
4.5.17 Multi-terrain Select (AWD-
uitvoeringen)...........313
4.5.18 Schakelaar SNOW-modus
(AWD-uitvoeringen).......316
4.5.19 Downhill Assist Control
*.....317
4.5.20 Uitlaatgasfiltersysteem*.....319
4.5.21 Ondersteunende systemen . . . 319
4.6 Rijtips.....................325
4.6.1Rijdenindewinter .........325
4.6.2 Voorzorgsmaatregelen bij
terreinauto's.............328
5. Voorzieningen in het interieur
5.1 Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming...........332
5.1.1 Handmatig bediende
airconditioning
*...........332
5.1.2 Automatische airconditioning*. . 336
5.1.3 Stuurwielverwarming*/
stoelverwarming*/
stoelventilatoren*..........343
5.2 Gebruik van de interieurverlichting . . . 345
5.2.1 Overzicht interieurverlichting . . 345
5.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden . . 347
5.3.1 Overzicht van
opbergmogelijkheden.......347
5.3.2 Voorzieningen in de
bagageruimte............351
5.4 Gebruik van de overige voorzieningen
inhetinterieur ................355
5.4.1 Overige voorzieningen in het
interieur ...............355
6. Onderhoud en verzorging
6.1 Onderhoud en verzorging.........368
6.1.1 Reinigen en beschermen van het
exterieurvanuwauto........368
6.1.2 Reinigen en beschermen van het
interieurvanuwauto ........371
6.2 Onderhoud..................373
6.2.1 Onderhoud en reparatie......373
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud.......374
6.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij zelf
uit te voeren onderhoud......374
6.3.2 Motorkap...............376
6.3.3 Plaatsen van een garagekrik....377
6.3.4Motorruimte .............378
6.3.5 Banden................384
6.3.6 Bandenspanning..........391
6.3.7Velgen.................392
6.3.8 Interieurfilter............393
6.3.9 Ruitenwisserrubber vervangen . . 395
6.3.10 Batterij afstandsbediening/
elektronische sleutel.......398
3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Page 6 of 646

6.3.11 Controleren en vervangen van
zekeringen.............400
6.3.12 Lampen...............403
7. Bij problemen
7.1 Belangrijke informatie...........412
7.1.1 Alarmknipperlichten........412
7.1.2 Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht . 412
7.1.3 Als de auto onder water staat of het
wateropdewegstijgt .......413
7.2 Stappen die genomen moeten worden in
noodgevallen................414
7.2.1 Als uw auto moet worden
gesleept...............414
7.2.2 Als u denkt dat er iets mis is....418
7.2.3 Uitschakelsysteem
brandstofpomp...........418
7.2.4 Als een waarschuwingslampje gaat
branden of een waarschuwingszoemer
klinkt .................419
7.2.5 Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven........427
7.2.6 Als uw auto een lekke band heeft
(auto's zonder een reservewiel) . . 430
7.2.7 Als uw auto een lekke band heeft
(auto's met een reservewiel) . . . 441
7.2.8 Als de motor niet wil aanslaan . . . 450
7.2.9Alsuuwsleutelsverliest ......451
7.2.10 Als de elektronische sleutel niet goed
werkt (auto's met Smart
entry-systeem en startknop) . . 451
7.2.11 Als de accu ontladen is......454
7.2.12 Als uw auto oververhit raakt . . . 458
7.2.13 Als de auto vast komt te zitten . 460
8.Voertuigspecificaties
8.1 Specificaties.................462
8.1.1 Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil, enz.)......462
8.1.2 Informatie over brandstof.....473
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen . . . 474
8.2.1 Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke
voorkeursinstellingen.......474
8.3 Initialisatie..................487
8.3.1 Te initialiseren onderdelen....487
INDEX
Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen).....................490
Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen)...................490
Verklaringen.................493
INFORMATIE VOOR BIJ HET
TANKSTATION................635
4
Page 7 of 646

Ter informatie
Handleiding
Deze handleiding is bestemd voor alle
uitvoeringen van dit type auto; alle
mogelijke opties zijn in deze handleiding
opgenomen. Er zullen dan ook
ongetwijfeld onderwerpen worden
beschreven die niet op uw auto van
toepassing zijn.
Alle specificaties in deze handleiding
waren actueel ten tijde van de druk.
Toyota streeft er doorlopend naar haar
producten te perfectioneren en wij
behouden ons dan ook het recht voor
tussentijdse wijzigingen in specificatie en
uitvoering door te voeren zonder
voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in
de afbeeldingen getoonde auto afwijken
van uw auto voor wat betreft de
uitrusting.
Euraziatische Economische Unie: de
informatie in het Engels over de
procedure voor het veilige gebruik van de
auto en zijn systemen, zoals deze
voorkomt op de labels van de fabrikant op
de carrosserie, is uitsluitend bedoeld voor
onderhoudsmonteurs.
Accessoires, onderdelen en
veranderingen aan uw Toyota
Er is een grote hoeveelheid originele en
niet-originele onderdelen en accessoires
voor uw Toyota te verkrijgen. Als een
origineel onderdeel of accessoire uit de
Toyota moet worden vervangen, raadt
Toyota u aan om originele Toyota-
onderdelen en -accessoires te gebruiken.
U kunt ook andere onderdelen of
accessoires van gelijkwaardige kwaliteit
gebruiken. Toyota kan geen garantie
geven of betrouwbaarheid garanderen
voor onderdelen en accessoires die geen
origineel Toyota-product zijn en ook niet
voor het vervangen door of monteren van
dergelijke onderdelen. Bovendien is het
mogelijk dat schade aan of slechteprestaties van niet-originele
Toyota-onderdelen of -accessoires niet
onder de garantie vallen.
Het op dergelijke wijze aanpassen is van
invloed op de geavanceerde
veiligheidsvoorzieningen, zoals Toyota
Safety Sense. Het gevaar bestaat dat
deze systemen niet goed zullen werken of
juist in werking zullen treden wanneer dit
niet de bedoeling is.
Risico cyberaanval
Het installeren van elektronische
apparaten en radio's verhoogt het risico
op cyberaanvallen via de geïnstalleerde
onderdelen, wat kan leiden tot
onverwachte ongelukken en het lekken
van persoonlijke informatie. Toyota geeft
geen garantie voor problemen die
worden veroorzaakt door het installeren
van niet-originele Toyota-producten.
Inbouw van een zend-/
ontvanginstallatie
De inbouw van een zend-/
ontvanginstallatie in uw auto kan
elektronische systemen beïnvloeden,
zoals:
• (Sequentieel) multipoint
brandstofinspuitsysteem
• Toyota Safety Sense
• Cruise control-systeem
• Antiblokkeersysteem
• SRS-airbagsysteem
• Gordelspanner
Neem voor voorzorgsmaatregelen of
speciale voorschriften met betrekking
tot de inbouw van een zend-/
ontvanginstallatie contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller
/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot
frequenties, vermogens,
antenneposities en
montagevoorwaarden voor
5
Page 8 of 646

zend-/ontvanginstallaties is op verzoek
beschikbaar bij een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Opslaan voertuiginformatie
De auto is uitgerust met geavanceerde
computers die bepaalde informatie
opslaan, zoals:
• Motortoerental/toerental
elektromotor (toerental tractiemotor)
• Status gaspedaal
• Status rempedaal
• Rijsnelheid
• Bedrijfsstatus van de ondersteunende
systemen
• Beelden van de camera's
Uw auto is uitgerust met camera's.
Neem voor de locatie van
registrerende camera's contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
De opgeslagen informatie is afhankelijk
van de uitvoering en de aanwezige
opties van de auto, en van de
bestemming.
Deze computers slaan geen gesprekken
of geluiden op en ze slaan alleen in
bepaalde situaties beelden van buiten
de auto op.
• Gebruik van gegevens
Toyota kan de gegevens die door deze
computer worden opgeslagen,
gebruiken om storingen vast te
stellen, onderzoek te doen en de
kwaliteit van haar producten te
verbeteren.
Toyota stelt de gegevens die zijn
opgeslagen niet beschikbaar aan
derden, behalve:– Met toestemming van de eigenaar
van de auto of, wanneer het een
leaseauto betreft, van de leaserijder
van de auto
– Op officieel verzoek van de politie,
de rechtbank of een ander
overheidsorgaan
– Voor gebruik door Toyota in een
rechtszaak
– Voor onderzoek waarbij de
gegevens niet worden gekoppeld
aan een bepaalde auto of eigenaar
• Vastgelegde beeldinformatie kan door
een officiële Toyota-dealer of
hersteller/reparateur worden gewist
De beeldopnamefunctie kan worden
uitgeschakeld. Maar als de functie
wordt uitgeschakeld, zijn er geen
gegevens over de werking van het
systeem beschikbaar.
Vernietigen van uw Toyota
De airbags en de gordelspanners in uw
Toyota bevatten explosieve chemicaliën.
Wanneer uw auto wordt vernietigd terwijl
de airbags en/of de gordelspanners nog
intact zijn, kan tijdens de vernietiging een
ontploffing plaatsvinden en brand
ontstaan. Laat daarom het airbagsysteem
en de gordelspanners eerst verwijderen
en afvoeren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!
Algemene voorzorgsmaatregelen
tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met
uw auto als u alcohol of drugs gebruikt
hebt, omdat deze middelen invloed
kunnen hebben op de rijvaardigheid.
Alcohol en bepaalde drugs vergroten
de reactietijd, beïnvloeden het
beoordelingsvermogen en hebben een
negatieve invloed op de coördinatie,
waardoor ongevallen kunnen ontstaan
met dodelijk of ernstig letsel als gevolg.
6