Page 129 of 646

ASensor regeling voetbediening
BDetectiegebied voor werking
handsfree elektrisch bedienbare
achterklep
3. Als de sensor voor de regeling van de
voetbediening signaleert dat u uw
voet hebt teruggetrokken, klinkt er
een zoemer en zal de elektrisch
bedienbare achterklep automatisch
volledig openen/sluiten.
Als er tijdens het openen/sluiten van
de achterklep een voet onder de
achterbumper wordt bewogen, gaat
de achterklep niet verder open.
Als er weer een voet onder de
achterbumper wordt bewogen terwijl
de beweging is gestopt, beweegt de
achterklep in tegenovergestelde
richting.
Bagageruimteverlichting
• De bagageruimteverlichting gaat
branden als de achterklep wordt
geopend.
• Als het contact UIT wordt gezet, gaat
de verlichting na 20 minuten
automatisch uit.
Sluitsysteem achterklep
Wanneer de achterklep nog enigszins
geopend is, zal het sluitsysteem van de
achterklep deze automatisch volledig
sluiten.
Het sluitsysteem van de achterklep
wordt bediend, ongeacht de status van
het contact.Werkingsvoorwaarden elektrisch
bedienbare achterklep
De achterklep kan in de volgende
gevallen automatisch worden geopend
en gesloten:
• Wanneer de elektrisch bedienbare
achterklep is ingeschakeld. (→Blz. 94)
• Wanneer de achterklep is
ontgrendeld.
Als echter de schakelaar achterklep
openen ingedrukt wordt gehouden
terwijl u de elektronische sleutel bij u
hebt, wordt de elektrisch bedienbare
achterklep bediend, ook wanneer de
achterklep is vergrendeld. (→Blz. 125)
• Wanneer het contact AAN staat, kan
in aanvulling op het bovenstaande de
achterklep worden bediend wanneer
aan de onderstaande voorwaarden
wordt voldaan:
– De parkeerrem is geactiveerd
– Het rempedaal is ingetrapt
– De selectiehendel staat in stand P
(auto's met automatische
transmissie of Multidrive CVT) of de
neutraalstand (auto's met
handgeschakelde transmissie).
Werking van de elektrisch bedienbare
achterklep
• Er klinkt een zoemer om aan te geven
dat de achterklep wordt
geopend/gesloten.
• Wanneer het systeem van de
elektrisch bedienbare achterklep is
uitgeschakeld, kan de achterklep niet
elektrisch worden bediend, maar kan
hij wel met de hand worden geopend
en gesloten.
• Wanneer de elektrisch bedienbare
achterklep automatisch wordt
geopend en er iets abnormaals wordt
gesignaleerd als gevolg van menselijk
handelen of een voorwerp, wordt de
beweging gestopt.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
127
3
Voordat u gaat rijden
Page 130 of 646

Klembeveiliging
De elektrisch bedienbare achterklep is
aan beide zijden voorzien van sensoren.
Als iets de werking van de elektrisch
bedienbare achterklep tijdens het
sluiten hindert, beweegt de achterklep
automatisch in de tegenovergestelde
richting of stopt deze met bewegen.
Functie beveiliging tegen dichtvallen
Wanneer er tijdens het automatisch
openen van de elektrisch bedienbare
achterklep overmatige kracht op de klep
wordt uitgeoefend, stopt de beweging
van de elektrisch bedienbare achterklep
om te voorkomen dat deze dichtvalt.
Bekrachtigingsfunctie sluitsysteem
achterklep
Wanneer de achterklep handmatig
omlaag wordt geduwd terwijl deze op
een open positie gestopt is, sluit de
achterklep automatisch volledig.
Uitgestelde vergrendelingsfunctie
achterklep (indien aanwezig)
Met deze functie wordt het vergrendelen
van alle portieren van tevoren uitgesteld
wanneer de elektrisch bedienbare
achterklep is geopend.
Wanneer de volgende procedure is
gevolgd, worden alle portieren maar niet
de elektrisch bedienbare achterklep
vergrendeld. Vervolgens wordt de
elektrisch bedienbare achterklep
vergrendeld als deze wordt gesloten.
1. Sluit alle portieren, behalve de
achterklep.2. Vergrendel tijdens het sluiten van de
elektrisch bedienbare achterklep de
portieren met het Smart
entry-systeem met startknop vanaf
de voorportieren (→blz. 114) of de
afstandsbediening. (→Blz. 114)
De alarmknipperlichten knipperen om
aan te geven dat alle portieren zijn
gesloten en vergrendeld.
• Als de elektronische sleutel in de
auto wordt geplaatst nadat het
sluiten is gestart via de uitgestelde
vergrendelingsfunctie van de
portieren, wordt de elektronische
sleutel mogelijk in de auto
opgesloten.
• Als de elektrisch bedienbare
achterklep niet geheel sluit door de
werking van de klembeveiliging,
terwijl de achterklep automatisch
wordt gesloten nadat een
uitgestelde vergrendeling van de
portieren is uitgevoerd, wordt de
uitgestelde vergrendelingsfunctie
van de portieren geannuleerd en
worden alle portieren ontgrendeld.
• Controleer voordat u de auto
achterlaat of alle portieren gesloten
en vergrendeld zijn.
Werkingsvoorwaarden handsfree
elektrisch bedienbare achterklep
(auto's met handsfree elektrisch
bedienbare achterklep)
De handsfree elektrisch bedienbare
achterklep wordt automatisch
geopend/gesloten als aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
• De handsfree-functie van de
elektrisch bedienbare achterklep is
ingeschakeld (→blz. 94)
• Het contact staat UIT.
• De elektronische sleutel bevindt zich
binnen het werkingsbereik.
(→Blz. 135)
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
128
Page 131 of 646

• Er wordt een voet onder het midden
van de achterbumper geplaatst en
deze wordt van de achterbumper
vandaan bewogen. De elektrisch
bedienbare achterklep wordt mogelijk
ook bediend door een hand, elleboog,
knie, enz. onder het midden van de
achterbumper te plaatsen en van de
achterbumper vandaan te bewegen.
Houd het lichaamsdeel dicht genoeg
bij het midden van de achterbumper.
Situaties waarin de handsfree
elektrisch bedienbare achterklep
mogelijk niet goed werkt (auto's met
handsfree elektrisch bedienbare
achterklep)
In de volgende situaties werkt de
handsfree elektrisch bedienbare
achterklep mogelijk niet goed:
• Als een voet wordt gesignaleerd onder
de achterbumper
• Als er hard met een voet tegen de
achterbumper wordt getrapt of als de
achterbumper een poosje wordt
aangeraakt
Als de achterbumper een poosje is
aangeraakt, wacht dan even voordat u
de handsfree elektrisch bedienbare
achterklep weer probeert te bedienen.
• Als de achterklep wordt bediend
terwijl een persoon zich te dicht bij de
achterbumper bevindt
• Als een externe bron van
radiografische signalen de
communicatie tussen de
elektronische sleutel en de auto
verstoort (→blz. 137)
• Wanneer de auto in de buurt van een
bron van elektromagnetische velden
(zoals een parkeerplaats voor betaald
parkeren, een tankstation, een
elektrisch verwarmde weg of
tl-lampen) geparkeerd staat die de
gevoeligheid van de handsfree
elektrisch bedienbare achterklep
negatief beïnvloedt• Wanneer de auto zich in de buurt
bevindt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, radiozender,
videowall, luchthaven of andere
locatie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig
zijn
• Als er een grote hoeveelheid water op
de achterbumper terechtkomt,
bijvoorbeeld wanneer de auto wordt
gewassen of bij zware regenval
• Wanneer er modder, sneeuw, ijs, e.d.
op de achterbumper zit
• Als de auto enige tijd geparkeerd is in
de buurt van objecten die kunnen
bewegen en in contact kunnen komen
met de achterbumper, zoals planten
• Wanneer een accessoire op de
achterbumper is gemonteerd
Schakel de handsfree-functie van de
elektrisch bedienbare achterklep uit
als een accessoire is gemonteerd.
Voorkomen van onbedoeld bedienen
van de handsfree elektrisch
bedienbare achterklep (auto's met
handsfree elektrisch bedienbare
achterklep)
Als er zich een elektronische sleutel in
het werkingsbereik bevindt, kan de
handsfree elektrisch bedienbare
achterklep mogelijk onbedoeld worden
bediend. Pas daarom in de volgende
situaties op.
• Als er een grote hoeveelheid water op
de achterbumper terechtkomt,
bijvoorbeeld wanneer de auto wordt
gewassen of bij zware regenval
• Als er vuil wordt weggeveegd van de
achterbumper
• Wanneer er een klein dier of een klein
object, zoals een bal, onder de
achterbumper komt
• Wanneer een object onder de
achterbumper vandaan wordt gehaald
• Als iemand zijn/haar benen heen en
weer beweegt wanneer hij/zij op de
achterbumper zit
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
129
3
Voordat u gaat rijden
Page 132 of 646

• Als iemands benen of een ander
lichaamsdeel in aanraking komen met
de achterbumper wanneer diegene
langs de auto loopt
• Wanneer de auto in de buurt van een
bron van elektromagnetische velden
(zoals een parkeerplaats voor betaald
parkeren, een tankstation, een
elektrisch verwarmde weg of
tl-lampen) geparkeerd staat die de
gevoeligheid van de handsfree
elektrisch bedienbare achterklep
negatief beïnvloedt
• Wanneer de auto zich in de buurt
bevindt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, radiozender,
videowall, luchthaven of andere
locatie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig
zijn
• Wanneer de auto geparkeerd staat op
een plek waar objecten, zoals planten,
zich in de buurt van de achterbumper
bevinden
• Als bagage, enz. in de buurt van de
achterbumper wordt geplaatst
• Als er een accessoire of autohoes
wordt geplaatst/verwijderd in de
buurt van de achterbumper
• Als de auto wordt gesleept
Schakel de handsfree-functie van de
elektrisch bedienbare achterklep uit
om het onbedoeld bedienen te
voorkomen. (→Blz. 94)
Bij het aansluiten van de accu
Sluit de achterklep om ervoor te zorgen
dat de elektrisch bedienbare achterklep
correct werkt.
Indien het openingssysteem van de
achterklep niet werkt
De achterklep kan van binnenuit worden
ontgrendeld.
1. Verwijder het kapje.
Omwikkel het uiteinde van de
schroevendraaier met een doek om
schade te voorkomen.2. Draai de schroef iets los.
3. Draai het kapje.
4. Beweeg de hendel.
5. Plaatsen: Herhaal de genoemde
stappen in omgekeerde volgorde.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
130
Page 133 of 646

Persoonlijke voorkeursinstellingen
Instellingen (bijv. openingshoek
elektrisch bedienbare achterklep) kunnen
worden gewijzigd. (Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen:→blz. 481)
WAARSCHUWING!
Sluitsysteem achterklep
• Wanneer de achterklep nog
enigszins geopend is, zal het
sluitsysteem van de achterklep deze
automatisch volledig sluiten. Het
duurt enkele seconden voordat het
sluitsysteem van de achterklep in
werking treedt. Zorg ervoor dat uw
vingers e.d. niet bekneld raken,
aangezien dit ernstig letsel tot
gevolg kan hebben.
• Wees voorzichtig wanneer u het
sluitsysteem gebruikt, aangezien het
systeem nog werkt wanneer de
elektrisch bedienbare achterklep is
uitgeschakeld.
Elektrisch bedienbare achterklep
Neem bij het bedienen van de
elektrisch bedienbare achterklep de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Controleer de omgeving op
eventueel aanwezige obstakels of
andere zaken die ervoor kunnen
zorgen dat uw bezittingen klem
komen te zitten.
• Zorg er als er iemand dichtbij staat
voor dat deze persoon veilig is en
meld dat u de achterklep gaat
openen of sluiten.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Als de elektrisch bedienbare
achterklep wordt uitgeschakeld
terwijl deze in werking is, wordt de
automatische werking gestopt. De
achterklep moet vervolgens met de
hand worden bediend. Wees extra
voorzichtig op een helling aangezien
de achterklep plotseling open of
dicht kan gaan.
•
Wanneer niet langer aan de voorwa-
arden voor de werking van de
elektrisch bedienbare achterklep
wordt voldaan, klinkt er mogelijk een
zoemer en zal de achterklep mogelijk
niet meer openen of sluiten. De
achterklep moet vervolgens met de
hand worden bediend. Wees extra
voorzichtig op een helling aangezien
de achterklep plotseling open of dicht
kan gaan.
• Als de auto op een heuvel staat, kan
de achterklep plotseling dichtvallen,
nadat deze automatisch is geopend.
Zorg ervoor dat de achterklep
volledig is geopend.
• In de volgende situaties signaleert de
elektrisch bedienbare achterklep
mogelijk een storing en wordt de
automatische bediening
uitgeschakeld. In dit geval moet de
achterklep met de hand worden
bediend. Wees extra voorzichtig op
een helling aangezien de achterklep
plotseling open of dicht kan gaan.
– Wanneer de achterklep met een
obstakel in aanraking komt
–
Wanneer de accuspanning plotseling
laag is, bijvoorbeeld wanneer het
contact AAN wordt gezet, of wanneer
de motor tijdens de automatische
werking wordt gestart
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
131
3
Voordat u gaat rijden
Page 134 of 646

WAARSCHUWING!(Vervolg)
•Als er op de achterklep een
fietsendrager of een vergelijkbaar
zwaar onderdeel gemonteerd is, kan de
achterklep na het openen plotseling
dichtvallen waardoor lichaamsdelen
bekneld kunnen raken wat tot letsel kan
leiden. Wij raden u aan om originele
Toyota-onderdelen te gebruiken
wanneer u accessoires op de achterklep
wilt monteren.
Klembeveiliging
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzettelijk te
activeren.
• Het is mogelijk dat de klembeveiliging
niet meer werkt als de achterklep
bijna gesloten is. Zorg ervoor dat uw
vingers of andere zaken niet bekneld
raken.
• De vorm van het voorwerp dat klem
komt te zitten, kan ertoe leiden dat de
klembeveiliging niet werkt. Zorg
ervoor dat uw vingers of andere
zaken niet bekneld raken.
Handsfree elektrisch bedienbare
achterklep (indien aanwezig)
Neem bij het bedienen van de handsfree
elektrisch bedienbare achterklep de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Controleer de omgeving op eventueel
aanwezige obstakels of andere zaken
die ervoor kunnen zorgen dat uw
bezittingen klem komen te zitten.
• Raak als u uw voet in de buurt van de
onderzijde van het midden van de
achterbumper plaatst en ervandaan
beweegt de uitlaatpijpen niet aan
totdat deze voldoende zijn afgekoeld,
aangezien het aanraken van een hete
uitlaatpijp brandwonden kan
veroorzaken.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Laat de elektronische sleutel niet
achter binnen het werkingsbereik
(detectiegebied) of in de
bagageruimte.
OPMERKING
Achterklepspindels
De achterklep is voorzien van spindels die
de achterklep op zijn plaats houden. Neem
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Anders kunnen de
achterklepspindels beschadigd raken,
waardoor deze niet meer werken.
• Bevestig nooit stickers, kunststoffolie,
zelfklevende voorwerpen, enz. aan de
spindelstang.
•
Raak de pen nooit aan met handscho-
enen of andere stoffen voorwerpen.
• Bevestig geen zware accessoires aan
de achterklep. Neem voor meer
informatie contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige alvorens
accessoires te bevestigen.
• Plaats uw handen nooit op de spindel
en oefen er nooit zijdelingse krachten
op uit.
Voorkomen van storingen aan het
sluitsysteem van de achterklep
Oefen geen grote kracht uit op de
achterklep terwijl het sluitsysteem in
werking is. Het uitoefenen van
overmatige kracht kan storingen aan het
sluitsysteem van de achterklep
veroorzaken.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
132
Page 135 of 646

OPMERKING(Vervolg)
Voorkomen van beschadiging van de
elektrisch bedienbare achterklep
• Controleer of er geen ijs zit tussen de
achterklep en de sponning, waardoor
de achterklep niet bediend kan
worden. Wanneer er zich te veel
gewicht op de achterklep bevindt,
kunnen bij het bedienen van de
elektrisch bedienbare achterklep
storingen optreden.
• Oefen geen grote kracht uit op de
achterklep terwijl de elektrisch
bedienbare achterklep in werking is.
• Voorkom dat de sensoren (aan de
rechter- en linkerzijde van de
elektrisch bedienbare achterklep)
beschadigd raken door scherpe
voorwerpen. Wanneer de sensor is
losgenomen, kan de elektrisch
bedienbare achterklep niet
automatisch worden gesloten.
Voorzorgsmaatregelen handsfree
elektrisch bedienbare achterklep
(indien aanwezig)
De sensor regeling voetbediening
bevindt zich achter aan de onderzijde
van het midden van de achterbumper.
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om
ervoor te zorgen dat de handsfree
elektrisch bedienbare achterklep goed
werkt:
• Houd de onderzijde van het midden
van de achterbumper te allen tijde
schoon. Als de onderzijde van het
midden van de achterbumper vuil is
of bedekt is met sneeuw, werkt de
sensor regeling voetbediening
mogelijk niet. Verwijder in dat geval
het vuil of de sneeuw, verplaats de
auto en controleer vervolgens of de
sensor regeling voetbediening werkt.
Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de sensor
niet werkt.
OPMERKING(Vervolg)
• Breng geen coatings die een
vochtaantrekkend effect hebben of
andere coatings aan op de onderzijde
van het midden van de achterbumper.
• Parkeer de auto niet in de buurt van
objecten die kunnen bewegen en in
contact kunnen komen met de
onderzijde van het midden van de
achterbumper, zoals gras of bomen.
Als de auto enige tijd geparkeerd is in
de buurt van objecten die kunnen
bewegen en in contact kunnen
komen met de onderzijde van het
midden van de achterbumper, zoals
gras of bomen, werkt de sensor
regeling voetbediening mogelijk niet.
Verplaats in dat geval de auto en
controleer vervolgens of de sensor
regeling voetbediening werkt. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de sensor
niet werkt.
• Stel de sensor regeling voetbediening
en zijn omgeving niet bloot aan
krachtige schokken. Als de sensor
regeling voetbediening of zijn
omgeving blootgesteld zijn aan
krachtige schokken, werkt de sensor
regeling voetbediening mogelijk niet
goed meer. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de sensor
regeling voetbediening in de
volgende situaties niet werkt.
– De sensor regeling voetbediening of
zijn omgeving zijn blootgesteld aan
krachtige schokken.
– Er zitten krassen of beschadigingen
op de onderzijde van het midden
van de achterbumper.
• Demonteer de achterbumper niet.
• Breng geen stickers aan op de
achterbumper.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
133
3
Voordat u gaat rijden
Page 136 of 646

OPMERKING(Vervolg)
• Breng geen lak aan op de
achterbumper.
• Deactiveer de handsfree elektrisch
bedienbare achterklep als er op de
elektrisch bedienbare achterklep een
fietsendrager of een vergelijkbaar
zwaar onderdeel gemonteerd is.
(→Blz. 94)
Wijzigen van instellingen van de
elektrisch bedienbare achterklep
(auto's met elektrisch bedienbare
achterklep)
De instellingen van het systeem van de
elektrisch bedienbare achterklep kunnen
worden gewijzigd door het scherm
“Vehicle Settings” (voertuiginstellingen)
- PBD weer te geven via het scherm
van het multi-informatiedisplay.
(→Blz. 94)
De gewijzigde instellingen van de
elektrisch bedienbare achterklep worden
niet gereset door het UIT zetten van het
contact. Om de oorspronkelijke
instellingen te herstellen, moeten deze
worden teruggezet op het scherm
van
het multi-informatiedisplay.
Aanpassing van de geopende positie
van de achterklep (auto's met
elektrisch bedienbare achterklep)
De geopende positie van de elektrisch
bedienbare achterklep kan worden
aangepast.
1. Stopt de beweging van de achterklep
in de gewenste positie. (→Blz. 125)
2. Houd de schakelaar van de elektrisch
bedienbare achterklep op de
achterklep gedurende ongeveer
2 seconden ingedrukt.
Wanneer het instellen is voltooid,
klinkt de zoemer 4 maal.
Wanneer de volgende keer de
achterklep wordt geopend, stopt deze
in die positie.Uitschakeling van de aangepaste
geopende positie van de achterklep
Houd de schakelaar van de elektrisch
bedienbare achterklep op de achterklep
gedurende ongeveer 7 seconden
ingedrukt.
Nadat de zoemer 4 maal heeft geklonken,
klinkt hij nog eens tweemaal. Wanneer de
elektrisch bedienbare achterklep de
volgende keer wordt geopend, wordt de
achterklep geopend tot de oorspronkelijk
ingestelde positie.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De openingspositie kan worden ingesteld
met het multi-informatiedisplay.
(→Blz. 94)
Prioriteit voor de stoppositie kan worden
gegeven aan de laatst ingestelde positie
door middel van hetzij de schakelaar
elektrisch bedienbare achterklep op de
achterklep hetzij via het
multi-informatiedisplay.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
134