Page 177 of 646

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Het remsysteem bestaat uit twee
afzonderlijke hydraulische systemen:
als een van de beide systemen uitvalt,
werkt het andere systeem nog wel. In
dat geval moet het rempedaal
krachtiger worden ingetrapt dan
gewoonlijk en neemt ook de remweg
toe. Laat uw remmen onmiddellijk
repareren.
Als de auto vast komt te zitten
(AWD-uitvoeringen)
Laat de wielen niet overmatig
doorslippen als een van de wielen los
van de grond komt of als de auto vastzit
in bijvoorbeeld zand of modder. Anders
kunnen de onderdelen van het
aandrijfsysteem beschadigd raken en
kan de auto plotseling naar voren of
achteren schieten en een ongeval
veroorzaken.
OPMERKING
Tijdens het rijden (auto's met
automatische transmissie of
Multidrive CVT)
• Trap tijdens het rijden niet
tegelijkertijd het gaspedaal en het
rempedaal in, anders neemt het
motorvermogen mogelijk af.
• Gebruik het gaspedaal niet om de auto
op een helling op zijn plaats te houden
en trap daartoe ook niet het
rempedaal en het gaspedaal
gelijktijdig in.
Tijdens het rijden (auto's met
handgeschakelde transmissie)
• Trap tijdens het rijden niet
tegelijkertijd het gaspedaal en het
rempedaal in, anders neemt het
motorvermogen mogelijk af.
• Schakel alleen een andere versnelling
in als het koppelingspedaal helemaal
is ingetrapt. Laat na het schakelen het
koppelingspedaal geleidelijk
opkomen. Anders kunnen de
koppeling, de transmissie en de
versnellingen beschadigd raken.
OPMERKING(Vervolg)
• Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan overmatige en voortijdige
slijtage optreden of de koppeling
beschadigd raken, waardoor het
accelereren en vanuit stilstand
wegrijden moeilijk zullen gaan.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
– Laat uw voet niet op het
koppelingspedaal rusten en trap het
pedaal niet in wanneer u niet
schakelt. Dit kan problemen met de
koppeling veroorzaken.
– Gebruik voor het wegrijden alleen
de 1e versnelling. Anders kan de
koppeling beschadigd raken.
– Gebruik het koppelingspedaal niet
om de rijsnelheid aan te passen.
Anders kan de koppeling
beschadigd raken.
– Zorg er, wanneer u de auto tot
stilstand brengt terwijl de
selectiehendel in een andere stand
dan de neutraalstand staat, voor dat
u het koppelingspedaal volledig
intrapt en de auto tot stilstand
brengt met behulp van de remmen.
• Zet de selectiehendel niet in stand R
voordat de auto volledig tot stilstand
is gekomen. Anders kunnen de
koppeling, de transmissie en de
versnellingen beschadigd raken.
Voorkomen van schade aan onderdelen
van de auto
• Draai het stuurwiel niet gedurende
langere tijd in een van beide
richtingen tegen de aanslag aan.
Anders kan schade aan de
stuurbekrachtigingsmotor ontstaan.
• Rijd zo langzaam mogelijk over
oneffenheden in de weg om schade
aan de wielen, de onderzijde van de
auto, enz. te vermijden.
4.1 Voordat u gaat rijden
175
4
Rijden
Page 178 of 646

OPMERKING(Vervolg)
Als u tijdens het rijden een lekke band
krijgt
Een lekke of beschadigde band kan
leiden tot de onderstaande situaties.
• Het kan moeilijk zijn om de auto onder
controle te houden.
• De auto kan abnormale geluiden
maken of trillen.
• De auto kan abnormaal gaan
overhellen.
Houd het stuurwiel stevig vast en trap
het rempedaal geleidelijk in om de auto
tot stilstand te brengen.
Informatie over wat u moet doen in het
geval van een lekke band (→blz. 430,
blz. 441)
Overstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regenval
e.d. zijn overstroomd. Indien u dat toch
doet, kan de auto hierdoor ernstig
beschadigd raken:
• Motor slaat af
• Kortsluiting in elektrische
componenten
• Motorschade door onderdompeling in
water
Na het rijden op een overstroomde weg
of door mul zand moet het volgende
worden nagekeken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige:
• Remwerking
• Peil en kwaliteit van motorolie en
andere vloeistoffen van motor,
transmissie, tussenbak (AWD-
uitvoeringen), achterdifferentieel
(AWD-uitvoeringen), enz.
•
Smering van cardanas (AWD-
uitvoeringen), lagers en
kogelgewrichten van de wielophanging
(waar mogelijk) en de werking van alle
koppelingen, lagers, enz.
OPMERKING(Vervolg)
Bij het parkeren van de auto (auto's
met automatische transmissie of
Multidrive CVT)
Activeer altijd de parkeerrem en zet de
selectiehendel altijd in stand P. Anders
kan de auto onverwachts accelereren als
het gaspedaal per ongeluk wordt
ingetrapt.
Wegrijregeling
*1
Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt terwijl het
gaspedaal wordt ingetrapt, wordt het
motorvermogen mogelijk beperkt.
• Als de selectiehendel in stand R wordt
gezet
*2
• Wanneer de selectiehendel vanuit
stand P of R in een stand voor
vooruitrijden, zoals stand D
*2, wordt
gezet.
Als het systeem ingeschakeld wordt,
verschijnt er een melding op het
multi-informatiedisplay. Lees de
boodschap en volg de instructie op.
*1Auto's met automatische transmissie
of Multidrive CVT
*2Afhankelijk van de situatie is het
wellicht niet mogelijk om de
selectiehendel in een andere stand te
zetten.
Wegrijregeling
• Wanneer de TRC wordt uitgeschakeld
(→blz. 321), werkt ook de
wegrijregeling niet. Als het u niet lukt
om met behulp van de wegrijregeling
weg te rijden in modder of op verse
sneeuw, deactiveer dan de TRC
(→blz. 321), zodat de auto in zo'n
geval gemakkelijker wegrijdt.
In de volgende gevallen werkt de
wegrijregeling ook niet:
– Wanneer Multi-terrain Select wordt
geselecteerd (AWD-uitvoeringen)
4.1 Voordat u gaat rijden
176
Page 179 of 646

4.1.2 Lading en bagage
Lees onderstaande informatie over
voorzorgsmaatregelen, laadvermogen en
belading zorgvuldig door.
WAARSCHUWING!
Zaken die niet in de bagageruimte
vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand
veroorzaken als ze in de bagageruimte
vervoerd worden:
• Jerrycans met benzine
• Spuitbussen
Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden
dat de pedalen niet goed kunnen
worden ingetrapt, dat het zicht van de
bestuurder wordt gehinderd of dat de
bestuurder of passagiers door
voorwerpen geraakt worden, wat een
ongeval kan veroorzaken.
• Vervoer lading en bagage indien
mogelijk altijd in de bagageruimte.
• Stapel bagage in de bagageruimte
nooit hoger dan de rugleuningen.
• Plaats als u de achterstoelen
neerklapt geen lange voorwerpen
direct achter de voorstoelen.
• Sta nooit toe dat er personen in de
bagageruimte meerijden. De
bagageruimte is niet ontworpen om
personen te vervoeren. Personen
dienen plaats te nemen op een
zitplaats en een gordel op de juiste
manier om te doen. Anders neemt de
kans op dodelijk of ernstig letsel bij
hard remmen, plotselinge
uitwijkmanoeuvres of een ongeval
sterk toe.
• Leg geen lading of bagage op de
volgende plaatsen:
– In de voetenruimte bij de
bestuurder
– Op de voorpassagiersstoel of de
achterstoelen (als er goederen op
elkaar gestapeld worden)
WAARSCHUWING!(Vervolg)
– Op de bagageafdekking (indien
aanwezig)
– Op het instrumentenpaneel
– Op het dashboard
• Zorg dat alle voorwerpen die zich in
het passagierscompartiment
bevinden, zijn opgeborgen of
vastgezet.
Lading en gewichtsverdeling
• Overlaad uw auto niet.
• Verdeel het gewicht gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing
en de remwerking in negatieve zin
beïnvloeden, waardoor een ongeval kan
ontstaan met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
Beladen van het imperiaal (indien
aanwezig)
Houd u aan de volgende
voorzorgsmaatregelen:
• Plaats de lading zodanig dat het
gewicht gelijkmatig over de voor- en
achteras is verdeeld.
• Wanneer lange of brede lading wordt
meegenomen, mag nooit de lengte of
breedte van de auto overschreden
worden. (→Blz. 462)
• Controleer vóór het rijden of de lading
stevig vastzit op het imperiaal.
• Door het laden van voorwerpen op het
imperiaal zal het zwaartepunt van de
auto hoger komen te liggen. Vermijd
hoge snelheden, snel optrekken, het
maken van scherpe bochten,
plotseling remmen en abrupte
manoeuvres om te voorkomen dat u
de controle over de auto verliest of
dat de auto over de kop slaat, wat kan
leiden tot dodelijk of ernstig letsel.
• Stop bij het rijden over een lange
afstand, over slechte wegen of met
hoge snelheid af en toe tijdens de rit
om u ervan te verzekeren dat de
lading nog goed vastzit.
• Overschrijd de maximum
laadcapaciteit van 80 kg op het
imperiaal niet.
4.1 Voordat u gaat rijden
177
4
Rijden
Page 180 of 646

OPMERKING
Beladen van het imperiaal (indien
aanwezig)
Let op dat u het oppervlak van het
schuifdak (indien aanwezig) of
panoramadak (indien aanwezig) niet
bekrast.
4.1.3 Rijden met een
aanhangwagen (Azerbeidzjan,
Georgië, Tadzjikistan,
Turkmenistan en Nieuw-
Caledonië)
Toyota adviseert u niet met een
aanhangwagen te rijden. Toyota
adviseert u bovendien geen trekhaak te
laten monteren voor het gebruik van
bijvoorbeeld een fietsendrager. Uw auto
is niet ontworpen voor het rijden met een
aanhangwagen of het gebruik van op de
trekhaak bevestigde dragers.
4.1.4 Rijden met een
aanhangwagen (behalve
Azerbeidzjan, Georgië,
Tadzjikistan, Turkmenistan en
Nieuw-Caledonië)
Uw auto is in eerste instantie ontworpen
voor het vervoer van personen en hun
bagage. Het rijden met een aanhangwagen
zal een negatief effect hebben op de
rijeigenschappen, prestaties, remvermo-
gen, duurzaamheid en het brandstofver-
bruik. Met name bij het rijden met een
aanhangwagen hangen uw veiligheid en
comfort af van de juiste uitrusting en eenvoorzichtig rijgedrag. Voor uw veiligheid en
die van anderen, mag de aanhangwagen
niet te zwaar worden beladen.
Rijd voorzichtig tijdens het rijden met een
aanhangwagen en houd u aan de
voorschriften die gelden voor de
aanhangwagen.
De Toyota-garantie dekt geen schade die
ontstaat bij het bedrijfsmatig rijden met
een aanhangwagen.
Raadpleeg voordat u met een
aanhangwagen gaat rijden eerst een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
voor meer informatie. In sommige landen
zijn er namelijk wettelijke voorschriften
voor het rijden met aanhangwagens.
Informatie over banden
• Verhoog de bandenspanning met
20,0 kPa (0,2 kg/cm
2of bar, 3 psi) als
er een aanhangwagen getrokken
wordt. (→Blz. 471)
• Verhoog de bandenspanning van de
aanhangwagen tot de waarde die de
fabrikant van de aanhangwagen
opgeeft voor de combinatie van
aanhangwagengewicht en belading.
Veiligheidscontroles voor het rijden
met een aanhangwagen
• Controleer of de maximale kogeldruk
voor de trekhaak/trekhaak met
afneembare kogel niet overschreden
wordt. Houd er rekening mee dat het
gewicht van de aanhangwagen moet
worden opgeteld bij het gewicht van
de auto. Controleer ook of het totale
gewicht van de auto binnen het
maximaal toegestane gewicht blijft.
(→Blz. 180)
• Controleer of de lading op de
aanhangwagen goed vastgezet is.
• Maak, indien u het achteropkomend
verkeer niet goed kunt zien met de
standaard buitenspiegels, gebruik van
extra buitenspiegels. Stel de armen
4.1 Voordat u gaat rijden
178
Page 181 of 646

van deze extra spiegels aan beide
zijden zo af dat ze altijd maximaal zicht
bieden op de weg achter u.
Bij het rijden met een aanhangwagen
Schakel de onderstaande systemen uit,
aangezien de systemen mogelijk niet
goed werken.
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) (→blz. 237)
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig) (→blz. 252)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien
aanwezig) (→blz. 263)
• Cruise control (indien aanwezig)
(→blz. 272)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien
aanwezig) (→blz. 296)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien
aanwezig) (→blz. 276)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien
aanwezig) (→blz. 281)
• RCTA-functie (Rear Cross Traffic Alert)
(indien aanwezig) (→blz. 276)
WAARSCHUWING!
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk
op. Anders kunnen zich ongevallen
voordoen die tot dodelijk of ernstig
letsel kunnen leiden.
Voorzorgsmaatregelen bij het rijden
met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een
aanhangwagen of de maximaal
toegestane gewichten niet worden
overschreden. (→Blz. 180)
Voorkomen van een ongeval of letsel
• Auto's met compact reservewiel: Rijd
niet met een aanhangwagen
wanneer het compacte reservewiel
onder uw auto is gemonteerd.
• Auto's met bandenreparatieset: Rijd
niet met een aanhangwagen
wanneer een band is gemonteerd die
is gerepareerd met de
bandenreparatieset.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Gebruik het Dynamic Radar Cruise
Control-systeem (indien aanwezig)
of de cruise control (indien
aanwezig) niet wanneer u met een
aanhangwagen rijdt.
Rijsnelheid bij het rijden met een
aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor
het rijden met een aanhangwagen niet.
Voor het afrijden van een lange
helling
Minder snelheid en schakel terug.
Schakel bij het afdalen van een lange of
steile helling echter niet plotseling
terug.
Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of
gedurende een langere periode
achtereen in. Anders kan het
remsysteem oververhit raken of kan de
remwerking teruglopen.
Maximale gewichten
Controleer het maximaal toelaatbare
aanhangwagengewicht, het maximaal
toelaatbare voertuiggewicht (GVW), de
maximale asbelasting (MPAC) en de
maximaal toelaatbare kogeldruk voordat
u met een aanhangwagen gaat rijden.
(→Blz. 462)
Trekhaak/trekhaak met afneembare
kogel
Toyota adviseert gebruik te maken van
een originele Toyota trekhaak/
afneembare trekhaak voor uw auto. Ook
andere geschikte en kwalitatief
vergelijkbare trekhaken mogen worden
gebruikt.
Voor auto's waarbij de trekhaak de
verlichting of kentekenplaat blokkeert,
moet het volgende in acht worden
genomen:
• Monteer geen trekhaak die niet
eenvoudig kan worden verwijderd of
weggeklapt.
4.1 Voordat u gaat rijden
179
4
Rijden
Page 182 of 646

• Als een trekhaak niet gebruikt wordt
moet deze worden verwijderd of
weggeklapt.
Aansluiten aanhangwagenverlichting
Neem voor het plaatsen van
aanhangwagenverlichting contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige, aangezien onjuiste plaatsing
de verlichting van de auto kan
beschadigen. Houd u bij het plaatsen van
aanhangwagenverlichting aan de
wettelijke voorschriften in uw land.
OPMERKING
Sluit de aanhangwagenverlichting op
de juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de
aanhangwagenverlichting kan schade
toebrengen aan het elektrische systeem
van uw auto en een storing veroorzaken.
Belangrijke punten met betrekking tot
het beladen van een aanhangwagen
Totaal aanhangwagengewicht en
maximaal toegestane kogeldruk
ATotaal aanhangwagengewicht
Het gewicht van de aanhangwagen
plus het gewicht van de lading mag
het maximale aanhangwagengewicht
niet overschrijden. Het is gevaarlijk
om dit gewicht te overschrijden.
(→Blz. 462) Als u met eenaanhangwagen rijdt, raden wij u aan
een stabilisator te gebruiken (om
slingeren te voorkomen).
BMaximaal toegestane kogeldruk
Belaad de aanhangwagen zo dat de
kogeldruk hoger is dan 25 kg of 4%
van het maximale
aanhangwagengewicht. Laat de
kogeldruk de aangegeven waarde
niet overschrijden. (→Blz. 462)
Informatielabel (typeplaatje)
AMaximaal toelaatbaar
voertuiggewicht
Het totale gewicht van de bestuurder,
passagiers, bagage, trekhaak, auto en
kogeldruk mag het maximaal
toelaatbare voertuiggewicht niet met
meer dan 100 kg overschrijden. Het is
gevaarlijk om dit gewicht te
overschrijden.
BMaximaal toelaatbare
achterasbelasting
De achterasbelasting mag de
maximale asbelasting niet met meer
dan 15% overschrijden. Het is
gevaarlijk om dit gewicht te
overschrijden.
Het maximale aanhangwagengewicht
is bepaald bij tests op zeeniveau.
Houd er rekening mee dat het
motorvermogen en het maximale
aanhangwagengewicht op grotere
hoogten lager zijn.
4.1 Voordat u gaat rijden
180
Page 183 of 646
WAARSCHUWING!
Als het maximaal toelaatbare
voertuiggewicht of de maximale
asbelasting wordt overschreden
Het niet opvolgen van deze
voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval, met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
• Verhoog de aanbevolen
bandenspanning met 20,0 kPa
(0,2 kg/cm
2of bar, 3 psi). (→Blz. 471)
• Rijd niet harder dan de wettelijke
limiet voor auto's met een
aanhangwagen of 100 km/h, waarbij
de laagste limiet moet worden
aangehouden.
4.1 Voordat u gaat rijden
181
4
Rijden
Page 184 of 646
Montagepositie voor de trekhaak/afneembare trekhaak
A457 mm
B461 mm
C536 mm
D538 mm
E538 mm
F536 mm
G461 mm
H457 mm
4.1 Voordat u gaat rijden
182