Page 3 of 646
OVERZICHT MET
AFBEELDINGEN
1Veiligheid en
beveiliging
2Voertuigstatus-
informatie en
controlelampjes
3Voordat u gaat
rijden
4Rijden
5Voorzieningen in
het interieur
6Onderhoud en
verzorging
7Bij problemen
8Voertuig-
specificaties
9Index
Zoeken op afbeelding
Zorg ervoor dat u dit leest
(Belangrijkste onderwerpen: kinderzitje, antidiefstalsysteem)
Lezen van rijgerelateerde informatie (Belangrijkste
onderwerpen: tellers, multi-informatiedisplay)
Openen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen
vóór het rijden
Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten
worden opgevolgd
Bedienen van het audiosysteem
Gebruik van de voorzieningen in het interieur
De zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
Informatie over wat u moet doen bij een storing en
noodgeval
Voertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen
Zoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
RAV4
PZ49X-9A574-NL
L/O 03/10/2022
Page 4 of 646

Ter informatie....................5
Over deze handleiding ...............7
Zoekmethoden ....................8
Overzicht .......................9
1.Veiligheid en beveiliging
1.1 Voor een veilig gebruik ............18
1.1.1 Voordat u gaat rijden .........18
1.1.2 Veilig rijden ..............19
1.1.3 Veiligheidsgordels ..........20
1.1.4 Airbags .................24
1.1.5 Belangrijke voorzorgsmaatregelen in verband met uitlaatgassen .....32
1.2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen . 33 1.2.1 Aan/uit-schakelaar airbag
*.....33
1.2.2 Rijden met kinderen in de auto . . . 34
1.2.3 Baby- en kinderzitjes .........35
1.3 Noodoproep ..................48
1.3.1 eCall
*1, 2................48
1.3.2 ERA-GLONASS/EVAK*1, 2, 3.....57
1.4 Antidiefstalsysteem .............60
1.4.1Startblokkering ............60
1.4.2 Supervergrendeling
*.........61
1.4.3 Alarm*.................61 2.
Voertuigstatusinformatie en
controlelampjes
2.1 Instrumentenpaneel .............68
2.1.1 Waarschuwingslampjes en controlelampjes ............68
2.1.2 Meters en tellers (4,2 inch display) . 75
2.1.3 Meters en tellers (7 inch display) . . 79
2.1.4 Meters en tellers (12,3 inch multi-informatiedisplay) ......84
2.1.5 Multi-informatiedisplay (4,2inchof7inchdisplay) ......88
2.1.6 Multi-informatiedisplay (12,3inchdisplay) ..........98
2.1.7 Informatie over brandstofverbruik ..........106
3. Voordat u gaat rijden
3.1Informatieoversleutels ..........110
3.1.1Sleutels ................110
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren ...................114
3.2.1Portieren ...............114
3.2.2 Achterklep ..............120
3.2.3 Smart entry-systeem met startknop
*..............135
3.3Verstellenvandestoelen .........140 3.3.1Voorstoelen .............140
3.3.2 Achterstoelen ............141
3.3.3 Ergonomisch geheugen
*......143
3.3.4 Hoofdsteunen ............145
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de spiegels ....................146
3.4.1 Stuurwiel ...............146
3.4.2 Binnenspiegel
*...........147
3.4.3 Digitale binnenspiegel*......148
3.4.4 Buitenspiegels ............156
3.5 Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak ...................158
3.5.1 Elektrisch bedienbare ruiten . . . 158
3.5.2 Schuifdak
*..............161
3.5.3 Panoramadak*............164
4. Rijden
4.1 Voordat u gaat rijden ............170
4.1.1Rijdenmetdeauto .........170
4.1.2 Lading en bagage ..........177
4.1.3 Rijden met een aanhangwagen (Azerbeidzjan, Georgië, Tadzjikistan,
Turkmenistan en Nieuw-
Caledonië) ..............178
4.1.4 Rijden met een aanhangwagen (behalve Azerbeidzjan, Georgië,
Tadzjikistan, Turkmenistan en
Nieuw-Caledonië) ..........178
4.2 Rijprocedures ................186
4.2.1 Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en startknop) . . . 186
4.2.2 Startknop (auto's met Smart entry-systeem en startknop) . . . 187
4.2.3 Automatische transmissie
*....192
4.2.4 Multidrive CVT*...........196
4.2.5 Handgeschakelde transmissie*. . 200
4.2.6 Richtingaanwijzerschakelaar . . . 203
4.2.7Parkeerrem ..............203
2
Page 13 of 646

andere stand kan worden gezet
(auto's met automatische transmissie
of Multidrive CVT) blz. 193, blz. 197
CTellers blz. 75, blz. 82, blz. 84
Aflezen van de tellers/instellen van
de helderheid van de
dashboardverlichting blz. 77, blz. 82,
blz. 103
Waarschuwingslampjes/
controlelampjes blz. 68
Als de waarschuwingslampjes gaan
branden blz. 419
DMulti-informatiedisplay blz. 88,
blz. 98
Display blz. 88, blz. 98
Als een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven blz. 427
ERichtingaanwijzerschakelaar blz. 203
Lichtschakelaar blz. 209
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/
kentekenplaatverlichting/
dagrijverlichting blz. 209
Mistlampen
voor
*1/mistachterlicht*1blz. 214
FSchakelaar ruitenwissers en
-sproeiers blz. 216
Schakelaar achterruitenwisser en
-sproeier blz. 219
Gebruik blz. 216, blz. 219
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof
blz. 383
Waarschuwingsmeldingen blz. 427
GSchakelaar alarmknipperlichten
blz. 412
HOntgrendelingshendel motorkap
blz. 376
IOntgrendelingshendel
stuurverstelling blz. 146
Verstellen blz. 146
JAirconditioning blz. 332, blz. 336
Gebruik blz. 332, blz. 336
Achterruitverwarming blz. 333,
blz. 338
KAudiosysteem*1, 2
LOntgrendelingshendel tankdopklep
blz. 221
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem de handleiding voor het
multimediasysteem.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
11
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 14 of 646
Schakelaars
AToetsen ergonomisch
geheugen*1blz. 143
BBlokkeerschakelaar ruitbediening
blz. 161
CSchakelaars ruitbediening blz. 158
DSchakelaars centrale vergrendeling
blz. 119
ESchakelaars buitenspiegels blz. 156
FToets ODO/TRIP (auto's met 4,2 inch
of 7 inch multi-informatiedisplay)
blz. 77, blz. 82
GToets ODO/TRIP (auto's met
12,3 inch multi-informatiedisplay)
blz. 88
HAutomatic High
Beam-schakelaar*1blz. 211
ISchakelaar
voorruitverwarming*1blz. 335,
blz. 340
Schakelaar
voorruitontwaseming
*1blz. 340
JCameraschakelaar*1, 2
KSchakelaar
stuurwielverwarming*1blz. 343
LToets elektrisch bedienbare
achterklep*1blz. 125
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem de handleiding voor het
multimediasysteem.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
12
Page 65 of 646

• Terwijl het alarm is geactiveerd,
ontgrendelt een in de auto
achtergebleven persoon het portier.
• Bij het bijladen of vervangen van de
accu.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
(indien aanwezig)
Het alarm kan zo worden ingesteld, dat
het wordt uitgeschakeld wanneer de
sleutel (auto's zonder Smart
entry-systeem en startknop) of
mechanische sleutel (auto's met Smart
entry-systeem en startknop) wordt
gebruikt om de auto te ontgrendelen.
(Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen:
→blz. 476)
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet.
Na veranderen of verwijderen kan de
juiste werking van het systeem niet
worden gegarandeerd.
Inbraaksensor en hellingsensor (indien
aanwezig)
Signalering inbraaksensor en
hellingsensor
• De inbraaksensor signaleert
indringers of een beweging in de auto.
• De hellingsensor signaleert een
verandering van de hoek van de auto
ten opzichte van het wegdek, die
bijvoorbeeld ontstaat als de auto
weggesleept wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te
voorkomen, maar een optimale
beveiliging tegen elke vorm van inbraak
kan niet worden gegarandeerd.De inbraaksensor en hellingsensor
instellen
Als het alarm wordt ingeschakeld, worden
de inbraaksensor en de hellingsensor
automatisch ingesteld. (→Blz. 62)
De inbraaksensor en de hellingsensor
uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende
voorwerpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor en
de hellingsensor uitschakelt voordat u
het alarm instelt, omdat deze sensoren
reageren op bewegingen binnen in de
auto.
1. Zet het contact UIT.
2. Druk op de uitschakeltoets van de
inbraaksensor en hellingsensor.
Druk opnieuw op de toets om de
inbraaksensor en de hellingsensor
weer in te schakelen.
Telkens wanneer de inbraaksensor en
de hellingsensor worden
uitgeschakeld/ingeschakeld, wordt er
een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Uitschakelen en automatisch weer
inschakelen van de inbraaksensor en
hellingsensor
• Het alarm wordt ingeschakeld zelfs
wanneer de inbraaksensor en de
hellingsensor zijn uitgeschakeld.
1 .4 Antidiefstalsysteem
63
1
Veiligheid en beveiliging
Page 69 of 646
2.1 Instrumentenpaneel...........68
2.1.1 Waarschuwingslampjes en
controlelampjes...........68
2.1.2 Meters en tellers (4,2 inch display) .75
2.1.3 Meters en tellers (7 inch display) . .79
2.1.4 Meters en tellers (12,3 inch
multi-informatiedisplay)......84
2.1.5 Multi-informatiedisplay
(4,2inchof7inchdisplay)......88
2.1.6 Multi-informatiedisplay
(12,3inchdisplay)..........98
2.1.7 Informatie over brandstofverbruik .106
Voertuigstatusinformatie en
controlelampjes2
67
Page 70 of 646
2.1 Instrumentenpaneel
2.1.1 Waarschuwingslampjes en controlelampjes
De waarschuwingslampjes en controlelampjes op het instrumentenpaneel, het
middenpaneel en de buitenspiegels informeren de bestuurder over de status van de
diverse systemen van de auto.
Instrumentenpaneel
Om de functie van alle lampjes uit te leggen, zijn in de volgende afbeelding alle
waarschuwingslampjes en controlelampjes brandend afgebeeld.
4,2 inch display
De eenheden op de tellers en enkele indicatoren kunnen per regio verschillen.
2.1 Instrumentenpaneel
68
Page 71 of 646
7 inch display
Voor de weergave kan worden gekozen uit een analoge en een digitale snelheidsmeter.
(→Blz. 94)
Wanneer de analoge snelheidsmeter wordt weergegeven
De eenheden op de tellers en enkele indicatoren kunnen per regio verschillen.
Wanneer de digitale snelheidsmeter wordt weergegeven
De eenheden op de tellers en enkele indicatoren kunnen per regio verschillen.
2.1 Instrumentenpaneel
69
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes